|
|
|
|
Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie |
|
|
|
cataloognr | benaming | studiepunten |
4180300013 | Immunologie | 6 |
| |__ | Immunologie | |
| |__ | Automatisatie 2 | |
| |__ | Microscopische anatomie | |
4180400040 | Project 6 | 3 |
4180400047 | Biochemie | 7 |
| |__ | Werken met enzymen | |
| |__ | Biochemie 2 | |
4180400048 | Moleculaire genetica | 7 |
| |__ | Anatomie en fysiologie 3 | |
| |__ | Van gen naar eiwit | |
4180400049 | Statistiek en POP | 4 |
| |__ | Statistiek | |
| |__ | POP 2 | |
4180400050 | Hematologie 2 | 3 |
4180400051 | Instrumentele analyse 2 | 6 |
| |__ | Analysemethoden 2 | |
| |__ | Automatisatie 1 | |
4180400052 | Project 4 | 3 |
4180400054 | Project 5 | 3 |
4180400055 | Medische microbiologie | 15 |
| |__ | Medische microbiologie | |
| |__ | Automatisatie 3 | |
4180400081 | Hematologie 3 | 3 |
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Immunologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Immunologie Automatisatie 2 Microscopische anatomie
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180300013 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 | Contacturen: | 58 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Kathy Reyniers Marina Crols Karen Pittois |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info doelstellingen , leerdoelen en competenties zie deelfiches van:
Specifiek verweer Immunologische apparaten Oogje op cellen Humane microscopische anatomie
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Immunologie | 45% | Automatisatie 2 | 40% | Microscopische anatomie | 15% |
|
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Immunologie |
|
|
|
Component behoort tot: | Immunologie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180300013 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Kathy Reyniers Marina Crols Karen Pittois |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze lessenreeks worden de begrippen antigenen, antistoffen en complement grondig uitgelegd. Heel wat aandacht wordt besteed aan het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen. Monoklonale antilichamen, vaccinatie en verweer tegen infecties sluiten deze lessenreeks af.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
- BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
- BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
situeert het specifiek verweer
-
benoemt de verschillende organen van het specifiek verweer en beschrijft hun functie
-
benoemt de cellen van het specifiek verweer en beschrijft hun functie
-
benoemt de verschillende soorten antigenen, hun eigenschappen en klassificatie
-
benoemt en beschrijft de klinisch relevante antigenen (ABO, Rhesus en HLA)
-
beschrijft de structuur, soorten en werking van antilichamen
-
benoemt de gevolgen van antigeen/antilichaam binding
-
geeft het productieproces van monoklonale antilichamen schematisch weer
-
benoemt de mogelijke toepassingen van monoklonale antilichamen
-
geeft een indeling van de verschillende immuuntesten en licht deze toe met voorbeelden
-
benoemt een gegeven immuuntest, klassificeert deze en benoemt de eigenschappen
-
benoemt de verschillen tussen de humorale en cellulaire respons
-
beschrijft de werking van het specifiek verweer tegen infectieuze deeltjes (bacteriën, virussen, parasieten, gisten en schimmels)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Het immuunsysteem met de organen en cellen
Antigenen (vooral de klinisch relevante motieven)
Antilichamen (met nadruk op monoklonale met hun productie en vooral de toepassingen in diagnostiek en therapie)
Verweer met niet-specifiek en specifiek karakter geïntegreerd (tegen bacterieën, virussen, parasieten).
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Powerpoints met notitiepagina’s 2011-2012- Auteur: Karen Pittois – Plantijn Hogeschool
- Cursus: Oefenpakket ‘Immunologie: werkcolleges’. Auteur: Karen Pittois
-
Engelstalig boek " Immunology Lippincott’s Illustrated Reviews. Eds. Richard A. Harvey, Pamela C. Champe.
Wolters Kluwer. ISBN
0-7817-9543-5/978-0-7817-9543-2
-
Niet verplichte boeken:
-
Sesam Atlas van de Immunologie. Riger et al. Sesam. ISBN 90 5574 473 5 (aanwezig in bib, niet verplicht)
-
Engelstalig boek: “How the immune system Works” 3th ed. 2008.
L. Sompayrac. Blackwell Publishing. 978 1 4051 6221 0 (aanwezig in bib, niet verplicht)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
29
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
11
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Berekening van het cijfer voor dit opleidingsonderdeel: - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Automatisatie 2 |
|
|
|
Component behoort tot: | Immunologie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180300013 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Kathy Reyniers Marina Crols Karen Pittois |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Deel 1: In "'n Oogje op cellen" komen de flowcytometrie en de hematologische automaten aan bod.
Deel 2: “Immunologische apparaten”. Ook in de wereld van de immunologische bepalingen is de automatisatie een feit. TDx , IMx Elecsys ,... ,FPIA, MEIA ICIA,ECL,.....,reagentia kits, calibratoren, controles;...: dit zijn termen die in deze lessenreeks aan bod komen .
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
- BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
- BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
- BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
- BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
- BL233 Gebruikt informatiebronnen kritisch
- BL234 Evalueert resulaten kritisch
- BL239 Brengt structuur in ideeën
- BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Deel 1: Krijgt een vrij goed overzicht van de hematologische analysers Weet wat FCM is Leest en bergijpt een blokschema van een typevoobeeldanalyser Legt het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal
Deel 2: Krijgt een vrij goed overzicht van de immunologische analysers die in laboratoria gebruikt worden Leest en begrijpt het blokschema van een typevoorbeeld immunologische analyser Legt het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal Kent de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
Instrumentele analyse I
|
LEERINHOUDEN
|
Deel 1: FCM en cellentellers
Deel 2: Bespreking van enkele typevoorbeelden oa.TDx met het FPIA principe; IMx met het MEIA en
ICIA principe; Elecsys met het ECL
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus :'n Oogje op cellen Reyniers K.
- E-campus: ppt's van de HO's en WE's
- Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2 (naslagwerk)
- BB platforum cursus 2BL P5 OO Immunologie voor opdrachten
Cursus Immonologische apparaten Reyniers K.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
22
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
25
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
a: groepswerk(of voor immunologsiche app of voor 'n oogje op cellen): bondig verslag van max 10 blzn (/2,5) en groepspresentatie van max 10 slides ( /5) rond een afgesproken deelthema; het groepscijfer wordt aangevuld met een beoordeling waarbij de studenten elkaar evalueren volgens hun bijdrage aan het groepswerk (peerassessment) ( /2,5) totaal /10
b: INT5-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen als open vragen en casusvragen /30
De punten verworden op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
Afwezigheden groepswerk
Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief . Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten. - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Enkel b kan hernomen worden: INT5-2 schriftelijk examen /30
De verworven punten van a in de eerste examenperiode blijven behouden ( /10)
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
Enkel b kan hernomen worden: INT5-2 schriftelijk examen /30
De verworven punten van a in de eerste examenperiode blijven behouden ( /10).
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten. - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Microscopische anatomie |
|
|
|
Component behoort tot: | Immunologie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180300013 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Kathy Reyniers Marina Crols Karen Pittois |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het maken van histologische preparaten verloopt in een aantal fasen. De histologische technieken zoals biopsie afname, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken. De basis van de microscopische anatomie wordt kort besproken en men bekijkt een aantal histologische preparaten
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
- BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
- BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Kent de problematiek van de staalafname en voert de analyses uit.
- Voert de handelingen uit die aan de diagnose voorafgaan.
- Herkent een aantal in het labo besproken weefsels.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Men bestudeert het proces van bioptafname tot het microscopische preparaat. De basis van de histologie wordt besproken aan de hand van enkele weefsels en organen. Met het microtoom worden coupes gemaakt. Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd. Een extern labo wordt bezocht om het theoretisch bestudeerde proces van biopt tot coupe aan de praktijk te toetsen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
theorie- en praktijknota's (P. Winnen- M.Crols)
PPT van theorieles (M.Crols)
Platenatlas histologie: Di Fiore's atlas of histology V.P. Eroschenko 8ste editie ISBN 0-683-02818-9 Williams & Wilkins
Histologische preparaten
Microscopen
Microtoom
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
18
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
hoorcollege
praktijksessies: verplichte aanwezigheid
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Aanwezigheid in de praktijksessies
Doorlopende evaluatie tijdens de practica
Een schriftelijk (INT5-2) eindexamen over de histologische technieken en de bestudeerde weefselcoupes.
Afwezigheden:
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De toets (INT5-2) wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Project 6 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400040 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 3 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Brigitte Van de Velde |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Hersenvliesontsteking kan vele oorzaken hebben. Het is niet de bedoeling om al deze oorzaken te onderzoeken, dit gaat veel te ver leiden. De bedoeling is wel om jullie te concentreren op oorzaken die verband houden met een bacteriële infectie: preventie, epidemiologie, …
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
- BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
- BL115 Verwittigt bij afwezigheden
- BL116 Respecteert deadlines/afspraken
- BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
- BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
- BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
- BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
- BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
- BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
- BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
- BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
- BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
- BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
- BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
- BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
- BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
- BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
- BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
- BL250 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
- BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
- BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Eenvoudige experimentele data interpreteren en rapporteren 2. Het belang van de pre-analytische en analytische fase inschatten 3. Bacteriële verwekkers van meningitis opsporen
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 1, en moet je je ook inschrijven voor: Statistiek en POP; Medische microbiologie.
|
|
Andere begincompetenties
|
geen
|
LEERINHOUDEN
|
w
Project: Bacteriële hersenvliesontsteking
Casus: Een 74-jarige man die sinds 3 jaar gekend is met een hematologische maligniteit werd reeds behandeld met 4 chemotherapiekuren. Recent vertoont hij evenwel ziekteprogressie en krijgt daarom een volgende chemotherapiekuur. In de week volgend op deze kuur wordt de patiënt opgenomen via de dienst Spoedgevallen wegens verwardheid, concentratiestoornissen en braken. Bij klinisch onderzoek worden sufheid en nekstijfheid vastgesteld. De temperatuur bedraagt 39,2°C, de bloeddruk 130/70 mm Hg. Uit de laboratoriumonderzoeken bij opname dienen volgende waarden vermeld: C-reactieve proteïne (CRP) 40 mg/dl, hemoglobine 10,0 g/dl, leukocytenaantal (WBC) 4,7 x 109/l. Een lumbale punctie wordt uitgevoerd. Nog voor de resultaten gekend zijn, wordt gestart met antibiotica: ceftriaxone en ampicilline. Het lumbaal vocht toont een beeld van een bacteriële hersenvliesontsteking: totaal eiwit 560 mg/dl, glucose 15 mg/dl, WBC 680/µl waarvan 95% segmentkernigen.
De bacteriële verwekker van deze hersenvliesontsteking wordt in het laboratorium opgespoord en geïdentificeerd.
Taak Hersenvliesontsteking kan vele oorzaken hebben. Het is niet de bedoeling om al deze oorzaken te onderzoeken, dit gaat veel te ver leiden. De bedoeling is wel om jullie te concentreren op oorzaken die verband houden met een bacteriële infectie: preventie, epidemiologie, … Belangrijk is dat je een goede inschatting maakt van de activiteiten in een klinische labo dat zich met het onderzoek van deze analysen zal bezighouden. Dit wil zeggen dat een aantal typische labo -aspecten en –activiteiten goed omschreven moeten worden gaande van de staalafname tot het opsturen van het resultaat aan de arts.
Proces
Teneinde een goed beeld te hebben van meningitis is het nuttig een correcte definitie van bacteriële meningitis op te stellen en verder toe te lichten welk het klinische beeld ervan is. • Welke onderzoeken worden uitgevoerd ? • Met welke technieken worden deze parameters bepaald? Zijn er soms verschillende technieken? • Kan je bepaalde analysen of onderzoeken in het practicum betrekken? • Hoe zit het met de pre -analytische fase, analytische fase? • Belangrijk zijn de referentiewaarden van de verschillende parameters.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus microbiologie theorie en practicum Referenties: worden verstrekt tijdens de projectweken
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
1
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
64
|
%
|
Verdere toelichting:
Groepswerk
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
We evalueren een project op twee niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche. 2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs. De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore x individuele score
In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd.
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Biochemie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Werken met enzymen Biochemie 2
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400047 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 | Contacturen: | 74 | Aantal studiepunten: | 7 | Totaal studietijd: | 182 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | niet mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Karen Pittois Roald Santens Goele Caethoven Marina Crols |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Zie deelfiches
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, Chemie 1, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie deelfiches
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Werken met enzymen | 60% | Biochemie 2 | 40% |
|
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Werken met enzymen |
|
|
|
Component behoort tot: | Biochemie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400047 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Karen Pittois Roald Santens Goele Caethoven Marina Crols |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In de lessenreeks “Enzymmetingen: kinetiek en klinische toepassingen” worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang behandeld. De werkingsvoorwaarden voor substraat- en enzymbepalingen in serum of plasma worden uitgebreid besproken. Daarna worden de klinisch relevante enzymen besproken evenals de verschillende bepalingsmethoden. Ruime aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de resultaten en de analyse van enzympatronen. In laboratoriumoefeningen leert de student enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren waarbij de invloed van verschillende factoren (substraat- en enzymconcentratie, inhibitoren) op de enzymatische reactie wordt nagegaan.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL234 Evalueert resulaten kritisch
- BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
- BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
- BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
- BL367 Bezit operationele kennis van de voornaamste biochemische en celbiologische technologieën
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
verkrijgt een goed inzicht in de werking van enzymen, de beperkingen, de voorzorgen en de reactieomstandigheden waarin moet gewerkt worden bij de bepaling van enzymen en substraten in serum of plasma.
voert enzymactiviteitsbepalingen uit
berekent de enzymkinetische parameters, bepaalt Vmax en KM en de inhibitieconstante voor een inhibitor.
analyseert een aantal eenvoudige enzympatronen.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, Chemie 1, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
In een eerste deel worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang behandeld. De werkingsvoorwaarden voor substraat- en enzymbepalingen in serum of plasma worden uitgebreid besproken.
-
In een tweede deel worden de klinisch relevante enzymen besproken evenals de verschillende bepalingsmethoden. Ruime aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de resultaten en de analyse van enzympatronen.
-
In het laboratorium leert de student enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren. De invloed van verschillende factoren (substraat- en enzymconcentratie, inhibitoren) op de enzymatische reactie wordt nagegaan.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Theoriecursus: enzymmetingen
Ppt-presentaties van alle lessen zijn beschikbaar via e-campus
Praktijknota's
Manualen van verschillende firma's
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
32
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT4-1
De praktische oefening wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie, aanwezigheid, houding, praktische skills en verslag. Op de INT4-1 komen ook aspecten uit het prakticum aan bod
Berekening van de punten per opleidingsonderdeel: - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Enkel de INT4-1 kan herhaald worden. De punten behaald op het practicum in 1ste zit worden meegenomen naar 2de zit.
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Biochemie 2 |
|
|
|
Component behoort tot: | Biochemie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400047 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Karen Pittois Roald Santens Goele Caethoven Marina Crols |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus Biochemie 2 geeft een overzicht van de belangrijkste biomoleculen. De eigenschappen van deze biomoleculen zijn niet los te koppelen van hun chemische samenstelling en hun bijhorende reacties. Het is dus noodzakelijk om kennis te hebben over de onderliggende “bio”-organische chemie. Daarnaast wordt er dieper ingegaan op het metabolisme in de cel: hoe worden de biomoleculen omgezet in andere moleculen en wat kost dit aan energie of hoeveel energie komt hierbij vrij? Door de bespreking van een aantal reactieketens wordt duidelijk dat de kennis van het metabolisme in de cel kan gebruikt worden voor de productie van geneesmiddelen in de farmaceutische industrie en bij het aanwenden van enzymen in analytische bepalingsmethoden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
- BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
- BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
- BL104 Gaat constructief om met kritiek
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
- BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student;
SUIKERS
1.
Kent de verklaring van volgende woorden ;
mono/di/oligo/polysaccharide, glyciden, gluciden, koolhydraat, aldose, ketose, stereo-isomeren, structuurisomeren, enantiomeer, diastereomeer, anomeer, epimeer, D/L suiker, -/+ suikers, hemiacetaal, configuratie, conformatie, pyranose, furanose, mutarotatie, glycoside, aglycon, invertsuiker, amylose, aminosuiker, amylopectine, asymmetrisch koolstofatoom, chiraal C-atoom, reducerend suiker, glycosaminoglycaan, proteoglycaan, glycoconjungaat, mucopolysacharide
2.
Tekent de structuur van ;
Glucose, maltose, fructose, galactose, sucrose, lactose, zetmeel, glycogeen, cellulose, isomaltose, glyceraldehyde, acetaldehyde
3.
Geeft de algemene formule voor suikers
4.
Geeft de algemene benaming van suikers (D/L) (aldose/ketose) (triose/ tetrose/…) (α/β)
5.
Herkent, tekent en benoemt de stereochemie van suikers
·
R/S configuratie
·
Fischerprojectie
·
Haworthprojectie
·
Overgang tussen Fisher & Haworth met speciale aandacht voor: D/L suikers, α/β anomeer
6.
Beschrijft, eventueel adhv een voorbeeld, de chemische eigenschappen van suikers en geeft de naam van de gevormde groep moleculen
·
Reductie: -olen
·
Oxidatie: -onzuur of –aarzuur
-
Keto-enoltautomerie
-
reducerende suikers
-
Geeft voorbeelden en toepassingen van zoetstoffen en cyclodextrines
-
Geeft de definitie van aminosuikers
-
Geeft voorbeelden van aminosuikers
-
Beschrijft de biologische functie van aminosuikers
WATER ALS OPLOSMIDDEL
-
Geeft de verklaring van volgende woorden;
waterstofbrug, clathraat, hydratatie, hydraatmantel, hydrofoob, hydrofiel, amfipathisch, methaanijs, amfoteer
-
Benoemt de biochemisch belangrijke eigenschappen van water, beschrijft de structuur van ijs en de hydratatie van ionen en polaire structuren
-
Omschrijft het gedrag van apolaire moleculen in water (clathraten, olie-in-water, amfipathische-stoffen-in-water)
LIPIDEN
-
Geeft de verklaring van volgende woorden;
vetzuur, verzadigingsgraad, essentieel vetzuur, zeep, micel, was, prostaglandine, eisocanoiden, triacylglycerol, triglyceride, veresteringsreactie, verzepingsreactie, vetten, oliën, saponificatie, hydrogenatie, zure/basische hydrolyse, oxidatie van vetten, verzepingsgetal, zuurgetal, joodadditiegetal, peroxidegetal, fosfoglyceriden, glycerofosfolipiden, fosfatidaat, fosfatidezuur, fosfatidylverbindingen, emulgator, plasmalogeen, choline, ethanolamine, lechitine, lecitine, sfingolipiden, terpeen, isopreen, monoterpeen, sesquiterpeen, diterpeen, terpenoid
-
Herkent en benoemt volgende structuren en kan hiervan het aantal C-atomen, onverzadigd/verzadigd en enkele (5) functies benoemen;
palmitinezuur, stearinezuur, oliezuur, linolzuur, arachidonzuur
-
Definieert vetzuren en kan deze indelen en benoemen ifv ketenlengte en verzadigingsgraad (mono/poly)
-
Geeft het verschil en het belang tussen Cis/Trans VZ en het belang hiervan
-
Beschrijft de oorsprong en het belang van verzadigde/onverzadigde VZ
-
Omschrijft zepen en hun werkingsmechanisme
-
Definieert wat “wassen” zijn en hun eigenschappen
-
Ken de definitie en eigenschappen van prostaglandines
-
Herkent de eicosanoïden
-
Benoemt de indeling, de naamgeving en de functie van prostaglandinens
-
Beschrijft de werking en bijwerkingen van aspirine
-
Geeft de definitie en naamgeving van de triglyceriden
-
Omschrijft het proces van verestering en verzeping van triglyceriden
-
Beschrijft wat een vet is en wat een olie is en de verschillen tussen beide
-
Omschrijft de chemische reacties van triglyceriden en hun belang
-
Definieert hoe vetten en oliën kunnen geanalyseerd/ bepaald worden ;
verzepingsgetal, zuurgetal, joodadditiegetal, peroxidegetal
-
Geeft de definitie van fosfoglyceriden, fosfatidaat en fosfolipiden en tekent de algemene structuur
-
Geeft enkele voorbeelden van fosfolipiden (lechitine, lecitine, cephaline en fosfatidylinositol)
-
Tekent de algemene structuur van sfingolipiden en geeft de definitie ervan
-
Herkent de algemene structuur van isopreen/terpeen en geeft de definitie van isopreen/terpeen
-
Beschrijft de naamgeving van terpenen
-
Kan het algemeen skelet tekenen van steroïden, met benoeming en nummering van de ringen
-
Geeft voorbeelden van steroïden en hun functie en belang als biomolecule;
Cholesterol, hormonen, plantsterolen
-
Omschrijft de structuur, bestanddelen en opbouw van de lipoproteïnen
-
Beschrijft de funtie van apoproteïnen
-
Deelt de lipoproteïnen in op basis van densiteit
·
chylomicronen, VLDL, LDL, HDL
·
hun functie en densiteit (relatief tov elkaar)
·
“slechte” en “goede” cholesterol
-
Definieert wat biomembranen zijn
-
Omschrijft de bestanddelen van biomembranen, de verschillende soorten en hun functie (lipiden, proteïnen en koolhydraten)
AROMATEN, FENOLEN, ANILINEN
-
Kan volgende woorden verklaren;
aromaat, alifaat, annuleen, annulyn, hybridisatie, orbitalen, regel van Hückel, geconjungeerde bindingen, resonantie, mesomerie, nucleofiel, electrofiel,PCDD, PCDF, congeneer, resonantie, solvatatie, fenoxide anion, catechol, catecholamine,
-
Herkent en benoemt de structuur van ;
benzeen, tolueen, xyleen, fenol, aniline + positie substituenten (ortho, meta, para)
-
Geeft voor de aromaten adhv benzeen de definitie, eigenschappen, voorwaarden voor aromaticiteit en de regel van Hückel EN past dit toe op gegeven moleculen (aromatisch of niet, resonantievormen)
-
Herkent de algemene structuur van dioxinen en PCB’s en omschrijft de giftigheid en opstapeling in het vetweefsel
-
Benoemt het risico van TCDD voor de mens
-
Benoemt de oorsprong en het risico van PCB’s voor de mens
-
Geeft voor de fenolen adhv fenol de structuur, naamgeving, chemische eigenschappen en het gedrag van fenolen in water
-
Omschrijft waarom fenolen sterker zuren zijn dan alcoholen (zuurtegraad)
-
Beschrijft het effect van elektronzuigende/elektronduwende groepen op de ring en hun positie op de ring en geeft hiervan voorbeelden
-
Beschrijft het cumulatief effect van elektronzuigende groepen
-
Geeft de functies van;
·
fenylalanine: basis voor tyrosine en verder voor de catecholen
·
schildklierhormoon
·
antisepticum
-
Geeft voor de anilinen adhv aniline de structuur aan, benoemt azo-verbindingen en geeft enkele voorbeelden
HETEROCYCLISCHE VERBINDINGEN
-
Geeft de verklaring van volgende woorden;
heterocyclische verbinding, porfyrine,
-
Definiëert wat heterocyclische verbindingen zijn en deelt deze in in 2 groepen (5- en 6-ringen)
-
Herkent en benoemt de structuur van ;
pyrrool (aromaat), thiofeen, furan(aromaat), imidazool, thiazool, purine(aromaat), pyrimidine, indole, quinoline
DNA & RNA
-
Geeft de verklaring van volgende woorden;
nucleotide, nucleoside
-
Omschrijft de samenstelling van de bouwstenen van DNA en RNA en benoemt de gelijkenissen en verschillen
ANDERE BELANGRIJKE VERBINDINGEN
-
Herkent en benoemt de structuur van ortho/pyro/trifosfaten, fosfodiesters
-
Herkent en benoemt de structuur en onderdelen van AMP/ADP/ATP en beschrijft hoe energie kan vrijgesteld worden door hydrolyse van fosfaatgroepen
-
Herkent en benoemt de structuur en onderdelen van NADH/NAD+ en kan hiervan de functie omschrijven
VITAMINEN
-
Benoemt en herkent de structuur van de vitaminen en beschrijft van elk vitamine de belangrijkste functie in het lichaam.
-
Geeft aan wat een tekort aan vitaminen kan veroorzaken.
METABOLISME
64.
beschrijft het belang van de moleculen; ATP, GTP, NAD, NADP en FADH in het metabolisme
65.
berekent de energie-inhoud van een gegeven hoeveelheid glucose en verzadigde vetzuren correct na metabolische afbraak (aeroob en anaeroob)
66.
schrijft de totaalreacties van de pathways
67.
analyseert een gegeven stap in een pathway correct
68.
benoemt de functies van de verschillende pathways
69.
beschrijft de correcte plaats waar de processen doorgaan in de cel en legt het belang hiervan uit
-
herkent en benoemt het verband tussen de verschillende processen, geeft de gelijkenissen en verschillen tussen enkele metabolische processen
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, Chemie 1, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
DEEL 1
KOOLHYDRATEN - Indeling en nomenclatuur van de koolhydraten - Hayworth projectie en Fisher projectie - Mono- en disachariden - Stereochemie van sachariden - Aldosen - Ketosen - Desoxysuikers - Aminosuikers - Glycosiden - Glycosaminen Cyclische structuur van monosachariden - Pyraan - Furaan - Glucofuranose - Glucopyranose - Anomeren Eigenschappen van monosachariden - Mutarotatie - Reductie en oxidatie van suikers - Isomerisatie Disachariden: - Soorten bindingen - Maltose - Cellobiose - Lactose - Saccharose - Disacchariden met aminosuikers Polysachariden: - Cellulose - Zetmeel (amylase, amylopectine) - Inuline - Hyaluronzuur - Pectine - Glycogeen - Heparine - Pectinezuur - Agar
LIPIDEN Structuurelementen: - cis-trans - verzadigde en onverzadigde verbindingen - meervoudig onverzadigde verbindingen, geconjugeerde bindingen - hydrofoob/hydrofiel gedeelte Structuur belangrijkste elementen: - wassen - vetten - oliën - glyceriden - fosfolipiden - sfingolipiden - sulfolipiden - aminolipiden - glycolipiden - prostaglandines - terpenen, terpenoiden, cartenoiden - sterioden - stereochemie: cis en transbindingen in cyclische structuren en steroïden - biomembranen - lipoproteïne (chylomicronen, HDL, LDL) Belangrijkste reacties van lipiden: - oxidatie van oliën en vetten - hydrolyse - kengetallen van oliën en vetten: joodadditiegetal, zuurgetal,verzepingsgetal en estergetal. HETEROCYCLISCHE EN AROMATISCHE VERBINDINGEN - aromaticiteit - structuur en voorkomen van enkele belangrijke aromatische moleculen (benzeen, fenyl, fenolen, anilinen) - congeneren (PCB’s, Dioxines) - structuur en voorkomen van enkele belangrijke heterocyclische moleculen (pyrool, furaan, thiofeen, imidazool, pyridine, pyrimidine, purinebasen en pyrimidinebasen) - profirinesysteem, heem
NUCLEOTIDEN EN NUCLEINEZUREN - Nucleosiden - Nucleotiden - Nucleïnezuren - DNA (Primaire structuur, Secundaire structuur, H-bruggen) - RNA - Fosfaatesters (structuur, hydrolyse) - NADH, NADPH - ATP, DMP, AMP, cAMP - Basisreacties van ATP en NADH/NADPH
VITAMINEN
- Naamgeving - Indeling - Stabiliteit - Inname - Biochemische aspecten
DEEL 2 1. VRIJSTELLING EN OPSLAG VAN METABOLISCHE ENERGIE 1.1 Energierijke verbindingen 1.1.1 Adenosinetrifosfaat 1.1.2 Acylfosfaten 1.1.3 Enolfosfaten 1.1.4 Thiolesters 1.1.5 Guanidinefosfaten 1.2 Fasen in de energievrijstelling uit biomoleculen 1.3 Citroenzuurcyclus 1.3.1 Reacties 1.3.2 Totale reactie van de citroenzuurcyclus 1.3.3 Energieproductie en controle van de cyclus 1.3.4 Belangrijke intermediairen van de cyclus 1.4 Ademhalingsketen-elektronentransportsysteem 1.4.1 Situering en doel 1.4.2 Energievrijstelling 1.4.3 Elektronentransportsysteem 1.4.4 Controle en energieopbrengst 2 METABOLISME VAN SACCHARIDEN 2.1 Algemeen 2.2 Glycolyse of Embden-Meyerhof reactieketen 2.2.1 Reacties van de glycolyse 2.2.2 Energieopbrengst 2.3 Omzetting van pyruvaat 2.3.1 Aërobe omzetting tot acetyl-CoA 2.3.2 Anaërobe omzetting tot melkzuur 2.3.3 Anaërobe omzetting tot diverse producten 2.4 Hexose-monofosfaatshunt of pentose-fosfaatroute 2.5 Gluconeogenese 3. METABOLISME VAN DE LIPIDEN 3.1 Algemeen 3.2 ß-oxidatie van vetzuren of de spiraal van Knoop 3.2.1 Activatie van de vrije vetzuren 3.2.2 Afbraak van de geactiveerde vetzuren 3.2.3 Energieopbrengst 3.3 Biosynthese van triglyceriden 3.3.1 Vorming van malonyl-CoA 3.3.2 Synthese van het vetzuur 3.3.3 Synthese van het triglyceride 4 METABOLISME VAN AMINOZUREN 4.1 Algemeen 4.2 Decarboxylering 4.3 Transaminering 4.4 Oxidatieve deaminering 4.5 Verband tussen transaminering en deaminering 4.6 Verwijdering van ammoniak uit het organisme 4.7 Oxidatieve afbraak van a -ketozuren 4.8 Ureumcyclus
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijk studiemateriaal
·
cursus Biochemie 2 - Plantijn Hogeschool 2011- 2012 (2 delen)
·
e-campus voor presentaties, extra oefeningen, externe links,
·
Molecuulmodellen
Aanbevolen studiemateriaal
·
‘Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
·
'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
·
‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-3
·
‘Biochemistry’, Garrett, R.,H., Grisham, C. M., Brooks/Cole-Thomsom Learning, 2005, ISBN 0-534-41020-0
·
Voor lipiden:
http://www.lipidlibrary.co.uk/
-
Literatuur voorhanden in bib
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
24
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
6
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT4-1
Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste biomoleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Enkel INT4-1kan hernomen worden Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste biomoleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Moleculaire genetica |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Anatomie en fysiologie 3 Van gen naar eiwit
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400048 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 | Contacturen: | 72 | Aantal studiepunten: | 7 | Totaal studietijd: | 182 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Karen Pittois |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
- BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
- BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL227 Benoemt de kern van het probleem
- BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De cel, Eiwitten
|
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Anatomie en fysiologie 3 | 15% | Van gen naar eiwit | 85% |
|
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Anatomie en fysiologie 3 |
|
|
|
Component behoort tot: | Moleculaire genetica | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400048 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Karen Pittois |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus beschrijft het voortplantingsstelsel van de mens in al zijn aspecten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
- BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
- BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL227 Benoemt de kern van het probleem
- BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
- BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
- BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
begrijpt de anatomie van het voortplantingsstelsel
erkent de rol van de hormonen bij de voortplanting
volgt de ontwikkeling van de foetus na de bevruchting tot bij de geboorte
verduidelijkt de invloed van diverse factoren op de vruchtbaarheid
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De cel, Eiwitten
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- De seksuele differentiatie
- De anatomie van het vrouwelijk geslachtsapparaat
- De anatomie van het mannelijk geslachtsapparaat
- Hormonale cycli en regelingen
- De bevruchting
- Het verloop van de zwangerschap
- De geboorte
- Factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden
- Anticonceptiemiddelen
- Seksueel overdraagbare aandoeningen
- Vormen van seksuele activiteit en seksuele aanpassingsproblemen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus Voortplanting bij de mens - Rob Asselberg
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT5-1
Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
zie eerste examenperiode
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Van gen naar eiwit |
|
|
|
Component behoort tot: | Moleculaire genetica | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400048 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Karen Pittois |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus start met een beknopte inleiding tot de klassieke en moderne genetica. In de lessenreeks “Genexpressie en –regulatie”wordt bekeken hoe de genen alle processen in de cel controleren. De weg van gen naar eiwit komt hier aan bod. De genetische code wordt gekraakt en de eiwitsynthese wordt uitgelegd. Hoewel de erfelijke informatie in alle cellen van een organisme hetzelfde is, verschillen de cellen toch sterk in vorm en biologische functie (vb. hersencel en bloedcel). Blijkbaar komen niet alle genen in elke cel tot expressie. Ook dit aspect van genexpressie wordt hier behandeld.
Afwijkingen in het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. In de lessenreeks “Moleculaire diagnostiek” wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recente ontwikkelingen als micro-arrays en gentherapie komen aan bod.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
- BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
- BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
- BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kent de basisbegrippen uit de klassieke genetica
- kent de betekenis van de erfelijkheidswetten, opgesteld na proeven met planten en dieren
- bespreekt de overerving van gekoppelde genen
- bespreekt de overerving van het geslacht en de mogelijke afwijkingen
- heeft inzicht in de populatiegenetica
- lost eenvoudige vraagstukken op over kruisingsexperimenten, stamboomonderzoek en populatiegenetica
- omschrijft de organisatie van het menselijk genoom
- benoemt de structuur van een prokaryoot en een eukaryoot gen en geeft schematisch alle onderdelen weer
- geeft de structuur van mRNA schematisch weer en benoemt alle onderdelen
- beschrijft het fenomeen 'RNA editing'
- beschrijft het Dogma van Crick en het gebruik van de genetische code
- noemt en beschrijft de drie grote stappen in de weg van gen naar eiwit
- benoemt de verschillende stappen in het replicatie-, transcriptie- en translatieproces en legt deze uit
- benoemt de algemene opbouw van een transcriptiefactor en de mogelijke types
- beschrijft wat er gebeurt tijdens de posttranscritpionele modificatie
- beschrijft welke processen er plaatsvinden tijdens de posttranslationele modificatie
- benoemt de verschillende soorten wijzigingen in erfelijk materiaal en legt deze uit
- bespreekt de operontheorie voor de regulatie van prokaryote eiwitexpressie adhv het lac- en tryp-operon
- benoemt de verschillende niveaus waarop eukaryote genexpessie wordt gereguleerd en geeft voorbeelden
- benoemt en bespreekt de drie mechanismen van de epigenetica
- benoemt de verschillen in genexpressie tussen prokaryoten en eukaryoten
- benoemt de verschillende enzymen die gebruikt worden in de moleculaire diagnostiek en beschrijft hun functie
- benoemt en beschrijft de verschillende technieken die gebruikt worden in de moleculaire diagnostiek
- beschrijft het principe van de PCR reactie, de vereisten en de risico’s en de mogelijke detectiesystemen
- benoemt de verschillende componenten van een PCR reactie en berekent de hoeveelheden
- benoemt en beschrijft varianten en alternatieven voor PCR en hun toepassingen
- kiest de juiste PCR variant voor een gegeven toepassing
- benoemt en beschrijft kwantitatieve PCR procedures en kan deze beschrijven
- kiest het juiste enzym voor een moleculair diagnostische toepassing
- interpreteert DNA profielen
- interpreteert resultaten van een moleculaire diagnose (bijvoorbeeld electroforesepatronen)
- tekent resultaten van een moleculair diagnostische test voor een welbepaalde klinische afwijking of genetisch profiel
- maakt een onderscheid tussen een electroforesepatroon van een heterozygoot, homozygoot of gezond individu voor verschillende afwijkingen en technieken
- tekent schema’s van ALLE verschillende besproken technieken uit de moleculaire diagnostiek
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De cel, Eiwitten
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Erfelijkheid Inleiding tot de klassieke genetica Monohybride kruisingen Dihybride kruisingen Inleiding tot de moderne genetica Overerving van het geslacht Bevolkingsgenetica Genexpressie- en regulatie Het menselijk erfelijk materiaal De genetische code Het dogma van Crick De weg van gen naar eiwit Bacterie- en virusgenetica surplus Wijzigingen in erfelijk materiaal Regulatie van genexpressie Epigenetica Moleculaire Diagnostiek Enzymen en technieken in de moleculaire diagnostiek. Vooral PCR wordt uitgebreid behandeld: principe, vereisten, risico’s, varianten en kwantitatieve PCR. DNA profielen Toepassingen in microbiologie, hematologie, genetische afwijkingen, immunologie, kanker en forensisch onderzoek
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus biologie deel 5: genetica - Auteur: Rob Asselberg
Powerpoint slides met notities "Erfelijkheid"- Auteur: Karen Pittois
Powerpoint slides met notities "Genexpressie- en regulatie" - Auteur: Karen Pittois
Powerpoint slides met notities "Moleculaire Diagnostiek" -Auteur: Karen Pittois.
Boek: Medical Genetics at a Glance. 2nd ed. D.J. Pritchard, B.R. Korf. Blackwell Publishing. ISBN 978 1 4051 4846 7
Niet verplichte boeken:
o
Principles of gene manipulation and genomics. S. Primrose en R. Twyman. Blackwell Publishing Ltd. 2006.
(beschikbaar in bib)
o
From genes to genomes. Concepts and applications of DNA technology.
J. Dale en M. von Schantz. Wiley 2007. (beschikbaar in bib)
o
PCR- Exponentiële amplificatie van erfelijk materiaal" H. Robberecht. Kluwer Editorial 1999. ISBN 90 6716880 7
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
32
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- INT5-1
- Berekening van het cijfer voor opleidingsonderdeel:
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
idem eerste zittijd
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Statistiek en POP |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Statistiek POP 2
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400049 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 44 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche Veerle Van Vlaslaer |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Meten is weten, Professional skills en POP
|
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches afzonderlijke componenten
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Statistiek |
|
|
|
Component behoort tot: | Statistiek en POP | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400049 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche Veerle Van Vlaslaer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties . In periode 4 (vervolg van de cursus van het eerste jaar met de beschrijving van de meetfouten) gaan we dieper in op de analyse van de meetfouten en gaan we technieken bekijken (hypothesetesten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen (hypothesen) over bepaalde analysemethoden of toestellen te beantwoorden en om deze methode te valideren. In periode 5 bekijken we statistiek op ‘populatie’-niveau: kansrekenen toegepast op de bevolking waarmee je gezondheidsrisico’s kan inschatten (epidemiologie). We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen. In periode 6 (vervolg van periode 4) gaan we dieper in op de analyse van de oorzaken van meetvariatie (measurement error) en gaan we technieken bekijken (statistisch proefopzetten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om optimale instellingen voor toestel en/of analysemethode te zoeken om zo de meetvariatie te minimaliseren (kwaliteitszorg). De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om met een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
- BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
- BL234 Evalueert resulaten kritisch
- BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
- BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
verzamelt gericht gegevens: stelt een proefopzet op in functie van de gestelde hypothese en gekozen hypothesetest, verwerkt deze gegevens statistisch en interpreteert de resultaten
-
voert volgende statistische toetsen volledig (berekenen en interpreteren) uit: t-testen op populatiegemiddelden (1 steekproef, 2 steekproeven),
c
²-en F-test op populatievarianties,
goodness-of-fit testen (
c
²-test en Kolmogorov-Smirnov), z-test op proporties,
c
²-onafhankelijkheidstest
-
voert de statistische gegevensanalyse uit met Excel
-
leest en interpreteert de output van statistische software
doet een kritische analyse van een wetenschappelijk artikel (verslag van een epidemiologisch onderzoek): werkt evidence based.
-
wekt mee aan een epidemiologische studie.
-
past de wiskunde van de toevalsveranderlijken toe op gegevens geranschikt in frequentietabellen: berekent kansen, risico's en odds
-
beschrijft de toestand van een groep (ziek-gezond) met gepaste frequentiematen: berekent prevalentie- en incidentiecijfers
-
interpreteert deze frequentiematen
-
kent verschillende types epidemiologische studies,
berekent en interpreteert de bijhorende associatiematen OR, RR, AR, PAR
-
gebruikt kansrekenen om de kwaliteit van een diagnose uit te drukken met Se, Sp, voorspellingswaarden, ROC-curve, kappa-waarde
-
interpeteert deze kwaliteitskenmerken van diagnostiek.
-
gebruikt kansrekenen om de kwaliteit van een merkergen uit te drukken: lodscore.
-
gebruikt kansrekenen bij voorspellingen ivm erfelijke aandoeningen: regel van Bayes en stambomen.
-
verzamelt gericht gegevens: stelt een statistisch proefschema op in functie van de onderzoeksvragen, voert de bijhorende gegevensanalyes uit en interpreteert het resultaat.
-
berekent de klassieke variantieanalyses (1, 2 en 3 factoren) en interpreteert het resultaat.
-
berekent de lineariteitstesten en interpreteert de resultaat.
-
begrijpt de onderliggende verschillen van lineaire regressietechnieken.
-
berekent factoriële proefschema’s en interpeteert de resultaten.
-
voert robuustheidstesten uit en interpeteert de resultaten.
-
voert alle statistische gegevensanalyses uit met Excel.
-
leest en interpreteert de output van statistische software.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Meten is weten, Professional skills en POP
|
|
Andere begincompetenties
|
passieve kennis Engels
|
LEERINHOUDEN
|
Periode 4
-
hypothesetesten (1 steekproef en normale verdeling): verdeling van een steekproefgemiddelde; hypothesetesten (t-test op µ, chi kwadraat-kwadraat-test op variantie; verband met betrouwbaarheidsindervallen (cursus 1ste jaar); p-waarde, type I en type I
I fouten
-
hypothesetesten (2 steekproeven en normale verdeling):
t-test op µ1 - µ2 (onafhankelijke steekproeven); t-test op µ1 - µ2 (afhankelijke steekproeven); F-test op varianties
-
de statistiek van proporties – goodness-of-fit: binomiale verdel
ing; z-test op proporties; chi kwadraat-onafhankelijkheidstest voor kruistabellen; chi kwadraat als goodness-of-fit test; Kolmogorov-Smirov-test naar normale verdeling
-
link naar methodevalidatie: juistheid; precisie; LO
D
Periode 5:
-
Kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels) en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio en rate); basismodel epidemiologisch onderzoek – cohort – case-control – clinical trial; associatiematen (RR – AR – OR).
-
Kansrekenen - diagnostiek: kengetallen: gevoeligheid (Se) – specificiteit (Sp) – voorspellingswaarden; onderlinge samenhang van de kengetallen – regel van Bayes; onderlinge samenhang v
an de kengetallen – ROC-curve; genetica: regel van Bayes en stambomen – regel van Bayes en merkergen (lodscore).
-
methodevergelijking – deel II: methodevergelijking met kappa-waarde
Periode 6:
-
Variantieanalyse - 1 factor: homogene varianties; één factor ANOVA; Duncan's Multiple Range test; verband met formules gegroepeerde metingen (1ste jaar)
-
lineariteitstesten: lineariteitstest – GOF; lineariteitstest – LOF-PE; kwaliteitscoëfficiënt QC van een rechte; Passing-Bablock en Deming
-
variantieanalyse – 2&3 factoren: twee factor ANOVA; drie factor ANOVA: double randomized block; drie factor ANOVA: latijns vierkant
-
variantieanalyse – factorieel en fractioneel: factoriële proefschema’s en effecten; 2²- en 23-
proefschema’s (t-testen en F-testen); fractionele 2k-proefschema: Plackett-Burman (t-testen); robuustheidstest: Youden-Steiner (t-testen)
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
hoofdstukken 7 tem 15 uit de cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
-
“formuleboekje statistiek” (deel 1BL en deel 2&3BL) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool
-
rekenmachine
-
wetenschappelijke artikels
-
aanvullend in de bib:
-
‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
-
‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
-
‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526)
-
‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
-
‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
-
hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het lab en de wetenschappelijke vakliteratuur worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
-
de nadruk ligt op begrijpen en i
nterpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
-
zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
-
andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback do
or lector (e-mail)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
-
na elke periode wordt er een schriftelijke toets (maximaal 2cu) over de leerstof van deze periode georganiseerd: in periode 4 is de toets deel van de projectoets, in periode 5&6 gaat deze toets door tijdens de laaste les van deze periode
-
open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2&3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
-
gebruik van een rekenmachine is toegelaten
-
samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct
toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
-
in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld
-
studenten die ongewettigd afwezig zijn op één of meerdere toetsen krijgen een A (en halen dus een A voor het opleidingsonderdeel)
-
studenten die afwezig zijn tijdens de toets van periode 4 kunnen een inhaalexamen aanvragen (projecttoets)
-
studenten die afwezig zijn op een toets tijdens de lesweken volgen het departementale stappenplan zoals beschreven in het departementale OER: bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student A op de deeltoets (en dus A op het opleidingsonderdeel), bij een gewettigde afwezigheid contacteert de student de lector over de mogelijkheid tot inhalen (student haalt 0 op de deeltoets indien hij deze mogelijkheid niet benut)
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
- Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
één toets (maximaal 4cu) over de volledige cursus
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - POP 2 |
|
|
|
Component behoort tot: | Statistiek en POP | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400049 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche Veerle Van Vlaslaer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Elke periode krijgt de student de kans om zijn studieloopbaan en zijn studieontwikkeling te bespreken met de studieloopbaanbegeleider. Het bijhouden van de POP map dient als hulp voor de student (en de studieloopbaanbegeleider) om zijn studie zelf te kunnen opvolgen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Het POP draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van het opleidingsdoel: reflecteren over het eigen handelen tegenover derden.
na deze lessenreeks kan de student:
- reflecteren over het eigen handelen binnen de onderwijsgroep
- en is er een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Meten is weten, Professional skills en POP
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- "Het algemene CGO-boek"
- map met invulbladen
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
POP wordt in het 2de jaar door de studieloopbaanbegeleider geëvalueerd op volledigheid
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
POP wordt in het 2de jaar door de studieloopbaanbegeleider geëvalueerd op volledigheid
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Hematologie 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400050 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 | Contacturen: | 28 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Brigitte Van de Velde |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Hemostase is het proces dat enerzijds zorgt voor het stelpen van bloedingen en anderszijds de circulatie van het bloed in het bloedvatenstelsel toelaat.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL236 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken
- BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
- BL241 Bereidt taken systematisch voor
- BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
- BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
- BL259 Heeft oog voor kosten en financiële implicaties van zijn handelen
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
- BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
- BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
- BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Kent de mechanismen van de verschillende stollingsprocessen en de fibrinolyse
-
Kent de rol en de eigenschappen van de bloedplaatjes binnen de stolling.
-
Kent de verschillende stollingstesten die afwijkingen kunnen aantonen in verschillende stollingsprocessen
-
Kent de invloed van anticoagulantia op de stolling
- Kent de nodige pre-analytische aspecten van stolling, evenals referentiewaarden van de belangrijkste stollingsparameters.
- Voert de verschillende stollingstesten uit en interpreteren ze.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Hematologie 1
|
|
Andere begincompetenties
|
Kennis van celmorfologie
Grondige kennis van basisbiochemie (eiwitten, enzymen en suikers)
Grondige kennis anatomie (bloedvatenstelsel)
Internet
|
LEERINHOUDEN
|
-
Rol bloedvat in hemostase
-
Bloedplaatjes (trombopoiese-morfologie- functie binnen de hemostase)
-
Primaire Hemostase ( werking + labotesten)
-
Secundaire Hemostase ( Werking - inhibitoren - labotesten)
-
Fibrinolyse (Werking - labotesten)
- Anticoagulantia voor medisch gebruik (heparines + orale anticoagulantia)
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Cursus
-
Actuele Websites
-
Boeken (zie bibliotheek)
- Internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
19
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
14
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
INT 4-3
- Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
- Evaluatie van de praktijksessies zit vervat in INT4-3
Afwezigheden
- Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
INT 4-3
- Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
- Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
- Evaluatie van de praktijksessies zit vervat in INT4-3
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Instrumentele analyse 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Analysemethoden 2 Automatisatie 1
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400051 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 | Contacturen: | 82 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Kathy Reyniers |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
alle info leerdoelen, doelstellingen en competenties : zie deelfiches van
Analysemethoden 2
Automatisatie 1
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiches
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Analysemethoden 2 |
|
|
|
Component behoort tot: | Instrumentele analyse 2 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400051 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Kathy Reyniers |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Moderne laboratoria maken veel gebruik van geautomatiseerde instrumentele methoden.
Voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk.
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL105 Leert uit zijn fouten
- BL116 Respecteert deadlines/afspraken
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
- BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
- BL234 Evalueert resulaten kritisch
- BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
- BL241 Bereidt taken systematisch voor
- BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
- BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
- BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
- BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
- BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
. Leest en begrijpt een blokschema van de verschillende apparaten.
· Herkent verschilpunten tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied.
. Legt bij alle technieken het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal. · Heeft een overzicht van de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek.
. Is in staat analyses uit te voeren adhv de aangeleerde technieken.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Eiwitten, Instrumentale analyse 1
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
In dit OO krijg je een uitbreiding van ‘Instrumentele analyse ‘ van 1BL Fluorescerend kenmerk In dit deel wordt enkel de emissie van licht bestudeerd. Ionen meten Bespreking van de ISE Statische potentiometrie vs titratie Eiwitten voor gevorderden IEF , IFE Chromatografie voor gevorderden GC verschillende bepalingsmethoden HPLC
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus Analysemethoden II (T en P) van Reyniers Kathy
·
Bb platform
·
zelfstudiepakket spectro op intranet
·
bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
23
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% | totaal cijfer examen | 100% |
a. Evaluatie van de praktijksessies: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht (/10) en verslagen (/10)
b. INT4-2 : schriftelijk examen met kennis -, inzicht- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen (/30)
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en worden herleid .
Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief. Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% | totaal cijfer examen | 100% |
Enkel b kan hernomen worden : INT4-2 schriftelijk examen (/30)
De verworven punten van a 1° examenperiode blijven behouden (/20)
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Automatisatie 1 |
|
|
|
Component behoort tot: | Instrumentele analyse 2 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400051 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Kathy Reyniers |
beschrijving nog niet beschikbaar
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Project 4 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400052 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Kathy Reyniers |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het project van deze periode: “Evolutie van “actieve” metingen” leert de studenten opzoekwerk verrichten in verband met parameters, automaat en klinische achtergrond van de problemen van een patiënt in een specifieke casus. In praktijksessies leren ze het gebruik commerciële kits waarbij de klinisch relevante enzymen en iso-enzymen worden bepaald in bloed van gezonde personen en vergeleken met concentraties in het bloed van patiënten met variabele symptomen.
Een tweede deel omvat de statistische verwerking van opgegeven meetresultaten. De studenten schatten in wanneer welke hypothesetesten moeten uitgevoerd worden. De verwerking van de bekomen informatie resulteert in een beknopt verslag en een presentatie voor de hele groep studenten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
- BL115 Verwittigt bij afwezigheden
- BL116 Respecteert deadlines/afspraken
- BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
- BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
- BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
- BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
- BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
- BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
- BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
- BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
- BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
- BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
- BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
- BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
- BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
- BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
- BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
denkt vakoverschrijdend. De domeinen klin. biochemie, instrumentele analyse en statistiek komen hier aan bod
-
legt via literatuurstudie en de reeds aangereikte leerstof het verband tussen de (voornaamste) te bepalen parameters uit de klinische biochemie en de opgegeven casus
-
bespreekt een automaat (geen typevoorbeeld) die deze parameters zal bepalen
- hanteert de commerciële kits correct
-
voert een opgegeven enzymatische bepaling volledig correct uit
-
kent de factoren die invloed hebben op de enzymatische bepaling
- ziet de evolutie van de praktijksituaties voor wat enzymatische bepalingen aangaat
- voert, uitgaande van een reeks opgegeven meetwaarden, een aantal basisstatistische bewerkingen uit, en trekt de juiste conclusies
- maakt een duidelijk wetenschappelijk verslag van deel 1A, 2 (praktijk)
- legt een duidelijke casubespreking (groepswerk) voor aan de 2BL medestudenten en lectoren (ppt).
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 1 en moet je je ook inschrijven voor: Biochemie; Statistiek en POP; Hematologie 2; Instrumentele analyse 2.
|
|
Andere begincompetenties
|
- basiskennis analytisch werken in een labo
- gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet
|
LEERINHOUDEN
|
Deel 1: Casuspatiënt
1A: Opzoekwerk rond gegeven onderwerp of casuspatiënt .
1B:Praktijk: uitvoeren van de opgegeven manule test, en gebruik commerciële kits.
Deel 2: Statistische verwerking van opgegeven
|
STUDIEMATERIAAL
|
Projectboek
·
met voor deel 1:
serumstalen ; casus patiëntgegevens ; receptuur opgegeven parameter;
commerciële kits per groep
·
met voor deel 2: reeks meetgegevens voor de statistische berekeningen per groep
Internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
65
|
%
|
Verdere toelichting:
Groepswerk en lab in groep
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
We evalueren een project op drie niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs.
3) KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets bij het einde van het project. De projecttoets test de kennis verworven tijdens de projectweken. De criteria die gelden bij de evaluatie van de projecttoets vindt je achter “de student” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore ´ individuele score ´ w1 + kennisscore ´ w2 Waarin: w1 = 75% w2 = 25%
- In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
·
In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden.
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Project 5 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400054 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Karen Pittois |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het aansluitend project in deze periode handelt over "Prenataal onderzoek". Aan de hand van dit onderwerp zullen de studenten ook vertrouwd geraken met de technologie van immunodetectie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
- BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
- BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
- BL105 Leert uit zijn fouten
- BL108 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie
- BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
- BL115 Verwittigt bij afwezigheden
- BL116 Respecteert deadlines/afspraken
- BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
- BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
- BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
- BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
- BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
- BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
- BL123 Respecteert de eigenheid van anderen
- BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
- BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
- BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL227 Benoemt de kern van het probleem
- BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
- BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
- BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
- BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
- BL233 Gebruikt informatiebronnen kritisch
- BL234 Evalueert resulaten kritisch
- BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
- BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
- BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
- BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
- BL243 Vangt onverwachte wendingen op
- BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
- BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
- BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
- BL250 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
- BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
- BL252 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken
- BL253 Maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
- BL255 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
- BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
- BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
- BL366 Heeft inzicht in eenvoudige wetenschappelijke onderzoekstechnologieën
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria waarop het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat beoordeeld worden: De projectgroep: - bereidt labtaken goed voor - voert labtaken correct uit volgens de aangeleerde technieken en handleidingen - levert een volledige projectmap in met aandacht voor introductie, doelstelling en bronvermelding - verwerkt de labresultaten op een wetenschappelijke manier volgens het digitaal handboek rapportagetechnieken - schrijft een conclusie met de interpretatie van de labresultaten - verwerkt voor de zoekopdracht enkel relevante informatie ifv de opdracht - werkt in de presentatie elk onderwerp systematisch/gestructureerd uit en licht het toe - geeft een presentatie met juiste inhoud en voldoende diepgang - plaatst de conclusies tijdens de presentatie in een breder kader - geeft tijdens de presentatie een relevant en correct antwoord op de vragen
Daarnaast moet het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat ook voldoen aan de specifieke doelstellingen die beoogd werden in eerdere projecten van het modeltraject voor deze opleiding (zie ECTS–fiches van die projecten). Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria voor de projecttoets: - verklaart de verschillende stappen in een gegeven ELISA protocol - bespreekt het Hook effect voor een gegeven assay - berekent antilichaamverdunningen - verwerkt resultaten van commerciële ELISA kits die tijdens het project aan bod kwamen - bespreekt de klinische relevantie van de geteste parameters van de commerciële kits die tijdens hetproject aan bod kwamen - benoemt de parameters die bepaald worden via immunodetectie bij prenataal onderzoek en bespreekt de klinische betekenis van elke parameter en de wijze waarop hij bepaald wordt
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 1 en moet je je ook inschrijven voor: Immunologie; Moleculaire genetica; Statistiek en POP; Hematologie 3 (ML).
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Opdracht 1: De studenten wordt gevraagd om via een zelfstudiepakket op computer theoretisch het principe van ELISA te begrijpen. Deze opdracht wordt afgesloten met enkele theoretische vragen.
Opdracht 2: De VUP's leren de studenten de practische uitvoering van een ELISA aan. Hiervan wordt een schriftelijk verslag van gemaakt.
Opdracht3: De studenten zoeken op welke parameters worden bepaald via immunodetectie bij een prenataal onderzoek. Ze bespreken hierbij ook de klinische betekenis van elke parameter en de wijze waarop hij bepaald wordt. Aansluitend worden in een aantal patiëntenstalen deze parameters bepaald met commerciële kits. De studenten wordt gevraagd deze waardes te interpreteren. Hierbij wordt aandacht besteed aan een aantal ethische aspecten. Hier wordt een ppt presentatie van gegeven.
Opdracht 4: De studenten optimaliseren een experimeteel ELISA-protocol. Elke projectgroep zal één stap in het protocol van een experimentele ELISA optimaliseren. Er zal gezocht worden naar een optimale 1ste antilichaamverdunning, 2de antilichaamverdunning, naar een minimaal aantal wasstappen etc... De data uit de verschillende bepalingen worden statistisch geëvalueerd om zo tot een optimaal protocol te komen. Hiervan wordt een wetenschappelijk verslag gemaakt. De bevindingen worden via ppt aan de hele klas meegedeeld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Projecthandleiding met de uitgewerkte opdrachten en hun achtergrond. Elekt ronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van labosessies en presentaties, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica, vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten. Patiiëntenstalen Commerciële kits + handleidingen hierbij Internetsearch en bib-bezoek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
15
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
25
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
We evalueren een project op drie niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche. 2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs. 3) KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets bij het einde van het project. De projecttoets test de kennis verworven tijdens de projectweken. De criteria die gelden bij de evaluatie van de projecttoets vindt je achter “de student” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore ´ individuele score ´ w1 + kennisscore ´ w2 Waarin:
w1 = 75% w2 = 25%
In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen (met weging w2). De groepsscore en individuele score blijven behouden.
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Medische microbiologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Medische microbiologie Automatisatie 3
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400055 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 3 | Contacturen: | 120 | Aantal studiepunten: | 15 | Totaal studietijd: | 390 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Brigitte Van de Velde |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
zie deelfiche
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten,
Instrumentale analyse 1' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten, Instrumentale analyse 1'
|
|
Andere begincompetenties
|
zie deelfiche
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Medische microbiologie | 90% | Automatisatie 3 | 10% |
zie deelfiche
|
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Medische microbiologie |
|
|
|
Component behoort tot: | Medische microbiologie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400055 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Brigitte Van de Velde |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Micro-organismen kunnen een zowel een positieve als negatieve invloed hebben op onze samenleving. Het identificeren en classificeren van de potentiëel pathogene micro-organismen is van groot belang om het onderscheid te kunnen maken met de normale commensale flora.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL241 Bereidt taken systematisch voor
- BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
- BL254 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en Veiligheid"
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
beschikt over een grondig inzicht in de classificatie van de potentieel pathogene micro-organismen voor de mens. kent de normale vindplaats van deze micro-organismen. kent de principes van de isolatietechnieken van de pathogene micro-organismen uit een klinisch staal beschikt over de kennis van de identificatie-eigenschappen van deze micro-organismen. kent de manier van opzoeken (kwalitatief en/of kwantitatief) van antilichamen en antigenen beschikt over de theoretische kennis van het uitvoeren van een antibiogram met de dilutie en de diffusietechniek voert een antibiogram uit volgens de dilutie en de diffusiemethode en kan het uitgevoerde antibiogram interpreteren kan de volgende serologische technieken uitvoeren: agglutinatie en IF (immunofluorescentie))
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten,
Instrumentale analyse 1' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten, Instrumentale analyse 1'
|
|
Andere begincompetenties
|
Basishandelingen en begrippen Microbiologie
|
LEERINHOUDEN
|
In de cursus worden micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het natuurlijk voorkomen van de micro-organismen, welke type infectie(s) ze kunnen veroorzaken en op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïdentificeerd
Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen.
Gevoeligheidsbepaling of antibiogram Het antibiogram is een gevoeligheidsbepaling, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in vivo zal gedragen t.o.v. een antibioticum.
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus Microbiologie (C. Vanhentenrijk) power-point presentatie op CD-rom Medische microbiologie voor laboratoriumtechnologen : deel 1 en 2J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave ISBN 90-334-3185-8 en ISBN 90-334-3299-4 websites nota's bij de praktijksessies (P. Winnen) medische stalen lichtmicroscoop en fluorescentiemicroscoop
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
16
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
14
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege Werkcollege Practica
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
Afwezigheden Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
Permanente evaluatie in de practica
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT 6-1Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen Lab: De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Automatisatie 3 |
|
|
|
Component behoort tot: | Medische microbiologie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400055 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Brigitte Van de Velde |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
"Een patiënt B heeft een hartinfarct met een cardiogene shock. Zijn de leverfuncties gestoord?" …
Zo komen er per dag tal van aanvragen binnen: voor verschillende patiënten, verschillende parameters. Dankzij de automatisatie in het labo, is de laborant in staat om, binnen een bepaalde tijd, voor elke patiënt z’n verschillende parameters te bepalen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- BL363 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
In deze lessenreeks leert de student:
- een blokschema van een klin. analyser te lezen en begrijpen.
- het verband te leggen tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal.
- de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten,
Instrumentale analyse 1' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten, Instrumentale analyse 1'
|
|
Andere begincompetenties
|
Basishand. en begrippen Microbiol
|
LEERINHOUDEN
|
Dankzij de automatisatie in het labo, is de laborant in staat om, binnen een bepaalde tijd, voor elke patiënt z’n verschillende parameters te bepalen. In dit theoretisch gedeelte wordt er een overzicht gegeven van het grote gamma van analysers die ingezet worden voor de klinische chemie. De analyses op oa serumstalen zijn vaak gebaseerd op fotometrie en / of ionselectieve metingen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
power point presentatie Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT 6-1 Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
Afwezigheden
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT 6-1 Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
|
|
|
| |
Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Hematologie 3 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie | Code: | 4180400081 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 | Contacturen: | 34 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Reinoud Flies Anne-Marie Feyens |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Deze lessenreeks beoogt de laboratoriumtechnische en klinische aspecten van de bloedgroepenproblematiek in de volle breedte van het gebied - d.w.z. het serologisch onderzoek, bloedgroep, antigenen en antilichamen en de toepassingen in de bloedtransfusie - op diepgaande wijze aan de orde te stellen. Niet alleen de theoretische achtergronden worden uitvoerig belicht. In het practicum worden de bloedgroepen met de rhesus- en ondergroepbepalingen eveneens ingeoefend.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
- BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
- BL241 Bereidt taken systematisch voor
- BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
- BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
- BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
- BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
- BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
- BL254 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en Veiligheid"
- BL255 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student kent de eigenschappen van de witte bloedcellen in al zijn aspecten en enkele patologische processen.
-
De student kent de belangrijkste referentiewaarden m.b.t. witte bloedcellen.
-
ABO-en Rhesussysteem kennen, te weten structuur, antigenen, antistoffen en verschillende bepalingstechnieken plus bepaalde erfelijkheidsaspecten.
-
Zwangerschapsproblematiek m.b.t. ABO-en Rhesussysteem.
-
De student kent het principe van de Coombs-reactie.
- De student kent de pre-analytische condities
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Hematologie 1.Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Hematologie 2' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Hematologie 1. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Hematologie 2'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus Actuele Websites Boeken (zie bibliotheek) - Internet
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
21
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
18
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Afwezigheden:
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden.
Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de student een A op dit opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
idem eerste examenperiode
Punten van praktijk worden overgenomen naar tweede zit
|
|
|
| |
|
|
|
|