|  | 
                                    
                                        
                                            | 
                                                 |  
                                            | 
                                                 | 
                                                 |  
                                            | 
                                                | 
  
      | 
			         | Chemie - Voltijds modelpakket 3 - Biochemie |  |  |  |  | | cataloognr | benaming | studiepunten |  | 4160100014 | Onderzoekstechnieken | 9 |  |  | |__ | Biochemische technologie |  |  |  | |__ | Toegepaste statistiek |  |  | 4160100015 | Stage en eindwerk BI | 23 |  | 4160100016 | Genen toegepast | 6 |  |  | |__ | Immunologie |  |  |  | |__ | Gentechnologie |  |  | 4160100017 | Biotechnologie | 5 |  |  | |__ | Milieuchemie |  |  |  | |__ | Fermentatietechnologie |  |  |  | |__ | Groene biotechnologie |  |  | 4160100018 | Geïntegreerd lab en seminaries | 17 |  |  | |__ | POP 3 |  |  |  | |__ | Seminaries |  |  |  | |__ | Geïntegreerd lab |  | 
 |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Onderzoekstechnieken |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Biochemische technologie Toegepaste statistiek
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100014 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 70 |  | Aantal studiepunten: | 9 |  | Totaal studietijd: | 234 |  | Examencontract: | mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Anneleen Soetaert Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
CH106 blijft onder druk zorgvuldig werken
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH231 onderscheidt hoofd- en bijzaken
CH234 schat de mogelijkheden en/of beperkingen van de werkmethoden correct in
CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
CH236 evalueert resultaten kritisch
CH242 brengt structuur in ideeën
CH249 controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | CH367 heeft inzicht in de belangrijkste biochemische onderzoeksmethoden
CH368 kent de courante biotechnologische en moleculair biologische processen
CH370 functioneert in een wetenschappelijk onderzoeksteam
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Alle info: zie deelfiches |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Industriële scheidingstechniek, De levende cel, Statistiek en POP, Organische analyse 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Alle info: zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Biochemische technologie | 80% |  | Toegepaste statistiek | 20% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Biochemische technologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Onderzoekstechnieken |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100014 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Anneleen Soetaert Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| De rode draad doorheen de component "Biochemische technologie" is "de weg van gen tot eiwit" en sluit hierdoor zeer nauw aan bij het opleidingscomponent "Genexpressie, functie en werking". In de component "Biochemische technologie" worden de methoden besproken om cellen en weefsels te homogeniseren. De werking van verschillende detergenten en de mogelijke strategie voor nucleïnezuur- en eiwitzuivering worden behandeld. Alle technieken die hierbij aan bod komen (fractionatie, concentratiebepaling, bufferwissel, concentrering,enz…) worden in theorie gezien en in de component "geïntegreerd lab" toegepast. Nadruk wordt hierbij gelegd op de voorzorgen die nodig zijn om bv. denaturatie te voorkomen. Verder komen de diverse chromatografische en elektroforetische scheidingstechnieken aan bod en de toepassingen die ze in praktijk hebben. Ook een overzicht tot het werken met eukaryote cellen, de vereiste materialen en de detectie van contaminatie worden besproken. De theorie van deze component en het "Geïntegreerd lab" zijn zeer nauw met elkaar verweven. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH242 brengt structuur in ideeën
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | CH367 heeft inzicht in de belangrijkste biochemische onderzoeksmethoden
CH368 kent de courante biotechnologische en moleculair biologische processen
CH370 functioneert in een wetenschappelijk onderzoeksteam
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				kent de algemeen gebruikte scheidingstechnieken voor nucleïnezuren en eiwitten. 
kent de belangrijkste chromatografische en elektroforetische technieken, de apparatuur die daarbij gebruikt wordt en de belangrijkste toepassingen. 
kent de typische biochemische werkwijzen als homogenisatie, fractionering, dialyse, membraanfiltratie, blotten en centrifugatie en de apparatuur die hierbij gebruikt wordt. 
kent de algemeen gebruikte identificatietechnieken voor eiwitten en nucleïnezuren als o.m. de verschillende kleurreacties, autoradiografie en immunochemische detectie. 
Gebruikt onder begeleiding, een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis en deskundigheid in gentechnologie, biochemie, enzymologie, immunologie, microbiologie, bioinformatica en analysetechnieken, om een eiwit via recombinant DNA-technologie aan te maken.  
ontwikkelt onder begeleiding, nieuwe procedures om eiwitten en nucleïnezuren te zuiveren en te karakteriseren en hierbij de juiste technieken en apparatuur gebruiken. 
is in staat deze technieken in diverse sectoren (biomedische sector, landbouw, voeding, milieu …) toe te passen. 
kent de verschillende soorten celculturen, de methoden, de materialen en toestellen nodig om cellen in kweek te houden 
kent de verschillende soorten contaminaties in celculturen en de manieren om deze te detecteren, te voorkomen en te verwijderen. 
kent toepassingen van celcultuur in verschillende onderzoeksdomeinen. 
volgt de veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet . 
bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel.  
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Industriële scheidingstechniek, De levende cel, Statistiek en POP, Organische analyse 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				Dit opleidingsonderdeel bestaat uit vier  grote delen: biochemische werkwijzen, elektroforese, chromatografie en celkweek.
		 
 
				
						Biochemische werkwijzen
				
		 
				Water, diverse stoffen en buffers
		 
				Eigenschappen van water
		 
				Invloed van diverse stoffen
		 
				Homogenisatie van cellen en weefsels
		 
				Uitgangsmateriaal
		 
				Activiteit van hydrolytische enzymen
		 
				Homogenisatiemethoden
		 
				Zuivering van en werken met nucleïnezuren
		 
				Algemene strategie bij zuivering nucleïnezuren
		 
				Beschadiging van nucleïnezuren
		 
				Concentratiebepaling
		 
				Denaturatie en renaturatie
		 
				Isolatie en zuivering
		 
				Zuiverheid Identificatie
		 
				Zuivering van en werken met eiwitten
		 
				Algemene strategie bij zuivering eiwitten
		 
				Efficiëntie van de zuiveringsstap
		 
				Fractionering
		 
				Verwijdering van zouten
		 
				Bewaring
		 
				Maken van een eiwitoplossing
		 
				Detectie van denaturatie
		 
				Eiwit-ligand interacties
		 
				
						Elektroforese
				
		 
				Basisprincipes elektroforese
		 
				Inleiding
		 
				Experimentele aspecten
		 
				Elektroforese van eiwitten
		 
				Inleiding
		 
				Polyacrylamidegel elektroforese
		 
				Iso-elektrofocussing
		 
				2D-elektroforese
		 
				Toepassing Proteomics/Microarray
		 
				Elektroforese van nucleïnezuren
		 
				Inleiding
		 
				Gelkeuze
		 
				Detectie
		 
				Submarine elektroforese
		 
				Sequentie- en genoomanalyse
		 
				RNA-elektroforese
		 
				Pulsed field elektroforese
		 
				Adsorptie aan membranen - blotten
		 
				Voordelen van blotten
		 
				Technieken
		 
				Membraantypen
		 
				
						Chromatografie
				
		 
				Chromatografie
		 
				Inleiding
		 
				Begrippen en formules
		 
				Oplossend vermogen van een kolom
		 
				Indeling
		 
				Apparatuur
		 
				Oefeningen
		 
				Gelfiltratiechromatografie
		 
				Principe
		 
				Samenstelling van de gelkorrels
		 
				Zwellen van gelkorrels
		 
				Verwijderen van lucht
		 
				Kwantitatieve benadering
		 
				Fractioneringsbereik
		 
				Oplossend vermogen
		 
				Toepassingen
		 
				Praktische uitvoering
		 
				Oefeningen
		 
				Ionenchromatografie
		 
				Inleiding
		 
				Elektrostatische aantrekking
		 
				Ionenuitwisseling
		 
				Selectiviteitsconstante
		 
				Ionenuitwisselaars
		 
				Ionenchromatografie
		 
				Oefeningen
		 
				Affiniteitschromatografie
		 
				Principe
		 
				Matrix
		 
				Ligand
		 
				Spacerarm
		 
				Elutie
		 
				Kolomkeuze en stockeren van het gel
		 
				Oefeningen
		 
				Hydrofobe interactiechromatografie
		 
				Principe
		 
				Uitvoering
		 
				Toepassingen
		 
				
						Celkweek
				
		 
				Hoe brengt men cellen in cultuur?          
		 
				Primaire cultuur      
		 
				Subculturen
		 
				Groeipatroon
		 
				Celcultuur systemen
		 
				Soorten cellen
		 
				Controle van de groeiende cellen
		 
				Cellen tellen
		 
				Celviabiliteit
		 
				Werkomgeving en vereiste toestellen en materialen
		 
				Laminaire luchtstroomkast
		 
				CO2- incubatoren
		 
				Microscopen
		 
				Cultuurflessen
		 
				Media en groeibenodigdheden
		 
				Bewaring en stockage
		 
				Contaminaties
		 
				Chemische contaminaties
		 
				Biologische contaminaties, met in het bijzonder Mycoplasma-infecties
		 
				Toepassingen
		 
				Modelsystemen
		 
				Kankeronderzoek
		 
				Virologie
		 
				Cel-gebaseerde productie
		 
				Vaccins
		 
				Eiwitten
		 
				Weefsels en organen          
		 
				Recombinant technologie (genetic engineering)
		 
				Transfectiemethoden          
		 
				Transiënte en permanente transfectie
		 
				Controle van transfectie-efficiëntie    
		 
				Transformatie van planten
		 
				Drug screening en ontwikkeling
		 
				Toxiciteitstesten
		 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				cursus "Biochemische technologie" delen biochemische werkwijzen, elektroforese en chromatografie en celkweek" – auteur: Peter Partoens, Karen Pittois – Plantijn Hogeschool. 
powerpoint presentaties van alle lessen zijn beschikbaar op e-campus. 
manualen en catalogen van verschillende firma’s. 
aanbevolen websites staan bij de verschillende hoofdstukken van de cursus vermeld.  
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             25 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				
 toetsing INT7-2, tijdens de examenperiode:
 Op het schriftelijk examen worden kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld.
 
 Berekening van de 'cijfers' voor elk opleidingsonderdeel: - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
 - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Toegepaste statistiek |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Onderzoekstechnieken |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100014 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Anneleen Soetaert Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. We bekijken de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies). De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne (controlekaarten, 6 sigma, procesoptimalisatie) en de externe (interlabstudies) kwaliteitscontroles.
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH231 onderscheidt hoofd- en bijzaken
CH234 schat de mogelijkheden en/of beperkingen van de werkmethoden correct in
CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
CH236 evalueert resultaten kritisch
CH249 controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | kiest voor een probleem de meest geschikte statistische techniek en voert deze techniek concreet uit: stelt een proefopzet op, voert de nodigeexperimenten uit, verwerkt de meetresultaten en interpreteert het resultaat.
 voert een methodevalidatie uit: stelt een proefschema op in functie van de validatieparameters, voert de nodige experimenten uit, berekent de validatieparameters en interpreteert van het resultaat. zet controlekaarten op en leest deze ( leesregels) werkt mee het opstellen van een kwaliteitshandboek en SOP’s kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole: leest en interpreteertde rapportering. kent de basisprincipes van kwaliteitszorg. leest en interpreteert informatie (wetenschappelijke artikels, validatierapporten) met bekende en onbekende statistische technieken |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Industriële scheidingstechniek, De levende cel, Statistiek en POP, Organische analyse 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| passief Engels 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 1. Interne QC a. methodevalidatie (juistheid – bepalingsgrenzen – precisie – lineariteit – robuustheid)
 b. inleiding kwaliteitszorg, Six Sigma (met procescapabiliteit), AQL
 c. controlekaarten (met leesregels)
 2. externe QC (interlab)
 a. Youdenplot
 b. zaagtandplot
 c. PomPlot
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| hoofdstukken 16 tem 19 uit de cursus “toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 
		“formuleboekje statistiek” (delen 1ste, 2de&3de jaar) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 
		rekenmachine 
		wetenschappelijke artikels 
		aanvullend in de bib: ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000 
‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             25 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                               | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  hoorcolleges: hierin worden de statistische technieken uitgelegd aan de hand van toepassingen en oefeningen uit het werkveld 
		zelfstandig werk: oplossen van de oefeningenreeksen uit de cursus (met Excel). 
		feedback van de lector tijdens de colleges of via mail.
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 integratieve toets
 open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1CH, 2&3CH) en bevat geen opgeloste oefeningen 
gebruik van een rekenmachine is toegelaten 
samenstelling van de vragen: 
hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van berekeningen, reproduceren van begrippen en definities) 
minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van 
 Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten- Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen 
    - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten     - niet uitvoeren van individuele taken     - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties derden)
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 idem (toets duurt 2u) |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Stage en eindwerk BI |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100015 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 2 |  | Contacturen: | 0 |  | Aantal studiepunten: | 23 |  | Totaal studietijd: | 598 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | niet mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Anneleen Soetaert | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| De stageperiode is het sluitstuk van de opleiding; deze periode loopt over  14 werkweken in de 2° helft van het academiejaar. De stage verloopt in een bedrijf of instelling onder leiding van een deskundige van het bedrijf (stagementor). Dit kan zowel in het binnen- als buitenland. 
 Het stagewerk van de studenten Biochemie situeert zich rond topics zoals nucleïnezuuranalyse, eiwitopzuivering, celkweek, plantenbiotechnologie, opkweek recombinante micro-organismen in fermentoren en mileubiochemie. De studenten kunnen tijdens hun stage een brede waaier van onderzoekstechnieken verder inoefenen door mee te draaien in een onderzoekseenheid op een bedrijf of universitaire instelling.
 
 Binnen de stage-werkzaamheden wordt ruimte voorzien voor het schrijven van een eindwerk, d.i. een uitgebreid verslag over een onderwerp dat nader werd onderzocht.
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH231 onderscheidt hoofd- en bijzaken
CH232 structureert informatie op een overzichtelijke manier
CH233 gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het analyseren van een probleem
CH234 schat de mogelijkheden en/of beperkingen van de werkmethoden correct in
CH236 evalueert resultaten kritisch
CH238 verzamelt gegevens en,/of meetresultaten in tabelvorm, volgens de richtlijnen
CH239 werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
CH248 levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
CH249 controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
CH251 algemeen: maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
CH253 mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | CH367 heeft inzicht in de belangrijkste biochemische onderzoeksmethoden
CH368 kent de courante biotechnologische en moleculair biologische processen
CH369 beschikt over geïntegreerde biochemische laboratoriumvaardigheden
CH370 functioneert in een wetenschappelijk onderzoeksteam
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | De student doet beroepservaring op tijdens zijn stage. 1. De student herkent aangeleerde technieken en maakt kennis met reële toepassingen. 2. De student leert zelfstandig werken.
 3. De student ontwikkelt de nodige sociale vaardigheden om met collega’s en oversten vlot te communiceren.
 4. De student leert de resultaten van een uitgebreider onderzoeksproject op een correcte wetenschappelijke wijze schriftelijk en mondeling rapporteren.
 
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijdse modelpakket 1, en moet je je ook inschrijven voor: Onderzoekstechnieken; Genen toegepast; Biotechnologie; Geïntegreerd lab en seminaries.' 'Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn vr modelpakket 2 CH_BI en moet je ook inschrijven vr Genen toegepast, Biochemische technieken, Biotechnologie, Kwaliteitszorg & projectmanagement(BI), Geïnt. lab & seminaries(BI)'
 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| De parate kennis en vaardigheden aangaande de verschillende opleidingsonderdelen uit de opleiding. 
 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				De stageplaats voor de richting Biochemie situeert zich in farmaceutische, biotechnologische en voedingstechnische bedrijven. Hier nemen de studenten deel aan researchopdrachten waar ze onder begeleiding een deelaspect van het onderzoek op zich nemen.
 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				De stagebrochure en de syllabus "Rapportering eindwerk".  
Indien  verder nodig, voorzien door de stagementor.
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             0 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
				De lector-stagecoördinator wijst de student een stageplaats toe in een bedrijf of onderzoeksinstelling, met aandacht voor de interesses, voorkeuren en woonplaats van de student. 
De lector-stagebegeleider onderhoudt de contacten met het bedrijf en de student. 
De stagementor is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op de stageplaats. 
Tijdens de stage is er een terugkomdag (o.m. reflectiemoment) binnen de hogeschool.  
Er wordt een proefverdediging van het eindwerk georganiseerd binnen de hogeschool. 
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| 
				De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier. Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury.   
Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa 40% van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties: -  de activiteiten gedurende de stageperiode: 60% (stagementor)
 -  het eindwerk: 24% (stagementor + lezers)
 -  de mondelinge presentatie en verdediging: 16% (jury).
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| 
				Het eindwerk kan ingediend worden tegen de tweede examenperiode. De eindwerkverdediging gebeurt dan in de tweede zittijd.   
Het eindwerk kan herschreven en opnieuw verdedigd worden indien dit de oorzaak is van niet slagen voor de totale stage. 
Het praktische werk kan niet herdaan worden tijdens de maanden juli en augustus.  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Genen toegepast |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Immunologie Gentechnologie
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100016 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 50 |  | Aantal studiepunten: | 6 |  | Totaal studietijd: | 156 |  | Examencontract: | mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Karen Pittois | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Alle info: zie deelfiches |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Alle info: zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Immunologie | 44% |  | Gentechnologie | 56% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Immunologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Genen toegepast |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100016 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Karen Pittois | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| De leer van het verweer met zijn cellen en eiwitten wordt bekeken. Er is een niet-specifiek en een specifiek luik, hiervan worden de werkingsmechanismen behandeld.
 Antigenen en antilichamen (vooral monoklonale antilichamen) worden uitgebreid bekeken.
 Het immuunsysteem kan ook ontsporen: hyper, hypo, en auto-immuniteit worden behandeld.
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
 ·          Situeert het verweer
 ·          Benoemt en beschrijft de verschillende barrières uit het specifiek verweer
 ·          Benoemt moleculen en cellen uit het niet-specifiek verweer en beschrijft de werking
 ·          Benoemt en verklaart de kenmerken van een ontstekingsreactie
 ·          Benoemt de belangrijkste gelijkenissen en verschillen tussen het specifiek en het niet-specifiek verweer
 ·          Benoemt de verschillende soorten antigenen en hun eigenschappen
 ·          Beschrijft de klinisch relevante antigenen (ABO, Rhesus en HLA)
 ·          Beschrijft de structuur, soorten en werking van antilichamen
 ·          Benoemt de gevolgen van antigeen/antilichaam binding
 ·          Benoemt de cellen en organen van het specifiek verweer en beschrijft hun functie
 ·          Beschrijft het verschil tussen de humorale en cellulaire respons
 ·          Legt de werking van het specifiek verweer tegen infectieuze deeltjes uit (bacteriën, virussen, parasieten, gisten en schimmels)
 ·          Omschrijft het productieproces van monoklonale antilichamen
 ·          Benoemt de mogelijke toepassingen van monoklonale antilichamen
 ·          Geeft een indeling van de verschillende immuuntesten en licht toe  met voorbeelden
 ·          Benoemt een gegeven immuuntest, klassificeert deze en benoemt de eigenschappen
 ·          Benoemt de drie hoofdvormen van de immuunpathologie
 ·          Geeft voorbeelden van de verschillende immuunpathologieën
 ·          Geeft de onderliggende mechanismen van de geziene immuunafwijkingen
 ·          Bespreekt de immuuntesten die de verschillende immuunafwijkingen opsporen
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| biochemie (M2) dient herhaald te worden om te starten. 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| -          Inleiding tot het verweer: plaats van het verweer. Verschillen tussen specifiek en niet-specifiek verweer.
 -          Het niet-specifiek verweer: barrières, cellen, eiwitten en werking
 -          Het specifiek verweer:
 a.      Moleculen: antigenen, het MHC-complex, receptoren, immuunglobulinen
 b.      Cellen en organen
 c.      Werking: verweer tegen infectieuze deeltjes, ontsnappingsmechanismen
 -          Monoklonale antilichamen: productie en toepassingen
 -          Afwijkingen van het immuunsysteem:
 a.      Hypersensitiviteit: type I tot type IV
 b.      Immuundeficiënties: AIDS (het virus, pathogenese en diagnostiek)
 c.      Autoimmuniteit: voorbeelden en mechanismen
 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				Bundeling powerpoint slides met  notities (Auteur: Karen Pittois) 
Boek « Immunology » Lippincott’s Illustrated Reviews. Eds. Richard A. Harvey, Pamela C. Champe. Wolters Kluwer. ISBN 0-7817-9543-5/978-0-7817-9543-2. 
Boek:  “How the immune system Works” 3th ed. 2008. L. Sompayrac. Blackwell Publishing. 978 1 4051 6221 0 (aanwezig in bib, niet verplicht)  
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             26 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
				hoorcolleges van twee uur  
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 examen (INT7-1) tijdens examenperiode
 het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte. 
het mondeling gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden. 
op het mondeling en het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
 Berekening van het cijfer voor het opleidingsonderdeel
 
 - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
 - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 idem  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Gentechnologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Genen toegepast |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100016 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Karen Pittois | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Dit vak wordt ingeleid met een korte herhaling van de opbouw van ons erfelijk materiaal. De techniek PCR voor de amplificatie van dit erfelijk materiaal wordt uitgebreid behandeld.  Er wordt kennis gemaakt met de technieken en enzymen uit de recombinant DNA technologie. Aanmaak van recombinant DNA wordt besproken, de productie van cDNA bibliotheken en het gebruik van universele kloneringstechnieken. Verder wordt er een introductie gegeven tot de recombinante expressie in prokaryoten en eurkaryoten. Er worden technieken bestudeerd om de expressie van genen uit te schakelen op drie  niveaus (gen-, RNA- en eiwitniveau). |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
												
														·    
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Beschrijft het principe van de PCR reactie, de vereisten en de risico’s en de mogelijke detectiesystemen
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Benoemt de verschillende componenten van een PCR reactie en berekent de hoeveelheden
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Benoemt en beschrijft varianten en alternatieven voor PCR en hun toepassingen
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Kiest de juiste PCR variant voor een gegeven toepassing
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Benoemt en beschrijft kwantitatieve PCR procedures 
														
												
										 
												
												
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Benoemt de verschillende enzymen die gebruikt worden in de gentechnologie en hun toepassingen en beschrijft hun werking
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Kiest het juiste enzym voor een gentechnologische toepassing
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Gebruikt de verschillende notaties voor nucleotiden
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Geeft de verschillende stappen voor de aanmaak van recombinant DNA
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Duidt de juiste vector aan voor een moleculaire klonering
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Geeft de verschillende stappen in de aanmaak van een cDNA –bibliotheek
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Beschrijft de werking van de toegelichte commerciële kloneringssystemen adhv een schema
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Somt de verschillende stappen op voor de aanmaak van eiwitten in een prokaryoot expressiesysteem
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Tekent een prokaryote expressievector en benoemt de verschillende noodzakelijke en optionele onderdelen
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Legt uit hoe induceerbare expressiesystemen werken en waarom ze gebruikt worden
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Geeft toelichting bij de verschillende eukaryote expressiesystemen adhv een schema
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																Benoemt en beschrijft de technieken waarmee men genactiviteit kan stilleggen voor elke niveau waarop dit mogelijk is (DNA-RNA-eiwit)
														
												
										 
												
														
																·
																         
														
												
												
														
																
																		Tekent schema’s
																
																van ALLE verschillende besproken technieken
														
												
										 
										 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
						
								-
								          
						
				
				
						PCR: principe, vereisten, componenten van de reactie, risico’s en analyse van de genproducten
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						PCR: Varianten en alternatieven: hot start, touch down, nested PCR, RT-PCR, e-PCR, PCR-SSCP, ASO-PCR
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						Kwantitatieve PCR: competitieve PCR en real time PCR
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						Enzymen gebruikt in de gentechnologie en hun toepassingen
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						Verschillende notaties voor nucleotiden
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						Verschillende vectoren en hun gebruik
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						Aanmaak van recombinant DNA (moleculaire klonering) en transformatie
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Blauw-wit screening
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Aanmaak van cDNA bibliotheken
				
		 
				
						
								
										o
								
						   Screening van DNA bibliotheken
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Universele kloneringstechnieken
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						Recombinante expressie in prokaryoten:
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Klonering, transformatie en zuivering
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						Expressie in eukaryote systemen:
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Expressie in gist
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Expressie in dierlijke cellen
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Celvrije systemen
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						Induceerbare expressiesystemen
				
		 
				
						
								-
								          
						
				
				
						
								Gene silencing op 3 niveaus:
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Geninactivatie
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Post-transcriptionele inactivatie: inactivatie van RNA
				
		 
				
						
								o
								        
						
				
				
						Eiwit-inactivatie
				
				
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             26 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
   
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 toetsing INT7-1, tijdens de examenperiode
 
 het examen bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte. 
het mondelinge gedeelte mag gedurende een korte periode schriftelijk voorbereid worden. 
op het mondeling als het schriftelijke examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student. 
 Berekening van het cijfer voor het opleidingsonderdeel
 
 - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten- Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 Idem
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Biotechnologie |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Milieuchemie Fermentatietechnologie
 Groene biotechnologie
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100017 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 46 |  | Aantal studiepunten: | 5 |  | Totaal studietijd: | 130 |  | Examencontract: | mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Mark Spanoghe Anneleen Soetaert
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH230 benoemt de kern van het probleem
CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
CH237 gebruikt informatiebronnen kritisch
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | CH365 analyseert multidisciplinaire problemen
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Zie deelfiches. |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie, Aromaten 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Milieuchemie | 56% |  | Fermentatietechnologie | 22% |  | Groene biotechnologie | 22% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Milieuchemie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Biotechnologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100017 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Mark Spanoghe Anneleen Soetaert
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Initiatie tot de belangrijkste milieu-biotopen: water, lucht, bodem en hun samenhang met de industriële wereld. Tijdens de lessen wordt geprobeerd om de reeds bestaande kennis van de student te linken aan milieutopics. Een bijkomend topic is een korte inleiding in de radiochemie met focus op de milieu-impact en de detectietechnieken. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH230 benoemt de kern van het probleem
CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | CH365 analyseert multidisciplinaire problemen
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				beseft dat het milieu een belangrijk biotoop is, dat optimaal bewaard moet blijven 
(h)erkent dat milieu niet om lucht, water en bodem gaat, maar één geheel vormt. Het voorbeeld van zure regen illustreert dit ten volle. 
legt links met kennis uit andere vakgebieden en past deze toe in een milieucontext 
onderscheidt de verschillende vormen van straling en kent hun toepassingsgebieden 
begrijpt de fysische achtergrond van de verschillende technieken om radioactieve straling te detecteren
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie, Aromaten 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 1.    Inleiding: belang van milieuzorg 2.    Water
 a.    Belasting van het oppervlaktewater door afvalwater
 b.    Belangrijke parameters voor de waterkwaliteit
 -Biochemisch zuurstofverbruik
 -Chemisch zuurstofverbruik
 -Totale organische koolstof
 -Zuurtegraad
 -Droogrest
 -Nutriënten
 c.    Zelfreinigend vermogen van oppervlaktewater
 d.    Eutrofiëring
 e.    Zuivering in een rioolwaterzuiveringinstallatie
 -Mechanisch fysische zuivering
 -Biologische zuivering
 -Slibverwerking
 f.     Industrieel afvalwater
 3.    Lucht
 a.    Luchtkwaliteit
 b.    Bronnen van verontreiniging
 c.    T-profielen
 d.    Gasvormige luchtverontreiniging
 e.    Broeikaseffect
 f.     Zure regen
 g.    Gat in de ozonlaag
 h.    Fotochemische mist
 i.      Zwevend stof
 4.    Bodem
 a.    Samenstelling
 b.    Verontreiniging
 -Bronnen
 -Stoffen
 c.    Zware Metalen
 d.    Pesticiden
 5.    Relatie milieu en industrie
 6.   Inleiding tot de radiochemie
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				1.  cursus milieuchemie (op e-campus) – auteur: Caroline Meyers – Plantijn Hogeschool 2011
 2.  cursus radiochemie (op e-campus) – auteur: Hubert Nachtegaele - Plantijn Hogeschool 2011
 3.  bezoek afvalverwerking Isvag (Wilrijk)
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             33 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 Verplichte aanwezigheid voor de mogelijke seminaries met gastsprekers en voor het bezoek aan Isvag. 
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				Schriftelijke integratieve toetsing INT7-3, tijdens de examenweek  
Op het examen worden zowel kennis-, inzichts-, als toepassingsvragen gesteld en wordt gepeild naar het redeneervermogen van de student. 
Het cijfer van de integratieve toetsing INT7-3, wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten. 
het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: 
niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen 
afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten 
niet uitvoeren van individuele taken 
niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 Schriftelijke integratieve toetsing INT7-3, tijdens de examenweek 
		Op het examen worden zowel kennis-, inzichts-, als toepassingsvragen gesteld en wordt gepeild naar het redeneervermogen van de student.
 Afwezigheden
 
				Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.  
				Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel
		 
				Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
						
								niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen 
								afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten 
								niet uitvoeren van individuele taken 
								 niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Fermentatietechnologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Biotechnologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100017 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Mark Spanoghe Anneleen Soetaert
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Bij fermentatieprocessen worden microörganismen zoals bacteriën, schimmels en gisten ingezet in de productie van bruikbare stoffen op industriële schaal. Ze kunnen vitaminen, biobrandstoffen, geurstoffen, geneesmiddelen en enzymen produceren.  Deze microörganismen komen in de natuur wijdverspreid voor waar ze echter zelden optimale groei omstandigheden treffen. Tijdens de industriële fermentaties worden de optimale voorwaarden  (voedingsstoffen, pH, temperatuur,...) gecreëerd voor de groei van deze organismen en de vorming van nuttige producten. Bovendien kan via gentechnologische technieken het genetisch materiaal van deze microörganismen gewijzigd worden waardoor een heel gamma van nuttige metabolieten en enzymen geproduceerd kunnen worden.  In deze cursus is het de bedoeling de kweekomstandigheden van industriële fermentaties te belichten alsook een aantal praktische voorbeelden.  |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH237 gebruikt informatiebronnen kritisch
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				Situeert het begrip witte biotechnologie en haalt een aantal voorbeelden uit het dagelijks leven aan. 
Noemt soorten kweek-principes en type bioreactoren op. 
Beschrijft de componenten van de industriële fermentatie media. 
Heeft inzicht in controle en sturing van fermentatieprocessen. 
Legt enkele toepassingen van fermentatie met betrekking tot metabolic engineering en het onderliggend principe uit.  |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie, Aromaten 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				1.    Industriële of witte biotechnologie
 2.    Industriële fermentatie
 a.    Upscaling: van erlenmeyer tot 500.000l reactor
 b.    Microbiële kweekprincipes: batch, fed batch, chemostat
 c.    Type bioreactoren
 d.    Controle en sturing van het fermentatieproces: (o.a. O2, CO2, pH, zuur, base, T, roersnelheid, schuimvorming, influent, effluent)
 3.    Protocol van een aerobe E. coli batch fermentatie en een gistfermentatie
 4.    Metabolic Engineering
 5.    Downstream Processing
 6.    Bespreking aantal praktische voorbeelden
 7.    Uitwerken presentatie i.v.m. een toepassing van een fermentatieproces op basis van een recent wetenschappelijk artikel.
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Cursus 'Fermentatietechnologie' - auteur: Anneleen Soetaert - Plantijn Hogeschool. 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             30 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
 Toetsing INT7-3, tijdens de examenperiode
 a. het examen is schriftelijk
 b. op het examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
 
 Afwezigheden
 Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel. 
 Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten niet uitvoeren van individuele taken  niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd.
 De toets wordt hernomen, de punten van de verplichte activiteiten worden overgedragen.
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Groene biotechnologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Biotechnologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100017 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Mark Spanoghe Anneleen Soetaert
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| In de cursus groene biotechnologie wordt de stap naar de anatomie en de fysiologie van de plant gezet. Naast de verschillende planten weefselsystemen wordt de ontwikkeling en anatomie van wortel en scheut gedetailleerd besproken. Hierna komen de processen van reproductie, fotosynthese en de werking van plantenhormonen aanbod. Met dit inzicht kan dan de link gemaakt worden naar genetische planten manipulaties voor onderzoeksdoeleinden. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 1.     benoemt de basis anatomie van de plant en celwand.
 2.     legt het verschil tussen het vasculair en het grondweefsel uit.
 3.     bespreekt de levenscycli van de sporeplanten, gymnospermen en angiospermen.
 4.     somt de verschillende plantenhormonen op met hun functie in de plant.
 5.     beschrijft het principe van de fotosynthese.
 6.     licht een aantal toepassingen van plantenbiotechnologie toe.
 
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De levende cel, Microbiologie, Aromaten 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				1.    Plantenanatomie:
 a.    De plantencel en celwand
 b.    Meristemen
 c.    Weefselsystemen
 d.    De wortel
 e.    De scheut
 2.    Reproductie:
 a.    Evolutie en verscheidenheid
 b.    Sporeplanten
 c.    Gymnospermen (naaktzadigen)
 d.    Angiospermen (bedektzadigen)
 3.    Fotosynthese:
 a.    Rol van pigmenten
 b.    De fotosystemen en het Z-schema
 c.    C3-C4 planten
 4.    Hormonen:
 a.    Auxines
 b.    Cytokinines
 c.    Ethyleen
 d.    Abscisine zuur
 e.    Gibberellines
 5.    Plantenbiotechnologie:
 a.    Plantenweefselculturen
 b.    Plantentransformatie technieken
 c.    Vectoren
 d.    Arabidopsis thaliana als modelorgansime
 e.    Doelwitten van genetische manipulatiesRisico’s en voordelen
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 1.   Cursus 'Groene biotechnologie'- auteur: Anneleen Soetaert - Plantijn Hogeschool.   
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             30 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				Toetsing INT7-3, tijdens de examenperiode
 a. het examen is schriftelijk
 b. op het examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
 
 
				Afwezigheden
		 
				Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.  
				Berekening van de cijfers voor het opleidingsonderdeel
		 
				Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten  
Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: 
niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen  afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten  niet uitvoeren van individuele taken   niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 2de zittijd: analoog examen als in 1ste zittijd. |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Geïntegreerd lab en seminaries |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | POP 3 Seminaries
 Geïntegreerd lab
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100018 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 207 |  | Aantal studiepunten: | 17 |  | Totaal studietijd: | 442 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Anneleen Soetaert | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
CH106 blijft onder druk zorgvuldig werken
CH109 blijft planmatig werken onder stress
CH113 steekt spontaan "een tandje bij", bij verhoogde werkdruk
CH115 handelt volgens de geldende milieunormen
CH116 neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (ondermeer "meldt fouten en incidenten")
CH118 respecteert deadlines/afspraken
CH119 toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
CH238 verzamelt gegevens en,/of meetresultaten in tabelvorm, volgens de richtlijnen
CH239 werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
CH244 bereidt taken systematisch voor
CH245 organiseert het werk in een efficiënte planning
CH251 algemeen: maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
CH257 handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en veiligheid"
CH258 schat veiligheidsrisico's in, zoekt de relevante info op en past ze zinvol toe
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | CH376 bevordert het resultaatgericht werken van een groep medewerkers
CH379 neemt beslissingen
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | alle info zie deelfiches |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Onderzoekstechnieken, Genen toegepast, Biotechnologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| alle info zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | POP 3 | 5% |  | Seminaries | 5% |  | Geïntegreerd lab | 90% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - POP 3 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Geïntegreerd lab en seminaries |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100018 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Anneleen Soetaert | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Het bijhouden van de POP map dient als hulp voor de student om zijn studie zelf te kunnen opvolgen. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH104 gaat constructief om met kritiek
CH105 leert uit zijn fouten
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Het POP draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van het opleidingsdoel: reflecteren over het eigen handelen tegenover derden. 
 Dank zij het POP
 kan de student reflecteren over het eigen handelen 
en is er een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage)
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Onderzoekstechnieken, Genen toegepast, Biotechnologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn studievoortgang aantoont. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld. 
 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				"Het algemene CGO-boek" 
map met invulbladen  
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                              | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                               | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| Het POP wordt geëvalueerd op zijn volledigheid. 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| Het POP wordt geëvalueerd op zijn volledigheid. 
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Seminaries |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Geïntegreerd lab en seminaries |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100018 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Anneleen Soetaert | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| 
 Tijdens de seminaries worden enkele specifieke onderwerpen behandeld.
 Onderwerpen van de seminaries
 
 Bioinformatica
 Waterzuiveringssystemen
 Basisbegrippen LC-MS
 
 Het seminarie Bioinformatica wordt gegeven door Peter Partoens. Na een korte inleiding over het nut van bioinformatica in het wetenschappelijk onderzoek worden een aantal databanken voorgesteld en wordt aangeleerd op welke manier hier efficiënt mee kan gewerkt worden. Hierna komen een aantal veel gebruikte tools aan bod zowel gericht op DNA-technologie als op eiwit-werk. Nadruk in dit seminarie ligt op het leren gebruiken van de bio-informatica tools en niet op de achterliggende informatica. Vandaar dat deze cursus voornamelijk bestaat uit oefeningen.
 
 De seminaries rond waterzuivering en LC-MS worden gegeven door gastsprekers. Deze seminaries worden in deze periode gepland volgens beschikbaarheid van deze gastsprekers. Het opgegeven aantal cu HO kan daarom aangepast worden tijdens de periode.
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
CH106 blijft onder druk zorgvuldig werken
CH109 blijft planmatig werken onder stress
CH113 steekt spontaan "een tandje bij", bij verhoogde werkdruk
CH115 handelt volgens de geldende milieunormen
CH116 neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (ondermeer "meldt fouten en incidenten")
CH118 respecteert deadlines/afspraken
CH119 toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH234 schat de mogelijkheden en/of beperkingen van de werkmethoden correct in
CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
CH237 gebruikt informatiebronnen kritisch
CH238 verzamelt gegevens en,/of meetresultaten in tabelvorm, volgens de richtlijnen
CH239 werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
CH244 bereidt taken systematisch voor
CH245 organiseert het werk in een efficiënte planning
CH251 algemeen: maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
CH257 handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en veiligheid"
CH258 schat veiligheidsrisico's in, zoekt de relevante info op en past ze zinvol toe
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | CH367 heeft inzicht in de belangrijkste biochemische onderzoeksmethoden
CH368 kent de courante biotechnologische en moleculair biologische processen
CH369 beschikt over geïntegreerde biochemische laboratoriumvaardigheden
CH376 bevordert het resultaatgericht werken van een groep medewerkers
CH379 neemt beslissingen
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Specifiek voor het bioinformatica seminarie
 gebruikt de voornaamste bioinformatica tools efficiënt
past deze tools geïntegreerd toe in moleculair biologisch onderzoek
maakt zich nieuw ontwikkelde tools eigen
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Onderzoekstechnieken, Genen toegepast, Biotechnologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Bioinformatica Waterzuiveringssystemen
 Basisbegrippen LC-MS
 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						
								Ppt-cursus Bioinformatica – Peter Partoens - Plantijn Hogeschool 2011
						
						
								
										
												 
										
								
								Alle voorgestelde bio-informatica-tools zijn publiekelijk toegankelijk op het internet
						
						
								
								
								nota’s van de verschillende gastsprekers
						 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             50 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 Aanwezigheid is verplicht.
 Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. De opgedane kennis en deskundigheid wordt mee geëvalueerd tijdens de integratieve toets INT 7-4. Wat betreft bio-informatica zal er niet gepeild worden naar theoretische kennis. De student moet de correcte tools kunnen toepassen in oefeningen komende uit reeële onderzoekssituaties.
 
 Berekening van het ‘cijfer’ voor het elk opleidingsonderdeel
 - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
 - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 De toets INT 7-4 wordt hernomen
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Biochemie - Geïntegreerd lab |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Geïntegreerd lab en seminaries |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Biochemie |  | Code: | 4160100018 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Anneleen Soetaert | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Theorie en praktijk zijn voor de component "Geïntegreerd lab" zeer nauw met elkaar verweven. Ook hier is de rode draad "van gen naar eiwit".  Laboratorium- en technologische vaardigheden inzake manipulatie van levende cellen op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering, karakterisatiemethoden en gebruik van databanken worden ingeoefend. Bijzondere aandacht wordt besteed aan veilig- en kwaliteitsvol werken. Door specifieke opdrachten en projectwerk worden studenten vertrouwd met researchtechnieken en wordt het teamwerk bevorderd.
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | CH101 zoekt opheldering door het stellen van vragen
CH106 blijft onder druk zorgvuldig werken
CH109 blijft planmatig werken onder stress
CH113 steekt spontaan "een tandje bij", bij verhoogde werkdruk
CH115 handelt volgens de geldende milieunormen
CH116 neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (ondermeer "meldt fouten en incidenten")
CH118 respecteert deadlines/afspraken
CH119 toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | CH235 baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
CH238 verzamelt gegevens en,/of meetresultaten in tabelvorm, volgens de richtlijnen
CH239 werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
CH244 bereidt taken systematisch voor
CH245 organiseert het werk in een efficiënte planning
CH251 algemeen: maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
CH252 algemeen: maakt gebruik van de correcte wetenschappelijke terminologie
CH256 schriftelijk: maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
CH257 handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en veiligheid"
CH258 schat veiligheidsrisico's in, zoekt de relevante info op en past ze zinvol toe
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | CH376 bevordert het resultaatgericht werken van een groep medewerkers
CH379 neemt beslissingen
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 1.   denkt analytisch en professioneel.
 2.    toont leerbereidheid.
 3.    is kritisch ingesteld.
 4.    Rapporteert correct.
 5.    analyseert multidisciplinaire problemen en bezit een sterk gevoel voor kwaliteitsborging.
 6.    Bezit goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden inzake wetenschappelijke onderzoeksmethoden, manipulatie van levende cellen (eukaryoten en prokaryoten) op micro- en macroniveau, moleculair biologische technieken, celbiologische technieken, eiwit- en nucleïnezuurzuivering en karakterisatiemethoden.
 7.    begrijpt van de principes van de methoden en technieken.
 8.    past informaticatools toe.
 9.    bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel
 10. raadpleegt en gebruikt eiwit- en nucleïnezuurdatabanken.
 11. Maakt een efficiënte planning en tijdsindeling voor de uit te voeren proeven.
 12. Voert nauwkeurig klassieke analytische methoden en instrumentale analytische technieken uit.
 13. Zet de meetwaarden om naar de gevraagde concentraties in het monster.
 14. Verwerkt de resultaten statistisch.
 15. Verwerkt de resultaten in een wetenschappelijk en taalkundig correct verslag en rapporteert hierover mondeling.
 16. Schrijft een praktijkjournaal volgens de voorschriften.
 17. Bedient klein-schalige fermentor’s  en verwerft een praktisch inzicht i.v.m. de sturing van fermentatieprocessen.
 18. Volgt veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet en bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel.
 19. Voert op een correcte manier een job safety analyse uit en schrijft een SOP uit..
 20. Voert in groep een opdracht uit
 
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Onderzoekstechnieken, Genen toegepast, Biotechnologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| In het geïntegreerd lab komen verschillende aspecten uit de biotechnologie, celbiologie en fermentatie aan bod. Kennis en vaardigheden verworven gedurende de drie jaren worden hierbij toegepast en ingeoefend. Tijdens de seminaries worden enkele specifieke onderwerpen behandeld. Zij worden gegeven door gastsprekers en kunnen momenteel nog niet ingevuld worden in de lesweken. Groepswerk en enkele Engelstalige labopdrachten bereiden de student voor om te werken in een multiculturele en internationale omgeving.
 Isolatie nucleïnezuren (plasmiden uit bacteriën, chromosomaal DNA uit bloed en planten) 
PCR-reacties 
Digesties met restrictie-enzymen, ligaties,… 
ELISA’s 
Eiwit- en nucleïnezuurchromatografie en elektroforese 
Blotten 
Toepassen centrifugatie, concentreringstechnieken, dialyse, kleurreacties, karakterisatiemethoden,… 
Gebruik databanken 
Uitwerken individuele onderzoeksopdracht i.v.m. stage 
Project "Van gen naar eiwit" 
Celkweeklabo (uitplaten, tellen, mycoplasma contaminatie, cytotoxiciteitstest) 
Fermentatielab 
Opstellen job safety analyse
 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Cursusdeel geïntegreerd lab deel 1 – auteur: Els Van doorslaer, Anneleen Soetaert, Peter Partoens, Karen Pittois – Plantijn Hogeschool.
 Cursus geïntegreerd lab deel2- autheur Anneleen Soetaert-Plantijn Hogeschool.
 Dewilde Sylvia, Geuens Eva, Moens Luc, Van doorslaer Els,2011. Experimentele vaardigheden 2. Biochemische vaardigheden. Acadmie Press, p294, ISBN 9789038216478
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                              | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              39 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 Evaluatie van de practica:
 
 
				aanwezigheid 
permanente evaluatie van praktische vaardigheden 
evaluatie van verslagen 
controle praktijkjournaal (labschrift) 
uitvoeren job safety analyse 
opstellen SOP 
literatuuronderzoek opdracht + presentatie en poster 
uitvoeren project + presentatie 
toetsing INT 7-4  Op het schriftelijk examen worden zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen gesteld en gepeild naar het redeneervermogen van de student.
 Puntenverdeling:
 50% jaarwerk in lab 
20% verslagen, presentaties 
30% examen 
 Afwezigheden Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel. 
 Berekening van het cijfer voor het opleidingsonderdeel Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten niet uitvoeren van individuele taken  niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 |  
                                            | 
                                                   |  | 
                                 |