|  | 
                                    
                                        
                                            | 
                                                 |  
                                            | 
                                                 | 
                                                 |  
                                            | 
                                                | 
  
      | 
			         | Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie |  |  |  |  | | cataloognr | benaming | studiepunten |  | 4180400059 | Immunopathologie | 3 |  | 4180400060 | Validatie | 5 |  |  | |__ | Toegepaste statistiek |  |  |  | |__ | Instrumentele analyse 3 |  |  | 4180400062 | Stage | 23 |  | 4180400063 | Integratieve eindproef | 4 |  |  | |__ | Integratieve eindproef |  |  |  | |__ | POP 3 |  |  | 4180400066 | Parasitologie en mycologie | 6 |  |  | |__ | Parasitologie |  |  |  | |__ | Mycologie |  |  | 4180400068 | Bacteriologie en serologie | 7 |  | 4180400069 | Hematologie 4 | 7 |  | 4180400070 | Geïntegreerd lab en kijkstage | 5 |  |  | |__ | Geïntegreerd lab |  |  |  | |__ | Kijkstage |  | 
 |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Immunopathologie |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400059 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 26 |  | Aantal studiepunten: | 3 |  | Totaal studietijd: | 78 |  | Examencontract: | mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Karen Pittois | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Vertrekkend van de basiskennis van het 2de jaar worden de immuunpathologische reacties overlopen met hyperreactiviteit, immuundeficiënties en auto-immuunziekten. Speciale aandacht krijgen HIV en AIDS met hun diagnostiek en therapie. De betrokkenheid van het immuunsysteem bij transplantatie en kanker en wordt duidelijk aangetoond. Tot slot worden gendiagnostiek en gentherapie in immuunafwijkingen en kanker behandeld. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | ·         benoemt en bespreekt de drie hoofdvormen van de immuunpathologie
 ·         bespreekt hyperreactiviteit met zijn vier hoofdvormen en hun verschillen
 ·         bespreekt uitgebreid type I allergie (mechanisme, voorbeelden, diagnose)
 ·         geeft de verschillen tussen cellulaire en humorale immuundeficiënties aan en hun diagnose
 ·         geeft voorbeelden van de verschillende types immuundeficiëntie
 ·         bespreekt opbouw van het HIV virus en het genoom en legt verbanden
 ·         geeft en bespreekt directe en indirecte opsporingsmethodes voor AIDS
 ·         bespreekt het verloop van AIDS adhv een grafiek en geeft aan hoe dit verloop wordt opgevolgd
 ·         bespreekt de levenscyclus van HIV en de mogelijke therapeutische aangrijpingspunten
 ·         bespreekt de werking van de aangehaalde antivirale producten
 ·         bespreekt de mogelijke mechanismen die auto-immuunziekten veroorzaken aan de hand van voorbeelden
 ·         geeft de opdeling van de auto-immuunziekten en voorbeelden
 ·         bespreekt hoe ons immuunsysteem omgaat met transplantaten
 ·         bespreekt hoe ons immuunsysteem omgaat met tumorcellen
 ·         bespreekt het gebruik van tumormerkers in de strijd tegen kanker
 ·         bespreekt de immuunbewakingtheorie en argumenten
 ·         geeft de juiste labtechnieken aan voor onderzoek van klinische stalen in relatie tot immuunpathologie
 ·         interpreteert eenvoudige resultaten van immuundiagnostische testen voor de verschillende immuunpathologiën
 ·         kent de gebruikte gendiagnostische testen voor immuunpathologie en kanker
 
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Immunologie, Biochemie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				De drie hoofdgroepen van immuundeviaties: hyper (vier vormen), hypo(vier vormen) en auto-immuniteit. 
Aids en virusdiagnostiek.  
De immuunbetrokkenheid bij transplantatie en kanker  
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             28 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  13 sessies van 2 uur
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				-Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 idem
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Validatie |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Toegepaste statistiek Instrumentele analyse 3
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400060 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 66 |  | Aantal studiepunten: | 5 |  | Totaal studietijd: | 130 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Kathy Reyniers Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | alle info leerdoelen ;doelstellingen en  competenties: zie deelfiches van  Toegepaste statistiek  Instrumentele analyse en seminarie |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Statistiek en POP, Instrumentele analyse 2 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Toegepaste statistiek |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Validatie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400060 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Kathy Reyniers Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Kwaliteitszorg (KZ) is niet meer weg te denken uit het lab. We bekijken de basisprincipes van KZ (kwaliteitssystemen, quality tools, normen, accreditatie, kwaliteitshandboek en standaardwerkinstructies). De statistiek uit de vorige programmajaren wordt toegepast bij validatie van methoden en toestellen en vormt de basis voor de interne (controlekaarten, 6 sigma, invloed van biologische variatie op de analyseresultaten) en de externe (interlabstudies) kwaliteitscontroles.
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				kiest voor een probleem de meest geschikte statistische techniek en voert deze techniek concreet uit: stelt een proefopzet op, voert de nodige  experimenten uit, verwerkt de meetresultaten en interpreteert het resultaat. 
voert een methodevalidatie uit: stelt een proefschema op in functie van de validatieparameters, voert de nodige experimenten uit, berekent de validatieparameters en interpreteert van het resultaat. 
zet controlekaarten op en leest deze ( leesregels) 
werkt mee het opstellen van een kwaliteitshandboek en SOP’s  
				
						·        
				
				kent de statistische principes achter externe kwaliteitscontrole: leest en interpreteert de rapportering.
		 
				
						kent de invloed van biologische variatie op de kwaliteitszorg in een biomedisch lab: referentiewaarden, ROC-curve, RCV
						
								
								
						
				 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Statistiek en POP, Instrumentele analyse 2 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| passieve kennis Engels 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 1. Interne QCa. methodevalidatie (juistheid – bepalingsgrenzen – precisie  – lineariteit – robuustheid)
 b. inleiding kwaliteitszorg, Six Sigma
 c. controlekaarten (met leesregels)
 2. externe QC (interlab)
 a. Youdenplot
 b. zaagtandplot
 c.  PomPlot3. invloed biologische variatie op validatie
 a. totale imprecisie
 b. referentiewaarden
 c. cutoff en ROC-curve
 d. monitoring van een individu
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| hoofdstukken 16 tem 19 uit de cursus “toegepaste statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer  – Plantijn Hogeschool “formuleboekje statistiek” (delen 1ste, 2de & 3de jaar) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool wetenschappelijke artikels
 rekenmachine
 www.westgard.com
 
 aanvullend in de bib: ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885) - 2000
 
				
						
								 
						
				
				‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
				
				
				
						
						
						
				
		 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             40 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  hoorcolleges: hierin worden de statistische technieken uitgelegd aan de hand van toepassingen en oefeningen uit het werkveld
 zelfstandig werk: oplossen van de oefeningenreeksen uit de cursus (met Excel).
 feedback van de lector tijdens de colleges of via mail.
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| integratieve toetsopen-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL, 2BL en 3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
 gebruik van een rekenmachine is toegelaten
 samenstelling van de vragen:
 - hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van berekeningen, reproduceren van begrippen en definities)
 - minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
 
				
						
								Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
						
				
		 
				
				
				
						- dit cijfer wordt (
						
								in consensus
						
						) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
				
		 
				
						- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
				
		 
				
						
								   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
				
		 
				
						
								   - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
				
		 
				
						
								   - niet uitvoeren van individuele taken
				
		 
				
						
								   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
				
		   
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| idem |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Instrumentele analyse 3 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Validatie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400060 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Kathy Reyniers Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| 
				
						
						De reeds aangeleerde technieken van instrumentele analyse  van jaar 1 en 2 gaan hand in hand met de statistiek van jaar 1 en 2 
				
		 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL105 Leert uit zijn fouten
BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL227 Benoemt de kern van het probleem
BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL236 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken
BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
BL241 Bereidt taken systematisch voor
BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Beheerst de theorie  van instrumentele analyse BL van 1P2 en MLT 2P4    Kent de verschillen tussen alle aangeboden technieken in 1P2 en 2P4 instrumentele analyse, qua opstelling en toepassingsgebied.   Kent  het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal voor alle aangeleerde technieken in 1P2 en 2P4 instrumentele analyse     Gebruikt de toegepaste statistiek bij eenvergelijkende studie van 2 analysetechnieken.  |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Statistiek en POP, Instrumentele analyse 2 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Instrumentele analyse I en II Statistiek 1BL en 2MLT 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Extra laboefeningen instrumentele analyse   Methodevalidatie  - praktische toepassing Instrumentvalidatie- praktische toepassing 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						Theorie 1P2 en 2P4 Instrumentele analyse van Reyniers K.
				
						Instrumentele analyse III , praktijknota's Reyniers K. 
				
						
						
						
								
										  
								
						
						Bb platform voor testjes
				e-campus extra nota's in map 3MLT\Validatie\ Instrumentele anlyse III 
						bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie 
				 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             4 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              48 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  Indien mogelijk: bedrijfsbezoeken of seminarie
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
   a. Praktijksessies: aanwezigheid: de labosessies zijn verplicht :   
				
						
								elke afwezigheid moet gewettigd worden onwettig afwezig leidt tot minder dan 10/20  
								de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van                                    houding , werk en inzicht  (40); verslagen (40)                                         /80    b. Testen                                                                                                                 /20  
				c. INT7-5     schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen,   meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen;                                                     / 20
 
				De verworven punten  (a,b,c) worden  samengeteld  en worden herleid naar               /20
 
 
				
						Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief .
 
 Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
 
 Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
				
						
								Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel 
						
						
 - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
 - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				De punten van de onderdelen a en b 1° zittijd blijven behouden
		 Punt c idem 1° zittijd 
				
				
		 
				
						
								
										
												
														Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
												
										
								
						 
								
										
												
														 
												
										
								
						 
								
										
												- dit cijfer wordt (
												in consensus 
												) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten. 
										
								
						 
				
						
								
								
						
						
								
										- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
						
				 
						
								
										   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
						
				 
						
								
										   - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
						
				 
						
								
										   - niet uitvoeren van individuele taken
						
				 
						
						
						
								
										   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
						
				   |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Stage |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400062 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kernondersteunend, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 2 |  | Contacturen: | 0 |  | Aantal studiepunten: | 23 |  | Totaal studietijd: | 598 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | niet mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Kathy Reyniers | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| De stage heeft tot doel de student praktijkervaring te laten opdoen in een reële laboratoriumomgeving. De stagiair wordt tewerkgesteld in een medisch laboratorium. Hij dient de kans te krijgen zich verder vertrouwd te maken met de problematiek van de staalafname, het uitvoeren van de analyses in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie zoals klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, endocrinologie en bij het uitvoeren van in vivo-technieken.. 
				
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL104 Gaat constructief om met kritiek
BL105 Leert uit zijn fouten
BL106 Blijft onder druk zorgvuldig werken
BL107 Blijft onder druk planmatig werken
BL108 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie
BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
BL114 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten)
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL227 Benoemt de kern van het probleem
BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
BL233 Gebruikt informatiebronnen kritisch
BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL236 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken
BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
BL239 Brengt structuur in ideeën
BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
BL241 Bereidt taken systematisch voor
BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
BL250 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
BL252 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken
BL254 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en Veiligheid"
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL363 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
BL365 Beheerst de in-vivo technieken
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Maakt zich vertrouwd met de problematiek van de staalafname, het uitvoeren van de analyses in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie zoals klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, endocrinologie en bij het uitvoeren van in vivo – technieken  Geeft aandacht aan een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust moet zijn van de veiligheidsaspecten en kwaliteitseisen.  Schrijft , binnen de stagewerkzaamheden, een eindwerk ivm het opgegeven onderwerp. Hiervoor komen o.a. in aanmerking: het op punt stelen van een nieuwe analysemethode, het onderzoek van bepaalde parameters, de vergelijking van analysetechnieken, de validatie van een procedure.  |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijdse modelpakket 2 ML en moet je je ook inschrijven voor: Immunopath.; Validatie; Parasitologie en mycologie; Bacter. en serologie; Hematologie 4; Geïntegreerd lab en kijkstage. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Alle OO'n van MLT opleiding 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Volgende opgelegde perioden komen voor tijdens de stage:  
				hematologie (4-tal weken) 
microbiologie (4-tal weken) 
klinische biochemie (4-tal weken)  De volgorde van de perioden wordt door de labo's zelf vastgelegd. Afhankelijk van het onderwerp van het eindwerk wordt een van de bovenvernoemde perioden verlengd  met 2 weken.  
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Stagevademecum Bundel 'Rapportering eindwerk' 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             0 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              87 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
				
						De lector -stageverantwoordelijke wijst de student een stageplaats toe met aandacht voor de interesses, voorkeuren en woonplaats van de student.
						De lector -stagebegeleider onderhoudt de contacten met het labo en de student. 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| 
				
						
								
										
												De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier.
										
								
						
						
								
										
												Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury. 
										
								
						
						
								Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa  38 % van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties :
						 
								
										
												
														
														de activiteiten gedurende de stageperiode: 71%  (stagementor)
										
										
												
														
														het eindwerk: 12%  (stagementor, stagebegeleider + lezers)
										
										
												
														
														de mondelinge presentatie en verdediging: 17% (jury) 
										 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| na nieuwe stage bij aanvang van volgend academiejaar: 
				
						
								
										
												De stagementor beoordeelt het stageverloop a.h.v. een stagebeoordelingsformulier.
										
								
						
						
								
										
												Na de stage dient het eindwerk te worden verdedigd voor een jury. 
										
								
						
						
								Het totaalcijfer voor de stage staat voor circa  38 % van de totale jaarpunten en is samengesteld uit de volgende deelevaluaties :
						 
								
										
												
														
														de activiteiten gedurende de stageperiode: 71%  (stagementor)
										
										
												
														
														het eindwerk: 12%  (stagementor, stagebegeleider + lezers)
										
										
												
														
														de mondelinge presentatie en verdediging: 17% (jury) 
										 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Integratieve eindproef |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Integratieve eindproef POP 3
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400063 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kernondersteunend, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1-2 |  | Contacturen: | 0 |  | Aantal studiepunten: | 4 |  | Totaal studietijd: | 104 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Brigitte Van de Velde Peter Partoens
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Zie deelfiches |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 2 (ML) en moet je je ook inschrijven voor stage. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Alle OO uit het eerste en tweede programmajaar
 
 Alle OO uit P7
 Stage doorlopen hebben
 
 
 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Integratieve eindproef | 90% |  | POP 3 | 10% | 
 zie deelfiches
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Integratieve eindproef |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Integratieve eindproef |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400063 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Brigitte Van de Velde Peter Partoens
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Na hun stageperiode leggen de studenten nog een laatste examen af voor een jury van verschillende lectoren. Dit is het ‘afstudeerexamen’, waar een reeks van vragen met betrekking tot biochemie, hematologie en microbiologie zullen gesteld worden. Dit examen heeft als doel na te gaan in hoeverre een afstudeerstudent Medische laboratoriumtechnologie zicht heeft gekregen op de toepasbaarheid van de bovenvermelde vakken in een medisch laboratorium, na het doorlopen van de stageperiode.
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL363 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Integratie uit de verschillende klinische vakgebieden microbiologie, hematologie en biochemie integreren. |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 2 (ML) en moet je je ook inschrijven voor stage. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Alle OO uit het eerste en tweede programmajaar
 
 Alle OO uit P7
 Stage doorlopen hebben
 
 
 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Alle disciplines uit de klinische biologie komen aan bod. Aandacht wordt besteed aan:
 de pre-analytische fase 
de gebruikte toestellen 
de analysen 
de technische validatie: contoles, calibratoren etc 
 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				Cursussen microbiologie, hematologie, biochemie 
Stageschrift 
Stageschrift mag tijdens de proef gebruikt worden  
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                              | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                               | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
				Ondervraging door examenjury 
In de examenjury zitten de klinisch biologen, verbonden aan de opleiding.  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (25 minuten) 
Proef kan pas afgelegd worden na doorlopen van stage  
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				
						
								| Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (25 minuten) 
												Proef kan pas afgelegd worden na doorlopen van stage |  
		   |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - POP 3 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Integratieve eindproef |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400063 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Brigitte Van de Velde Peter Partoens
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| De studenten worden verplicht om tijdens hun studie binnen de Plantijnhogeschool een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) op te stellen.  Het gebruik van een POP is een zeer verspreide techniek in de bedrijfswereld en we willen onze studenten hierop voorbereiden. De studenten worden aangeleerd hoe ze aan de hand van hun eigen studie en resultaten via zelfreflectie tot een beter inzicht van zichzelf komen. Hierdoor komen zij op de arbeidsmarkt, niet alleen met een uitgebreide technische kennis en technische vaardigheden maar zijn zij ook in staat om een betere planning te maken van hun latere loopbaan.  De studenten worden op deze manier verplicht om de tijd te nemen om na te denken over hun persoonlijke ontwikkeling. De studenten hebben hierover per academiejaar een aantal afspraken met hun studieloopbaanbegeleider |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL104 Gaat constructief om met kritiek
BL105 Leert uit zijn fouten
BL114 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten)
BL115 Verwittigt bij afwezigheden
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 1.       reflecteren over het eigen handelen binnen de onderwijsgroep 2.       reflecteren over het eigen leerproces en op basis van deze reflecties het leerproces bijsturen
 3.      denken in termen van leerdoelen en competenties en is er een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage)
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 2 (ML) en moet je je ook inschrijven voor stage. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Het POP is een kaft met tabbladen en invulformulieren.  Vooraan zit een inhoudsopgave die je moet volgen. Bewaar alle documenten per onderdeel chronologisch waarbij het meest recente document bovenaan ligt.  Deze kaft gaat jouw volledige opleiding mee. In dit POP horen de volgende gegevens thuis: 1.   Persoonlijke informatie
 2.   Studietijdmeting
 3.   Archief van bereikte competenties
 4.   Verslag van gesprekken met studieloopbaanbegeleider
 5.  Werken in projectgroep (archief persoonlijke verslagen van de reflectievergaderingen)
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| het algemene cgo-boek map met invulbladen 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             0 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 De beoordeling van het POP gebeurt op basis van volledigheid door je studieloopbaanbegeleider.
 Bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van de afspraken, nakomen van de afspraken  
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| niet mogelijk |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Parasitologie en mycologie |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Parasitologie Mycologie
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400066 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 88 |  | Aantal studiepunten: | 6 |  | Totaal studietijd: | 156 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Frans Paulussen Anne-Marie Feyens
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | zie deelfiches |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Medische microbiologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Parasitologie | 51% |  | Mycologie | 49% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Parasitologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Parasitologie en mycologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400066 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Frans Paulussen Anne-Marie Feyens
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| De cursus geeft een overzicht van de voornaamste eukaryote parasieten van de mens. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL114 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten)
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL227 Benoemt de kern van het probleem
BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				beheerst de kennis van de voornaamste parasieten van de mens 
begrijpt de biologische achtergrond van de ontwikkelingscycli
begrijpt de plaats van de mens in het geheel van het ecologisch systeem
voert de verschillende technieken uit om parasieten bij de mens op te sporen   |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Medische microbiologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| basiskennis biologie 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
						algemene informatie over de parasiet en zijn omgeving, begrippen epidemiologie, nomenclatuur, ziekteprocessen, diagnose, controle en preventie, historiek 
						flagellaire parasitaire protozoa van het verteringskanaal, de urogenitale wegen, bloed en weefsels 
						amoeben van het verteringskanaal en pathogene vrijlevende amoeben 
						coccidia, microsporidia, piroplasmen en gecilieerde protozoa 
						malaria-parasieten 
						platworminfecties, trematoden en schistosomen 
						amphistomate en distomate 'botten' 
						lintwormen 
						aphasmide nematoden, rhabditiden en strongyliden 
						oxyuroidea, ascaridoidea en spirurida 
						filariae 
						insecten van medisch belang: luizen, kakkerlakken, wantsen, diptera en vlooien  
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						microscopische preparaten 
						vers faecesmateriaal met wormeieren 
						geconserveerde volwassen wormen 
						wetenschappelijke artikels en fotomateriaal 
						cursus parasitologie deel 10A: algemene informatie - Rob Asselberg 
						cursus parasitologie deel 10B: protozoölogie - Rob Asselberg 
						cursus parasitologie deel 10C: helminthologie - Rob Asselberg 
						cursus parasitologie deel 10D: arthropoda - Rob Asselberg 
						cursus parasitologie deel 10E: laboratoriumtechnieken - Rob Asselberg  
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             0 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              51 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
				hoorcolleges 
praktijksessies (aanwezigheid verplicht)  
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 INT7-4 
				permanente evaluatie van de praktijksessies (30%) 
schriftelijk examen (70%)  
				
						
								Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
						
				
		 
				
				
				
						- dit cijfer wordt (
						
								in consensus
						
						) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facettenerworven punten
				
		 
				
						- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
				
		 
				
						
								   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
				
		 
				
						
								   - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
				
		 
				
						
								   - niet uitvoeren van individuele taken
				
		 
				
						
								   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
				
		 
				
						
								Afwezigheden: 
						
				
		 
				
						Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. 
				
		 
				
						
								 
						
				
		 
				
						Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
				
		 
				
						Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de student een A op dit opleidingsonderdeel. 
				
		   
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 schriftelijk (de punten van de permanente evaluatie blijven behouden)
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Mycologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Parasitologie en mycologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400066 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Frans Paulussen Anne-Marie Feyens
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Deze lessenreeks geeft een overzicht van de verschillende fungische aandoeningen. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL363 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				kennis en overzicht van de verschillende fungische aandoeningen 
laboratoriumtechnieken voor onderzoek van klinische stalen in het mycologisch laboratorium  |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Medische microbiologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| basiskennis microbiologie 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
						noties van fungische systematiek toegespitst naar pathogene schimmels
						morfologie van anamorfe en teleomorfe vormen
						mycetisme overzicht, case-report
						mycotoxicose o.a. aflatoxines
						fungische allergie
						oppervlakkige mycosen - o.a. dermatofieten
						subcutane mycosen 
						diepe inheemse mycosen Aspergillose - Cryptococcose
						diepe candidose - zygomycose - 
						Pneumocystis jiroveci
						diepe uitheemse mycosen: histoplasmose - blastomycose - coccidioidomycose - paracoccidioidomycose - penicilliose 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						microscopische preparaten van schimmelkulturen 
						schimmelstammen voor kultuur en identificatie 
						klinische stalen van oppervlakkige mycosen 
						histologische preparaten subcutane en diepe mycosen 
						cursus medische mycologie - Frans Paulussen 
						verschillende atlassen - referentiewerken mycologie 
						wetenschappelijke artikels - case reports- review artikels        
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             16 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              32 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| 
				
						INT7-4 (50% van de punten) 
						evaluatie van de praktijksessies: (50% van de punten)aanwezigheid, houding en werkverslagen
 
				
						
								Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
						
				
		 
				
				
				
						- dit cijfer wordt (
						
								in consensus
						
						) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
				
		 
				
						- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
				
		 
				
						
								   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
				
		 
				
						
								   - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
				
		 
				
						
								   - niet uitvoeren van individuele taken
				
		 
				
						
								   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
				
		 
		 
				
						
								Afwezigheden: 
						
				
		 
				
						Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief 
				
		 
				
						
								 
						
				
		 
				
						Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
				
		 
				
						Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. 
				
		   
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| Idem De punten van het labowerk 1° zittijd blijven behouden 
		 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Bacteriologie en serologie |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400068 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 82 |  | Aantal studiepunten: | 7 |  | Totaal studietijd: | 182 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Brigitte Van de Velde
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Bacteriologische stalen worden theoretisch besproken.  In de practica worden stalen geënt, nagekeken op commensale flora of mogelijke pathogenen en worden antibiotica getest tegenover de pathogene bacteriën. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				
						
								kent de medische bacteriologische stalen: de commensale flora, de mogelijke pathogenen per staal, de identificatieschema’s
						
						
								kent het antibiogram: het testen van antibiotica tegenover de pathogenebacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling.
						
						
								kent de antibiotica: hun werkingsmechanisme, de systematiek, het belangrijk probleem van de resistentievorming van bacteriën tegenover deze antibiotica
						
						
								technieken om antigenen en/of antistoffen op te sporen. 
						
						
								kent de belangrijkste virale infecties: klinische presentatie, virale diagnostiek, behandeling en preventie.
						
						
								
								
								verwerkt medische bacteriologische stalen: herkent eventuele commensale flora, zoekt pathogene bacteriën op en identificeert deze. 
						
						
								voert een antibiogram  uit en interpreteert het resultaat.
						
						
								
								
								voert serologische testen uit en interpeteert het resultaat : het zoeken naar antigenen en/of  antilichamen van micro-organismen in lichaamsvochten.
						 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Immunologie, Medische microbiologie 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Basisbegrippen en handelingen uit de microbiologie
 Medische microbiologie
 Immunologie
 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 1.   Bespreking van medische bacterologische stalen : de commensale flora, de mogelijke pathogenen per monster, de identificatieschema’ 2.   Het antibiogram : het testen van antibiotica tegenover de pathogene bacteriën met als doel een adequate antimicrobiële behandeling
 3.   De antibiotica : hun werkingsmechanisme, de systematiek, het belangrijk probleem van de resistentievorming van bacteriën tegenover deze antibiotica
 4.    Serologie : het zoeken naar antigenen en/of antilichamen (antistoffen) van micro-organismen in het bloed (serum) met als doel de diagnose van virale, bacteriële en protozoa-infecties.  Tevens worden de technieken besproken om deze antigenen en antilichamen op te sporen.
 5.    Volgende stalen worden besproken  :
 
  urine 
 faeces 
 sputum en keel 
etter 
antibiogram  
serologische testen
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						
								Medische microbiologie voor labratoriumtechnologen : deel 1 en 2         (ACCO Leuven) 
						
						
								Cursus microbiologie – auteur: Chris Vanhentenrijk – Plantijn Hogeschool
						
						
								Cursus virologie – auteur: Chris Vanhentenrijk – Plantijn Hogeschool
						
						
								Nota’s practicum – auteur: Patricia Winnen – Plantijn Hogeschool
						
						
								
								
								Medische stalen
						 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             20 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              22 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 Schriftelijk examen met 3 grote theoretische vragen :
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
		 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Hematologie 4 |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400069 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 46 |  | Aantal studiepunten: | 7 |  | Totaal studietijd: | 182 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Anne-Marie Feyens Reinoud Flies
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Zowel binnen de subdiscipline ‘ cytologie ‘ als ‘ hemostase ‘ wordt de nadruk gelegd op de patologie. De belangrijkste anemieën, leukemieën en stollingspatologieën worden besproken, naast andere hematologische aandoeningen zoals Myelomen. De klemtoon ligt vooral op de laboratoriumtoepassingen en de rol van de MLT, maar er wordt eveneens belang gehecht aan de klinische context van de ziekte.Verder wordt in de hemostase terug gesproken over de rol van stollingsbeïnvloedende medicatie vanwege het grote belang in de praktijk. De laatste trends op gebied van trombosepatologie worden eveneens in de cursus opgenomen .
 In de ‘ immuunhematologie ‘ worden andere bloedgroepsystemen dan ABO-en Rhesus-inclusief HLA-en HPA-systeem- nader bekeken, beperkt tot diegene die frequent voorkomen. Het ABO-en Rhesussysteem blijven belangrijk en moeten ook nu gekend zijn .
 Een belangrijk deel wordt gewijd aan ‘ bloed –en bloedderivaten ‘, zowel de bereiding, bewaring als klinische toepassingen met daarnaast kruisproeven. Een ander aspect van de cursus zijn lichaamsvochten, die telkens in totaliteit worden behandeld, zij het met klemtonen op het cytologisch gedeelte
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL363 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Theorie: |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Immunologie, Hematologie 2, Hematologie 3 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Theorie: Basis hematologie, hemostase en immuunhematologie 
Basis anatomie 
Basis immunologie 
Basis Biochemie 
Basis Instrumentele analyse 
Kennis internet (gericht zoeken) 
Basis microbiologie 
 Lab: De basiskennis hematologie van het tweede jaar 
 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Theorie: Andere Bloedgroepsystemen naast ABO-en Rhesus: Kell, Duffy.. 
Kruisproeven+varianten 
Bloedbankbeheer 
Bloed+bloedderivaten (+kunstbloed) 
Patologische hematologie(stamcelafwijkingen met o.a. leukemieën, anemieën, myelomen e.a.) 
Niet-maligneafwijking 
Patologisch Hemostase (Afwijkingen in primaire en secundaire hemostase met o.a.Ziekte van , hemofilie.) 
Antistollingsmedicatie 
Trombofilie 
Lichaamsvochten 
Pre-analytische Klinische Biologie 
 Lab: Bepalen van bloedgroep en ondergroepen Leucocytendifferentieatie van normale en pathologische stalen 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Theorie: cursus 
actuele websites 
atlas (cfr. practicum) 
boeken en tijdschriften 
 Lab: 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             12 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              8 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 Theorie: 
				HC (ppt presentaties) 
WC (interpretaties immuunhematologie) 
Kleine zoekopdrachten, te bespreken in de volgende les  Lab: 
				6 labosessies van 3 lesuren  
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| Theorie: Tijdens academiejaar 1 à 2 testen 
Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding); deel hoofdvragen; deel kleine vragen 
Praktisch deel (interpretatie stollingsprobleem, bloedgroep, kruisproef, bloodbanking) 
 Lab: Doorlopende evaluatie tijdens de praktica 
 Afwezigheden:  Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief    Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.      
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| 
				
						De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
				
		 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Geïntegreerd lab en kijkstage |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Geïntegreerd lab Kijkstage
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400070 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kernondersteunend, |  | Niveau: | gespecialiseerd |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 3 - Periode 1 |  | Contacturen: | 40 |  | Aantal studiepunten: | 5 |  | Totaal studietijd: | 130 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Brigitte Van de Velde | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | alle info zie fiches componenten |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 2 ML en moet je je ook inschrijven voor Immunopathologie; Validatie; Parasitologie en mycologie; Bacteriologie en serologie; Hematologie 4. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Geïntegreerd lab | 67% |  | Kijkstage | 33% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Geïntegreerd lab |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Geïntegreerd lab en kijkstage |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400070 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Brigitte Van de Velde | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| In het geïntegreerd lab komen verschillende deelgebieden van het klinisch of medisch laboratorium aan bod: biochemie, hematologie, bacteriologie en serologie. Kennis en vaardigheden verworven gedurende de drie jaren worden aan de hand van verschillende casussen in praktijk gebracht in een “virtueel lab”. De kritische evaluatie van de verkregen analyseresultaten  en theoretische zoekopdrachten bereiden de student voor om te werken in een medisch lab. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL106 Blijft onder druk zorgvuldig werken
BL107 Blijft onder druk planmatig werken
BL108 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie
BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
BL112 Handelt volgens de geldende ethische normen
BL113 Handelt volgens de geldende milieunormen
BL114 Neemt verantwoordelijkheid op voor eigen handelen (meldt fouten en incidenten)
BL115 Verwittigt bij afwezigheden
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
BL243 Vangt onverwachte wendingen op
BL244 Organiseert verschillende taken tegelijkertijd
BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL363 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | bezit goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
 bezit goede kennis van de principes van de methoden en technieken
 bezit goede kennis van de pré- en analytische noden
 bezit goede kennis van referentiewaarden
 bezit goede kennis van validatie van resultaten
 bezit voldoende informaticavaardigheden
 bezit een ethisch onderbouwd verantwoordelijkheidsgevoel
 maakt een efficiënte planning en tijdsindeling voor de uit te voeren analyses
 bepaalt nauwkeurig biochemische,  hematologische, bacteriologische en serologische parameters
 verwerkt de resultaten statistisch
 stelt een protocol op met referentiewaarden rekening houdend met leeftijd en geslacht
 stelt een praktijkjournaal (logboek) op dat voldoet aan de eisen die beschreven staan in digitaal handboek rapportagetechnieken
 volgt veiligheids- en afvalverwerkingsvoorschriften nauwgezet
 handelt ethisch onderbouwd verantwoordelijk
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 2 ML en moet je je ook inschrijven voor Immunopathologie; Validatie; Parasitologie en mycologie; Bacteriologie en serologie; Hematologie 4. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| uitgeschreven casussen 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             0 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              41 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 We evalueren een project op twee niveaus.
 1)    GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct , de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
 2)    INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs.
 
 
 Evaluatie van de praktijksessie:
 Deze is inhoudsgericht, groepscriteria zijn niet van toepassing aangezien de studenten per 2 werken.
 Labwerk                                                              / 20 ·          aanwezigheid
 ·          permanente evaluatie van praktische vaardigheden
 ·          volgen van veiligheids- en afvalverwerkingsregels
Groepswerk:                                                       /20
            controle praktijkjournaal (logboek) / 10 
           opmaak van een protocol met referentiewaarden  / 20 
           presentatie in PP / 35 
           mondelinge verdediging van de casus  / 35
 De punten van het labwerk en het groepswerk worden samengeteld en herleid naar 20.  Dit wordt de groepsscore genoemd.
 
 
 De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
 eindscore     =     groepsscore x  individuele score
 
 
 Afwezigheden
 Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
 Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel. 
 Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
 - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
 - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .
 
 
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 In tweede zittijd wordt een vervangopdracht opgelegd.
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 3 - Medische laboratoriumtechnologie - Kijkstage |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Geïntegreerd lab en kijkstage |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400070 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Brigitte Van de Velde | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| 
				
						
								| De kijkstage heeft als doel klinisch laboranten, buiten de klassieke gebieden in een klinisch lab, kennis te laten maken met het steeds breder wordende veld van diagnostiek tot en met het op diagnostiek gerichte onderzoek. Het onderzoek richt zich daarbij vooral op immunologie, oncologie, moleculaire biologie en neurowetenschappen. De soms zeer geavanceerde technieken zijn per specialisatie in een bepaald laboratorium  (unit) onderverdeeld.  |  
								| 
 |  |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL108 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie
BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
BL110 Staat open voor alternatieve methoden en werkwijzen
BL112 Handelt volgens de geldende ethische normen
BL113 Handelt volgens de geldende milieunormen
BL115 Verwittigt bij afwezigheden
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
BL233 Gebruikt informatiebronnen kritisch
BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
BL252 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken
BL253 Maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
BL255 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe
BL259 Heeft oog voor kosten en financiële implicaties van zijn handelen
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL363 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				
						
						Staat open voor de nieuwe technieken
				
		 
				
				
				
						Maakt een overzichtelijk verslag van het verloop van de stageweek
				
		 
				Geeft adhv een ppt een kort overzicht van de nieuwe technieken 
		 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 2 ML en moet je je ook inschrijven voor Immunopathologie; Validatie; Parasitologie en mycologie; Bacteriologie en serologie; Hematologie 4. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Tijdens de weekkijkstage  kan de student met geavanceerde technieken kennismaken en  krijgt hij/zij  inzicht in de organisatie van onderzoekslaboratoria.  Er is  ruimte om zijn/haar kennis te verbreden en verdiepen. 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| periodeboek 7 3MLT 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             2 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                               | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				evaluatie aanbrengen van kijkstageplaats (35% van de punten)criteria
 - omgaan met richtlijnen op e-campus en respecteren van timing   / 5
 - uitschrijven van motivatie keuze stageplaats                               / 30
 middelen
 - invuldocument (vanaf eind juni 2011)
 - verslag motivatie van keuze stageplaats (voor 20 september 2011)
 
 
				ppt kijkstage (65% van de punten)
		 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 In tweede zittijd wordt een vervangopdracht opgelegd.
 
 er is geen overdracht van punten eerste zittijd
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 |  
                                            | 
                                                   |  | 
                                 |