|  | 
                                    
                                        
                                            | 
                                                 |  
                                            | 
                                                 | 
                                                 |  
                                            | 
                                                | 
  
      | 
			         | Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie |  |  |  |  | | cataloognr | benaming | studiepunten |  | 4180300013 | Immunologie | 6 |  |  | |__ | Immunologie |  |  |  | |__ | Automatisatie 2 |  |  |  | |__ | Microscopische anatomie |  |  | 4180400040 | Project 6 | 3 |  | 4180400047 | Biochemie | 7 |  |  | |__ | Werken met enzymen |  |  |  | |__ | Biochemie 2 |  |  | 4180400048 | Moleculaire genetica | 7 |  |  | |__ | Anatomie en fysiologie 3 |  |  |  | |__ | Van gen naar eiwit |  |  | 4180400049 | Statistiek en POP | 4 |  |  | |__ | Statistiek |  |  |  | |__ | POP 2 |  |  | 4180400050 | Hematologie 2 | 3 |  | 4180400051 | Instrumentele analyse 2 | 6 |  |  | |__ | Analysemethoden 2 |  |  |  | |__ | Automatisatie 1 |  |  | 4180400052 | Project 4 | 3 |  | 4180400054 | Project 5 | 3 |  | 4180400055 | Medische microbiologie | 15 |  |  | |__ | Medische microbiologie |  |  |  | |__ | Automatisatie 3 |  |  | 4180400081 | Hematologie 3 | 3 | 
 |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Immunologie |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Immunologie Automatisatie 2
 Microscopische anatomie
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180300013 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | inleidend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 |  | Contacturen: | 58 |  | Aantal studiepunten: | 6 |  | Totaal studietijd: | 156 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Kathy Reyniers Marina Crols
 Karen Pittois
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				alle info doelstellingen , leerdoelen en competenties zie deelfiches van:
 
 Specifiek verweer Immunologische apparaten
 Oogje op cellen
 Humane microscopische anatomie
 
 
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Immunologie | 45% |  | Automatisatie 2 | 40% |  | Microscopische anatomie | 15% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Immunologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Immunologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180300013 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Kathy Reyniers Marina Crols
 Karen Pittois
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| In deze lessenreeks worden de begrippen antigenen, antistoffen en complement grondig uitgelegd. Heel wat aandacht wordt besteed aan het ontstaan en de evolutie van de immunologische reactie na contact van ons lichaam met een antigeen. Monoklonale antilichamen, vaccinatie en verweer tegen infecties sluiten deze lessenreeks af. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				
						situeert het specifiek verweer 
				
						benoemt de verschillende organen van het specifiek verweer en beschrijft hun functie 
				
						benoemt de cellen van het specifiek verweer en beschrijft hun functie
				
						benoemt de verschillende soorten antigenen, hun eigenschappen en klassificatie 
				
						benoemt en beschrijft de klinisch relevante antigenen (ABO, Rhesus en HLA) 
				
						beschrijft de structuur, soorten en werking van antilichamen
				
						benoemt de gevolgen van antigeen/antilichaam binding
				
						geeft het productieproces van monoklonale antilichamen schematisch weer
				
						benoemt de mogelijke toepassingen van monoklonale antilichamen
				
						geeft een indeling van de verschillende immuuntesten en licht deze toe met voorbeelden
				
						benoemt een gegeven immuuntest, klassificeert deze en benoemt de eigenschappen
				
						benoemt de verschillen tussen de humorale en cellulaire respons 
				
						beschrijft de werking van het specifiek verweer tegen infectieuze deeltjes (bacteriën, virussen, parasieten, gisten en schimmels) 
				 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Het immuunsysteem met de organen en cellen 
		Antigenen (vooral de klinisch relevante motieven) 
		Antilichamen (met nadruk op monoklonale met hun productie en vooral de toepassingen in diagnostiek en therapie) 
		Verweer met niet-specifiek en specifiek karakter geïntegreerd (tegen bacterieën, virussen, parasieten). 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						
								Powerpoints met notitiepagina’s 2011-2012-  Auteur: Karen Pittois – Plantijn Hogeschool
						Cursus: Oefenpakket ‘Immunologie: werkcolleges’. Auteur: Karen Pittois 
						Engelstalig boek " Immunology Lippincott’s Illustrated Reviews. Eds. Richard A. Harvey, Pamela C. Champe. 
				Wolters Kluwer. ISBN 
				0-7817-9543-5/978-0-7817-9543-2
						
						
						Niet verplichte boeken:
						
								
										Sesam Atlas van de Immunologie. Riger et al. Sesam. ISBN 90 5574 473 5 (aanwezig in bib, niet verplicht)
								
										
										
										Engelstalig boek: “How the immune system Works” 3th ed. 2008. 
										L. Sompayrac. Blackwell Publishing. 978 1 4051 6221 0 (aanwezig in bib, niet verplicht)
								 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             29 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              11 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 Berekening van het cijfer voor dit opleidingsonderdeel:
 
 - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
 - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Automatisatie 2 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Immunologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180300013 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Kathy Reyniers Marina Crols
 Karen Pittois
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Deel 1: In "'n Oogje op cellen" komen de flowcytometrie en de hematologische automaten aan bod. Deel 2: “Immunologische apparaten”. Ook in de wereld van de immunologische bepalingen is de automatisatie een feit.  TDx , IMx Elecsys ,... ,FPIA, MEIA ICIA,ECL,.....,reagentia kits, calibratoren, controles;...: dit zijn termen die in deze lessenreeks aan bod komen .  |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
BL233 Gebruikt informatiebronnen kritisch
BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL239 Brengt structuur in ideeën
BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Deel 1: Krijgt een vrij goed overzicht van de hematologische analysers    Weet wat FCM is  Leest en bergijpt een blokschema van een typevoobeeldanalyser  Legt het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal  
   Deel 2: Krijgt een vrij goed overzicht van de immunologische analysers die in laboratoria  gebruikt worden  Leest en begrijpt het blokschema van een typevoorbeeld immunologische analyser  Legt het verband  tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal  Kent de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek    |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Instrumentele analyse I 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Deel 1: FCM en cellentellers  Deel 2: Bespreking van enkele typevoorbeelden oa.TDx met het FPIA principe; IMx met het MEIA en                 ICIA principe; Elecsys met het ECL 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Cursus :'n Oogje op cellen Reyniers K. 
E-campus: ppt's van de HO's  en WE's 
Tietz textbook of clinical chemistry ISBN 0-7216-5610-2 (naslagwerk) 
BB platforum cursus 2BL P5 OO Immunologie  voor opdrachten Cursus Immonologische apparaten Reyniers K. 
 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             22 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              25 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				
				
		 a: groepswerk(of voor immunologsiche app of voor 'n oogje op cellen): bondig verslag van max 10 blzn (/2,5) en groepspresentatie van max 10 slides ( /5) rond een afgesproken deelthema; het groepscijfer wordt aangevuld met een beoordeling waarbij de studenten elkaar evalueren volgens hun bijdrage aan het groepswerk (peerassessment) ( /2,5)                                     totaal /10  b: INT5-2: schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen als open vragen en casusvragen                                                                                          /30  De punten verworden op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20  
				Afwezigheden groepswerk
 Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief .
 Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
 Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
				Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
 
 - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
 - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
				
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 Enkel b kan hernomen worden: INT5-2 schriftelijk examen /30 
De verworven punten van a in de eerste examenperiode blijven behouden ( /10) 
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld  en herleid naar 20
 Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel   - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten. 
 - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:    - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen    - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen    - niet uitvoeren van individuele taken    - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
  Enkel b kan hernomen worden: INT5-2 schriftelijk examen     /30 
De verworven punten van a in de eerste examenperiode blijven behouden ( /10). 
De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20 Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
 
 - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
 - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Microscopische anatomie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Immunologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180300013 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Kathy Reyniers Marina Crols
 Karen Pittois
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Het maken van histologische preparaten verloopt in een aantal fasen. De histologische technieken zoals biopsie afname, fixatie, inbedden en snijden van het weefsel, kleuren en monteren van het weefsel worden besproken. De basis van de microscopische anatomie wordt kort besproken en men bekijkt een aantal histologische preparaten |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				Kent de problematiek van de staalafname en voert de analyses uit. 
Voert de handelingen uit die aan de diagnose voorafgaan. 
Herkent een aantal in het labo besproken weefsels.  |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Men bestudeert het proces van bioptafname tot het microscopische preparaat. De basis van de histologie wordt besproken aan de hand van enkele weefsels en organen. Met het microtoom worden coupes gemaakt.  Preparaten van verschillende weefsels en organen worden microscopisch bestudeerd.  Een extern labo wordt bezocht om het theoretisch bestudeerde proces van biopt tot coupe aan de praktijk te toetsen. 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| theorie- en praktijknota's (P. Winnen- M.Crols)  
		PPT van theorieles (M.Crols) 
		Platenatlas histologie: Di Fiore's atlas of histology V.P. Eroschenko 8ste editie ISBN 0-683-02818-9 Williams & Wilkins 
		Histologische preparaten 
		Microscopen 
		Microtoom 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             18 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              23 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 hoorcollege praktijksessies: verplichte aanwezigheid 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 Aanwezigheid in de praktijksessies 
		Doorlopende evaluatie tijdens de practica 
		Een  schriftelijk (INT5-2) eindexamen over de histologische technieken en de bestudeerde weefselcoupes. 
		Afwezigheden:
 
 Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
 Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
 Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
 
  Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 De toets (INT5-2) wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Project 6 |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400040 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kernondersteunend, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 3 |  | Contacturen: | 0 |  | Aantal studiepunten: | 3 |  | Totaal studietijd: | 78 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Brigitte Van de Velde | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| 
				
						
								Hersenvliesontsteking kan vele oorzaken hebben. Het is niet de bedoeling om al deze oorzaken te onderzoeken, dit gaat veel te ver leiden. De bedoeling is wel om jullie te concentreren op oorzaken die verband houden met een bacteriële infectie: preventie, epidemiologie, …
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
BL115 Verwittigt bij afwezigheden
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
BL250 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 1.       Eenvoudige experimentele data interpreteren en rapporteren 2.       Het belang van de pre-analytische en analytische fase inschatten
 3.       Bacteriële verwekkers van meningitis opsporen
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 1, en moet je je ook inschrijven voor: Statistiek en POP; Medische microbiologie. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| geen 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
						
								w
								        
						
				
				
						
								Project: Bacteriële hersenvliesontsteking
 Casus:
 Een 74-jarige man die sinds 3 jaar gekend is met een hematologische maligniteit werd reeds behandeld met 4 chemotherapiekuren. Recent vertoont hij evenwel ziekteprogressie en krijgt daarom een volgende chemotherapiekuur. In de week volgend op deze kuur wordt de patiënt opgenomen via de dienst Spoedgevallen wegens verwardheid, concentratiestoornissen en braken. Bij klinisch onderzoek worden sufheid en nekstijfheid vastgesteld. De temperatuur bedraagt 39,2°C, de bloeddruk 130/70 mm Hg. Uit de laboratoriumonderzoeken bij opname dienen volgende waarden vermeld: C-reactieve proteïne (CRP) 40 mg/dl, hemoglobine 10,0 g/dl, leukocytenaantal (WBC) 4,7 x 109/l. Een lumbale punctie wordt uitgevoerd. Nog voor de resultaten gekend zijn, wordt gestart met antibiotica: ceftriaxone en ampicilline. Het lumbaal vocht toont een beeld van een bacteriële hersenvliesontsteking: totaal eiwit 560 mg/dl, glucose 15 mg/dl, WBC 680/µl waarvan 95% segmentkernigen.
 
 De bacteriële verwekker van deze hersenvliesontsteking wordt in het laboratorium opgespoord en geïdentificeerd.
 
 Taak
 Hersenvliesontsteking kan vele oorzaken hebben. Het is niet de bedoeling om al deze oorzaken te onderzoeken, dit gaat veel te ver leiden. De bedoeling is wel om jullie te concentreren op oorzaken die verband houden met een bacteriële infectie: preventie, epidemiologie, …
 Belangrijk is dat je een goede inschatting maakt van de activiteiten in een klinische labo dat zich met het onderzoek van deze analysen zal bezighouden.
 Dit wil zeggen dat een aantal typische labo -aspecten en –activiteiten goed omschreven moeten worden gaande van de staalafname tot het opsturen van het resultaat aan de arts.
 
 Proces
 
 Teneinde een goed beeld te hebben van meningitis is het nuttig een correcte definitie van bacteriële meningitis op te stellen en verder toe te lichten welk het klinische beeld ervan is.
 •     Welke onderzoeken worden uitgevoerd ?
 •     Met welke technieken worden deze parameters bepaald? Zijn er soms
 verschillende technieken?
 •     Kan je bepaalde analysen of onderzoeken in het practicum betrekken?
 •     Hoe zit het met de pre -analytische fase, analytische fase?
 •     Belangrijk zijn de referentiewaarden van de verschillende parameters.
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Cursus microbiologie theorie en practicum Referenties: worden verstrekt tijdens de projectweken
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             1 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              8 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              64 | % |  Groepswerk
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				We evalueren een project op twee niveaus.
 1)    GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
 2)    INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs.
 
 De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
 eindscore     =     groepsscore  x   individuele score
 
 In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd . 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 In geval van afwezigheid tijdens de projectactiviteiten en projectvoorstelling kan de stuurgroep BL beslissen tot het opleggen van een vervangopdracht in de 2de zittijd. |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Biochemie |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Werken met enzymen Biochemie 2
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400047 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 |  | Contacturen: | 74 |  | Aantal studiepunten: | 7 |  | Totaal studietijd: | 182 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | niet mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Karen Pittois Roald Santens
 Goele Caethoven
 Marina Crols
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Zie deelfiches |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, Chemie 1, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Werken met enzymen | 60% |  | Biochemie 2 | 40% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Werken met enzymen |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Biochemie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400047 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Karen Pittois Roald Santens
 Goele Caethoven
 Marina Crols
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| In de lessenreeks “Enzymmetingen: kinetiek en klinische toepassingen” worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang behandeld. De werkingsvoorwaarden voor substraat- en enzymbepalingen in serum of plasma worden uitgebreid besproken. Daarna worden de klinisch relevante enzymen besproken evenals de verschillende  bepalingsmethoden.  Ruime aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de resultaten en de analyse van enzympatronen.  In laboratoriumoefeningen leert de student enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren waarbij de invloed van verschillende factoren (substraat- en enzymconcentratie, inhibitoren) op de enzymatische reactie wordt nagegaan. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
BL367 Bezit operationele kennis van de voornaamste biochemische en celbiologische technologieën
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | verkrijgt een goed inzicht in de werking van enzymen, de beperkingen, de voorzorgen en de reactieomstandigheden waarin moet gewerkt worden bij de bepaling van enzymen en substraten in serum of plasma. voert enzymactiviteitsbepalingen uit 
		berekent de enzymkinetische parameters, bepaalt Vmax en KM en de inhibitieconstante voor een inhibitor. 
		analyseert een aantal eenvoudige enzympatronen. |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, Chemie 1, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
						In een eerste deel worden de factoren die de enzymactiviteit bepalen (temperatuur, substraat, activatoren en inhibitoren) afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang behandeld. De werkingsvoorwaarden voor substraat- en enzymbepalingen in serum of plasma worden uitgebreid besproken. 
						In een tweede deel worden de klinisch relevante enzymen besproken evenals de verschillende  bepalingsmethoden.  Ruime aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de resultaten en de analyse van enzympatronen. 
						In het laboratorium leert de student enzymactiviteitsbepalingen uitvoeren. De invloed van verschillende factoren (substraat- en enzymconcentratie, inhibitoren) op de enzymatische reactie wordt nagegaan.  
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Theoriecursus: enzymmetingen 
		Ppt-presentaties van alle lessen zijn beschikbaar via e-campus 
		Praktijknota's 
		Manualen van verschillende firma's 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             20 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              32 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 INT4-1 
		De praktische oefening wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie, aanwezigheid, houding, praktische skills en verslag. Op de INT4-1 komen ook aspecten uit het prakticum aan bod 
		Berekening van de punten per opleidingsonderdeel:
 - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
 - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
 Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
 Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 Enkel de INT4-1 kan herhaald worden. De punten behaald op het practicum in 1ste zit worden meegenomen naar 2de zit.
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Biochemie 2 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Biochemie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400047 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Karen Pittois Roald Santens
 Goele Caethoven
 Marina Crols
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| De cursus Biochemie 2 geeft een overzicht van de belangrijkste biomoleculen. De eigenschappen van deze biomoleculen zijn niet los te koppelen van hun chemische samenstelling en hun bijhorende reacties.
 Het is dus noodzakelijk om kennis te hebben over de onderliggende “bio”-organische chemie.
 Daarnaast wordt er dieper ingegaan op het metabolisme in de cel: hoe worden de biomoleculen omgezet in andere moleculen en wat kost dit aan energie of hoeveel energie komt hierbij vrij? Door de bespreking van een aantal reactieketens wordt duidelijk dat de kennis van het metabolisme in de cel kan gebruikt worden voor de productie van geneesmiddelen in de farmaceutische industrie en bij het aanwenden van enzymen in analytische  bepalingsmethoden.
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
BL104 Gaat constructief om met kritiek
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				De student;
		 
				
						 
				
		 
				SUIKERS
		 
				
						 
				
		 
				
						1.     
				
				Kent de verklaring van volgende woorden ; 
		 
				mono/di/oligo/polysaccharide, glyciden, gluciden, koolhydraat, aldose, ketose, stereo-isomeren, structuurisomeren, enantiomeer, diastereomeer, anomeer, epimeer, D/L suiker,  -/+ suikers, hemiacetaal, configuratie, conformatie, pyranose, furanose, mutarotatie, glycoside, aglycon, invertsuiker, amylose, aminosuiker, amylopectine, asymmetrisch koolstofatoom, chiraal C-atoom, reducerend suiker, glycosaminoglycaan, proteoglycaan, glycoconjungaat, mucopolysacharide
		 
				
						2.     
				
				Tekent de structuur van ;
		 
				Glucose, maltose, fructose, galactose, sucrose, lactose, zetmeel, glycogeen, cellulose, isomaltose, glyceraldehyde, acetaldehyde
		 
				
						3.     
				
				Geeft de algemene formule voor suikers
		 
				
						4.     
				
				Geeft de algemene benaming van suikers (D/L) (aldose/ketose) (triose/ tetrose/…) (α/β)
		 
				
						5.     
				
				Herkent, tekent en benoemt de stereochemie van suikers
		 
				
						·         
				
				R/S configuratie
		 
				
						·         
				
				Fischerprojectie
		 
				
						·         
				
				Haworthprojectie
		 
				
						·         
				
				Overgang  tussen Fisher & Haworth met speciale aandacht voor: D/L suikers, α/β anomeer
		 
				
						6.     
				
				Beschrijft, eventueel adhv een voorbeeld, de chemische eigenschappen van suikers en geeft de naam van de gevormde groep moleculen
		 
				
						·         
				
				Reductie: -olen
		 
				
						·         
				
				Oxidatie: -onzuur of –aarzuur
		 
				
						
								Keto-enoltautomerie
						
								reducerende suikers 
						 
				
						Geeft voorbeelden en toepassingen van zoetstoffen en cyclodextrines
				
						Geeft de definitie van aminosuikers
				
						Geeft voorbeelden van aminosuikers
				
						Beschrijft de biologische functie van aminosuikers
				 
				
						 
				
		 
				WATER ALS OPLOSMIDDEL
		 
				
						 
				
		 
				
						Geeft de verklaring van volgende woorden;
				 
				waterstofbrug, clathraat, hydratatie, hydraatmantel, hydrofoob, hydrofiel, amfipathisch, methaanijs, amfoteer
		 
				
						Benoemt de biochemisch belangrijke eigenschappen van water, beschrijft de structuur van ijs en de hydratatie van ionen en polaire structuren
				
						Omschrijft het gedrag van apolaire moleculen in water (clathraten, olie-in-water, amfipathische-stoffen-in-water)
				 
				
						 
				
		 
				LIPIDEN
		 
				
						 
				
		 
				
						Geeft de verklaring van volgende woorden; 
				 
				vetzuur, verzadigingsgraad,  essentieel vetzuur, zeep, micel, was, prostaglandine, eisocanoiden, triacylglycerol, triglyceride, veresteringsreactie, verzepingsreactie, vetten, oliën, saponificatie, hydrogenatie, zure/basische hydrolyse, oxidatie van vetten, verzepingsgetal, zuurgetal, joodadditiegetal, peroxidegetal, fosfoglyceriden, glycerofosfolipiden, fosfatidaat, fosfatidezuur, fosfatidylverbindingen, emulgator, plasmalogeen, choline, ethanolamine, lechitine, lecitine, sfingolipiden, terpeen, isopreen, monoterpeen, sesquiterpeen, diterpeen, terpenoid
		 
				
						Herkent en benoemt volgende structuren en kan hiervan het aantal C-atomen, onverzadigd/verzadigd en enkele (5) functies benoemen;
				 
				palmitinezuur, stearinezuur, oliezuur, linolzuur, arachidonzuur
		 
				
						Definieert vetzuren en kan deze indelen en benoemen  ifv ketenlengte en verzadigingsgraad (mono/poly)
				
						Geeft het verschil en het belang tussen Cis/Trans VZ en het belang hiervan
				
						Beschrijft de oorsprong en het belang van verzadigde/onverzadigde VZ
				
						Omschrijft zepen en hun werkingsmechanisme
				
						Definieert wat “wassen” zijn en hun eigenschappen
				
						Ken de definitie en eigenschappen van prostaglandines
				
						Herkent de eicosanoïden
				
						Benoemt de indeling, de naamgeving en de functie van prostaglandinens
				
						Beschrijft de werking en bijwerkingen van aspirine
				
						Geeft de definitie en naamgeving van de triglyceriden
				
						Omschrijft het proces van verestering en verzeping van triglyceriden
				
						Beschrijft wat een vet is en wat een olie is en de verschillen tussen beide
				
						Omschrijft de chemische reacties van triglyceriden en hun belang
				
						Definieert hoe vetten en oliën kunnen geanalyseerd/ bepaald worden ;
				 
				verzepingsgetal, zuurgetal, joodadditiegetal, peroxidegetal
		 
				
						Geeft de definitie van fosfoglyceriden, fosfatidaat en fosfolipiden en tekent de algemene structuur
				
						Geeft enkele voorbeelden van fosfolipiden (lechitine, lecitine, cephaline en fosfatidylinositol)
				
						Tekent de algemene structuur van sfingolipiden en geeft de definitie ervan
				
						Herkent de algemene structuur van isopreen/terpeen en geeft de definitie van isopreen/terpeen
				
						Beschrijft de naamgeving van terpenen
				
						Kan het algemeen skelet tekenen van steroïden, met benoeming en nummering van de ringen
				
						Geeft voorbeelden van steroïden en hun functie en belang als biomolecule;
				 
				Cholesterol, hormonen, plantsterolen
		 
				
						Omschrijft de structuur, bestanddelen en opbouw van de lipoproteïnen
				
						Beschrijft de funtie van apoproteïnen
				
						Deelt de lipoproteïnen in op basis van densiteit
				 
				
						·   
				
				chylomicronen, VLDL, LDL, HDL
		 
				
						·   
				
				hun functie en densiteit (relatief tov elkaar)
		 
				
						·   
				
				“slechte” en “goede” cholesterol
		 
				
						Definieert wat biomembranen zijn
				
						Omschrijft de bestanddelen van biomembranen, de verschillende soorten en hun functie (lipiden, proteïnen en koolhydraten)
				 
				
						 
				
		 
				AROMATEN, FENOLEN, ANILINEN
		 
				
						 
				
		 
				
						Kan volgende woorden verklaren;
				 
				aromaat, alifaat, annuleen, annulyn, hybridisatie, orbitalen, regel van Hückel, geconjungeerde bindingen, resonantie, mesomerie, nucleofiel, electrofiel,PCDD, PCDF, congeneer, resonantie, solvatatie, fenoxide anion, catechol, catecholamine,
		 
				
						Herkent en benoemt de structuur van ;
				 
				benzeen, tolueen, xyleen, fenol, aniline + positie substituenten (ortho, meta, para)
		 
				
						Geeft voor de aromaten adhv benzeen de definitie, eigenschappen, voorwaarden voor aromaticiteit en de regel van Hückel EN past dit toe op gegeven moleculen (aromatisch of niet, resonantievormen)
				
						Herkent de algemene structuur van dioxinen en PCB’s en omschrijft de giftigheid en opstapeling in het vetweefsel
				
						Benoemt het risico van TCDD voor de mens
				
						Benoemt de oorsprong en het risico van PCB’s voor de mens
				
						Geeft voor de fenolen adhv fenol de structuur, naamgeving, chemische eigenschappen en het gedrag van fenolen in water
				
						Omschrijft waarom fenolen sterker zuren zijn dan alcoholen (zuurtegraad)
				
						Beschrijft het effect van elektronzuigende/elektronduwende groepen op de ring en hun positie op de ring en geeft hiervan voorbeelden
				
						Beschrijft het cumulatief effect van elektronzuigende groepen
				
						Geeft de functies van;
				 
				
						·         
				
				fenylalanine: basis voor tyrosine en verder voor de catecholen
		 
				
						·         
				
				schildklierhormoon
		 
				
						·         
				
				antisepticum
		 
				
						Geeft voor de anilinen adhv aniline de structuur aan, benoemt azo-verbindingen en geeft enkele voorbeelden
				 
				
						 
				
		 
				HETEROCYCLISCHE VERBINDINGEN
		 
				
						 
				
		 
				
						Geeft de verklaring van volgende woorden;
				 
				heterocyclische verbinding,  porfyrine,
		 
				
						Definiëert wat heterocyclische verbindingen zijn en deelt deze in in 2 groepen (5- en 6-ringen)
				
						Herkent en benoemt de structuur van ;
				 
				pyrrool (aromaat), thiofeen, furan(aromaat), imidazool, thiazool, purine(aromaat), pyrimidine, indole, quinoline
		 
				
						 
				
		 
				DNA & RNA
		 
				
						 
				
		 
				
						Geeft de verklaring van volgende woorden; 
				 
				nucleotide, nucleoside
		 
				
						Omschrijft de samenstelling van de bouwstenen van DNA en RNA en benoemt de gelijkenissen en verschillen
				 
				
						 
				
		 
				ANDERE BELANGRIJKE VERBINDINGEN
		 
				
						 
				
		 
				
						Herkent en benoemt  de structuur van ortho/pyro/trifosfaten, fosfodiesters
				
						Herkent en benoemt de structuur en onderdelen van AMP/ADP/ATP en beschrijft hoe energie kan vrijgesteld worden door hydrolyse van fosfaatgroepen
				
						Herkent en benoemt  de structuur en onderdelen van NADH/NAD+ en kan hiervan de functie omschrijven
				 
				
						 
				
		 
				VITAMINEN
		 
				
						 
				
		 
				
						Benoemt en herkent de structuur van de vitaminen en beschrijft van elk vitamine de belangrijkste functie in het lichaam.
				
						Geeft aan wat een tekort aan vitaminen kan veroorzaken.
				 
				
						 
				
		 
				METABOLISME
		 
				
						 
				
		 
				
						64.  
				
				beschrijft het belang van de moleculen; ATP, GTP, NAD, NADP en FADH in het metabolisme 
		 
				
						65.  
				
				berekent de energie-inhoud van een gegeven hoeveelheid glucose en verzadigde vetzuren correct na metabolische afbraak (aeroob en anaeroob) 
		 
				
						66.  
				
				schrijft de totaalreacties van de pathways 
		 
				
						67.  
				
				analyseert een gegeven stap in een pathway correct 
		 
				
						68.  
				
				benoemt de functies van de verschillende pathways 
		 
				
						69.  
				
				beschrijft de correcte plaats waar de processen doorgaan in de cel en legt het belang hiervan uit 
		 
				
						herkent en benoemt het verband tussen de verschillende processen, geeft de gelijkenissen en verschillen tussen enkele metabolische processen
						
								
								
						
				 
				
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, Chemie 1, De cel, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| DEEL 1
 KOOLHYDRATEN
 -     Indeling en nomenclatuur van de koolhydraten
 -     Hayworth projectie en Fisher projectie
 -     Mono- en disachariden
 -     Stereochemie van sachariden
 -     Aldosen
 -     Ketosen
 -     Desoxysuikers
 -     Aminosuikers
 -     Glycosiden
 -     Glycosaminen
 Cyclische structuur van monosachariden
 -     Pyraan
 -     Furaan
 -     Glucofuranose
 -     Glucopyranose
 -     Anomeren
 Eigenschappen van monosachariden
 -     Mutarotatie
 -     Reductie en oxidatie van suikers
 -     Isomerisatie
 Disachariden:
 -     Soorten bindingen
 -     Maltose
 -     Cellobiose
 -     Lactose
 -     Saccharose
 -     Disacchariden met aminosuikers
 Polysachariden:
 -     Cellulose
 -     Zetmeel (amylase, amylopectine)
 -     Inuline
 -     Hyaluronzuur
 -     Pectine
 -     Glycogeen
 -     Heparine
 -     Pectinezuur
 -     Agar
 
 LIPIDEN
 Structuurelementen:
 -     cis-trans
 -     verzadigde en onverzadigde verbindingen
 -     meervoudig onverzadigde verbindingen, geconjugeerde bindingen
 -     hydrofoob/hydrofiel gedeelte
 Structuur belangrijkste elementen:
 -     wassen
 -     vetten
 -     oliën
 -     glyceriden
 -     fosfolipiden
 -     sfingolipiden
 -     sulfolipiden
 -     aminolipiden
 -     glycolipiden
 -     prostaglandines
 -     terpenen, terpenoiden, cartenoiden
 -     sterioden
 -     stereochemie: cis en transbindingen in cyclische structuren en steroïden
 -     biomembranen
 -     lipoproteïne (chylomicronen, HDL, LDL)
 Belangrijkste reacties van lipiden:
 -     oxidatie van oliën en vetten
 -     hydrolyse
 -     kengetallen van oliën en vetten: joodadditiegetal, zuurgetal,verzepingsgetal en estergetal.
 
 HETEROCYCLISCHE EN AROMATISCHE VERBINDINGEN
 -     aromaticiteit
 -     structuur en voorkomen van enkele belangrijke aromatische moleculen (benzeen, fenyl, fenolen, anilinen)
 -     congeneren (PCB’s, Dioxines)
 -     structuur en voorkomen van enkele belangrijke heterocyclische moleculen (pyrool, furaan, thiofeen, imidazool, pyridine, pyrimidine, purinebasen en pyrimidinebasen)
 -     profirinesysteem, heem
 
 NUCLEOTIDEN EN NUCLEINEZUREN
 -  Nucleosiden
 -     Nucleotiden
 -     Nucleïnezuren
 -     DNA (Primaire structuur, Secundaire structuur, H-bruggen)
 -     RNA
 -     Fosfaatesters (structuur, hydrolyse)
 -     NADH, NADPH
 -     ATP, DMP, AMP, cAMP
 -     Basisreacties van ATP en NADH/NADPH
 
 VITAMINEN
 
 -     Naamgeving
 -     Indeling
 -     Stabiliteit
 -     Inname
 -     Biochemische aspecten
 
 DEEL 2
 1. VRIJSTELLING  EN  OPSLAG VAN METABOLISCHE ENERGIE
 1.1 Energierijke verbindingen
 1.1.1 Adenosinetrifosfaat
 1.1.2 Acylfosfaten
 1.1.3 Enolfosfaten
 1.1.4 Thiolesters
 1.1.5 Guanidinefosfaten
 1.2 Fasen in de energievrijstelling uit biomoleculen
 1.3 Citroenzuurcyclus
 1.3.1 Reacties
 1.3.2 Totale reactie van de citroenzuurcyclus
 1.3.3 Energieproductie en controle van de cyclus
 1.3.4 Belangrijke intermediairen van de cyclus
 1.4 Ademhalingsketen-elektronentransportsysteem
 1.4.1 Situering en doel
 1.4.2 Energievrijstelling
 1.4.3 Elektronentransportsysteem
 1.4.4 Controle en energieopbrengst
 
 2 METABOLISME VAN SACCHARIDEN
 2.1 Algemeen
 2.2 Glycolyse of Embden-Meyerhof reactieketen
 2.2.1 Reacties van de glycolyse
 2.2.2 Energieopbrengst
 2.3  Omzetting van pyruvaat
 2.3.1 Aërobe omzetting tot acetyl-CoA
 2.3.2 Anaërobe omzetting tot melkzuur
 2.3.3 Anaërobe omzetting tot diverse producten
 2.4 Hexose-monofosfaatshunt of pentose-fosfaatroute
 2.5 Gluconeogenese
 
 3. METABOLISME VAN DE LIPIDEN
 3.1 Algemeen
 3.2 ß-oxidatie van vetzuren of de spiraal van Knoop
 3.2.1 Activatie van de vrije vetzuren
 3.2.2 Afbraak van de geactiveerde vetzuren
 3.2.3 Energieopbrengst
 3.3 Biosynthese van triglyceriden
 3.3.1 Vorming van malonyl-CoA
 3.3.2 Synthese van het vetzuur
 3.3.3 Synthese van het triglyceride
 
 4 METABOLISME   VAN AMINOZUREN
 4.1 Algemeen
 4.2 Decarboxylering
 4.3 Transaminering
 4.4 Oxidatieve deaminering
 4.5 Verband tussen transaminering en deaminering
 4.6 Verwijdering van ammoniak uit het organisme
 4.7 Oxidatieve afbraak van a -ketozuren
 4.8 Ureumcyclus
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				Noodzakelijk studiemateriaal
		 
				
						·         
				
				cursus Biochemie 2  - Plantijn Hogeschool 2011- 2012 (2 delen)
		 
				
						·         
				
				e-campus voor presentaties, extra oefeningen, externe links, 
		 
				
						·         
				
				Molecuulmodellen
		 
				
						 
				
		 
				Aanbevolen studiemateriaal
		 
				
						·         
				
				‘Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
		 
				
						·         
				
				'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2 
		 
				
						·         
				
				‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-3
		 
				
						·         
				
				‘Biochemistry’, Garrett, R.,H., Grisham, C. M., Brooks/Cole-Thomsom Learning, 2005, ISBN 0-534-41020-0
		 
				
						·         
				
				Voor lipiden: 
				
						
								http://www.lipidlibrary.co.uk/
						
				
				
				
				
						
						
				
		 
				
						Literatuur voorhanden in bib
				 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             24 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              6 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				
						INT4-1
				
		 
				Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.  De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste biomoleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
		 
				
						 
				
		 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 Enkel INT4-1kan hernomen worden
 Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen.  De student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de structuur, eigenschappen en chemische reacties van de belangrijkste biomoleculen en in staat is om relevante chemische informatie te verwerken.
 
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Moleculaire genetica |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Anatomie en fysiologie 3 Van gen naar eiwit
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400048 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | inleidend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 |  | Contacturen: | 72 |  | Aantal studiepunten: | 7 |  | Totaal studietijd: | 182 |  | Examencontract: | mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Karen Pittois
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL227 Benoemt de kern van het probleem
BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | zie deelfiches |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De cel, Eiwitten 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Anatomie en fysiologie 3 | 15% |  | Van gen naar eiwit | 85% | 
 
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Anatomie en fysiologie 3 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Moleculaire genetica |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400048 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Karen Pittois
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| De cursus beschrijft het voortplantingsstelsel van de mens in al zijn aspecten. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL227 Benoemt de kern van het probleem
BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | begrijpt de anatomie van het voortplantingsstelsel 
		erkent de rol van de hormonen bij de voortplanting  
		volgt de ontwikkeling van de foetus na de bevruchting tot bij de geboorte 
		verduidelijkt de invloed van diverse factoren op de vruchtbaarheid |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De cel, Eiwitten 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				 De seksuele differentiatie 
De anatomie van het vrouwelijk geslachtsapparaat 
De anatomie van het mannelijk geslachtsapparaat 
Hormonale cycli en regelingen 
De bevruchting 
Het verloop van de zwangerschap 
De geboorte 
Factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden 
Anticonceptiemiddelen 
Seksueel overdraagbare aandoeningen 
Vormen van seksuele activiteit en seksuele aanpassingsproblemen  
 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Cursus Voortplanting bij de mens - Rob Asselberg 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             40 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                               | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				INT5-1
 Schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. 
 Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
 - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
 - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 zie eerste examenperiode
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Van gen naar eiwit |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Moleculaire genetica |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400048 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Karen Pittois
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| 
				De cursus start met een beknopte inleiding tot de klassieke en moderne genetica. In de lessenreeks “Genexpressie en –regulatie”wordt bekeken hoe de genen alle processen in de cel controleren. De weg van gen naar eiwit komt hier aan bod. De genetische code wordt gekraakt en de eiwitsynthese wordt uitgelegd. Hoewel de erfelijke informatie in alle cellen van een organisme hetzelfde is, verschillen de cellen toch sterk in vorm en biologische functie (vb. hersencel en bloedcel). Blijkbaar komen niet alle genen in elke cel tot expressie. Ook dit aspect van genexpressie wordt hier behandeld.
		 
				
						
								
										Afwijkingen in het genetisch materiaal liggen aan de basis van erfelijke aandoeningen. In de lessenreeks “Moleculaire diagnostiek” wordt kennis gemaakt met de technologie om deze afwijkingen op te sporen. De basistechnologieën als PCR, hybridisatie, sequentieanalyse en recente ontwikkelingen als micro-arrays en gentherapie komen aan bod.
								
						
				
		 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				kent de basisbegrippen uit de klassieke genetica 
kent de betekenis van de erfelijkheidswetten, opgesteld na proeven met planten en dieren 
bespreekt de overerving van gekoppelde genen 
bespreekt de overerving van het geslacht en de mogelijke afwijkingen 
heeft inzicht in de  populatiegenetica 
lost eenvoudige vraagstukken op over kruisingsexperimenten, stamboomonderzoek en populatiegenetica 
omschrijft de organisatie van het menselijk genoom 
benoemt de structuur van een prokaryoot en een eukaryoot gen en geeft schematisch alle onderdelen weer 
geeft de structuur van mRNA schematisch weer en benoemt alle onderdelen 
beschrijft het fenomeen 'RNA editing' 
beschrijft het Dogma van Crick en het gebruik van de genetische code 
noemt en beschrijft de drie grote stappen in de weg van gen naar eiwit 
benoemt de verschillende stappen in het replicatie-, transcriptie- en translatieproces en legt deze uit 
benoemt de algemene opbouw van een transcriptiefactor en de mogelijke types 
beschrijft wat er gebeurt tijdens de posttranscritpionele modificatie 
beschrijft welke processen er plaatsvinden tijdens de posttranslationele modificatie 
benoemt de verschillende soorten wijzigingen in erfelijk materiaal en legt deze uit 
bespreekt de operontheorie voor de regulatie van prokaryote eiwitexpressie adhv het lac- en tryp-operon 
benoemt de verschillende niveaus waarop eukaryote genexpessie wordt gereguleerd en geeft voorbeelden 
benoemt en bespreekt de drie mechanismen van de epigenetica 
benoemt de verschillen in genexpressie tussen prokaryoten en eukaryoten benoemt de verschillende enzymen die gebruikt worden in de moleculaire diagnostiek en beschrijft hun functiebenoemt en beschrijft de verschillende technieken die gebruikt worden in de moleculaire diagnostiekbeschrijft het principe van de PCR reactie, de vereisten en de risico’s en de mogelijke detectiesystemenbenoemt de verschillende componenten van een PCR reactie en berekent de hoeveelhedenbenoemt en beschrijft varianten en alternatieven voor PCR en hun toepassingenkiest de juiste PCR variant voor een gegeven toepassingbenoemt en beschrijft kwantitatieve PCR procedures en kan deze beschrijvenkiest het juiste enzym voor een moleculair diagnostische toepassinginterpreteert DNA profieleninterpreteert resultaten van een moleculaire diagnose (bijvoorbeeld electroforesepatronen)tekent resultaten van een moleculair diagnostische test voor een welbepaalde klinische afwijking of genetisch profielmaakt een onderscheid tussen een electroforesepatroon van een heterozygoot, homozygoot of gezond individu voor verschillende afwijkingen en techniekentekent schema’s van ALLE verschillende besproken technieken uit de moleculaire diagnostiek 
 
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: De cel, Eiwitten 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Erfelijkheid Inleiding tot de klassieke genetica
 Monohybride kruisingen
 Dihybride kruisingen
 Inleiding tot de moderne genetica
 Overerving van het geslacht
 Bevolkingsgenetica
 Genexpressie- en regulatie
 Het menselijk erfelijk materiaal
 De genetische code
 Het dogma van Crick
 De weg van gen naar eiwit
 Bacterie- en virusgenetica surplus
 Wijzigingen in erfelijk materiaal
 Regulatie van genexpressie
 Epigenetica
 Moleculaire Diagnostiek
 Enzymen en technieken in de moleculaire diagnostiek. Vooral PCR wordt uitgebreid behandeld: principe, vereisten, risico’s, varianten en kwantitatieve PCR.
 DNA profielen
 Toepassingen in microbiologie, hematologie, genetische afwijkingen, immunologie, kanker en forensisch onderzoek
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Cursus biologie deel 5: genetica - Auteur: Rob Asselberg 
		Powerpoint slides met notities "Erfelijkheid"- Auteur: Karen Pittois 
		Powerpoint slides met notities "Genexpressie- en regulatie" - Auteur: Karen Pittois 
		
				Powerpoint slides met notities "Moleculaire Diagnostiek" -Auteur: Karen Pittois.
		
		Boek: Medical Genetics at a Glance. 2nd ed. D.J. Pritchard, B.R. Korf. Blackwell Publishing. ISBN 978 1 4051 4846 7 
		
				Niet verplichte boeken: 
						
								o    
						
						Principles of gene manipulation and genomics. S. Primrose en R. Twyman. Blackwell Publishing Ltd. 2006. 
						(beschikbaar in bib) 
				 
						
								o    
						
						From genes to genomes. Concepts and applications of DNA technology. 
						J. Dale en M. von Schantz. Wiley 2007. (beschikbaar in bib) 
				 
						
								o    
						
						PCR- Exponentiële amplificatie van erfelijk materiaal" H. Robberecht. Kluwer Editorial 1999. ISBN 90 6716880 7
				 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             32 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              8 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				INT5-1 
Berekening van het cijfer voor opleidingsonderdeel:- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
 - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 idem eerste zittijd
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Statistiek en POP |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Statistiek POP 2
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400049 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kernondersteunend, |  | Niveau: | inleidend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar |  | Contacturen: | 44 |  | Aantal studiepunten: | 4 |  | Totaal studietijd: | 104 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | zie deelfiches afzonderlijke componenten |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Meten is weten, Professional skills en POP 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| zie deelfiches afzonderlijke componenten 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Statistiek |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Statistiek en POP |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400049 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Statistiek is een onmisbaar opleidingsonderdeel in een bacheloropleiding biomedische laboratoriumtechnologie. Statistische technieken beschrijven variaties: toevallige variaties (meetfouten, kwaliteitscontrole van een procesparameter), gecontroleerde variaties (optimale instellingen van een toestel of analyseprocedure) en biologische variaties .
 In periode 4 (vervolg van de cursus van het eerste jaar met de beschrijving van de meetfouten) gaan we dieper in op de analyse van de meetfouten en gaan we technieken bekijken (hypothesetesten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om onderzoeksvragen (hypothesen) over bepaalde analysemethoden of toestellen te beantwoorden en om deze methode te valideren.
 In periode 5 bekijken we statistiek op ‘populatie’-niveau: kansrekenen toegepast op de bevolking waarmee je gezondheidsrisico’s kan inschatten (epidemiologie).  We gaan ook dieper in op de gevolgen van biologische variatie binnen een populatie bij het stellen van een diagnose op basis van individuele labuitslagen.
 In periode 6 (vervolg van periode 4) gaan we dieper in op de analyse van de oorzaken van meetvariatie (measurement error) en gaan we technieken bekijken (statistisch proefopzetten) waarmee je gericht een beperkt aantal experimenten uitvoert om optimale instellingen voor toestel en/of analysemethode te zoeken om zo de meetvariatie te minimaliseren (kwaliteitszorg).
 De voorbeelden en oefeningen komen zoveel mogelijk uit de praktijk: je leert om met een formuleboekje in elke situatie de meest geschikte methode op te zoeken en uit te voeren.
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				
						
								
										
												verzamelt gericht gegevens: stelt een proefopzet op in functie van de gestelde hypothese en gekozen hypothesetest, verwerkt deze gegevens statistisch  en interpreteert de resultaten
										
								
						
						
								
										
												voert volgende  statistische toetsen volledig (berekenen en interpreteren) uit:  t-testen op populatiegemiddelden (1 steekproef, 2 steekproeven), 
										
										
												c
										
										
												²-en F-test op populatievarianties, 
												goodness-of-fit testen (
										
										
												c
										
										
												²-test en Kolmogorov-Smirnov), z-test op proporties, 
										
										
												c
										
										
												²-onafhankelijkheidstest 
										
								
						
						
								
										
												voert de statistische gegevensanalyse uit met Excel 
										
								
						
						
								
										
												leest en interpreteert  de output van statistische software 
										
								
								doet een kritische analyse van een wetenschappelijk artikel (verslag van een epidemiologisch onderzoek): werkt evidence based.
						wekt mee aan een epidemiologische studie. 
				
						
								past de wiskunde van de toevalsveranderlijken toe op gegevens geranschikt in frequentietabellen: berekent kansen, risico's en odds
						
						
								beschrijft de toestand van een groep (ziek-gezond) met gepaste frequentiematen: berekent prevalentie- en incidentiecijfers
						
						
								
										
												 
										
								
								interpreteert deze frequentiematen
						
						
								kent verschillende types epidemiologische studies, 
								berekent en interpreteert de bijhorende associatiematen OR, RR, AR, PAR
						
						
								
								
								gebruikt kansrekenen om de kwaliteit van een diagnose uit te drukken met Se, Sp, voorspellingswaarden, ROC-curve, kappa-waarde
						
						
								
								
								interpeteert deze kwaliteitskenmerken van diagnostiek.  
						
						
								
										gebruikt kansrekenen  om de kwaliteit van een merkergen uit te drukken: lodscore.
								
						
						gebruikt kansrekenen bij voorspellingen ivm erfelijke aandoeningen: regel van Bayes en stambomen.
						verzamelt gericht gegevens: stelt een statistisch proefschema op in functie van de onderzoeksvragen, voert de bijhorende gegevensanalyes uit en interpreteert het resultaat. 
				
						berekent de klassieke variantieanalyses (1, 2 en 3 factoren) en interpreteert het resultaat.
						berekent de lineariteitstesten en interpreteert de resultaat.
						begrijpt de onderliggende verschillen van lineaire regressietechnieken.
						berekent factoriële proefschema’s en interpeteert de resultaten.
						voert robuustheidstesten uit en interpeteert de resultaten.
						voert alle statistische gegevensanalyses uit met Excel.
						leest en interpreteert de output van statistische software. |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Meten is weten, Professional skills en POP 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| passieve kennis Engels 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
						
								Periode 4
						
				
		 
				
						
								
										
												hypothesetesten (1 steekproef en normale verdeling): verdeling van een steekproefgemiddelde; hypothesetesten (t-test op µ, chi kwadraat-kwadraat-test op variantie; verband met betrouwbaarheidsindervallen (cursus 1ste jaar); p-waarde, type I en type I
												I fouten
										
								
						
						
								
										
												hypothesetesten (2 steekproeven en normale verdeling): 
												t-test op µ1 - µ2 (onafhankelijke steekproeven); t-test op µ1 - µ2 (afhankelijke steekproeven); F-test op varianties
										
								
						
						
								
										
												de statistiek van proporties – goodness-of-fit: binomiale verdel
												ing; z-test op proporties; chi kwadraat-onafhankelijkheidstest voor kruistabellen; chi kwadraat als goodness-of-fit test; Kolmogorov-Smirov-test naar normale verdeling
										
								
						
						
								link naar methodevalidatie: juistheid; precisie; LO
								D
						 Periode 5:  
				
						
								
										
												Kansrekenen - epidemiologie: wiskunde van de toevalsveranderlijke (rekenregels) en kansrekenen in de praktijk (frequentietabellen); epidemiologische kengetallen (prevalentie – incidentie; verschil ratio en rate); basismodel epidemiologisch onderzoek – cohort – case-control – clinical trial; associatiematen (RR – AR – OR).
										
								
						
								
										
												
														Kansrekenen - diagnostiek: kengetallen: gevoeligheid (Se) – specificiteit (Sp) – voorspellingswaarden; onderlinge samenhang van de kengetallen – regel van Bayes; onderlinge samenhang v
														an de kengetallen – ROC-curve; genetica: regel van Bayes en stambomen – regel van Bayes en merkergen (lodscore).
												
										
								
						
								
										methodevergelijking – deel II: methodevergelijking met kappa-waarde
								 
				Periode 6:
		 
				
						
								Variantieanalyse - 1 factor: homogene varianties; één factor ANOVA; Duncan's Multiple Range test; verband met formules gegroepeerde metingen (1ste jaar)
						
						
								
										lineariteitstesten: lineariteitstest – GOF; lineariteitstest – LOF-PE; kwaliteitscoëfficiënt QC van een rechte; Passing-Bablock en Deming 
						
						
								
										variantieanalyse – 2&3 factoren: twee factor ANOVA; drie factor ANOVA: double randomized block; drie factor ANOVA: latijns vierkant
								
						
						
								
										variantieanalyse – factorieel en fractioneel: factoriële proefschema’s en effecten; 2²- en 23- 
								
								
										proefschema’s (t-testen en F-testen); fractionele 2k-proefschema: Plackett-Burman (t-testen); robuustheidstest: Youden-Steiner (t-testen)
								
						 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						
								
										hoofdstukken 7 tem 15 uit de cursus “statistiek” – auteur: Veerle Van Vlaslaer  – Plantijn Hogeschool
								
						
						
								
								
								
										“formuleboekje statistiek” (deel 1BL en deel 2&3BL) – auteur: Veerle Van Vlaslaer – Plantijn Hogeschool 
								
						
						
								
								
								
										
												rekenmachine 
										
								
						
						
								
										
												
												
										
								
								
										wetenschappelijke artikels
								
						
						
				 
				
						aanvullend in de bib: 
				
		 
				
						
								
										
												‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
										
								
						
						
								
										
												‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
										
								
						
						
								
										
												‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526) 
								
						
						
								
										
												
														 
												
										
										‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
										
										
										
												
												
												
										
								
						
						
								‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
						 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             40 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
				
						
								
										
												hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het lab en de wetenschappelijke vakliteratuur worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.  
										
								
						
						
								
										
												de nadruk ligt op begrijpen en i
												nterpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
										
								
						
						
								
										
												zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges 
										
								
						
						
								andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback do
								or lector (e-mail)
						 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| 
				
						
								
										
												na elke periode wordt er een schriftelijke toets (maximaal 2cu) over de leerstof van deze periode georganiseerd: in periode 4 is de toets deel van de projectoets, in periode 5&6 gaat deze toets door tijdens de laaste les van deze periode
										
								
						
						
								
										
												open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek (delen 1BL en 2&3BL) en bevat geen opgeloste oefeningen
										
								
						
						
								
										
												gebruik van een rekenmachine is toegelaten
										
								
						
						
								
										
												samenstelling van de vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct 
										
								
								
										
												toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
										
								
						
						
								
										
												in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld
										
								
						
						
								studenten die ongewettigd afwezig zijn op één of meerdere toetsen krijgen een A (en halen dus een A voor het opleidingsonderdeel)
						
						studenten die afwezig zijn tijdens de toets van periode 4 kunnen een inhaalexamen aanvragen (projecttoets)
						
								studenten die afwezig zijn op een toets tijdens de lesweken volgen het departementale stappenplan zoals beschreven in het departementale OER: bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student A op de deeltoets (en dus A op het opleidingsonderdeel), bij een gewettigde afwezigheid contacteert de student de lector over de mogelijkheid tot inhalen (student haalt 0 op de deeltoets indien hij deze mogelijkheid niet benut) 
						
						
								
										
										
												
														
																Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
														
												 
														- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
												 
														- Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria 
												 
														
																   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen 
												 
														
																   - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten 
												 
														
																   - niet uitvoeren van individuele taken 
												 
														
																   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties 
												   
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| één toets (maximaal 4cu) over de volledige cursus |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - POP 2 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Statistiek en POP |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400049 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche Veerle Van Vlaslaer
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Elke periode krijgt de student de kans om zijn studieloopbaan en zijn studieontwikkeling te bespreken met de studieloopbaanbegeleider.  Het bijhouden van de POP map dient als hulp voor de student (en de studieloopbaanbegeleider) om zijn studie zelf te kunnen opvolgen. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | Het POP draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van het opleidingsdoel: reflecteren over het eigen handelen tegenover derden. 
 na deze lessenreeks kan de student:
 
 reflecteren over het eigen handelen binnen de onderwijsgroep 
en is er een basis gelegd voor reflecties in het latere werkveld (de stage)
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Meten is weten, Professional skills en POP 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						
								| Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld. 
 |  
								| STUDIEMATERIAAL |  
								| 
														"Het algemene CGO-boek" 
map met invulbladen  
 |  
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                              | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                               | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| POP wordt in het 2de jaar door de studieloopbaanbegeleider geëvalueerd op volledigheid 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| POP wordt in het 2de jaar door de studieloopbaanbegeleider geëvalueerd op volledigheid 
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Hematologie 2 |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400050 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 |  | Contacturen: | 28 |  | Aantal studiepunten: | 3 |  | Totaal studietijd: | 78 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Brigitte Van de Velde | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Hemostase is het proces dat enerzijds zorgt voor het stelpen van bloedingen en anderszijds de circulatie van het bloed in het bloedvatenstelsel toelaat. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL236 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken
BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
BL241 Bereidt taken systematisch voor
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
BL259 Heeft oog voor kosten en financiële implicaties van zijn handelen
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				
						Kent de mechanismen van de verschillende stollingsprocessen en de fibrinolyse
						Kent de rol en de eigenschappen van de bloedplaatjes binnen de stolling.
						Kent de verschillende stollingstesten die afwijkingen kunnen aantonen in verschillende stollingsprocessen
						Kent de invloed van anticoagulantia op de stollingKent de nodige pre-analytische aspecten van stolling, evenals referentiewaarden van de belangrijkste stollingsparameters. 
Voert de verschillende stollingstesten uit en interpreteren ze.  |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Hematologie 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Kennis van celmorfologie 
		Grondige kennis van basisbiochemie (eiwitten, enzymen en suikers) 
		Grondige kennis anatomie (bloedvatenstelsel) 
		Internet 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
						Rol bloedvat in hemostase
						Bloedplaatjes (trombopoiese-morfologie- functie binnen de hemostase)
						Primaire Hemostase ( werking + labotesten)
						Secundaire Hemostase ( Werking - inhibitoren - labotesten)
						Fibrinolyse (Werking - labotesten)Anticoagulantia voor medisch gebruik (heparines + orale anticoagulantia)    
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				
						Cursus
						Actuele Websites
						Boeken (zie bibliotheek)Internet  
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             19 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              14 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				
						INT 4-3  Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. 
				- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
 - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 
				Evaluatie van de praktijksessies zit vervat in INT4-3  Afwezigheden
 Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
 Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				
						 INT 4-3 Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen   
				Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
Evaluatie van de praktijksessies zit vervat in INT4-3  
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Instrumentele analyse 2 |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Analysemethoden 2 Automatisatie 1
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400051 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 |  | Contacturen: | 82 |  | Aantal studiepunten: | 6 |  | Totaal studietijd: | 156 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Kathy Reyniers
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | alle info leerdoelen, doelstellingen en competenties : zie deelfiches van  Analysemethoden 2 Automatisatie 1 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| zie deelfiches 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Analysemethoden 2 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Instrumentele analyse 2 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400051 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Kathy Reyniers
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| 
				
						
								| Moderne laboratoria maken veel gebruik van geautomatiseerde instrumentele methoden.  Voldoende inzicht in het principe van de methode en de inwendige opbouw van het apparaat zijn daarbij noodzakelijk.  |  
								| 
 |  |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL105 Leert uit zijn fouten
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL241 Bereidt taken systematisch voor
BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        |    . Leest en begrijpt een blokschema van de verschillende apparaten.    · Herkent verschilpunten  tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en                  toepassingsgebied.         . Legt bij alle technieken het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal.        · Heeft een overzicht van de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek.
   . Is in staat analyses uit te voeren adhv de aangeleerde technieken.   |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 1, Eiwitten, Instrumentale analyse 1 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| In dit OO krijg je een uitbreiding van ‘Instrumentele analyse ‘ van 1BL  Fluorescerend kenmerk               In dit deel wordt enkel de emissie van licht bestudeerd. Ionen meten              Bespreking van de ISE               Statische potentiometrie vs titratie  Eiwitten voor gevorderden               IEF , IFE   Chromatografie voor gevorderden               GC verschillende bepalingsmethoden               HPLC  
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| cursus Analysemethoden II (T en P) van Reyniers Kathy 
				
						·        
				
				Bb platform 
		 
				
				
				
						·        
				
				zelfstudiepakket spectro op intranet  
		 
				
						·         
				
				bib: naslagwerken ivm instrumentele chemie
				
				
				
						
						
				
		 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             25 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              23 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                               | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% |  | totaal cijfer examen | 100% | 
 
 a. Evaluatie van de praktijksessies: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht (/10) en verslagen (/10)  
				b. INT4-2 : schriftelijk examen met kennis -, inzicht- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen (/30)
 
				De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en worden herleid .
 Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief. 
 Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
 
 Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
				
						
								Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel 
						
						
 - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
 
				- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% |  | totaal cijfer examen | 100% | 
 
 
				
						
								| 
														Enkel b kan hernomen worden : INT4-2 schriftelijk examen (/30)
												 
														De verworven punten van a   1° examenperiode blijven behouden (/20) 
												 
														De punten verworven op de verschillende onderdelen  worden  samengeteld  en herleid. 
												 
														
																 
														
												 
														
																
																		
																				
																						
																								Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
																						
																				
																		
																 
																		
																				
																						
																								 
																						
																				
																		
																 
																		
																				
																						- dit cijfer wordt (
																						in consensus 
																						) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten. 
																				
																		
																 
														
																
																		
																		
																
																
																		
																				- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
																
														 
																
																		
																				   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
																
														 
																
																		
																				   - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
																
														 
																
																		
																				   - niet uitvoeren van individuele taken
																
														 
																
																
																
																		
																				   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
																
														 
														      
												 |  
		   |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Automatisatie 1 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Instrumentele analyse 2 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400051 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Kathy Reyniers
 | 
 
 beschrijving nog niet beschikbaar
 |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Project 4 |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400052 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kernondersteunend, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 |  | Contacturen: | 0 |  | Aantal studiepunten: | 3 |  | Totaal studietijd: | 78 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Kathy Reyniers | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Het project van deze periode: “Evolutie van “actieve” metingen” leert de studenten opzoekwerk verrichten in verband met parameters, automaat en klinische achtergrond van de problemen van een patiënt in een specifieke casus. In praktijksessies leren ze het gebruik commerciële kits waarbij de klinisch relevante enzymen en iso-enzymen worden bepaald in bloed van gezonde personen en vergeleken met concentraties in het bloed van patiënten met variabele symptomen.  
				Een tweede deel omvat de statistische verwerking van opgegeven meetresultaten. De studenten schatten in wanneer welke hypothesetesten moeten uitgevoerd worden. De verwerking van de bekomen informatie resulteert in een beknopt verslag en een presentatie voor de hele groep studenten. 
		 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
BL115 Verwittigt bij afwezigheden
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL364 Voert correcte analyses uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				
						denkt vakoverschrijdend. De domeinen klin. biochemie, instrumentele analyse en statistiek komen hier aan bod 
						legt via literatuurstudie en de reeds aangereikte leerstof  het verband tussen de (voornaamste) te bepalen parameters uit de klinische biochemie en de opgegeven casus 
						bespreekt een automaat (geen typevoorbeeld) die deze parameters zal bepalen hanteert de commerciële kits correct 
						
								voert een opgegeven enzymatische bepaling volledig correct uit 
						kent de factoren die invloed hebben op de enzymatische bepaling ziet de evolutie van de praktijksituaties voor wat  enzymatische bepalingen aangaat  
voert, uitgaande van een reeks opgegeven meetwaarden, een aantal basisstatistische bewerkingen uit, en trekt de juiste conclusies 
maakt een duidelijk wetenschappelijk verslag van deel 1A,  2 (praktijk) 
legt een duidelijke casubespreking (groepswerk) voor aan de 2BL medestudenten en  lectoren (ppt).    
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 1 en moet je je ook inschrijven voor: Biochemie; Statistiek en POP; Hematologie 2; Instrumentele analyse 2. 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
				basiskennis analytisch werken in een labo gebruik van computer: BB basis, basiskennis Word, Excel, ppt, gebruik internet  
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
						Deel 1: Casuspatiënt
				
		 
				1A: Opzoekwerk  rond gegeven onderwerp of  casuspatiënt .
		 
				1B:Praktijk: uitvoeren van de opgegeven manule test, en gebruik commerciële kits. 
		 
				
						 
				
		Deel 2: Statistische verwerking van opgegeven 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
				Projectboek
		 
				
						·        
				
				met voor deel 1: 
		 
				serumstalen ; casus patiëntgegevens ; receptuur opgegeven parameter; 
				commerciële kits  per groep 
				
						 
				
		 
				
						·        
				
				met voor deel 2: reeks meetgegevens voor de statistische berekeningen per groep
		Internetsearch en bib-bezoek 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             5 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              10 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              65 | % |  Groepswerk en lab in groep
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| 
				We evalueren een project op drie niveaus.
 1)    GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
 
				2)    INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs.
 
				3)    KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets bij het einde van  het project. De projecttoets test de kennis verworven tijdens de projectweken. De criteria die gelden bij de evaluatie van de projecttoets vindt je achter “de student” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche
 
 De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
 eindscore     =     groepsscore ´ individuele score ´ w1   +    kennisscore ´ w2
 Waarin:
 w1 = 75%
 w2 = 25%
 
 
 -      In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| 
				
						·       
				
				
						In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden.
				
				
						
								         
						
				
		 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Project 5 |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400054 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kernondersteunend, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 |  | Contacturen: | 0 |  | Aantal studiepunten: | 3 |  | Totaal studietijd: | 78 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Karen Pittois | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Het aansluitend project in deze periode handelt over "Prenataal onderzoek". Aan de hand van dit onderwerp zullen de studenten ook vertrouwd geraken met de technologie van immunodetectie.  |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        | BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
BL105 Leert uit zijn fouten
BL108 Speelt soepel in op een veranderde werksituatie
BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
BL115 Verwittigt bij afwezigheden
BL116 Respecteert deadlines/afspraken
BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
BL123 Respecteert de eigenheid van anderen
BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
 |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL227 Benoemt de kern van het probleem
BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
BL233 Gebruikt informatiebronnen kritisch
BL234 Evalueert resulaten kritisch
BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL238 Zorgt dat anderen gemakkelijk hun weg vinden op zijn werkomgeving en in zijn labjournaal
BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
BL243 Vangt onverwachte wendingen op
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
BL250 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
BL252 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken
BL253 Maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
BL255 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden
BL366 Heeft inzicht in eenvoudige wetenschappelijke onderzoekstechnologieën
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
 
 
 Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria waarop het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat beoordeeld worden:
 De projectgroep:
 - bereidt labtaken goed voor
 - voert labtaken correct uit volgens de aangeleerde technieken en handleidingen
 - levert een volledige projectmap in met aandacht voor introductie, doelstelling en bronvermelding
 - verwerkt de labresultaten op een wetenschappelijke manier volgens het digitaal handboek rapportagetechnieken
 - schrijft een conclusie met de interpretatie van de labresultaten
 - verwerkt voor de zoekopdracht enkel relevante informatie ifv de opdracht
 - werkt in de presentatie elk onderwerp systematisch/gestructureerd uit en licht het toe
 - geeft een presentatie met juiste inhoud en voldoende diepgang
 - plaatst de conclusies tijdens de presentatie in een breder kader
 - geeft tijdens de presentatie een relevant en correct antwoord op de vragen
 
 Daarnaast moet het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat ook voldoen aan de specifieke doelstellingen die beoogd werden in eerdere projecten van het modeltraject voor deze opleiding (zie ECTS–fiches van die projecten).
 
 Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria voor de projecttoets:
 - verklaart de verschillende stappen in een gegeven ELISA protocol
 - bespreekt het Hook effect voor een gegeven assay
 - berekent antilichaamverdunningen
 - verwerkt resultaten van commerciële ELISA kits die tijdens het project aan bod kwamen
 - bespreekt de klinische relevantie van de geteste parameters van de commerciële kits die tijdens hetproject aan bod kwamen
 - benoemt de parameters die bepaald worden via immunodetectie bij prenataal onderzoek en  bespreekt de klinische betekenis van elke parameter en de wijze waarop hij bepaald wordt
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 1 en moet je je ook inschrijven voor: Immunologie; Moleculaire genetica; Statistiek en POP; Hematologie 3 (ML). 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
				
 Opdracht 1: De studenten wordt gevraagd om via een zelfstudiepakket op computer theoretisch het principe van ELISA te begrijpen. Deze opdracht wordt afgesloten met enkele theoretische vragen.
 
				Opdracht 2: De VUP's leren de studenten de practische uitvoering van een ELISA aan. Hiervan wordt een schriftelijk verslag van gemaakt.
 
				Opdracht3: De studenten zoeken op welke parameters worden bepaald via immunodetectie bij een prenataal onderzoek. Ze bespreken hierbij ook de klinische betekenis van elke parameter en de wijze waarop hij bepaald wordt. Aansluitend worden in een aantal patiëntenstalen deze parameters bepaald met commerciële kits. De studenten wordt gevraagd deze waardes te interpreteren. Hierbij wordt aandacht besteed aan een aantal ethische aspecten. Hier wordt  een ppt presentatie van gegeven.
 
				Opdracht 4: De studenten optimaliseren een experimeteel ELISA-protocol. Elke projectgroep zal één stap in het protocol van een experimentele ELISA optimaliseren. Er zal gezocht worden naar een optimale 1ste antilichaamverdunning, 2de antilichaamverdunning, naar een minimaal aantal wasstappen etc... De data uit de verschillende bepalingen worden statistisch geëvalueerd om zo tot een optimaal protocol te komen. Hiervan wordt een wetenschappelijk verslag gemaakt. De bevindingen worden via ppt aan de hele klas meegedeeld.
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| 
 Projecthandleiding met  de uitgewerkte opdrachten en hun achtergrond.
 Elekt ronische versie van de projecthandleiding, praktische organisatie van labosessies en presentaties, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica, vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten.
 Patiiëntenstalen
 Commerciële kits + handleidingen hierbij
 Internetsearch en bib-bezoek
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             5 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              15 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              25 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				We evalueren een project op drie niveaus.
 1)    GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
 2)    INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs.
 3)    KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets bij het einde van  het project. De projecttoets test de kennis verworven tijdens de projectweken. De criteria die gelden bij de evaluatie van de projecttoets vindt je achter “de student” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche
 
 De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
 eindscore     =     groepsscore ´ individuele score ´ w1   +    kennisscore ´ w2
 Waarin:
 w1 = 75% w2 = 25%
 
 In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen (met weging w2). De groepsscore en individuele score blijven behouden.
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Medische microbiologie |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Ja |  | O.O. bestaat uit componenten: | Medische microbiologie Automatisatie 3
 
 |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400055 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | uitdiepend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 3 |  | Contacturen: | 120 |  | Aantal studiepunten: | 15 |  | Totaal studietijd: | 390 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Brigitte Van de Velde
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | zie deelfiche |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten, 
Instrumentale analyse 1' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten,
 Instrumentale analyse 1'
 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| zie deelfiche 
 |  
	| 
                WEGING |  |  
	| | Componenten | Weging |  | Medische microbiologie | 90% |  | Automatisatie 3 | 10% | 
 zie deelfiche
 
 
 |  |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Medische microbiologie |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Medische microbiologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400055 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Brigitte Van de Velde
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Micro-organismen kunnen een zowel een positieve als negatieve invloed hebben op onze samenleving. Het identificeren en classificeren van de potentiëel pathogene micro-organismen is van groot belang om het onderscheid te kunnen maken met de normale commensale flora. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL241 Bereidt taken systematisch voor
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
BL254 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en Veiligheid"
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        |        beschikt over een grondig inzicht in de classificatie van de potentieel pathogene micro-organismen voor de mens.        kent de normale vindplaats van deze micro-organismen.        kent de principes van de isolatietechnieken van de pathogene micro-organismen uit een klinisch staal         beschikt over de kennis van de identificatie-eigenschappen van deze micro-organismen.        kent de manier van opzoeken (kwalitatief en/of kwantitatief) van antilichamen en antigenen        beschikt over de theoretische kennis van het uitvoeren van een antibiogram met de dilutie en de diffusietechniek        voert een antibiogram uit volgens de dilutie en de diffusiemethode en kan het uitgevoerde antibiogram interpreteren        kan de volgende serologische technieken uitvoeren: agglutinatie en IF (immunofluorescentie)) 
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten, 
Instrumentale analyse 1' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten,
 Instrumentale analyse 1'
 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Basishandelingen en begrippen Microbiologie
 
 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| In de cursus worden micro-organismen besproken welke bij de mens infecties kunnen veroorzaken. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het natuurlijk voorkomen van de micro-organismen, welke type infectie(s) ze kunnen veroorzaken en op welke wijze ze in het klinisch laboratorium worden geïdentificeerd 
 Serologische basistechnieken voor het aantonen van antigenen en antilichamen.     
 Gevoeligheidsbepaling of antibiogram  Het antibiogram is een gevoeligheidsbepaling, een techniek die toelaat in vitro te voorspellen hoe een bacterie zich in vivo zal gedragen t.o.v. een antibioticum. 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| cursus Microbiologie (C. Vanhentenrijk) 
 power-point presentatie op CD-rom
 Medische microbiologie voor laboratoriumtechnologen : deel 1 en 2J. Verhaegen, L. Verbist en M. Pyckavet (ACCO Leuven) : derde herziene uitgave ISBN 90-334-3185-8 en ISBN 90-334-3299-4
 websites
 nota's bij de praktijksessies (P. Winnen)
 medische stalen
 lichtmicroscoop en fluorescentiemicroscoop
 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             16 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              14 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 Hoorcollege
 Werkcollege
 Practica
 
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen  
				Afwezigheden
 Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
 Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
 Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
 Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 Permanente evaluatie in de practica  
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 INT 6-1Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
 Lab:
 De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Automatisatie 3 |  |  |  |  | | Component behoort tot: | Medische microbiologie |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400055 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Lector(en) | Chris Vanhentenrijk Brigitte Van de Velde
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| "Een patiënt B heeft een hartinfarct met een cardiogene shock. Zijn de leverfuncties gestoord?" … Zo komen er per dag tal van aanvragen binnen: voor verschillende patiënten, verschillende parameters. Dankzij de automatisatie in het labo, is de laborant in staat om, binnen een bepaalde tijd, voor elke patiënt z’n verschillende parameters te bepalen. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        |  |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        | BL363 Voert een adequate staalname uit in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie
 |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | In deze lessenreeks leert de student: een blokschema van een klin. analyser te lezen en begrijpen.  
het verband te leggen tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal. 
de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek.            
 |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten, 
Instrumentale analyse 1' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Bio-organische chemie, De cel, Microbiologie 1, Project 1, Eiwitten,
 Instrumentale analyse 1'
 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| Basishand. en begrippen Microbiol
 
 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| Dankzij de automatisatie in het labo, is de laborant in staat om, binnen een bepaalde tijd, voor elke patiënt z’n verschillende parameters te bepalen.  In dit theoretisch gedeelte wordt er een overzicht gegeven van het grote gamma van analysers die ingezet worden voor de klinische chemie. De analyses op oa serumstalen zijn vaak gebaseerd op fotometrie en / of ionselectieve metingen. 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| power point presentatie Tietz textbook of clinical chemistry  ISBN 0-7216-5610-2
 
 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             17 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              0 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				
 INT 6-1
 Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
 Afwezigheden    
				Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
 Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
 
 Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
  Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
 - niet uitvoeren van individuele taken
 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
 
 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
 INT 6-1
 Schriftelijk examen met kennis-, inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingsvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen
 |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 | 
  
      | 
			         |  Voltijds modelpakket 2 - Medische laboratoriumtechnologie - Hematologie 3 |  |  |  |  | | O.O. heeft componenten: | Neen |  | Afstudeerrichting//Leertraject: | Medische laboratoriumtechnologie |  | Code: | 4180400081 |  | Academiejaar: | 2011-2012 |  | Type: | kern, |  | Niveau: | inleidend |  | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 |  | Contacturen: | 34 |  | Aantal studiepunten: | 3 |  | Totaal studietijd: | 78 |  | Examencontract: | niet mogelijk |  | Deliberatie: | mogelijk |  | Vrijstelling: | mogelijk |  | Onderwijstaal: | Nederlands, |  | Lector(en) | Reinoud Flies Anne-Marie Feyens
 | 
 
    
        | 
 
 
 |  
	| KORTE OMSCHRIJVING |  
	| Deze lessenreeks beoogt de laboratoriumtechnische en klinische aspecten van de bloedgroepenproblematiek in de volle breedte van het gebied - d.w.z. het serologisch onderzoek, bloedgroep, antigenen en antilichamen en de toepassingen in de bloedtransfusie - op diepgaande wijze aan de orde te stellen. Niet alleen de theoretische achtergronden worden uitvoerig belicht. In het practicum worden de bloedgroepen met de rhesus- en ondergroepbepalingen eveneens ingeoefend. |  
        | COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
            van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
 |  
        | 
                Algemene competenties |  
        |  |  
        | Algemene beroepsgerichte competenties |  
        | BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
BL241 Bereidt taken systematisch voor
BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
BL254 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en Veiligheid"
BL255 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe
 |  
        | Beroepsspecifieke competenties |  
        |  |  
        | SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
 |  
        | 
				
						De student kent de eigenschappen van de witte bloedcellen in al zijn aspecten en enkele patologische processen.      
						De student kent de belangrijkste referentiewaarden m.b.t. witte bloedcellen.  
						ABO-en Rhesussysteem kennen, te weten structuur, antigenen, antistoffen en verschillende bepalingstechnieken plus bepaalde erfelijkheidsaspecten.      
						Zwangerschapsproblematiek m.b.t. ABO-en Rhesussysteem.     
						De student kent het principe van de Coombs-reactie.De student kent de pre-analytische condities  |  
        |  |  
        |  |  
	| VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
 |  
	| Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten) |  
	| 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Hematologie 1.Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Hematologie 2' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Hematologie 1.
 Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Hematologie 2'
 
 |  
	| 
 |  
	| Andere begincompetenties |  
	| 
 |  
	| LEERINHOUDEN |  
	| 
 
 |  
	| STUDIEMATERIAAL |  
	| Cursus       Actuele Websites    Boeken (zie bibliotheek)Internet 
 
 
 |  
	| WERKVORMEN |  
	| 
                Verdere toelichting:
                    | Soort werkvorm |  |  |  
                    | hoor- en werkcolleges: | 
                             21 | % |  
                    | practicum en oefeningen: | 
                              18 | % |  
                    | 
                            vormen van groepsleren: | 
                              0 | % |  
 
 
 |  
	| 
                EVALUATIE |  |  
	| Eerste examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 
				
						
								Afwezigheden: 
						
				
		 
				
						Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. 
				
		 
				
						
								 
						
				
		 
				
						Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
				
		 
				
						Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de student een A op dit opleidingsonderdeel. 
				
		 
 |  
	| tijd voor examinering 
 |  |  
	| Tweede examenperiode |  
	| | Categorie | Weging van categorieën |  | Integratief examen | 100% | 
 
 idem eerste examenperiode Punten van praktijk worden overgenomen naar tweede zit |  
	|  |  
	|  |  |  | 
 |  
                                            | 
                                                   |  | 
                                 |