Dit jaar gaat de aandacht naar de basis communicatieve vaardigheden die je als leerkracht nodig hebt om vaardig in interactie te treden met anderen. Gespreksvaardigheden zoals actief luisteren, geven en krijgen van feedback, omgaan met weerstand en conflicten worden in rollenspelen actief ingeoefend. we staan tevens stil bij onze eigen primaire en verstoten ikken.

• SO101 Handelt integer en respectvol.
  
• SO102 Is flexibel in denken en handelen.
  
• SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• SO205 Stelt zich assertief op.
  
• SO206 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• SO208 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  

• SO317 Werkt leerlinggericht.
  
• SO318 Creëert een krachtige leeromgeving.
  
• SO319 Kan omgaan met diversiteit.
  

- de student kan een positief leer- en leefklimaat creëren in de klas en op school doordat hij diverse technieken, die hieronder worden opgesomd, beheerst

- (h)erkennen van blokkerende reacties bij zichzelf en anderen

- zich empatisch opstellen tov lln, collega's, ouders, directie en externen

- actief luisteren tijdens een gesprek

- op een gepaste wijze omgaan met feedback/kritiek

- feedback op een correcte wijze formuleren

- op een rustige wijze opkomen voor zichzelf

- op een gepaste wijze omgaan met communicatieve "wapens"

- slechts nieuws op een gepaste wijze overbrengen

- op een constructieve manier omgaan met conflicten

- effectief omgaan met impliciete en expliciete regels in de groep

- een zelfreflectieve kijk hebben op eigen subpersoonlijkheden

- de kwaliteit van het eigen communicatief gedrag voortdurend verbeteren door een reflecterende en zelfkritische houding

bereidheid om te reflecteren op het eigen communicatief gedrag

bereidheid om interactief te participeren

- blokkerende reacties in het communicatieproces

- actief luisteren: techniek + toepassingen in het onderwijsveld

- feedback krijgen en geven/omgaan met kritiek/

- assertiviteit/ ik-boodschappen

- territoriumtheorie: erkennen van "wapens" + assertief omgaan met "wapens"

- slecht-nieuws-gesprek

- conflicthantering: conflicthanteringsstijlen/ geen-verlies-methode

- geweldloze conflicthantering ahv "funderingen"

- ik (k)en mijn ikken

- regels in een groep

- cursus en eigen nota's

- casussen ingebracht door de studenten

- interactieve hoorcolleges

- onderwijsgesprekken, klasgesprekken, opdrachten

- oefensessies/rollenspelen

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

- mondeling examen in juni op 75% van de punten: hierbij wordt zowel gepeild naar inzicht in de onderliggende theoretische kaders, als naar het beheersen van de ingeoefende vaardigheden/technieken

- persoonlijke opdracht op 25% van de punten: schriftelijke reflectie over de persoonlijke evolutie in het beheersen van de ingeoefende vaardigheden

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

- mondeling examen op 75% van de punten: inzicht en toepassingen

- persoonlijke opdracht op 25%: indien de persoonlijke opdracht in eerste zit onvoldoende was, kan deze in tweede zit terug voorgesteld worden; bij voldoende in eerste zit, worden deze punten overgenomen voor de totaalberekening

 Deze cursus is uitgewerkt als een project. De studenten maken een reis door het verleden wat betreft de bewoning en zoeken waar op de aarde welke vorm van bewoning voorkomt.  In Antwerpen zoeken ze gebouwen met de overeenkomstige stijlen en bekijken welke belangrijke personen er in deze periode in Antwerpen woonden.  In hoofdstuk 2  gaan we fictief een grond aankopen, daarvoor gaan we een openbare verkoop bijwonen en krijgen uitleg van de notaris.  Om ons huis te bouwen moet er een lening aangegaan worden en architect en aannemer moeten gecontacteerd worden.  Zijn al onze wettelijke aanvragen in orde?  Hoe zit het met nutsvoorzieningen? Verwarming en isolatie?  Welke rechten en plichten heb je als huurder?

Projectweek: 

de bezoeken, seminaries en werkateliers sluiten aan bij de leerstof die gezien wordt.

• SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• SO206 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• SO211 Creatief zijn.
  

• SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.
  

• De studenten verwerft inzicht in de begrippen en verschijnselen in verband met wonen. Hij kan deze informatie omzetten in lesmateriaal.
• De student kan verantwoordelijkheid opnemen om een deel van de projectopdracht uit te werken.
• De studenten verwerft inzicht in de begrippen van verkoop ruimtelijke ordening,  kopen en huren van woningen.
• De studenten kan zijn opdracht voorstellen aan de medestudenten.op een creatieve leuke manier. 
• De student kan samenwerken met zijn collega's om dit project tot een goed einde te brengen.
• De student onderzoekt nieuwe problemen vanuit verschillende gezichtspunten.
• De student verdiept zich verder in de vakdidactische kennis
• De student maakt vakdidactisch materiaal 

• Cursus is het projectboek van wonen

.

Vakdidactiek:

• opstellen van een jaarplanning
• opdracht voor het maken van didactisch materiaal voor overbrengingen wordt gegeven
• verschillende leerstijlen en hierop inspelen met je lessen 
• verder uitwerken van een goede lesvoorbereiding: voor afwisseling van verschillende werkvormen, de verschillende cognitieve niveaus, doelstellingen en evaluatie op  elkaar afstemmen.

De lector heeft eigen cursussen.

en mooie uitgeruste klas met veel didactisch materiaal 

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• Schriftelijk examen   100 %

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• Schriftelijk over de leerstof van de hele module

• SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  

• SO206 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• SO211 Creatief zijn.
  

• SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.
  

Vakdidactiek

De leerlingen maken vakdidactisch materiaal om hun lessen creatiever te maken.  

Inhoud

Studenten maken vakdidactisch materiaal om in 2 contextgebieden te kunnen gebruiken

• bestuderen de verschillende stappenplannen
• werken een les uit met een practische oefening
• verdiepen zich in het begeleiden van een ontwerpproces
• en maken materiaal ivm overbrengingen

Inhoud

• Technisch tekenen
  
  •  normen en normschrift 
  •  lijntypes en gebruik
  • maataanduidingen
  • constructies: evenwijdige, loodrechte, cirkels en veelhoeken
  • projecties en aanzichten
  • verschillende perspectieven  

• Materie deel I dit omvat de studie van: 
  •  algemene eigenschappen van materie
  • metalen en kunststoffen en hout

• Constructie: hoe bevestig je materialen aan mekaar
  • hout
  • metaal
  • kunststof
  • andere manieren van constructie van materialen worden aangehaald

• Projectweken :

  In deze week worden bezoeken gebracht aan: (keuze wordt gemaakt uit deze lijst)

  Technopolis, Doel, Isotopolis, Steg centrale, beroepenhuis, IMEC, museum van metallurgie, mijnbezoek, binnenvaartschool, drukkersopleiding, windmolenpark, krijgsmuseum, botenlift van Strépy, huis van de toekomst, chocolade fabriek, Futuroscope, muziekinstrumentenmuseum, Eurospace, Fluxys, brouwerij

• Museum Plantijn en Moretus: workshops etsen en drukken

• workshop metsen en houtbewerking in een technische school

Labomateriaal, cursus van dit vak,  leerplannen, handboeken voor leerlingen.

Goed uitgeruste Techniek-klas

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Technisch tekenen 2u examen, staat op 30 punten waarvan 6 punten behaald kunnen worden met de tekeningen tijdens het jaar  op 30% van de punten

Materie en constructie : schriftelijk 2u tijd op 40 % van de punten

Opdrachten van de projectweken  10 % van de punten

studiebezoeken:

• De studenten moeten bij elk bezoek aanwezig zijn. Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  krijgt de student een opdracht. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
  Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit hele opleidingsonderdeel.

Vakdidactiek  permanent inoefenen  tijdens de opdrachten.  Opdracht overbrengingen  moet klaar zijn tegen de opendeurdag. Als eindopdracht maken de studenten een vakdidactische poster.  Deze wordt voorgesteld tijdens de examenperiode ( 15 min per student).

Het totaal van de beide opdrachten staat op 20% van de punten

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Theoretisch gedeelte en het maken van didactisch materiaal kunnen herdaan worden. Alle opdrachten van vakdidactiek kunnen herdaan worden

Voor de theoretische cursussen moeten alle onderdelen herdaan worden namelijk materie, technisch tekenen en constructie

Studiebezoeken: kunnen niet ingehaald worden in tweede zit, als je daar een A voor gekregen hebt kan je niet slagen voor het hele vak

• SO101 Handelt integer en respectvol.
  
• SO102 Is flexibel in denken en handelen.
  
• SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• SO205 Stelt zich assertief op.
  
• SO206 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• SO208 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• SO209 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• SO210 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• SO211 Creatief zijn.
  
• SO212 Kan organiseren.
  

• SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
  
• SO314 Werkt doelgericht.
  
• SO315 Kan emanciperend werken.
  
• SO316 Evalueert leerlingen deskundig.
  
• SO317 Werkt leerlinggericht.
  
• SO318 Creëert een krachtige leeromgeving.
  
• SO319 Kan omgaan met diversiteit.
  
• SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.
  

de student weet zelfstandig en creatief lessen te realiseren in de eerste graad

de student reflecteert over de eigen lespraktijk

de student werkt aan verbeterpunten

leerplannen en eindtermen

handboeken en cursussen

vakliteratuur

observatieopdrachten

leerpunten aangereikt door de mentoren en stagebegeleiders

eigen reflecties

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

groeiportfolio telt mee voor 10% van de punten

de stage telt mee voor 90% van de punten

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

er is geen herkansing mogelijk, noch voor stage, noch voor groeiportfolio

er is geen deliberatie mogelijk

• SO101 Handelt integer en respectvol.
  
• SO102 Is flexibel in denken en handelen.
  
• SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• SO205 Stelt zich assertief op.
  
• SO206 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• SO209 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• SO210 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• SO211 Creatief zijn.
  
• SO212 Kan organiseren.
  

• SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
  
• SO314 Werkt doelgericht.
  
• SO315 Kan emanciperend werken.
  
• SO316 Evalueert leerlingen deskundig.
  
• SO317 Werkt leerlinggericht.
  
• SO319 Kan omgaan met diversiteit.
  

1. De student creëert een positief leer- en leefklimaat in de klas en op school door een positief klasmanagement te hanteren.
2. De student kan adequaat omgaan met ordeverstorend gedrag in de klas.
3. De student kan adequaat omgaan met pestproblematiek.
4. De student kan initiatieven rond zorgverbreding plaatsen

5. De student ziet de implicaties van diverse problematieken voor het leergedrag van leerlingen

respect tonen voor het "zo-zijn" van de ander

bereidheid om interactief te participeren

bereidheid om te reflecteren over het eigen functioneren en dit ook bijsturen

bereidheid tot kritische ingesteldheid

bereidheid tot samenwerking

• Klasmanagement: omgaan met moeilijk/ ordeverstorend gedrag in de klas.
• Interactieroos van Leary.
• Omgaan met pesten.
• Leerlingbegeleiding op school in het kader van zorgverbreding.
• Omgaan met diversiteit in de klas: bredere thema's: kansarmoede, culturele achtergrond, inclusief onderwijs, agressie op school, ... 
  

• Handboek: Van Mossevelde, E. (1997). De klas in de hand.Omgaan en begeleiden van leerlingen. Leuven/Amersfoort:Acco
  (voor het onderdeel: omgaan met moeilijk gedrag in de klas).
• Cursus aangevuld met teksten en eigen nota's.  
  

• Interactieve hoorcolleges en groepswerk rond diversiteit

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• mondeling examen in juni over de leerstof van het hele jaar; op 60% van de punten
• persoonlijke verslag: verwerking van het handboek 'Klas in de hand' van E.Van Mossevelde; op 20% van de punten; beoordelingscriteria: diepgang van de verwerking
• 20%groepsopdracht ivm omgaan met diversiteit
  

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• mondeling examen over de leerstof van het volledige jaar, op 60% van de punten: inzichts- en toepassingsvragen.
• persoonlijk verwerkingsverslag boek 'Klas in de hand' E. Van Mossevelde kan hermaakt worden bij een onvoldoende in eerste zit; bij voldoende worden de punten van dit verslag overgenomen 20% van de punten
• 20% van de punten staan op de groepsopdracht 'omgaan met diversiteit'. Bij onvoldoende in de eerste zit kan dit onderdeel herwerkt worden. Bij voldoende worden de punten van eerste zit overgenomen.

• SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• SO209 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• SO211 Creatief zijn.
  
• SO212 Kan organiseren.
  

• SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
  
• SO314 Werkt doelgericht.
  
• SO316 Evalueert leerlingen deskundig.
  
• SO317 Werkt leerlinggericht.
  
• SO318 Creëert een krachtige leeromgeving.
  

Componenten	Weging
Pedagogische wetenschappen	70%
digitale didactiek 2	30%

Er is geen overdracht van punten van componenten naar tweede zittijd of naar het volgend academiejaar.
Studenten die Algemene Didactiek 2 in de tweede examenperiode opnemen, nemen zowel  Pedagogische wetenschappen als Digitale Didactiek 2 volledig terug op.

• SO208 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  

• SO314 Werkt doelgericht.
  

De studenten kunnen:´

- vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen en leerplandoelen vertalen in opdrachten die aansluiten bij de leefwereld, motivatie en capaciteiten van de leerling.

- werkvormen en evaluaties inzetten met het oog op het actief en betrokken leren.

- leerinhouden gericht selecteren en structureren

- een krachtige leeromgeving ontwerpen

- leerervaringen structureren

- een degelijke evaluatie uitwerken

- eindtermen realiseren in de eigen klaspraktijk

- de verschillende kenmerken van het leren illustreren

- de visie op fundamenteel leren verduidelijken

- de gevolgen, van de visie op fundamenteel leren, op het onderwijs verduidelijken

- de verschillende leerprincipes illustreren

- de kenmerken van een alternatieve evaluatie illustreren

- de overeenkomsten en verschillen tussen een product- en procesgerichte onderwijsvorm verduidelijken

- Eindtermen en vakoverschrijdende eindermen

- Bijzondere werkvormen

- Alternatieve evaluatievormen

- Visie op leren

- Visie op leren volgens het EGO

- Gevolgen van deze visie op de aanpak bij het lesgeven

- Leerprinicpes

- Product- en procesgerichte onderwijsvormen

Cursus algemene didactiek 2 LO, deel 1 & 2, Hans Ihmsen

Gerichte literatuur

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Individuele opdracht (40%).

Het niet respecteren van de deadline voor het afgeven van de individuele opdracht leidt tot een halvering van de punten. Het niet respecteren van de tweede deadline voor het afgeven van de individuele opdracht leidt tot een score van 0 voor de opdracht.

Schriftelijk examen in juni (60%), gesloten boek.

Er wordt geen examen georganiseerd voor algemene didactiek tijdens de examens van december.

- Verplichte aanwezigheid. Men kan niet slagen voor algemene didactiek indien men meer dan drie keer ongewettigd afwezig is.

- Actieve deelname aan de projectweek is vereist om te kunnen slagen voor algemene didactiek.

-

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Schriftelijk examen (100%), gesloten boek.

Tijdens het examen wordt er gevraagd om een opdracht uit te werken om de competenties die beoordeeld werden in de individuele opdracht van de eerste examenperiode te beoordelen.

Er is geen overdracht van punten naar tweede zittijd of naar het volgend academiejaar.
Studenten die Algemene Didactiek 2 in de tweede examenperiode opnemen, nemen zowel  Pedagogische wetenschappen als Digitale Didactiek 2 volledig terug op.

• SO211 Creatief zijn.
  
• SO212 Kan organiseren.
  

• SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
  
• SO318 Creëert een krachtige leeromgeving.
  

• Kent de voor- en nadelen van digitale werkvormen en speelt er op in.
• Integreert digitale werkvormen in een lesopdracht.
• Gebruikt een digitaal schoolbord als meerwaarde in een leeromgeving.
• Maakt remediërende en uitdiepende oefeningen met HotPotatoes.
• Creëert HotPotatoesoefeningen op niveau van de lesgroep.
• Produceert een didactisch filmpje.

SmartBoard.

Je leert werken met een SmartBoard. Enerzijds komen de daadwerkelijke handelingen aan het bord zelf aan bod. Je leert welke handelingen je kan uitvoeren en waarvoor de verschillende attributen dienen. Je leert de mogelijkheden en beperkingen van het systeem. Je leert hoe je leerlingen kan motiveren door gebruik te maken van dit instrument.
Anderzijds leer je met behulp van de SmartBoard software lesdelen voorbereiden. Je bereidt specifieke onderwerpen voor die in de les worden getoond en besproken.

HotPotatoes

Je leert hoe je met HotPotatoes oefeningen creëert. Je doorloopt de verschillende stappen bij het opstellen van remediërende en/of uitdiepende hulpmiddelen. Je werkt zelf enkele praktische voorbeelden uit die worden uitgewisseld en besproken.

Productie didactisch filmmateriaal

Je maakt kennis met de productiestadia van filmateriaal: preproductie, productie en postproductie. Elk stadium wordt uitgediept vanuit didactisch en organisatorisch standpunt om te resulteren in een volwaardig didactisch fimpje.

• SMART Board Handleiding.pdf, 2006.
• FundamentalsLWB Dutch.pdf, 2005.
• Hotpotatoes v6 Syllabus.pdf, Kraeye, De Four, Geerts, 2006.
  
  

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• Deel Smartboard: praktisch mondeling examen met voorbereide taak (33%).
• Deel HotPotatoes: taak: opstellen van oefeningen in HotPotatoes (33%) als deel van de geïntegreerde jaartaak van Pedagogische wetenschappen.
• Deel Didactisch Filmmateriaal: evaluatie van het materiaal dat tijdens de lessen werd ontwikkeld.(33%)
  
  

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• Er is geen overdracht van punten naar tweede zittijd of naar het volgend academiejaar.
  Studenten die Algemene Didactiek 2 in de tweede examenperiode opnemen, nemen zowel  Pedagogische wetenschappen als Digitale Didactiek 2 volledig terug op.
  
• Deel Smartboard: praktisch mondeling examen met voorbereide taak (33%).
• Deel HotPotatoes: taak: opstellen van oefeningen in HotPotatoes (33%) als deel van de geïntegreerde jaartaak van Pedagogische wetenschappen.
• Deel Didactisch Filmmateriaal: productie van nieuw didactisch filmmateriaal.(33%)
  

Ontwikkelen van samenwerkingsvaardigheden door als team op een kritische manier een praktische uitwerking te realiseren dat als pedagogisch antwoord kan dienen op een actuele uitdaging waarmee het onderwijs in een grootstedelijke, multiculturele, context geconfronteerd wordt

• SO102 Is flexibel in denken en handelen.
  
• SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  
• SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• SO208 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• SO209 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• SO210 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  

Vernieuwingsgerichtheid

Kritische gerichtheid :

- Jezelf in vraag kunnen stellen

- De andere in vraag kunnen stellen

-  De informatie in vraag kunnen stellen

Samenwerkingsvaardigheden

- Goed kunnen communiceren

- Feedback kunnen geven

- De eigen mening goed kunnen beargumenteren

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• SO102 Is flexibel in denken en handelen.
  
• SO103 Geeft blijk van verantwoordelijkheidszin.
  

• SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• SO208 Verzorgt zijn taal, drukt zich duidelijk uit, structureert de boodschap.
  
• SO210 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• SO211 Creatief zijn.
  
• SO212 Kan organiseren.
  

• SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
  
• SO314 Werkt doelgericht.
  
• SO317 Werkt leerlinggericht.
  
• SO318 Creëert een krachtige leeromgeving.
  
• SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.
  

- kan werken met de vernieuwde leerplannen uit het VVKSO.

- kent de verschillende competenties / componenten uit de studierichtingen.
- zet zich in om de opdrachten uit de IO ken wijn wijs tot een goed einde te brengen.

De student kan:

- werken met de competenties, de leerlijnen en het doelenboek.

- een opdracht binnen een integrale opdracht uitwerken.
- werken met de cavianormen.
- een functioneel of decoratief werkstuk maken met als thema wijn.
- wijn degusteren.
- koken met wijn.

De student kent:
- het vinificatie procedé voor het maken van witte wijn.
- het vinificatie procedé voor het maken van rozé wijn.
- het vinificatie procedé voor het maken van rode wijn.
- de soorten druiven gebruikt voor wijn.
- de methode voor het maken van schuimwijn.
- het verschil tussen champagne en schuimwijn.
- het verschil tussen malolactaatgisting en alcoholische gisting.
- de verschillende wijnstreken in Frankrijk en Duitsland.
- de wijnetiketten.
- het klimaat van wijnstreken.

Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  krijgt de student een opdracht. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Opdracht integraal leren 15%

Project ken wijn wijs 85%

• SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.
  

Module 3 detergenten: vuil, emulgerend vermogen, schuim, oplossend vermogen micellen, samenstelling detergent, alle additieven aan detergenten

additieven: verschil met contaminanten, bederf en kwaliteitsachteruitgang, conserveermethoden, bewaarmiddelen, zoetmiddelen, smaakversterkers, kleurstoffen, emolgeermiddelen, geleer- en stabiliseermiddelen,

Module 4: Biochemie van de voeding

Processen en technieken:

eigenschappen van voedingsmiddelen

eiwitten, vetten, sacchariden,

 Maillard reactie, processen bij deeg, bij groenten en fruit en bij vlees.

Vitaminen, enzymen.

Deze leerstof wordt aangebracht tijdens de les zoals je ze ook moet kennen voor het examen.  De lessen zijn essentieel om te kunnen slagen voor dit vak.  Studenten die de lessen niet kunnen bijwonen, werken zelf bij en mogen altijd uitleg komen vragen.

Nadat alle leerstof gezien is, worden er discussiegroepen gevormd om de leerstof te vediepen. Dit helpt om inzicht te krijgen in de materie. 

Dit is een jaarvak: alles wordt dus samengeteld

Je moet er in het totaal geslaagd zijn voor detergenten, addidtieven en biochemie van de voeding

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Module 3 in december: detergenten en het eerste deel van biochemie van de voeding nl het onderdeel additieven ( informeer je tot hoever je dit boek moet kennen)  2 u examen schriftelijk.

Je krijgt hier tussentijds een punt van, dit is een voorlopig punt.

Module 4 in juli: biochemie van de voeding 2 u examen schriftelijk

De punten van module 3 en module 4 worden samengeteld en geven het eindpunt.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

Indien niet geslaagd in het totaal moeten alle onderdelen zowel van module 3 als module 4 worden herdaan

examentijd 4 u

Theorie verzorging

Vakdidactiek verzorging

Praktijk verzorging

• SO102 Is flexibel in denken en handelen.
  
• SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• SO206 Heeft empathisch vermogen, toont openheid en zorg.
  
• SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• SO210 Toont maatschappelijke betrokkenheid en is vernieuwingsgericht.
  
• SO211 Creatief zijn.
  
• SO212 Kan organiseren.
  

• SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
  
• SO314 Werkt doelgericht.
  
• SO317 Werkt leerlinggericht.
  
• SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.
  

De student:

- kent de rechten en plichten van jongeren

- kan omgaan met de verschillende vormen van diversiteit in de samenleving.

- kan alle componenten van een verzorgde feesttafel uitwerken en zorgt voor een verzorgd voorkomen.

- kent de basisprincipes uit de EHBO.

- kan werken met de basisprincipes uit de EHBO in de praktijk.

- kan werken met de leerplannen verzorging 2de graad.

Theorie:

- sociale wetenschappen: rechten en plichten van jongeren

- sociale wetenschappen: identiteit en diversiteit

- EHBO: basisprincipes

- EHBO: pleisters en verbanden

- EHBO: reanimeren

- EHBO: bloedingen

- EHBO: huidwonden, brandwonden, zonnebrand

- EHBO: steken en beten

- EHBO: hoofd, borst, buik, rug en ledematen

Vakdidactiek:

- leerplannen

- werkfiches

- wandplaat

Praktijk:

- tafelzorg

- textielzorg

- groothuishouding

Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  krijgt de student een opdracht. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

permantente evaluatie 40%:

werken tijdens de les: 20%

vakdidactiek: 20%

examen 60%

praktijkexamen 30% (samen met het praktijkexamen voeding)

theorie examen: 30%

* Het praktijkexamen voeding en verzorging wordt ingeoefend in december. Het is een oefening waarvan de score wordt meegeteld bij de permanente evaluatie.

Om te slagen voor het vak verzorging moet je voor alle onderdelen meer dan de helft van de punten halen.

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	30%

Enkel het theorie examen kan hernomen worden.

De punten van de andere onderdelen blijven behouden.

Menu en receptenleer.

Kooktechnieken en kennis van klasieke recepturen.

• SO101 Handelt integer en respectvol.
  
• SO102 Is flexibel in denken en handelen.
  
• SO104 Kan zichzelf kritisch evalueren en ontplooit zich verder.
  

• SO207 Kan samenwerken met collega's en stagementoren.
  
• SO209 Kan analytisch denken en zich een oordeel vormen.
  
• SO211 Creatief zijn.
  
• SO212 Kan organiseren.
  

• SO313 Bezit leerlinggerichte didactisch-methodische competenties.
  
• SO320 Bezit kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes in de vakdomeinen die in de opleiding aan bod komen.
  

• Behoudt overzicht en reageert wendbaar bij onverwachte omstandigheden. De student blijft rustig bij onverwachte omstandigheden in de keuken.
• Opdrachten krijgen een verzorgde stijl en overzichtelijke lay-out. Kan werken met verschillende recepturen. Ziet verbanden en heeft een goed onderbouwde argumentatie bij de keuze van kooktechnieken. Staat open voor nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied. Kan kritisch denken ten aanzien van informatie.  Uit creativiteit bij realisatie van opdrachten. Taken worden goed voorbereiden afspraken gerespecteerd.
• Legt verband tussen lesonderwerpen in eigen opleiding (hogeschoolniveau) en aanpak lesonderwerpen gericht op doelgroep SO. De student kan moeilijkheden en aandachtspunten in recepten aanduiden.
• Juist gebruik van materieel en technieken. Inzicht in receptuur.
• Zelfstandig kunnen werken. 

• Organisatieschema   
• Gebak, deeg en  beslag  
• Menuleer  
• Gastronomie
• Kooktechnieken
• Serveerdienst en maaltijdverstrekking

• Info op P-schijf      
• Irene van Blommestein, KOOK OOK, Nederlands Voedingsbureau voor voeding, 2008
• J.G. van Eden, RECEPTENLEER, Bereidingstechnieken en -processen, HBuitgevers,  2009
• Vaktijdschriften en kookboeken Schoolbib.
• Leerplannen

• Theorie;Menu en receptenleer
• Vakdidactiek; organisatie van praktijklessen en leerplanstudie.
• Praktijksessies; recepturen uitwerken met aandacht voor, organisatie, menuleer, techniek, presentatie en  hygiëne richtlijnen.
• Verplichte praktijksessies met verplichte voorbereiding
• Elkaar leren coachen, per les zijn er 2 coachen die zorgen voor het goede verloop van de kookles, de orde en uitvoeren van gemeenschappelijke taken in de keuken.
• Individuele voorbereiding op het examen. waarin volgende aspecten aan bod komen: organisatie en samenwerking, werktempo, kennis van de menuleer, gebruik van kooktechnieken, creativiteit, hygiëne, organoleptische aspecten, ergonomisch en veilig handelen.
• Zelfstandig kunnen werken

Categorie	Weging van categorieën
totaal cijfer examen	100%

• Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  krijgt de student een opdracht. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
  Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

   

  Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

   

•  Theoretisch werk kan hernomen worden
• Punten voor permanente evaluatie en practisch examen blijven behouden.

• Het praktijkexamen voeding en verzorging wordt ingeoefend in december. Het is een oefening waarvan de score wordt meegeteld bij de permanente evaluatie.