ECTS-database Plantijn Hogeschool
Bedrijfsmanagement - Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk
  
cataloognrbenamingstudiepunten
1120300002Europees recht en instellingen/23
1120300008Frans II6
1120300009Engels II6
1120300019Erfrecht/14
1120300020Inleiding fiscaal recht/23
1120300021Inleiding sociaal recht/23
1120300022Staatsrecht & administratief recht/23
1120300023Strafrecht/33
1120300024Strafprocedures/43
1120300025Zakelijke en juridische communicatie II/33
1120300026Gerechtelijk recht II/33
1120300027Handels- & economisch recht/15
1120300028Zakelijke en juridische communicatie II/43
1120300029Vennootschapsrecht/43
1120300043Toepassingen ICT II/33
1120300047Toepassingen ICT II/43
1120300049Huwelijksvermogensrecht/13
Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Europees recht en instellingen/2
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
Code:1120300002
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:uitdiepend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 2
Contacturen:28
Aantal studiepunten:3
Totaal studietijd:78
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Engels,
Lector(en)Bart Roels

 

KORTE OMSCHRIJVING
Dit opleidingsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis, actoren, rechtsbronnen en beleidsdomeinen van de Europese Unie.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Inzicht bezitten in het grondwettelijk recht van de Europese Unie
  • Strategieën beheersen om informatie te vinden over de EU
  • Vermogen bezitten om Europese politieke thema’s in hun context te plaatsen
  • Goede kennis hebben van geschiedenis, actoren en rechtsbronnen van Europees recht
  • Elementaire kennis hebben van de beleidsdomeinen van de Europese politiek
MEERWAARDE ONDERWIJSTAAL

Meerwaarde voor de studenten.

-Het aanleren van taalcompetenties buiten de grenzen van een taalvak.
-Dit opleidingsonderdeel heeft in de dagdagelijkse praktijk een gangbaar vakjargon in de Engelse taal.

-Het onderwerp van dit opleidingsonderdeel leent zich ertoe. De voertaal van het onderwerp van dit opleidingsonderdeel binnen de Europese instellingen en binnen de Europese unie is het Engels, bijgevolg ligt het voor de hand dat dit opleidingsonderdeel in het Engels aangebracht wordt.
-De meest gerenommeerde naslagwerken die het onderwerp van dit opleidingsonderdeel beschrijft wordt uitgeschreven in het Engels.

Functionaliteit van de opleiding.

-Internationalisering at home levende anderstalige omgeving.
-Een Engelstalig leertraject organiseren waar uitwisslingsstudenten aan kunnen participeren.


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Juridische bronnen/1

Andere begincompetenties
Basiskennis van het eigen nationale recht en van de engelse taal.
LEERINHOUDEN
  • Geschiedenis van de Europese integratie
  • Actoren van de EU en hun bevoegdheden (Europees Parlement, Europese Raad, Raad, Commissie, Hof van Justitie, Rekenkamer, …)
  • Rechtsbronnen van de EU (Primair en secundair recht)
  • Beleidsdomeinen van de EU (Interne markt, Economische en monetaire politiek, Andere beleidsdomeinen inz. de sociale politiek)

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus met Fact Sheets van het Europees Parlement 
  • Geconsolideerde versie van de Europese verdragen, Publications Office of the European Union, 2010 
  • Informatie op Blackboard 
  • Publicaties van de Europese Unie, www.europa.eu

WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 85

%
practicum en oefeningen:

  15

%

vormen van groepsleren:

  0

%
Verdere toelichting:
  • Lessen en gastlessen met discussies
  • Taken: oplossen van multiple choice vragen, bespreking van arrest van Hof van Justitie, verkenning van EU-website (www.europa.eu)
  • Coaching: de lector geeft feedback in de les en via blackboard
  • Studiebezoek: Europese Instelling in Brussel, Europe Direct information relay in Antwerpen, …

EVALUATIE

Eerste examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

Schriftelijk examen: multiple choice vragen (10 punten) en open vragen (10 punten). De geconsolideerde versie van de Europese verdragen mag gebruikt worden als er niets in geschreven is, ofschoon onderstrepen en markeren toegelaten zijn.

tijd voor examinering
uren

2 

Tweede examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

Schriftelijk examen: multiple choice vragen (10 punten) en open vragen (10 punten). De geconsolideerde versie van de Europese verdragen mag gebruikt worden als er niets in geschreven is, ofschoon onderstrepen en markeren toegelaten zijn.

 
Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Frans II
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
Code:1120300008
Academiejaar:2011-2012
Type:kernondersteunend,
Niveau:uitdiepend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 of 2 - Volledig academiejaar
Contacturen:56
Aantal studiepunten:6
Totaal studietijd:156
Examencontract:niet mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Frans,
Lector(en)Yvona Orgielewski

 

KORTE OMSCHRIJVING

Het gebruik van de Franse taal wordt verder verfijnd en aanpast aan verschillende economische en juridische situaties/doelgroepen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
  • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen? Ook tegen superieuren. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep.
     Volgende specifieke doelstellingen worden vooropgesteld: 
  • De student kan een communicatieboodschap (zakelijk en alledaags) aanpassen aan de ontvanger en gepast reageren op zakelijke boodschappen. (M. II/1, 2, 3en 4) 
  • De student kan zelfstandig informatie opzoeken en verwerken en deze aan anderen communiceren. (M. II/1, 2, 3en 4)
  • De student kan zijn kritische kijk op een specifieke thematiek verwoorden. (M. II/1, 2, 3en 4) 
  • De student kan informatie en mening duidelijk onder woorden brengen en ingaan op de mening van anderen. (M. II/2, 3en 4) 
  • De student kan argumenten uit verschillende bronnen samenvatten, probleem helder uiteenzetten, oorzaken en gevolg geven, voor- en nadelen vermelden, oplossingen bieden. (M. II/1, 2, 3en 4)
  • De student kan radio/tv-programma’s volgen. (M. II/1, 2, 3en 4)
  • De student kan een bondig zakelijk verslag uitbrengen (M.II/2)
  • De student kan vakgerichte artikels begrijpen, samenvatten en in duidelijke samengestelde zinnen rapporteren, met duidelijke opbouw van redenering en argumenten vóór en tegen. (M. II/2)
  • De student kan persuasieve handelscorrespondentie (klacht, dreigbrief, ) hanteren. (M. II/3)
  • Franse handels- en juridische correspondentie verder ontwikkelen. (M. II/2, 3en 4)
  • De student kan cijfer- en beeldmateriaal opzoeken, verwerken en aan anderen communiceren. (M.  II/2, 3en 4)
  • De student kan een bedrijf voorstellen: pertinente economische en juridische informatie distilleren en vakkundig presenteren. (M. II/1, 2, en 3)
  • De student kan zelfstandig een sollicitatiebrief opstellen (informatie over het bedrijf opzoeken en verwerken, zichzelf voorstellen). (M. II/4)
  • De student kan tijdens een sollicitatiegesprek zichzelf professioneel voorstellen en over zijn carrière/ambities spreken.(M. II/4)
  • De student kan formuleringen en stijl aanpassen aan de doelgroep. (M. II/1, 2, 3en 4)
  • De student kan deelnemen aan groepsdiscussies over alledaagse of beroepsgerichte onderwerpen.(M. II/2)


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: Frans I

Andere begincompetenties
  • Software pakketten (Word, Excell, PowerPoint)
  • Vlot en gericht informatie opzoeken in verschillende bronnen

LEERINHOUDEN
  • Uitbreiding van de economische en juridische terminologie aan de hand van vakgerichte teksten (M.  II/1, 2, 3en 4)
  • Introductie tot de juridische correspondentie met referentie naar een wetsartikel ((M II/1)
  • Uitbreiding van de handelscorrespondentie: verzekeringen (M.II/2), klacht (M.II/3),  sollicitatie 
  • Een vonnis analyseren (M. II/1)
  • Verschillende types contracten bespreken (M. II/3, 4)
  • Rechten en plichten van juridische personen bestuderen (M. II/2)
  • Rechten en plichten van de consument bestuderen (M. II/2)
  • Statuten analyseren (M. II/3)
  • Werkgerelateerde thema's en situaties behandelen : hiërarchie, werkcontract, sollicitatiebrief en -gesprek, aanwerving en ontslag (M. II/4)
  • Omschrijving en herkenning van verschillende juridische documenten (M.  II/1, 2, 3en 4)
  • Vergelijking van juridische en handelsdocumenten (M.  II/1, 2, 3en 4)
  • Becommentariëren en analyseren van een geschreven, auditief of visueel document (M.  II/1, 2, 3en 4)
  • Verder werken aan de logische en structurele opbouw van een tekst (geschreven of gesproken) (M.  II/1, 2, 3en 4)  
  • Grammatica uit 1 RP verder toepassen in mondelinge en schriftelijke communicatie
  • Nieuwe grammaticale thema's: woorden begrijpen zonder gebruik van een woordenboek (M. II/1), technieken hanteren voor een betere spelling (M. II/1); l'opposition/la concession et négocier/convaincre (M. II/2); le passif (M. II/3); la cause/conséquence et le temps (M. II/4)

STUDIEMATERIAAL
  • Cursus Frans: Yvona Orgielewski
  • Grammaire 2000
  • Vertalend woordenboek
  • Media (kranten, radio, tv-programma's, internet) 

 


WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 16

%
practicum en oefeningen:

  16

%

vormen van groepsleren:

  14

%
Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges  met oefenmomenten, presentaties, rollenspel
  • Mondelinge toelichting bij de cursus en de oefeningen dienen tevens als aanvulling voor de te kennen leerstof
  • Voorbereiding thuis is voor sommige oefeningen/thema's cruciaal en kan beoordeeld worden als permanente evaluatie

EVALUATIE

Eerste examenperiode
CategorieWeging van categorieën
evaluatie30%
examen in de examenreeks70%

Permanente evaluatie (10%) én mondeling examen (20%) in de loop van de module en een schriftelijk examen van 2 uur (70%) met betrekking tot de geziene leerstof op het einde van de module, met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen. Deelname aan elk evaluatiemoment is verplicht. Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Bij een gewettigde afwezigheid neemt student binnen 5 werkdagen contact op met de lector om een inhaaldatum af te spreken. Indien men ongewettigd afwezig is, leidt dit tot een nul voor het betrokken onderdeel. Zie 3.2. Departementale aanvullingen OER.

Permanente evaluatie Mod II/1 :

-        Antwoordbrief over een juridische problematiek (10%)

-        Presentatie van een “juridische casus" (20%)

 

Permanente evaluatie Mod II/2 :

-        Brief ivm verzekeringen (schade melden en/of antwoord daarop formuleren) (10%)

-        Onderhandelen / overleggen / overtuigen (20%)

 

Permanente evaluatie Mod II/3 :

-        klachtbrief (klacht schrijven en/of beantwoorden) (10%)

-        Actuele juridische problematiek van een bedrijf beschrijven en becommentariëren (20%)

 

Permanente evaluatie mod II/4 :

-        Sollicitatiebrief (10%)

-         Virtuele CV (20%)


tijd voor examinering
uren

8 

Tweede examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

Een schriftelijk examen van 3 uur met betrekking tot de 4 modules samen, met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (70%).

Een mondelinge proef van 15 minuten met een presentatie waarin twee juridische documenten met elkaar vergeleken worden (30% ): acte de création (statuts) - acte de naissance - contrat d'embauche - contrat de vente ou de location - convocation à un entretien de licenciement - notification de licenciement - police d'assurances.

 
Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Engels II
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
Code:1120300009
Academiejaar:2011-2012
Type:kernondersteunend,
Niveau:uitdiepend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 of 2 - Volledig academiejaar
Contacturen:56
Aantal studiepunten:6
Totaal studietijd:156
Examencontract:niet mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Engels,
Lector(en)Erika Decock

 

KORTE OMSCHRIJVING

Nu we een solide basis hebben, leren we Engels hanteren in diverse zakelijke en juridische situaties.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM104 Creativiteit
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM208 Teamgericht kunnen werken
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen? Ook tegen superieuren. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM339 Hij heeft een grondige kennis van grammatica en de woordenschat in het Frans en het Engels. In de beide vreemde talen is hij vertrouwd met de specifieke juridische terminologie. Hij communiceert vlot (mondeling, schriftelijk, presentaties geven, vergaderen, e.d.m....) in het Nederlands, Frans en Engels.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid verder ontwikkelen en aanscherpen zodat de student vlot kan communiceren op algemeen, juridisch en zakelijk vlak, zowel individueel als in groep. (M1, 2, 3 en 4)
  • De student begrijpt en assimileert de aangeboden zakelijke en juridische teksten. (M1, 2, 3 en 4)
  • De student begrijpt gesproken (zakelijk) Engels en distilleert de gevraagde informatie. (M1, 2, 3 en 4)
  • De student beheerst de aangeboden algemene, zakelijke en juridische woordenschat. (M1, 2, 3 en 4) 
  • De student krijgt meer inzicht in verschillende juridische en zakelijke thema's. (M1, 2, 3 en 4)
  • De student kan zijn/haar mening zowel mondeling als schriftelijk in het Engels formuleren. (M1, 2, 3 en 4)
  • De student kan onvoorbereid zijn/haar mening mondeling in het Engels formuleren. (M1)
  • De student krijgt een inleiding tot de handelscorrespondentie (lay-out en stijl). (M1)
  • De student kan deelnemen aan een vergadering. (M2)
  • De student kan een vraag om inlichtingen formuleren. (M2)
  • De student heeft inzicht in het Brits rechtssysteem. (M2)
  • De student kan social English gebruiken in algemene en zakelijke situaties. (M3)
  • De student kan een efficiënt onderhandelingsgesprek voeren. (deel 1) (M3)
  • De student kan een antwoord op een vraag om inlichtingen formuleren. (M3)
  • De student kan een efficiënt onderhandelingsgesprek voeren. (deel 2) (M4)
  • De student kan een klachtenbrief schrijven en er gepast op reageren. (M4)

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: Engels I

Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN
  • Legal English: studie van juridische teksten/thema's met gepaste oefeningen (gedeeltelijk zelfstudie). (M1, 2, 3 en 4)
  • Business English: studie van zakelijke thema's via luister-, lees- en spreekoefeningen. (M1, 2, 3 en 4)
  • Woordenschatuitbreiding op algemeen, zakelijk en juridisch vlak (gedeeltelijk zelfstudie). (M1, 2, 3 en 4)
  • Vergadertechnieken en vergaderen. (M2)
  • Brits rechtssysteem. (M2)
  • Inleiding tot de handelscorrespondentie. (M1)
  • Zakelijke correspondentie: vraag om inlichtingen. (M2)
  • Zakelijke correspondentie: antwoord op een vraag om inlichtingen. (M3)
  • Zakelijke correspondentie: klachtenbrief en reactie. (M4)
  • Social English. (M3)
  • Onderhandelingsgesprek. (M3 en 4)

STUDIEMATERIAAL
  • Brown and Rice, "Professional English in Use - Law", CUP, Cambridge, 2007. (handboek voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
  • Cotton, Falvey and Kent, "Market  Leader 3rd Edition, Intermediate Business English Course Book", Pearson Education Limited, Harlow, 2010. (handboek voor klassikaal gebruik)
  • Decock, E., "Commercial Correspondence", 2011. (cursus voor klassikaal gebruik)
  • McCarthy and O'Dell, "English Vocabulary in Use (upper-intermediate)",  CUP, Cambridge, 2007.  (handboek voor zelfstudie)
  • Widdowson A. R., "Market Leader - Business Law", Pearson Education Limited, Harlow, 2010 / Smith T., "Market Leader - Business Law", Pearson Education Limited, Harlow, 2000. (losse juridische teksten voor klassikaal gebruik en voor zelfstudie)
  • P-schijf: oplossingen bij zelfstudieteksten / extra materiaal

WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 16

%
practicum en oefeningen:

  16

%

vormen van groepsleren:

  14

%
Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges met oefensessies, rollenspel en groepswerk (bij correspondentie, vergaderen en onderhandelen tijdens de permanente evaluatie-opdracht).
  • Er wordt tijdens de les bijna constant mondeling feedback gegeven.

EVALUATIE

Eerste examenperiode
CategorieWeging van categorieën
evaluatie35%
examen in de examenreeks65%

  • M1:
    • 20 procent permanente evaluatie in de vorm van een spontane mondelinge oefening. Bij deze oefening wordt gelet op taal en vlotheid. Deelname is verplicht! Afwezigheden moeten gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
    • 80 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings-, en open vragen (duurtijd: 2 uur)
  • M2:
    • 40 procent permanente evaluatie in de vorm van het houden van een vergadering (20%) en van het schrijven van een zakelijke brief (20%). Bij het vergaderen wordt gelet op taal, aanpak, vlotheid en aandeel in de vergadering. Bij de zakelijke brief worden lay-out, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid) en taal (zinsstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
    • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)
  • M3:
    • 40 procent permanente evaluatie: onderhandelingsgesprek (20%) en zakelijke brief (20%). Bij het onderhandelingsgesprek wordt gelet op taal, aanpak/efficiëntie, vlotheid, aandeel in het gesprek. Bij de zakelijke brief worden lay-out, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid), taal (zinsstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
    • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur) 
  • M4:
    • 40 procent permanente evaluatie in de vorm van het voeren van een onderhandelingsgesprek (20 %) en van het schrijven van een zakelijke brief (20 %). Bij het onderhandelingsgesprek wordt gelet op taal, aanpak/efficiëntie, vlotheid, aandeel in het gesprek. Bij de zakelijke brief worden lay-out, stijl (o.a. woordkeuze, klantvriendelijkheid), taal (zinsstructuur, typische taalfouten, spelling) geëvalueerd. Deelname is verplicht! Afwezigheid moet gewettigd worden met een doktersattest. Niet-deelname of ongewettigde afwezigheid leidt tot een nul voor dit onderdeel.
    • 60 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings- en open vragen (duurtijd: 2 uur)

Zie ook 3.2. departementale aanvullingen OER bij afwezigheid deelexamen buiten examenreeks


tijd voor examinering
uren

8 

Tweede examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

  • 80 procent schriftelijk examen met kennis-, inzichts-, toepassings-, en open vragen (duurtijd: 3 uur)
  • 20 procent mondeling examen: onderhandelingsgesprek (10 procent) en een korte onvoorbereide reactie op een stelling of nieuwsitem (10 procent) (duurtijd: 10 minuten)
  • De leerstof van de 4 modules dient gekend te zijn.
 
Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Erfrecht/1
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
Code:1120300019
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:uitdiepend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 of 2 - Module 1
Contacturen:42
Aantal studiepunten:4
Totaal studietijd:104
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Nederlands,
Lector(en)Kristine Adriaenssens

 

KORTE OMSCHRIJVING

Een overzicht van de regels van het wettelijk erfrecht (wie erft wat?) en van de regels inzake het testamentair erfrecht (hoe maak ik een testament en wat zijn de voorwaarden?).


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Beroepsspecifieke competenties
  • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het erfrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak.
  • Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het erfrecht en gerelateerde materies als de fiscale gevolgen van vermogensplanning.
  • Vanuit grondig inzicht in de technieken/consequenties van familiale vermogensplanning gepast advies kunnen geven in deze materie.
  • Zelfstandig nalatenschappen vereffenen, ook bij minder courante familiesituaties.

 


VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Personen- en familierecht/4

Andere begincompetenties
Beschikken over een grondige basiskennis burgerlijk recht: o.a. rond verbintenissen, contracten, personen- en familierecht en bronnenstudie.

 


LEERINHOUDEN
  • Openvallen van de nalatenschap ( (ogenblik, afwezigen, plaats, formaliteiten)
  • Bekwaamheid om te erven (bestaan, niet onwaardig zijn)
  • Toebedeling van de nalatenschap (orde, lijn, graad, plaatsvervulling, kloving)
  • Toebedeling in vier erforden
  • Erfrecht en adoptie
  • Erfrecht van de langstlevende echtgenoot en langstlevende samenwonende partner
  • Rechten van de staat
  • Reserve (historiek, omvang beschikbaar deel, gevallen van samenloop)
  • Fictieve massa (samenstelling, aanrekening van giften, inkorting)
  • Kenmerken van de reserve
  • Giften aan erfgenamen: inbreng en toerekening
  • Geldigheidsvereisten, eigen aan giften
  • Schenkingen onder de levenden
  • Testament (kenmerken, vormen, interpretatie, studie van de legaten, problemen ivm aanduiding van de legataris)
  • Bijzondere soorten giften (erfstelling over de hand, ouderlijke boedelverdeling, contractuele erfstelling)
  • Overgang van de nalatenschap (ab intestato, testamentaire nalatenschap)
  • Stichting

STUDIEMATERIAAL
  • cursus erfrecht Kristine Adriaenssens
  • Burgerlijk Wetboek

WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 28

%
practicum en oefeningen:

  11

%

vormen van groepsleren:

  0

%
Verdere toelichting:
  • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken: ca 15 uur: de inbreng van de student via discussie is daarbij essentieel.
  • Practica: ca 25 uur
  • Begeleidingsmomenten: individuele vraagstelling door de studenten, feedback door docent
  • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten oefencases ter beschikking

EVALUATIE

Eerste examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

  • Schriftelijk examen van 3 uur (op 20 punten)
  • Voor 8 punten: open vraagstelling omtrent kennis en inzicht (erfrecht, vermogensplanning en gerelateerde materies; zie leerdoelen 1,2 en 3)
  • Voor 12 punten: toepassingsopdracht rond de vereffening van nalatenschappen (zie leerdoel 4). Criteria: inzichtelijke uitwerking, correcte vereffening.

 


tijd voor examinering
uren

3 

Tweede examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

  • Schriftelijk examen van 3 uur (op 20 punten)
  • Voor 8 punten: open vraagstelling omtrent kennis en inzicht (erfrecht, vermogensplanning en gerelateerde materies; zie leerdoelen 1,2 en 3)
  • Voor 12 punten: toepassingsopdracht rond de vereffening van nalatenschappen (zie leerdoel 4). Criteria: inzichtelijke uitwerking, correcte vereffening.
 
Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Inleiding fiscaal recht/2
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
Code:1120300020
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:inleidend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 2
Contacturen:28
Aantal studiepunten:3
Totaal studietijd:78
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Nederlands,
Lector(en)Rudi Lecoutre

 

KORTE OMSCHRIJVING
Fiscaal Recht:

Het Fiscaal Recht raakt de kern van de werking van alle openbare besturen en overheden in ons land, en dus ook een belangrijk aspect van de rechten en plichten van de burger in zijn relatie tot dat bestuur.  In deze inleidende cursus wordt onder meer ingegaan op de kenmerken en soorten fiscale heffingen in de brede zin, het functie van belastingen in de werking van de overheid, de grondwettelijke beginselen van het belastingrecht en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de soorten belastingen. 
Daarnaast is er aandacht voor het invullen van een eenvoudige belastingaangifte en duiding omtrent basisbegrippen die daarbij aan bod komen, zoals ‘personen ten laste’, ‘kadastraal inkomen’, enz.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
  • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
  • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen? Ook tegen superieuren. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student is in staat om analytisch en kritisch te denken, om informatie te verwerken en te analyseren, om de leerstof te toetsen aan praktijkvoorbeelden
  • De student heeft de attitide om bij te leren, om vragen te stellen, om zich te informeren en de actualiteit op te volgen, en om zijn persoonlijke visie stevig en duidelijk te onderbouwen.
  • De student is in staat om een juridisch vraagstuk in de jusite bredere context te plaatsen

     

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Juridische bronnen/1

Andere begincompetenties

Geen.


LEERINHOUDEN
  • Fiscaal recht:
    • algemene inleiding tot het fiscaal recht met situering van publiekrechtelijke en fiscaalrechtelijke begrippen.
      • Begrip en kenmerken van de belasting
      • Functies van de belasting
      • Bevoegdheid tot het heffen van belastingen
      • Rol van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
      • Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing
      • Algemene beginselen en kenmerken van de belastingen en het fiscaal recht
      • Bronnen van het belastingrecht
      • Indeling van de belastingen
    • Inleiding tot de fiscaliteit
      • De inkomstenbelasting
        • Personenbelasting
        • Vennootschapsbelasting
        • Rechtspersonenbelasting
        • Belasting van niet-inwoners
        • Voorheffingen
      • B.T.W.

 


STUDIEMATERIAAL

Basisbegrippen fiscaal recht, M. Maus en A. Spruyt, die Keure - B&E.


WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 35

%
practicum en oefeningen:

  0

%

vormen van groepsleren:

  0

%
Verdere toelichting:

Hoorcolleges


EVALUATIE

Eerste examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

  • schriftelijk examen met theoretische vragen en mogelijk ook praktische oefeningen: 2 klokuren.

tijd voor examinering
uren

2 

Tweede examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

  • schriftelijk examen met theoretische vragen en mogelijk ook praktische oefeningen: 2 klokuren.
 
Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Inleiding sociaal recht/2
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
Code:1120300021
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:inleidend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 2
Contacturen:28
Aantal studiepunten:3
Totaal studietijd:78
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Nederlands,
Lector(en)Bart Roels

 

KORTE OMSCHRIJVING
Het sociaal recht omvat het arbeidsrecht en het sociaal zekerheidsrecht. Het individueel en collectief arbeidsrecht regelt de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers. Het sociaal zekerheidsrecht omvat alle maatregelen waardoor aan de burgers een vervangings- of aanvullend inkomen wordt uitgekeerd ingeval zich een sociaal risico voordoet.

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
  • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
  • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
  • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
  • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
Beroepsspecifieke competenties
  • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
  • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
  • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
  • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
  • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
  • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
  • De student is in staat om analytisch en kritisch te denken, om informatie te verwerken en te analyseren, om de leerstof te toetsen aan praktijkvoorbeelden
  • De student heeft de attitude om bij te leren, om vragen te stellen, om zich te informeren en de actualiteit op te volgen, en om zijn persoonlijke visie stevig en duidelijk te onderbouwen.
  • De student is in staat om een juridisch vraagstuk in de juiste bredere context te plaatsen

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Juridische bronnen/1

Andere begincompetenties

Geen.


LEERINHOUDEN
  • Collectief arbeidsrecht (Vakorganisaties, Collectief arbeidsovereenkomsten, …)
  • Individueel arbeidsrecht (Wet op de arbeidsovereenkomsten, Arbeidswet, Wet betreffende de bescherming van het loon, …)
  • Sociale Zekerheid (Doel, structuur, financiering, verschillende stelsels en sectoren)

STUDIEMATERIAAL
D. Heylen en I. Verreyt, Sociaal recht in essentie, Intersentia.
WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 36

%
practicum en oefeningen:

  0

%

vormen van groepsleren:

  0

%
Verdere toelichting:
Hoorcolleges met oefeningen

EVALUATIE

Eerste examenperiode
CategorieWeging van categorieën
examen in de examenreeks100%

Schriftelijk examen met multiple choice vragen (10 punten) en open vragen (10 punten)

    tijd voor examinering
    uren

    2 

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    examen in de examenreeks100%

    Schriftelijk examen met multiple choice vragen (10 punten) en open vragen (10 punten)
       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Staatsrecht & administratief recht/2
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300022
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 2
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Machteld De Ryck

       

      KORTE OMSCHRIJVING

      Het vak bestaat uit 2 specifieke delen, enerzijds het Grondwettelijk Recht waarin onze huidige staatsinrichting grondig wordt besproken alsmede de rechten en vrijheden van de burgers in dit land, en anderzijds het Administatief Recht dat een overzicht geeft van hoe de bestuurlijke inrichting van ons land in elkaar zit.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • de studenten de basis bijbrengen
      • kennis van ons staatsbestel en de grondrechten van elke burger
      • een inzicht laten verwerven in het administratief recht, waarin vooral de houding burger-staat centraal staat
      • aandacht voor de politieke actualiteit 

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Juridische bronnen/1

      Andere begincompetenties
      • Leerstof verwerken en analyseren, verbanden kunnen leggen.
      • Minimum aan inzicht en interesse voor de materie.
      • volgen van de actualiteit via media 

      LEERINHOUDEN
      GRONDWETTELIJK RECHT

      Deel 1 Staatsstructuur

      Deel 2 Rechten en vrijheden van de burgers

      II. ADMINSTRATIEF RECHT

      Inleiding : Begrenzing van het Adminstratief Recht en bronnen

      Deel 1 Publiekrechtelijke Rechtspersonen en de Openbare Dienst

      Deel 2 Adminstratieve en juridische bescherming van de persoon


      STUDIEMATERIAAL

      Cursus van de lector, aangevuld met eigen nota's, bespreken van mijlpaalarresten voor administratief recht.


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       28

      %
      practicum en oefeningen:

        0

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:
      Hoorcolleges met vraagstelling

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

       

      Schriftelijk examen op 20 punten.


      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      Schriftelijk examen op 20 punten.
       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Strafrecht/3
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300023
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 3
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Chris Van Loon

       

      KORTE OMSCHRIJVING
      De cursus beoogt een overzicht te geven van de eerste 100 arts. van het strafwetboek, waarbij regelmatig verwezen wordt naar de arts. uit het bijzonder strafrecht. Daarnaast komt het internationaal strafrecht ook aan bod.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Het kunnen plaatsen van het Belgisch strafrecht binnen de sociale context van onze huidige maatschappij
      • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het Belgisch strafrecht en internationaal strafrecht
      • In staat zijn tot persoonlijke reflectie over elementaire strafrechterlijke vraagstukken en problemen 

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      'Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor: Juridische bronnen/1.'
      'Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Juridische bronnen/1'


      Andere begincompetenties
      Beschikken over een basiskennis gerechtelijk recht o.a. organisatie en structuur van de rechtbanken, het voeren van gerechtelijke procedures, akten van rechtsingang, rechtsmiddelen,uitvoering, en bronnenstudie.

      LEERINHOUDEN
    • algemene oriëntatie
    • het materieel strafrecht
    • de strafwet
    • het misdrijf
    • de strafrechtelijke verantwoordelijkheid
    • de strafbare poging en strafbare deelneming
    • de sanctie

    • STUDIEMATERIAAL
      • Praktisch strafrecht, J. Dreesen & Y. Werbrouck, De Boeck 2011
      • strafwetboek en wetboek van strafvordering, editie 2011

       


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       32

      %
      practicum en oefeningen:

        0

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:

      hoorcolleges :

      • doceren
      • leergesprek

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      schriftelijk examen


      tijd voor examinering
      uren

      3 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      schriftelijk examen

       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Strafprocedures/4
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300024
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 4
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Chris Van Loon

       

      KORTE OMSCHRIJVING

      In het strafprocesrecht wordt het verloop van het strafproces bestudeerd, evenals de actoren en de rechtsmiddelen. Een korte kennismaking met het internationale strafprocesrecht behoort eveneens tot deze cursus.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Het kunnen plaatsen van het Belgisch strafprocesrecht binnen de sociale context van onze huidige maatschappij
      • Inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het Belgisch strafprocesrecht
      • In staat zijn tot persoonlijke reflectie over elementaire strafprocesrechterlijke vraagstukken en problemen 

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor: Strafrecht/3.

      Andere begincompetenties
      Beschikken over een basiskennis gerechtelijk recht o.a. organisatie en structuur van de rechtbanken, het voeren van gerechtelijke procedures, akten van rechtsingang, rechtsmiddelen,uitvoering, en bronnenstudie.

      LEERINHOUDEN

      verloop van het proces : - fase van het onderzoek

                                         - fase van de vordering

                                         - fase van de berechting

                                         - fase van de uitvoering

      actoren in het strafproces

      opsporing van misdrijven :  - het opsporingsonderzoek

                                             - het gerechtelijk onderzoek

      de strafvordering

      de burgerlijke vordering in strafzaken

      de rechtsmiddelen : - verzet

                                    - hoger beroep

                                    - beroep in cassatie

                                    - beroep tot intrekking

                                    - verhaal op de rechter

                                    - herziening in strafzaken en herroeping van het gewijsde

      de voorlopige hechtenis

      het snelrecht

      kennismaking met het internationaal strafrecht


      STUDIEMATERIAAL
      • strafwetboek en wetboek van strafvordering, editie 2011
      • syllabus van Christine van Loon , editie 2011

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       34

      %
      practicum en oefeningen:

        0

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:

      hoorcolleges :

      • doceren
      • leergesprek

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      mondeling examen

      • schriftelijke voorbereiding van 15 minuten
      • mondelinge ondervraging van 15 minuten
      • student mag op het examen gebruik maken van zijn strafwetboek en wetboek van strafvordering ; hierin mag onderlijnd worden maar geen aanvullingen met eigen nota's
      • examen staat op 20 punten
      • de student wordt beoordeeld op zijn theoretische kennis van het strafprocesrecht waarbij het gebruik van de wetboeken als essentieel wordt aanzien.
      • de student krijgt de lijst met de examenvragen bij het einde van de cursus ; de vragen zijn zeer ruim opgevat en tijdens het mondelinge examen wordt gepeild naar het inzicht, het kunnen verbanden leggen, het inzichtelijk bevatten van de strafprocesrechtelijke begrippen en het kunnen linken aan de actualiteit

      tijd voor examinering
      uren

      0.30 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      mondeling examen

      • schriftelijke voorbereiding van 15 minuten
      • mondelinge ondervraging van 15 minuten
      • student mag op het examen gebruik maken van zijn strafwetboek en wetboek van strafvordering ; hierin mag onderlijnd worden maar geen aanvullingen met eigen nota's
      • examen staat op 20 punten
      • de student wordt beoordeeld op zijn theoretische kennis van het strafprocesrecht waarbij het gebruik van de wetboeken als essentieel wordt aanzien.
      • de student krijgt de lijst met de examenvragen bij het einde van de cursus ; de vragen zijn zeer ruim opgevat en tijdens het mondelinge examen wordt gepeild naar het inzicht, het kunnen verbanden leggen, het inzichtelijk bevatten van de strafprocesrechtelijke begrippen en het kunnen linken aan de actualiteit
       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Zakelijke en juridische communicatie II/3
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300025
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kernondersteunend,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 3
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:niet mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Hilde Hoefnagels

       

      KORTE OMSCHRIJVING
      In de eerste plaats bouwen we verder op de talenkennis en vaardigheden die je in de vorige modules Bedrijfscommunicatie verworven hebt. In module 7 staan gesprekstechnieken centraal. Je leert hoe je slecht nieuws best kunt vertellen, welke technieken men gebruikt tijdens een acquisitiegesprek en welke vaardigheden men moet hebben om een functioneringsgesprek te kunnen voeren. Daarnaast leer je een doelgerichte slechtnieuwsbrief en excuusbrief schrijven. Ten slotte maken we enkele woordenschat- en stijloefeningen op juridisch jargon.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM317 Onderhoud, samenwerking en communicatie: hij onderhoudt contacten met externe relaties, hij beheerst onderhandelings- en conflictsituaties, hij behandelt de betwiste zaken, start de nodige procedures, hij onderzoekt en definieert, via bevragingen, de behoeften van de klant, hij maakt afspraken met de klant en geeft hem feedback.
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM323 Contactbereidheid: hij kan vertrouwen wekken bij de klant, hij onderhoudt contacten, overleg en afspraken met de klant, hij is bereid tot een compromis bij een conflict.
      • JM324 Dienstverlenende ingesteldheid / Klantgerichtheid: hij licht de klanten in omtrent hun rechten en plichten, de relevantie van de feiten en de te volgen procedure, naargelang het bedrijf is hij doorlopend ter beschikking van zijn superieuren, medewerkers en klanten voor advies en hulp.
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk? Hopeloze? Zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
      • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen? Ook tegen superieuren. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
      • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
      • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student brengt de aangeleerde technieken om slecht nieuws te verwoorden in de praktijk als hij slechtnieuwsbrieven schrijft.
      • De student kan de gepaste toon en stijl hanteren om een slechtnieuwsgesprek te voeren.
      • De student hanteert in zijn gesproken en geschreven communicatie steeds gepast en correct Nederlands.
      • De student kan tijdens een acquisitiegesprek signalen van de klant aanvoelen en er adequaat op inspelen.
      • De student kan op een heldere manier informatie met anderen uitwisselen.
      • De student is in staat om tijdens een functioneringsgesprek aandachtig te luisteren naar de gesprekspartner.
      • De student is in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie steeds gericht op een constructieve gesprekssfeer.
      • De student is in staat zijn communicatiestijl aan te passen aan die van zijn gesprekspartner.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: Zakelijke en juridische communicatie I/3; Zakelijke en juridische communicatie I/4

      Andere begincompetenties
      geen
      LEERINHOUDEN
      • Slecht nieuws: de slechtnieuwsbrief en het slechtnieuwsgesprek.
      • Omgaan met klachten: excuusbrief
      • Het acquisitiegesprek.
      • Het functioneringsgesprek.
      • Correct taalgebruik: praktische oefeningen.
      • Woordenschat en stijloefeningen: rechtstaal.

      STUDIEMATERIAAL
      • Cursus Bedrijfscommunicatie module 7 (theorie, oefeningen, opdrachten,...)
      • Schrijfwijzer Compact, Renkema J., Sdu Uitgevers, Den Haag, 2005 (nieuwe spelling). 
      • TFC TrainingsMedia (z.j.). Medewerker & functioneringsgesprek … hoe krijg je het 'voor elkaar'?. Velp: TFC (video).

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       19

      %
      practicum en oefeningen:

        10

      %

      vormen van groepsleren:

        6

      %
      Verdere toelichting:
      • Van de studenten wordt een actieve deelname aan de lessen verwacht.
      • Tijdens de groepsopdrachten en oefeningensessies worden de studenten gecoacht.
      • Er is persoonlijke feedback op spreek- en schrijfoefeningen.
      • Studenten met taalproblemen worden aangemoedigd de taalcoachingssessies te volgen.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      evaluatie40%
      examen in de examenreeks60%

      • Slechtnieuwsgesprek (4 ptn. - tijdens de les)
        Criteria:
        1. inhoud en structuur
        2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
        3. toon en stijl
      • Acquisitiegesprek (4 ptn. - tijdens de les)
        Criteria:
        1. effectiviteit en aanpak
        2. strategisch, aantrekkelijk en correct taalgebruik
        3. overtuigingskracht
      • Schriftelijk examen (12 ptn. - tijdens examenweek)
        Inzichts- en toepassingsvragen                                                                                              Criteria:
        1. (geïntegreerde) kennis
        2. efficiënt en correct taalgebruik
        3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      Schriftelijk examen: totaal 20 pnt

       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Gerechtelijk recht II/3
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300026
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 3
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Dirk Scheers

       

      KORTE OMSCHRIJVING
      In het tweede deel van Gerechtelijk Privaatrecht wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de burgerlijke procedure in alle aspecten. Tevens wordt een overzicht gegeven van het executierecht.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
      • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student heeft inzicht in het procesverloop van een burgerlijke procedure. De student kan dit inzicht aantonen door een oplossing uit te werken voor een concrete casus.
      • De student heeft inzicht in de principes van het executierecht. De student kan dit inzicht aantonen door een oplossing uit te werken voor een concrete casus.
      • De student kan aan de hand van een concreet dossier een procedurestuk opstellen.

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: Gerechtelijk recht I/2.

      Andere begincompetenties

      De student dient inzicht te hebben in rechtsleer en rechtspraak en kan juridische bronnen consulteren.


      LEERINHOUDEN
      (volgend op het deel uit het eerste jaar)
      DEEL III. DE RECHTSPLEGING
      TITEL I. PROCESVERLOOP
      Hoofdstuk 1. Rechtshulp en rechtsbijstand
      Hoofdstuk 2. Rechtsingang
      Hoofdstuk 3. Inleidende zitting
      Hoofdstuk 4. Behandeling van de zaak op tegenspraak
      Hoofdstuk 5. Berechting van de zaak
      Hoofdstuk 6. Gerechtskosten
      TITEL II. INCIDENTEN
      Hoofdstuk 1. Tussengeschillen i.v.m. de ingestelde eisen
      Hoofdstuk 2. Tussengeschillen i.v.m. de partijen
      Hoofdstuk 3. Tussengeschillen m.b.t. bepaalde procesactoren
      Hoofdstuk 4. Tussengeschillen in verband met de loop van het geding
      TITEL III. HET BEWIJSRECHT
      Hoofdstuk 1. Algemene inleiding
      Hoofdstuk 2. De bewijslast
      Hoofdstuk 3. De bewijsmiddelen
      Hoofdstuk 4. De bewijsprocedure
      TITEL IV. RECHTSMIDDELEN
      Hoofdstuk 1. Algemene beginselen
      Hoofdstuk 2. Gewone rechtsmiddelen
      Hoofdstuk 3. Buitengewone rechtsmiddelen
      TITEL V. BESLAG EN EXECUTIE
      Hoofdstuk 1. Inleiding
      Hoofdstuk 2. Bewarende maatregelen
      Hoofdstuk 3. Gedwongen tenuitvoerlegging
      Hoofdstuk 4. Collectieve schuldenregeling


      STUDIEMATERIAAL
      • Gerechtelijk Wetboek
      • LAENENS, J., BROECKX, K., SCHEERS, D. en THIRIAR, P., Handboek gerechtelijk recht, Antwerpen, Intersentia, 2008. (studenteneditie)
      • De colleges kunnen aan de hand van het handboek gevolgd worden en de student kan ze tevens aanwenden tot verdere verdieping van de leerstof.
      • Opgaven aangaande de procedurestukken die in de les behandeld worden en die ter beschikking worden gesteld via Blackboard en/of de P-schijf. 

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       20

      %
      practicum en oefeningen:

        10

      %

      vormen van groepsleren:

        5

      %
      Verdere toelichting:
      • Hoorcolleges
      • Onder begeleiding opstellen van procedurestukken waarbij de nodige feedback wordt gegeven door de docent.
      • Voor de persoonlijke verwerking krijgen de studenten oefeningen ter beschikking die tijdens het laatste college in groep worden besproken.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      evaluatie25%
      examen in de examenreeks75%

      Enerzijds is er een mondeling examen waarbij de student drie praktische opgaven dient op te lossen waarvan minstens één uit het executierecht.  De student krijgt daarvoor ruime voorbereidingstijd en mag gebruik maken van een wetboek.  Anderzijds zijn er de drie procedurestukken die de studenten dienen op te stellen gedurende het verloop van de lessen.  Het examen is goed voor drie vierden van de punten en de opgaven samen voor één vierde. 

      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      Voor de tweede zittijd is er enkel een mondeling examen waarbij de student drie praktische opgaven dient op te lossen waarvan minstens één uit het executierecht.  De student krijgt daarvoor ruime voorbereidingstijd en mag gebruik maken van een wetboek.

       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Handels- & economisch recht/1
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300027
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 1
      Contacturen:42
      Aantal studiepunten:5
      Totaal studietijd:130
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Dominique Bogman

       

      KORTE OMSCHRIJVING
      Waarom wijkt handelsrecht af van het basisrecht ? Wat is de verhouding tussen handelsrecht en burgerlijk recht ? Heeft de 'handelaar' een uitzonderlijke hoedanigheid ? Opstart en vestiging als ondernemer , overzicht van vennootschappenrecht, handelspraktijken, mededingingsrecht komen aan bod. Verder wordt ook het einde van de handelsactiviteit behandeld met de wet continuïteit ondernemingen en faillissementswetgeving.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM104 Creativiteit
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
      • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
      • JM320 Flexibiliteit: hij kan zich vlot bewegen binnen de verschillende rechtsdisciplines, hij kan zich aanpassen aan verschillende werkomgevingen, hij kan zich concentreren op studie- en opzoekingswerk als creatief zijn in het opstellen van geschriften en tegelijk een vlot onderhandelaar zijn.
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk? Hopeloze? Zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
      • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen? Ook tegen superieuren. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
      • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Volledig inzicht hebben in de wettelijke bepalingen van het burgerlijk en handelsrecht en in de heersende tendensen daarover in de rechtspraak
      • Verbanden kunnen leggen tussen wettelijke bepalingen van het handelsrecht
      • Bedrijfsgericht kunnen analyseren en oplossingen aanreiken

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Verbintenissen/1

      Andere begincompetenties
      • Teksten kunnen analyseren en samenvatten.
      • Grondige kennis van het burgerlijk recht en de bronnenstudie.

      LEERINHOUDEN
      • Algemene regels van het handelsrecht en economisch recht
      • De handelstussenpersonen
      • De overdracht van een handelszaak
      • Waardepapieren
      • Recht van de intellectuele eigendom
      • Begrippen van Europees economisch recht
      • Begrippen van Belgisch economisch recht
      • Einde van de handelsactiviteit

      STUDIEMATERIAAL

      Handels- en economisch recht in hoofdlijnen, meest recente versie , Eric Dirix, Yves Montangie, Hendrik Vanhees, ISBN nummer 978-90-5095-831-8.


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       32

      %
      practicum en oefeningen:

        0

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      Schriftelijk examen op 20 punten waarbij de vraag naar terminologie, inzicht, weergave van leerstof en een casus wordt gesteld.

      Gebruik van wetboek is toegelaten zonder annotaties


      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      Schriftelijk examen op 20 punten idem eerste zittijd

      Gebruik van wetboek is toegelaten zonder annotaties

       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Zakelijke en juridische communicatie II/4
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300028
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kernondersteunend,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 4
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:niet mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Bart Verstraeten

       

      KORTE OMSCHRIJVING

      Effectief en efficiënt zakelijk communiceren, met de nadruk op solliciteren.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM104 Creativiteit
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen? Ook tegen superieuren. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
      • JM333 Empathie: hij kan zich verplaatsen in de gevoelswereld/leefwereld van de klant waardoor hij een beter inzicht krijgt in de problematiek en de mogelijke oplossing ervan, hij kan de relevante vragen stellen aan de klant.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • De verschillende soorten bedrijfsteksten onderscheiden en toetsen op hun effectiviteit.  
    • Commercieel formuleren: positief, servicegericht en juist getoonzet. 
    • Sollicitatiebrieven schrijven.
    • Teksten spontaan reviseren (na elke schrijfronde).
    • Uitspraak optimaliseren.
    • Selectie/sollicitatiegesprekken voeren.

       


    • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      'Om in te kunnen schrijven vr dit o.o. moet je geslaagd zijn vr: Zakelijke en juridische communicatie I/3 en I/4.Om in te kunnen schrijven vr dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Zakelijke en juridische communicatie II/3.'
      'Om in te kunnen schrijven vr dit o.o. moet je geslaagd zijn vr: Zakelijke en juridische communicatie I/3 en I/4.
      Om in te kunnen schrijven vr dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Zakelijke en juridische communicatie II/3.'


      Andere begincompetenties
      geen
      LEERINHOUDEN
      • Tekstanalyse
      • Commercieel schrijven
      • De sollicitatiebrief 
      • Uitspraak
      • Selectie/sollicitatiegesprek

      STUDIEMATERIAAL
      • Cursus Zakelijke en juridische communicatie module 8 (theorie & oefeningen mondelinge en schriftelijke communicatie)
      • Knispel, K. (2006). Zakelijke communicatie Schriftelijk. Amsterdam: Pearson Education. (theorie sollicitatiebrieven en commercieel schrijven) 
      • Internet: voorbeeldmateriaal mondeling solliciteren
      • P-schijf: uitwerkingen van sommige oefeningen

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       19

      %
      practicum en oefeningen:

        10

      %

      vormen van groepsleren:

        6

      %
      Verdere toelichting:
      • Hoor- en werkcolleges met leergesprekken
      • Oefeningensessies: individueel en in groep (telkens met coaching)

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      evaluatie40%
      examen in de examenreeks60%

      • Schriftelijke communicatieopdracht via coassessment (4 ptn.)
        Criteria:
        1. inhoud en structuur
        2. strategisch en aantrekkelijk taalgebruik
        3. correct taalgebruik 
      • Sollicitatie/selectiegesprek en/of feedback (4 ptn.)
        Criteria:
        1. effectiviteit
        2. taalgebruik
        3. expressiviteit
        respectievelijk
        1. relevantie
        2. toonzetting
        3. taalgebruik
      • Schriftelijk examen (12 ptn.)
        Inzichts- en toepassingsvragen via open vragen en een casus
        Criteria:
        1. (geïntegreerde) kennis
        2. efficiënt en correct taalgebruik
        3. effectief taalgebruik: vooral op strategisch niveau

      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      evaluatie20%
      examen in de examenreeks80%

      Schriftelijk examen: 16 ptn.
      idem

      Sollicitatie/selectiegesprek en/of feedback (overdracht vanuit eerste examenperiode): 4 ptn.

       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Vennootschapsrecht/4
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300029
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 4
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Wenzel Tijs

       

      KORTE OMSCHRIJVING

      De student wordt ingewijd in het Belgische vennootschapsrecht en leert het Wetboek van Vennootschappen correct te hanteren. Hij/zij krijgt ondermeer inzicht in de verschillende classificaties van de vennootschappen, in de wijze waarop de diverse vennootschapstypes worden opgericht, in de wijze waarop hun organen zijn samengesteld en functioneren en in de wijze waarop zij ontbonden en vereffend worden. De student leert ook de Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen Wetboek correct te hanteren. Hij/zij krijgt inzicht in hoe vennootschappen en verenigingen zich van elkaar onderscheiden.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM104 Creativiteit
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM314 Advies- en informatieverstrekking: hij kan bedrijfsjuridische adviezen formuleren (aan personeel en directie) in zijn domein van tewerkstelling, hij is in staat om juridische teksten te synthetiseren en te vulgariseren, hij verleent advies buiten het bedrijf (aan klanten, overheid, andere bedrijven)
      • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
      • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
      • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
      • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
      • JM321 Kritische ingesteldheid: hij kan de feiten objectief weergeven, heeft relativeringsvermogen, hij controleert de argumenten van de tegenpartij steeds op hun juistheid en tracht ze te ontzenuwen
      • JM322 Beslissingsvermogen: hij kan een gemotiveerd standpunt omtrent een juridische vraag formuleren, hij neemt naargelang zijn verantwoordelijkheid zelf een beslissing of in overleg.
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk? Hopeloze? Zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
      • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
      • JM332 Assertiviteit: hij kan een gemotiveerd standpunt verdedigen? Ook tegen superieuren. Hij durft uit te komen voor zijn eigen mening.
      • JM334 Loyaliteit: hij is zich bewust van het vertrouwelijke karakter van de informatie waarover hij beschikt, hij respecteert en waardeert zijn medewerkers, hij geeft alleen opbouwende kritiek aan zijn medewerkers, hij gaat constructief om met zijn opposanten.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.
      • JM337 Financieel-economische kennis: hij heeft kennis van de micro- en macro-economie. Hij kan een balans en resultatenrekening opstellen en analyseren.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

      De student moet de verworven kennis kunnen toepassen op complexe praktijksituaties. Hij/zij moet in staat zijn om een concreet vennootschapsrechtelijk probleem te analyseren en oplossingen te formuleren.


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor: Juridische bronnen/1.

      Andere begincompetenties
      Beschikken over een grondige kennis van het burgerlijk recht en het handelsrecht.

      LEERINHOUDEN

      01. Wettelijke context

      02. Vennootschap (begrip, categorieën, banden)

      03. Betrokkenen (aandeelhouders, bestuursorgaan, toezicht)

      04. Effecten (aandelen, winstbewijzen, obligaties, warrants)

      05. Oprichting (formaliteiten, handelingen voor oprichting, kapitaal, soorten inbreng, oprichtersaansprakelijkheid, nietigheid)

      06. Bestuursorganen (rol, bevoegdheden, benoeming, tegenstrijdig belang, aansprakelijkheid)

      07. Rapportering (jaarrekening, resultaatverwerking, jaarverslag).

      08. Commissaris (opdracht, benoeming, aansprakelijkheid)

      09. Algemene vergadering van aandeelhouders (rol, bevoegdheden, samenstelling)

      10. Algemene vergadering van obligatiehouders

      11. Herstructureringen (fusie, splitsing, inbreng van een algemeenheid, inbreng van een bedrijfstak)

      12. Omzetting van een vennootschap

      13. Ontbinding en vereffening van een vennootschap

      14. Geschillenregeling (deskundigenonderzoek, uitsluiting, uittreding, vennootschapsvordering, minderheidsvordering)

      15. Minder courante vennootschapsvormen (V.O.F., Comm.V., CVOA, Comm.VA, ESV en EESV, SE, SCE en LV)

      16. Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid (maatschap, tijdelijke handelsvennootschap, stille handelsvennootschap)

      17. Verenigingen (vzw, ivzw, stichting)


      STUDIEMATERIAAL

      Wetboek van Vennootschappen aangevuld met Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel (zoals opgenomen in een klassieke studentencodex - niet-geannoteerd) 

      Handboek J. VINCKE en R. SMITS, Vennootschapsrecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2010, 220 p.


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       25

      %
      practicum en oefeningen:

        8

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:

      Gedurende ieder hoorcollege worden de principes uitgelegd en wordt in de mate van het mogelijke een concreet geval uit de praktijk ter illustratie van de principes besproken.

      De studenten kan gevraagd worden om een concrete casus schriftelijk voor te bereiden. Een bespreking volgt in een van de hoorcolleges daarna.


      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      Het examen is schriftelijk en met gesloten boeken. Enkel niet-geannoteerde wetteksten mogen gebruikt worden.

      Het examen bestaat uit enkele meerkeuzevragen op 5 punten gevolgd door drie open vragen op telkens 5 punten. De open vragen kunnen onderverdeeld worden in subvragen.

      Het examen duurt drie uren.


      tijd voor examinering
      uren

      3 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      Idem eerste examenperiode.

       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Toepassingen ICT II/3
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300043
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kernondersteunend,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 3
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Yoke Cockx

       

      KORTE OMSCHRIJVING
      Het verder uitwerken van de leerstof van het 1e jaar Toepassingen ICT module 2 voor Word, met de versie Word 2007 en een beknopte studie van het pakket PowerPoint 2007.

      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM104 Creativiteit
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM315 Productieve informatieverwerking: hij doet de verslaggeving en volgt ze op, hij verzorgt de redactie van diverse juridische documenten (o.a. contracten, procedurestukken, schadedossiers,...), hij neemt de behandeling en de begeleiding van procedures voor zijn rekening.
      • JM327 Doorzettingsvermogen en probleemoplossend vermogen: hij kan kritiek verwerken, hij vindt een oplossing voor aanvankelijk? Hopeloze? Zaken en complexe problemen, hij neemt niet de weg van de minste weerstand bij conflicten, hij kan werken onder tijdsdruk.
      • JM328 Organisatievermogen: hij kan delegeren, hij volgt zijn dossiers correct op, hij hanteert een correct tijdsmanagement
      • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
      • JM330 Zin voor initiatief: hij wacht niet op instructies, hij zoekt ook naar de niet-evidente weg.
      • JM335 Zin voor samenwerking: hij kan in teamverband activiteiten plannen en evalueren, hij kan een probleemoplossend gesprek voeren, hij pleegt overleg met vakgenoten uit andere disciplines, hij is zich bewust van zijn relatie met de omgeving: hij onderkent de normen, waarden en posities binnen zijn beroepsgroep.
      • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Op zelfstandige wijze met Word 2007 kunnen werken.
      • Eenvoudige toepassingen met PowerPoint kunnen verwerken.
      • Er wordt van de studenten verwacht dat zij een volledige klavierbeheersing hebben.
      • Inzicht hebben in de werkwijze van de aangeleerde automatiseringstechnieken van de verschillende Wordonderdelen.
      • Studenten moeten routinetaken via Word kunnen automatiseren.
      • De student concretiseert de aangeleerde technieken in oefeningen en lost deze op zelfstandige basis op.
      • Vanuit grondig inzicht de verschillende handelingen in Word en PowerPoint integreren in nieuwe situaties.
      • Zelfstandig een gecombineerde Wordtaak aan de hand van de verworven kennis maken.
      • Zelfstandig een presentatie maken aan de hand van de verworven kennis.
      • Kunnen aangeven welke de meest efficiënte manier is om een probleem binnen Word of Powerpoint op te lossen.
      • Een Word en Powerpoint oefening binnen een aangegeven tijdstip kunnen afwerken (75 minuten)

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: Toepassingen ICT I/1; Toepassingen ICT I/2

      Andere begincompetenties
      Beschikken over een grondige basiskennis van Word 2007

      Een goede klavierbeheersing


      LEERINHOUDEN
      • WORD 2007
        • formulieren
        • samenvoegen van bestanden
        • gegevensbestanden sorteren en selecteren
        • gebruik van Word-velden in samenvoegbewerkingen
        • etiketten en enveloppen opmaken en afdrukken
        • werken met macro’s
        • hyperlinks en hypertekst
        • teksten uit het vakgebied
      • POWERPOINT 2007
        • een presentatie opstellen
        • werken met de verschillende weergaven
        • diaopmaak en presenteren met effecten
        • korte herhaling van het gebruik van grafische elementen en tekstfuncties

      STUDIEMATERIAAL
      • Studiewijzer samengesteld door lector
      • Syllabus uitgegeven door lector (Word 2007 - PowerPoint 2007)
      • Ms Word 2007: E. Van den Broeck en E. Cuypers uitgeverij De Boeck ISBN 90455 240 04x
      • BIN-normen: efficiënte communicatie: uitgeverij Lica
      • Ms PowerPoint 2007: E. Van den Broeck en E. Cuypers uitgeverij De Boeck ISBN  90455 240 74
      • Informatie betreffende het invoeren van voetteksten, voetnoten, bibliografie, bronvermelding op Cavia/index.htm te bereiken via de Plantijn portaalsite (zelfstudie)
      • Info over zakelijke briefschikking op:
        http://www.kuleuven.be/personeel/opleidingen/_data/Syllabus_briefschrijven_200512.pdf

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       19

      %
      practicum en oefeningen:

        19

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:
      • Hoorcolleges met vraag- en leergesprekken van ongeveer 14 uren.
      • Oefeningensessie: ongeveer 14 uren.
      • Bij het einde van de cursus zijn er begeleidingsmomenten voor individuele vraagstelling door studenten, feedback door docent.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      • Schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten
      • Het examen wordt afgelegd met gesloten boek
      • Het examen vangt stipt aan op het aangegeven aanvangsuur.  De studenten moeten 15 minuten voor de aanvang van het examen aanwezig zijn. De studenten die te laat komen op de aan hen toegewezen examensessie kunnen niet meer aan het examen deelnemen.  Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats.  Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd.  De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen medegedeeld.  Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd.  Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard.  De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt medegedeeld bij de aanvang van het examen.

      tijd voor examinering
      uren

      1,25 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      • Schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten.
      • De leerstof van de tweede zittijd is gelijk aan die van de eerste zittijd.
       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Toepassingen ICT II/4
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300047
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kernondersteunend,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 4
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Kiki Gerené

       

      KORTE OMSCHRIJVING
      In hoorcolleges leert de student aan de hand van praktische voorbeelden optimaal Excel gebruiken. Nadien verwerkt de student deze kennis door oefeningen te maken: vooreerst eenvoudige oefeningen waar de verschillende elementaire handelingen en vaardigheden aan bod komen, nadien worden er moeilijkere problemen uit de praktijk aangepakt. Er wordt nadruk gelegd op automatisering en efficiëntie. De student moet in een kort tijdsbestek een probleem tot een goed einde kunnen brengen.
      Een greep uit de oefeningen: maken van facturen waarbij productgegevens worden opgezocht in een prijslijst, berekening van onroerende voorheffing bij aankoop van een woning, procentberekeningen, kortingstabellen, … Verder worden omzetcijfers verwerkt in grafieken en draaitabellen en leren ze aldus gegevens analyseren en interpreteren.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM104 Creativiteit
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM329 Resultaatgerichtheid: hij is altijd gericht op de oplossing van problemen of het vermijden van conflicten, hij maakt de juiste afweging tussen de opportuniteit van een proces of een compromis.
      • JM338 ICT: hij is een gevorderd gebruiker van het Microsoft Office pakket. Verder hanteert hij electronische informatie-, communicatie- en organisatietechnologie in zijn dagdagelijkse beroepspraktijk. Daarnaast kan hij werken met specifieke juridische software.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • De student werkt vlot met Excel zodat binnen een beperkt tijdsbestek rekenkundige problemen geanalyseerd en zo optimaal mogelijk opgelost worden.
      • De student maakt zelfstandig en creatief geautomatiseerde documenten zodat door het gebruik van zoekopdrachten en berekeningen het hele rekenblad automatisch herberekend wordt.
      • De student structureert op een efficiënte wijze gegevens in een tabel en vindt vervolgens de gewenste data zonder problemen terug.
      • De student verwerkt data in een draaitabel en/of grafiek en interpreteert het resultaat.
      • De student concretiseert de aangeleerde technieken in oefeningen en lost deze op zelfstandige basis.
      • De student bekijkt met de nodige kritische zin zijn oplossingen en vergelijkt deze op juistheid met de gegeven oplossing. 
      • De student concretiseert de verworven kennis van de verschillende Office pakketten door gegevens uit te wisselen tussen de verschillende pakketten (Word, Excel).

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      'Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: Toepassingen ICT I/1; Toepassingen ICT I/2.
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor: Toepassingen ICT II/3.'
      'Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: Toepassingen ICT I/1; Toepassingen ICT I/2. Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor: Toepassingen ICT II/3.'


      Andere begincompetenties
      • Studenten moeten via WINDOWS VERKENNER elementaire handelingen kunnen uitvoeren zoals kopiëren/herbenoemen/wissen/... van files; het maken/herbenoemen/wissen/... van mappen; het ordenen van files in een netwerkomgeving.
      • Basiskennis wiskunde: omzetting naar %, voorrangsregels (+, -, *, /, of, en), interest berekenen, berekening van een percentage inclusief/exclusief, "regel van 3", ...

      LEERINHOUDEN
      • Werken met het pakket Microsoft Excel.
      • Invoeren/bewerken van gegevens (kleur, kaders, lettertype, uitlijning, formaat, ...).
      • Invoeren van formules.
      • Gebruik van functies: wiskundige, logische, statistische, datum, ... (som, en, of, als, gemiddelde, max, min, aantal, nu, ...).
      • Absolute/relatieve celadressen.
      • Kopiëren/verplaatsen van cellen/formules binnen Excel.
      • Het gebruik van grafische elementen.
      • Pagina-instellingen, afdrukbereik.
      • Grafieken.
      • Gegevenstabellen binnen Excel: filter, sorteren, draaitabel, zoeken.
      • Data uitwisselen van Excel naar Word en omgekeerd.

      STUDIEMATERIAAL
      • MS EXCEL 2007 - Eric Cuypers en Eddy Van den Broeck - Uitgeverij: De Boeck -
        ISBN 978 90 455 2405 4 (Standaard boekhandel).
      • Syllabus ICT, Excel (Module 8) - Universitas

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       19

      %
      practicum en oefeningen:

        17

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:
      • Hoor- en werkcolleges met uiteenzettingen en uitgewerkte voorbeelden, gevolgd door practicum en oefeningen.
      • Zelfstandig verwerken van oefeningen, zowel tijdens de practicum-uren als thuis (zie studiewijzer). Tijdens de practicumlessen kunnen er vragen gesteld worden aan medestudenten of de lector. De studenten beschikken over de oplossingen van de lector en kunnen aldus zelf hun oefeningen evalueren. Eventuele vragen over de leerstof of de oefeningen kunnen de volgende week/weken gesteld worden bij aanvang van de colleges of tijdens de practicum-uren.
      • Zelfevaluatie aan de hand van computergestuurde testen een aangereikte oplossingen.
      • Regelmatig krijgen de studenten een herhalingsoefening die ze ad hoc moeten maken. Op die manier kunnen ze hun vorderingen en/of tekortkomingen evalueren.
      • De student krijgt een studiewijzer (SW) ter beschikking als steun in het leerproces, met aanvullende informatie over het opleidingsonderdeel zoals de werkvormen, de opdrachten en de leerinhouden.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      • Digitaal en/of schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten.
      • Om technische redenen is het niet toegestaan na het officiële aanvangsuur aan het examen deel te nemen. De aanvangstijd zoals meegedeeld op het rooster zal strikt gehanteerd worden. Studenten dienen een kwartier op voorhand aanwezig te zijn aan het juiste lokaal. Wie te laat komt, kan dus niet meer deelnemen. De studenten dienen zich te houden aan de timing en aan de afspraken die gelden voor de examengroep waarin ze zijn ingedeeld. Het is bijgevolg niet toegestaan te wisselen van examengroep. De toezichthoudende lectoren zullen deze afspraken stipt opvolgen.
        Tijdens het examen dient er om de 5 minuten tussentijds bewaard te worden op de vereiste plaats. Indien het pakket tijdens het examen blokkeert/afsluit krijgt de student 5 minuten extra werktijd. De voorziene werktijd wordt bij de aanvang van het examen meegedeeld. Er mag niet langer worden gewerkt dan de opgegeven werktijd. Alleen bestanden die op de vereiste plaats bewaard zijn worden aanvaard. De plaats waar de bestanden moeten worden bewaard, wordt meegedeeld bij de aanvang van het examen en op de examenkopij.

      tijd voor examinering
      uren

      1.25 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      examen in de examenreeks100%

      Digitaal en/of schriftelijk examen van 75 minuten op 20 punten.
       
      Voltijds modelpakket 2 - Rechtspraktijk - Huwelijksvermogensrecht/1
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Rechtspraktijk
      Code:1120300049
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 of 2 - Module 1
      Contacturen:28
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Machteld De Ryck

       

      KORTE OMSCHRIJVING

      Het vak geeft een volledig overzicht van het actuele huwelijksvermogensrecht onderbouwd met rechtspraak en rechtsleer en praktijkvoorbeelden.

      Speciale aandacht gaat ook naar de nieuwe maatschappelijke tendenzen terzake.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • JM101 Denk- en redeneervaardigheid
      • JM102 Verwerven en verwerken van informatie
      • JM103 Vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
      • JM104 Creativiteit
      • JM106 Het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
      • JM107 Ingesteldheid tot levenslang leren.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • JM208 Teamgericht kunnen werken
      • JM209 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
      • JM210 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
      • JM211 Een brede interesse en openheid hebben naar andere culturen, kennis hebben van de actualiteit, de politiek alsook van het maatschappelijke en economische gebeuren
      Beroepsspecifieke competenties
      • JM312 Voorstudie: hij kan gegevens verzamelen, vakliteratuur bijhouden, wetswijzigingen en evoluties in de rechtspraak opvolgen, een probleem analyseren, besluiten formuleren, vakgenoten en andere deskundigen consulteren.
      • JM313 Creatie: hij kan juridische informatie systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren, een eigen vakbibliotheek aanleggen en bruikbaar houden
      • JM316 Controle: hij doet controle op de juiste interpretatie van wetgeving, rechtspraak en procedures, hij controleert het bestaan van nieuwe wetgeving en zorgt voor de verspreiding ervan,hij doet opvolging van contracten, termijnen
      • JM318 Research: hij neemt actief deel aan interne en externe vormingsactiviteiten in verband met zijn werk- en vakgebied, hij bestudeert de relevante vakliteratuur.
      • JM319 Accuratesse: hij kan de rechtsbronnen nauwkeurig interpreteren, zijn werk op een efficiënte en ordelijke wijze organiseren, ook onder tijdsdruk-, hij respecteert afspraken en termijnen, hij maakt een accuraat gebruik van de juridische terminologie
      • JM325 Leergierigheid: hij beseft de noodzaak tot levenslang leren, hij heeft een nooit aflatende interesse voor de evoluties binnen het recht, hij heeft een brede maatschappelijke interesse die zich uit in het volgen van de actualiteit, parlementaire werkzaamheden en ethische kwesties.
      • JM326 Zelfstandigheid: hij kan zelfstandig juridische problemen analyseren en adviezen formuleren, hij heeft een zelfstandig tijdsbeheer dat niet noodzakelijk gebonden is aan de officiële werkuren, hij neemt initiatief in het doorgeven van relevante wijzigingen in wetgeving of rechtspraak aan betrokkenen.
      • JM331 Aandacht voor competentieontplooiing: hij kan de vakliteratuur hanteren, hij blijft door constante studie op de hoogte van de evolutie van het recht.
      • JM336 Juridische kennis: hij heeft de vereiste kennis van wetgeving, rechtsleer, rechtspraak van: staatsrecht, administratief recht, burgerlijk recht, strafrecht, gerechtelijk privaatrecht, handels-en economisch recht, sociaal recht, fiscaal recht, milieurecht. Afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting beheerst hij grondige de juridische domeinen hieraan gerelateerd.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

      Vanuit conrete probleemsituaties oplossingen kunnen  vinden

      De theoretische basiskennis kunnen toepassen in specifieke casusmogelijkheden.


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Personen- en familierecht/4

      Andere begincompetenties
      Basiskennis burgerlijk recht en bronnenstudie en algemeen het vermogen om te analyseren
      LEERINHOUDEN
      • cursus uit 2 delen : primair stelsel en de huwelijksstelsels aangepast aan de ontwikkelingen in het vakgebied (nieuwe samenlevingsvormen bvb)

      STUDIEMATERIAAL
      •  cursus van de lector en  recente rechtspraak, jaarlijks aangepast, verslagen studiedagen
      • cases uit eigen advocatenpraktijk

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       21

      %
      practicum en oefeningen:

        8

      %

      vormen van groepsleren:

        6

      %
      Verdere toelichting:
      hoor- en werkcolleges

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      evaluatie15%
      examen in de examenreeks85%

      • mondeling examen van ongeveer 15 minuten met schriftelijke voorbereidingstijd van ongeveer 30 minuten voor 17 punten.
      • evaluatie van praktische oefening (bespreking vonnis of arrest met toetsing aan de leerstof) per 2 studenten voor 3 punten.

      tijd voor examinering
      uren

      0.25 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      evaluatie15%
      examen in de examenreeks85%

      • mondeling examen van ongeveer 15 minuten met schriftelijke voorbereidingstijd van ongeveer 30 minuten voor 17 punten.
      • evaluatie van praktische oefening (bespreking vonnis of arrest met toetsing aan de leerstof) per 2 studenten voor 3 punten tijdens de lesweken.
      • de praktische oefening dient niet te worden overgedaan tenzij de helft niet is gehaald of de oefening niet werd uitgevoerd