|
|
|
|
Toegepaste wetenschappen en onderwijs - Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 |
|
|
|
cataloognr | benaming | studiepunten |
4150100060 | Voedselproductie | 5 |
| |__ | Hygiëne en voedselveiligheid | |
| |__ | Gemeenschapsrestauratie | |
| |__ | Industriële voedselproductie | |
4150100063 | Algemene diëtetiek | 10 |
| |__ | Dieetleer-casuïstiek | |
| |__ | Voedingszorg | |
4150100068 | Psychologie | 4 |
4150100069 | Biomedische wetenschappen 2 | 9 |
| |__ | Chemie 3 | |
| |__ | Humane biochemie | |
| |__ | Biochemische labtechnieken | |
4150100070 | Biomedische wetenschappen 3 | 3 |
4150100071 | Methoden en onderzoek 2 | 3 |
4150100072 | Kooklab 2 | 3 |
4150100073 | Veldwerkproject 'GVO' | 4 |
4150100074 | Veldwerkproject 'diëtist' | 4 |
4150100075 | Veldwerkproject 'productie' | 4 |
4150100121 | Skillslab | 6 |
| |__ | PVO en consultatietechnieken | |
| |__ | Skillslab 2 | |
| |__ | POP 2 | |
| |__ | Nutritionele software | |
4150100120 | Voedingswetenschappen 3 | 5 |
| |__ | Sportvoeding | |
| |__ | Doorheen de levensloop | |
| |__ | In specifieke omstandigheden | |
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Voedselproductie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Hygiëne en voedselveiligheid Gemeenschapsrestauratie Industriële voedselproductie
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100060 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 3 | Contacturen: | 46 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Geert Bruggeman Bart Van Nijlen |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-fiches van de componenten
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedingsmiddelentechnologie, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding' 'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Hygiëne en voedselveiligheid | 33% | Gemeenschapsrestauratie | 33% | Industriële voedselproductie | 34% |
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Hygiëne en voedselveiligheid |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedselproductie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100060 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Geert Bruggeman Bart Van Nijlen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Sinds de eerste Europese richtlijnen voor het beheersen van de veiligheid, hygiëne en kwaliteit van voedingsmiddelen in 1993 van kracht werden is er heel wat geëvolueerd op het vlak van voedselveiligheid. Het KB van 14 november 2003 inzake autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedingsindustrie, stelt elk bedrijf dat met voeding werkt zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit en de veiligheid van de producten. Het verwerken van de grondstoffen en het bereiden van de producten moet op een hygiënische manier gebeuren met de bedoeling om het aantal voedselvergiftigingen en kwaliteitsproblemen te verminderen. De aangeboden voeding mag immers de gezondheid van de consument niet schaden of in het gedrang brengen. Men is wettelijk verplicht het kwaliteitssysteem HACCP als basis te gebruiken voor het opzetten van een bedrijfsspecifiek voedselveiligheidssysteem en iedereen die in een voedingverwerkend bedrijf actief is moet op de hoogte zijn van de regels en afspraken die in het bedrijf van toepassing zijn. Het is dan ook niet meer dan logisch dat we stil staan bij dit facet van het voedselproductie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD112 Doet voorstellen voor verandering.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD361 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
- VD371 Vertoont stakeholdergerichtheid (wederzijds belang).
- VD372 Implementeert de regelgeving en afspraken omtrent voedselveiligheid (HACCP) en kwaliteit.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
Heeft kennis en inzicht in de hygiënische aspecten en systemen (vnml HACCP), en de kwaliteitsbeïnvloedende factoren daaraan verbonden, van de grondstoffenverwerking en -bewaring.
-
Heeft kennis en inzicht in de belangrijkste wettelijke bepalingen omtrent voedselveiligheid en de verwerking van voeding en kan dit kaderen in kwaliteitssystemen en maatschappelijke evoluties;
-
Analyseert/taxeert/evalueert/beoordeelt en doet voorstellen …(en dit zelfstandig en/of in team + spontaan en creatief )rond adviezen/producten/materialen/informatie/auditverslagen/... en rond voedingstechnische activiteiten (processen) met het oog op hygiëne- en kwaliteitsverbetering, klantgerichtheid, … ;
-
Begrijpt de belangrijkste wettelijke bepalingen omtrent hygiëne, 'Veiligheidsprocedures', autocontrole en naspeurbaarheid in verband met de verwerking van voeding, kan de betrokken materie toepassen en aan derden uitleggen;
-
Heeft grondig inzicht in HACCP (het volledige systeem) en hygiënemanagement (Ongediertebestrijding, Reiniging en desinfectie, Hygiënetraining,…).
- Legt spontaan en moeiteloos verband leggen tussen hygiëne, kwaliteitszorg en economisch verantwoorde bedrijfsvoering, klantentevredenheid, productiviteit,… .
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedingsmiddelentechnologie, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding' 'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Hygiënewetgeving. HACCP. Het opzetten van een (ACS) autocontrolesysteem. Het gebruik van de Gids voor het opzetten van een autocontrolesysteem voor grootkeuken en verzorgingsinstellingen. Hygiënische factoren (Ongedierte, Micro-organismen, Vuil,…); Hygiënemanagement (Ongediertebestrijding, Reiniging en desinfectie, Hygiënetraining,…); - HACCP-praktijk.
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Naast hoorcolleges en individuele of klassikale oefeningen en opdrachten wordt naargelang de omstandigheden ook gewerkt met:
- Leergesprekken met optimale betrokkenheid vanuit persoonlijke ervaringen van de studenten.
- Teksten uit vakliteratuur als inspiratiebron of werkmateriaal voor oefeningen (teksten kunnen anderstalig zijn (E, F,D)).
- Gastgesprekken en/of bedrijfsbezoek (onder voorbehoud).
- Extra oefeningen (Vrijblijvend)
- Coaching (groepswerk), begeleiding (individueel) en feedback op taken en oefeningen.
-
Vragen gesteld door studenten voorafgaand aan de eigenlijke les (e-mail via plantijnadres).
Tegen het einde van de module krijgen de studenten voorbeeldvragen als voorbereiding op het examen. Deze worden klassikaal doorgenomen en toegelicht.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Gemeenschapsrestauratie |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedselproductie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100060 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Geert Bruggeman Bart Van Nijlen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Na een duidelijke definiëring van het begrip 'gemeenschapsrestauratie' wordt in deze cursus een globaal beeld geschetst van de totale markt van de buitenhuisrestauratie in België. Hierbij wordt tevens aandacht geschonken aan de mogelijkheid tot uitbesteding van de facilitaire dienst waarbij het hoofdaccent ligt op de restauratie. Tenslotte wordt een algemeen beeld geschetst, opgesplitst per segment, van de organisatie en het beheer van de restauratieve diensten. Afhankelijk van het aansluitend project kunnen reeds bepaalde onderdelen van het opleidingsonderdeel 'Facilitair management' in grote lijnen worden behandeld. De cursus 'Gemeenschapsrestauratie' vormt tevens de basis voor het opleidingsonderdeel 'Facilitair management' in het derde jaar.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD361 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
heeft inzicht in de totale markt van de buitenhuisrestauratie en legt hierbij een degelijke kennis voor op het vlak van de structuur, de huidige toestand, trends en evoluties.
-
heeft een grondig inzicht in de organisatie, het beheer en de typische kenmerken van de verschillende vormen (segmenten) van de gemeenschapsrestauratie.
-
analyseert vooropgestelde operationele problemen op het vlak van organisatie en beheer binnen de verschillende segmenten van de gemeenschapsrestauratie stelt waar nodig gepaste, praktische acties voor.
-
schetst een duidelijk beeld van de gestructureerde restauratie in België met ondermeer de diverse vormen van uitbesteding, de voor- en nadelen van uitbesteding, de organisatie, contractmogelijkheden en marktstructuur.
-
maakt in geval van uitbesteding van de voedingsdienst, op basis van een gegeven bedrijfssituatie, een gemotiveerde keuze voor een contractsysteem en geeft een toelichting bij de wijze van opvolging ervan.
- stelt in groepsverband een motivatierapport op ter verdediging van het systeem eigen beheer of uitbesteding. De student leert hierbij informatie te verwerken en uit te wisselen, gericht probleemoplossend te denken en de verkregen stellingen te presenteren, argumenteren en te verdedigen. De student werkt hierbij samen met collega's, functioneert goed in teamverband en inspireert en moedigt anderen aan om samen een optimale prestatie te leveren. Hierbij is de student als teamplayer bereid tot samenwerking ((h)erkenning van de beperkingen en kwaliteiten van anderen en zichzelf), neemt zij/hij de verantwoordelijkheid voor de taken die haar/hem werden toegekend en houdt zich aan de gemaakte afspraken, heeft een positieve inbreng in het team, kan omgaan met feedback, suggesties en kritiek en komt op voor haar/zijn mening en respecteert die van de andere teamleden.
- kan, vanuit de functie van hoofd van de voedingsdienst, praktische maatregelen formuleren ter preventie van ondervoeding binnen de institutionele catering.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedingsmiddelentechnologie, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding' 'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding'
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD
|
LEERINHOUDEN
|
-
Basiscursus : 'Facilitair management en gemeenschapsrestauratie'
Hoofdstuk 1 : De gemeenschapsrestauratie : Deel 1 : Inleidend Deel 2 : De markt van de gemeenschapsrestauratie Deel 3 : De buitenhuisrestauratie in cijfers Deel 4 : De gestructureerde restaratie in België Deel 5 : De bedrijfsrestauratie Deel 6 : De schoolrestauratie Deel 7 : Restauratie in hoger en universitair onderwijs Deel 8 : Restauratie in ziekenhuizen (kort verblijf) Deel 9 : Restauratie voor de derde leeftijd (lang verblijf)
Hoofdstuk 2 : Organisatie van de voedingsdienst Hoofdstuk 3 : Management & organisatie
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
10
|
%
|
Verdere toelichting:
-
Hoorcolleges
-
Werkcollege
- Case studies en tekstanalyses
- Deze klassikale opdrachten zitten verwerkt in de cursus
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
Integratieve toets INT6-1 (= 90 % van de punten voor dit component)
-
Schriftelijk examen na afhandeling van de leerstof.
-
Dit examen is deels gesloten, deels open boek (leerstofverdeling en prioriteiten : zie syllabus).
-
Evaluatie van het probleemgestuurd klassikaal groepswerk omtrent het onderwerp 'outsourcing' (uitbesteding) (= 10 % van de punten voor dit component).
-
Bij afwezigheid tijdens de les waarin dit groepswerk wordt uitgevoerd, dient de student een volwaardig medisch attest te bezorgen aan de vaklector en dit uiterlijk 5 werkdagen na het verstrijken van de ziekteperiode vermeld op het doktersattest (mogelijk per mail), zoniet bedraagt de score op dit onderdeel 0. In geval van een doktersattest volgt een individuele toets over de behandelde leerstof. De datum hiervoor wordt op voorhand tussen student en lector afgesproken.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
Een student die niet geslaagd is in 2VD en geen credit verworven heeft voor het opleidingsonderdeel 'Voedselproductie' legt in deze examenperiode de volledige integratieve toets van dit onderdeel opnieuw af.
-
De puntenverdeling van de evaluatie voor het component gemeenschapsrestauratie (integratieve toets/groepswerk) blijft ongewijzigd in vergelijking met 1ste zittijd. Het schriftelijk examen is analoog met dat van de 1ste zittijd (deels gesloten boek, deels open boek, leerstofverdeling en prioriteiten staan vermeld in de syllabus).
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Industriële voedselproductie |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedselproductie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100060 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Geert Bruggeman Bart Van Nijlen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De consument, klant of patient elke keer weer tijdig een klassiek of trendy lekker én gezond gerecht voorschotelen aan een goede prijs/kwaliteitverhouding vergt veel meer dan alleen kookvaardigheid. Een lekker gerecht vraagt het gebruik van degelijke grondstoffen, en optimale bewaring en verwerking. Dat elke keer weer kunnen doen vraagt volledige beheersing van het aankoop-, bewaring- en bereidingsproces. Om dat ook nog commercieel, concurrentieel én bedrijfseconomisch te doen is heel wat organisatietalent nodig.
Dit opleidingsonderdeel draagt onder andere bij tot de kennis van de organisatie van de voedselproductie in industriële en semi-industriële omgevingen. Daarnaast worden de verschillende facetten van een geoptimaliseerd voedselbereidingproces in uiteenlopende bedrijven (op het effectief koken na) bekeken en diverse facetten ingeoefend.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD112 Doet voorstellen voor verandering.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD361 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
- VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
- VD371 Vertoont stakeholdergerichtheid (wederzijds belang).
- VD372 Implementeert de regelgeving en afspraken omtrent voedselveiligheid (HACCP) en kwaliteit.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
·
toont een degelijke basiskennis i.v.m. voedingstechnische, voedingskundige, hygiënische en organisatorische invloedsfactoren bij industriële voedselproductie.
·
heeft inzicht in het industriële voedselbereidingsproces.
·
legt verband tussen het industriële productieproces en de producteigenschappen, voedselveiligheid, kwaliteit(niveau), …
-
werkt zelfstandig acties uit voor kwaliteitsverbetering op voedingstechnisch en/of hygiënisch vlak
-
onderscheidt de verschillende soorten functionele voedingsmiddelen en beschrijft verschillende manieren hoe zo’n voedingsmiddel functioneel gemaakt kan worden
-
beoordeelt het belang en de ontwikkeling van functional foods, convenience, novel foods,… in de moderne voeding kritisch en binnen de wettelijke context.
-
toetst de theoretische kennis aan de realiteit.
- Kan zich inleven in de bedrijfssituatie en gepast reageren op situaties.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedingsmiddelentechnologie, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding' 'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding'
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD
Basiskennis Word, Excel + zoeken op, en werken via, internet.
|
LEERINHOUDEN
|
-
Procesparameters & procesbeheersing
-
Kookschade & procesbeheersing
-
Industriële processen
-
Bijzondere ingrediënten en producten
- Terminologie
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Syllabus "Voedselproductie" (deel 1&2). Auteur: Geert Bruggeman (BRU).
- Eigen nota’s.
- Oplossingen van oefeningen en commentaren
- Didactisch materiaal.
- Relevante websites rond voedselproductie.
- Kennisoverdracht tijdens groepswerk in werkcolleges (wisselende samenstelling groepen).
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Naast hoorcolleges en individuele of klassikale oefeningen en opdrachten wordt naargelang de omstandigheden ook gewerkt met:
- Leergesprekken met optimale betrokkenheid vanuit persoonlijke ervaringen van de studenten.
- Teksten uit vakliteratuur als inspiratiebron of werkmateriaal voor oefeningen (teksten kunnen anderstalig zijn (E, F,D)).
- Gastgesprekken en/of bedrijfsbezoek (onder voorbehoud).
- Extra oefeningen (Vrijblijvend)
- Coaching (groepswerk), begeleiding (individueel) en feedback op taken en oefeningen.
- Vragen gesteld door studenten voorafgaand aan de eigenlijke les (e-mail via plantijnadres).
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Algemene diëtetiek |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Dieetleer-casuïstiek Voedingszorg
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100063 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2-3 | Contacturen: | 90 | Aantal studiepunten: | 10 | Totaal studietijd: | 260 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marijke Meeusen Marleen Adam Sofie Van Laer |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-fiches van de componentne.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle studiedelen uit modelpakket deel 1 - VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wet 2; Biomedische wet 3; Voedingswet 3.' 'Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn voor modelpakket 1 en moet je ook inschrijven vr Voedingswetenschappen 3, Biomedische wetenschappen 2'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Dieetleer-casuïstiek |
|
|
|
Component behoort tot: | Algemene diëtetiek | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100063 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marijke Meeusen Marleen Adam Sofie Van Laer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Dieetleer bestudeert de voedingsaanpassingen welke noodzakelijk zijn bij diverse aandoeningen of ziekte. Gezonde voeding blijft steeds de basis van elk dieet maar bij tal van aandoeningen moet men één of meerdere restricties (mogelijk ook supplementen) invoeren om een goede gezondheidstoestand en / of goede voedingstoestand te bekomen of handhaven. In dit pakket wordt het voedingsadvies besproken bij de voornaamste welvaartsziekten; obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes mellitus en hypertensie alsook bij diverse aandoeningen van het maag - darmstelstel. Het MCT- dieet , het vetbeperkt dieet, het eiwitbeperkt dieet , het energie - verrijkt dieet worden eveneens besproken.
Wanneer zuigelingen en kinderen ziek zijn, hebben zij vaak behoefte aan een specifiek aangepaste voeding, een 'dieet op kinderformaat'. We bespreken de frequenste diëten bij zuigeling en kind.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
kent de wetenschappelijke achtergrond, de dieetlijsten en de praktische uitwerking van alle diëten die behoren tot de lesinhoud
-
kent de dieetproducten, welke in deze diëten aangewend kunnen worden
-
leest en interpreteert een patiëntendossier (met betrekking tot de in deze periode besproken diëten)
-
lost een patiëntendossier volgens specifieke richtlijnen op
-
haalt ernstige dieetfouten uit het voedingspatroon van een patiënt d.m.v. het bekijken van de voedingsondervraging en biedt hiervoor een diëtisch verantwoord alternatief
-
stelt een geïndividualiseerd en persoonlijk dieetadvies op, berekent dit advies en schrijft dit uit
-
past een receptuur, menu en / of weekschema aan het vereiste dieet zoals bijvoorbeeld het energiebeperkt-, het AVVZ-, het natriumbeperkt- en het diabetes dieet, het restenarm dieet, het eiwitbeperkt dieet aan
-
adviseert mogelijke dieetproducten kritisch beoordelen en adviseren
-
leest en interpreteert artikels kritisch
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle studiedelen uit modelpakket deel 1 - VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wet 2; Biomedische wet 3; Voedingswet 3.' 'Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn voor modelpakket 1 en moet je ook inschrijven vr Voedingswetenschappen 3, Biomedische wetenschappen 2'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Patiëntendossiers worden geïnterpreteerd en opgelost volgens speciefieke richtijnen, dieetadvies wordt uitgeschreven, individueel aangepast aan de patiënt. Voedingsondervragingen worden kritisch bekeken op dieetfouten en verantwoorde alternatieven, specifiek aan het dieet, worden aangeboden. Receptuur, menu- en weekschema's worden aangepast aan specifieke dieeteisen. Dieetproducten worden kritsch beoordeeld.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus 'Dieetleer van de volwassene' - auteur: Adam Marleen - Plantijn Hogeschool 2011-2012
- Cursus 'Dieetleer van zuigeling en kind'' - auteur: Adam Marleen - Plantijn Hogeschool 2011 - 2012
- Voedingsingrediënten: een stand van zaken, A. Vandamme & Katelijne Struben, ISBN: 90-209-6697-9
- Voeding en gezondheid: een overzicht van functionele componenten in levensmiddellen en van de relatie voeding & gezondheid, J. Van Camp, S. De Henauw, B. De Meulenaer, ISBN: 90-209-6600-6
- Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009
- Nederlands voedingsstoffenbestand, NEVO - tabel, ISBN 90-5177-037-5, 2006.
- Brochure 'Voedingsaanbevelingen voor België' Hoge Gezondheidsraad, 2009
- 'Maten en gewichten', handleiding voor gestandardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, ISBN 76994-06-4, 2005
- voedingsberekeningsprogramma (Nubel / Evry)
- Tijdschriften uit de bibliotheek
- didactische voedingswinkel
- Plantijn richtlijn en kennislijn
- Coëlho Zakwoordenboek der Geneeskunde, Jochems & Joosten, Elsevier, ISBN 90-6228-322-5
- Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, Belgisch centrum voor farmacotherapeutische informatie 2011
- Eenvoudige rekenmachine
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
werkcollegezs met verplichte aanwezigheid: theorie, oefeningen en leergesprekken
leerbegeleiding via monitoraat.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Voedingszorg |
|
|
|
Component behoort tot: | Algemene diëtetiek | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100063 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marijke Meeusen Marleen Adam Sofie Van Laer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je komt tijdens de stage en in het latere beroep in contact met zieke tot ernstig zieke en zorgafhankelijke mensen. Soms zal een dieettherapie in de ware zin niet meer baten. Het is de taak van de diëtist om hen het nodige comfort tijdens en het genot van een maaltijd aan te bieden. Je leert voedingszorgproblemen zowel op individueel als op collectief niveau probleemoplossend hanteren via een gefaseerd ‘nutrition care’ proces. We staan stil bij de mogelijkheden om bij zorgafhankelijke mensen de voedingsinname en het comfort van de maaltijd te bevorderen, bij verschillende vormen van maaltijdassistentie.
Je verwerft inzicht in het voedings- en vochtbeleid in de Medisch Intensieve Geneeskunde.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD366 Werkt een voedingszorgplan uit.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
kan de verschillende vakgebieden integreren in een belevingsgerichte en biopsychosociaal verantwoorde voedingszorg
-
past kritisch de technieken van doelmatige maaltijdassistentie zelf toe
-
hanteert voedingszorgproblemen op individueel en collectief niveau probleemoplossend via een gefaseerd nutrition care proces (nutrition assessment – nutrition diagnosis – nutrition Intervention – nutrition monitoring & evaluation)
-
stelt relevant referentiemateriaal voor de praktijk samen, houdt dit up to date én gebruikt dit adequaat
-
voert voor de bepaling van de voedingsstatus en de voedingsbehoeften van patiënten in algemene tot bijzondere voedingszorgsituaties de aangewezen berekeningen en antropometrische metingen uit en interpreteert diverse parameters correct
-
geeft precies aan wat de rol is van de diëtist en andere zorgverleners in de voedingszorg en de multidisciplinaire samenwerkingsprincipes
-
houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle studiedelen uit modelpakket deel 1 - VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wet 2; Biomedische wet 3; Voedingswet 3.' 'Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn voor modelpakket 1 en moet je ook inschrijven vr Voedingswetenschappen 3, Biomedische wetenschappen 2'
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het voedingszorgproces: praktische toepassing op individueel en collectief niveau (casuïstiek)
- Antropometrie in de voedingszorg
- Samenstelling en gebruik van referentiemateriaal
- Maaltijdassistentie
- Dysfagie
- Dehydratie
- Verrijkte voedingsupplementen
- Multidisciplinaire samenwerking
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus
- Casussen (thuiszorg, ROB, RVT, ziekenhuis, PVT, dagcentrum)
- Maaltijdassistentie in beeld (ppt-presentaties, video)
- Opdracht samenstellen van relevant referentiemateriaal voor de voedingszorg
- Aangereikt referentiematariaal : o.a. 'Plantijn Kennislijn', 'Plantijn richtlijnen', ‘Formuleboekje voedingszorg’, ‘Biochemische parameters voor de diëtist’, NUBEL, Voedingsaanbevelingen Hoge GezondheidsRaad.
- Antropometrische meetinstrumenten
- Zakrekenmachine
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- Interactieve hoor- en werkcolleges
- Persoonlijke voorbereidende studie van elke nieuwe les
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- integratieve toets INT5-3 (schriftelijke toets in examenweek)
- studenten die afwezig zijn op INT5-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtiek'
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
-
niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
-
afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
-
niet uitvoeren van individuele taken
-
niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- De schriftelijke toets wordt hernomen als de student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek'.
- Het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek' krijgt twee toetsen: dieetleer (periode 5 &6) en voedingszorg (periode 5).
- Studenten die afwezig zijn op één van beide toetsen krijgen een A als beoordeling voor deze toets: dus A voor het opleidingsonderdeel 'algemene diëtetiek'
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Psychologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100068 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 | Contacturen: | 32 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Kristien Roland |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De psychologie van de menselijke levensloop wordt gerelateerd aan het voorkomen van alledaagse voedingsproblemen en aan de ontwikkeling van ernstige eetstoornissen.
In de hedendaagse ontwikkelingspsychologie wordt ontwikkeling opgevat als inherent aan het leven zelf. Dit geldt zowel biologisch als psychosociaal: zodra men niet meer ontwikkelt, sterft men. Het gaat dus om een levenslang proces dat niet ophoudt bij de volwassenheid.Wie of wat men wordt is het product van een dynamische actie tussen enerzijds de biologische aanleg en anderzijds de talloze differentiërende inwerkingen zowel vanuit het milieu als vanuit de zich ontwikkelde persoonlijkheidskern.
Onderzoek naar oorzaken en begeleidingsadviezen van eetproblemen en eetstoornissen vormen in dit opzicht bekeken een nieuwe uitdaging voor de voedingsdeskundige/diëtist.
Reflectie op het eigen psychosociale functioneren is een meerwaarde voor begeleiding van mensen.
De psychologie wordt gedefinieerd als de wetenschappelijke studie van de geest en het gedrag. De psychologie kent verschillende stromingen zoals het behaviorisme, structuralisme, psycho-analyse, enz. Elke stroming levert een referentiekader, een 'bril' waarmee je de werkelijkheid kunt waarnemen en interpreteren. Als hulpverlener is het belangrijk om je niet vast te pinnen op één bepaalde stroming maar gebruik te maken van verschillende inzichten. De algemene systeemtheorie biedt daarom een kader waarmee je de complexe werkelijkheid in zijn gehele samenhang kunt weergeven. Systeemdenken betekent dat je gedrag in functie van de persoon en zijn omgeving moet plaatsen en dat een persoon continu in ontwikkeling is.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD112 Doet voorstellen voor verandering.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD120 Handelt integer (ethisch, deontologisch).
- VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD124 Motiveert de cliënt.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
verwerft initieel inzicht in het vakgebied van de algemene psychologie en de ontwikkelingspsychologie.
-
verwerft kennis en inzicht in de relatie tussen voeding en psyche.
-
kent veel voorkomende eetproblemen en kan deze relateren aan de biologische en psychosociale ontwikkeling in een bepaalde levensfase.
-
integreert kennis en inzicht in de voorstelling van vooropgestelde casussen.
-
werkt de vooropgestelde casussen uit naar begeleiding toe en rekening houdend met de biologische en psychosociale ontwikkeling.
-
doet aan kritische reflectie:legt verbanden tussen de psychosociale ontwikkeling van een individu en past deze toe in vooropgestelde casussen wat specifieke eetproblemen betreft.
-
heeft inzicht in de methodiek van de psychologie en de sleutelideeën en actuele toepassingen van verschillende psychologische stromingen.
-
heeft inzicht in de eigen persoon en functioneren in relatie met de ander.
-
vestigt een respectvolle en belevingsgerichte zorgrelatie.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Communicatie en anamnese, Voeding en maatschappij.' 'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je geslaagd zijn voor Communicatie en anamnese'
|
|
Andere begincompetenties
|
zie lijst begincompetenties opleiding VD
|
LEERINHOUDEN
|
-
ontwikkelingspsychologie in levensloopperspectief: beginnend bij de conceptie en de geboorte tot in de hoge ouderdom en de dood
-
invloeden en toepassingen van voeding op de psyche van de mens
-
bespreking van enkele belangrijke eetproblemen in de verschillende levensfasen: ontstaan en pedagogische aanpak van eetproblemen bij zuigelingen en kleuters, obesitas bij het lagere schoolkind, diabetes type 1, anorexia nervosa, boulemia nervosa en binge eating disorder tijdens de adolescentie, aandachtspunten wat voeding betreft bij de ouder wordende mens
-
voedingsaspecten bij opname in ziekhuis, R.V.T. en dit zowel op het biologische als het psychosociale vlak.
-
casusmateriaal dat theorie en praktijk samenbrengt kritisch lezen en bespreken van wetenschappelijke literatuur
-
Zelfkennis: hoe voel ik, hoe denk ik, hoe handel ik ... en waarom? De eigen persoon als werkinstrument in de therapeutische zorgrelatie.
-
Belangrijkste sleutelideeën en toepassingen uit verschillende psychologische stromingen (psychoanalyse, behaviorisme, humanistische psychologie, cognitieve (gedrags)psychologie, systeemtheorie, waarnemingspsychologie enz.)
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Cursus 'Psychologie van de menselijke levensloop: inleiding in de ontwikkelingspsychologie en voedingsaspecten' - auteur Lea Aertsen - Plantijn Hogeschool
-
Casuïstiek
-
Recente wetenschappelijke artikels
-
video- en beeldmateriaal
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
-
theorie wordt voorbereid door de student en besproken in groepsverband
-
communiceren over de theoretische inzichten en verbanden leggen met de vooropgestelde casussen in groepsverband
-
oefensessies: voorstellen voor begeleiding en de deskundigheid van de diëtiste hierbij leren communiceren naar andere zorgverleners.
-
Interactieve hoorcolleges
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- de toets wordt hernomen en telt voor 100% van de punten
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Biomedische wetenschappen 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Chemie 3 Humane biochemie Biochemische labtechnieken
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100069 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1-2 | Contacturen: | 80 | Aantal studiepunten: | 9 | Totaal studietijd: | 234 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Koen Vanherle |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-fiches van de componenten.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wetenschappen 3' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1 Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wetenschappen 3'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Chemie 3 |
|
|
|
Component behoort tot: | Biomedische wetenschappen 2 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100069 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus Chemie 3 bouwt verder op de cursus Chemie 1, welke een inleiding tot de biomoleculen bevatte. In Chemie 3 worden de koolhydraten en lipiden verder uitgediept, en wordt de chemische structuur van eiwitten nauwkeurig bestudeerd. Verder wordt aandacht besteed aan nucleïnezuren en vitaminen, enzymen en de werking van hormonen, als een basis voor de cursus Humane Biochemie (P5).
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- vermeerdert zijn/haar kennis van de bio-organische chemie als basis voor de humane biochemie
- herkent verschillende functionele groepen in bio-moleculen
- kent de belangrijkste bouwstenen van biomoleculen
- kent de structuur en eigenschappen van de belangrijkste biomoleculen
- Aminozuren
- Eiwitten
- Heterocyclische en aromatische verbindingen
- Nucleotiden en nucleïnezuren
- Enzymen en co-enzymen
- Vitaminen
- Hormonen
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wetenschappen 3' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1 Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wetenschappen 3'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
Nucleosiden, nucleotiden en nucleïnezuren
-
Lipiden (uitbreiding)
-
Koolhydraten (uitbreiding)
-
Aminozuren, peptiden en eiwitten
-
Chemie van bio-organische moleculen: functionele groepen (uitbreiding), aromaticiteit, mesomerie en geconjungeerde bindingen
-
Heterocyclische en aromatische verbindingen: voorbeelden
-
Biomembranen
-
Enzymen als biokatalysatoren
-
Vitaminen
-
Hormonen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijke leermiddelen
Aanbevolen leermiddelen
- Ampe, C; Devreese, B. (2009) Algemene biochemie. Functionele bouwstenen van het leven. 1ste druk, Leuven, Acco. ISBN 9789033474200
- Engbersen, J.F.J, De Groot, AE. (2001) Inleiding in de bio-organische chemie, 9de druk, Wageningen, Wageningen academic publishers. ISBN- 9789074134958
- Koolman, J.; Röhm, K-H. (2009) Sesam atlas van de biochemie. 2de geheel herziene druk, Utrecht, ThiemeMeulenhoff. ISBN 9789055746439
- Literatuur voorhanden in bib
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT4-4: Schriftelijke toets met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen waarbij de student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van verschillende functionele groepen in biomoleculen, de belangrijkste bouwstenen van biomoleculen, de structuur en eigenschapen van de belangrijkste biomoleculen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken. Het aantal punten vanuit deze "chemie 3" telt mee voor ca. 42,5% van het totale opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen 2".
Studenten die afwezig zijn op deze toets krijgen een A en behalen dus A voor het volledige opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen 2" Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Studenten die niet geslaagd zijn voor het opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen 2" leggen deze examenperiode één integratieve toets over de drie compontenten (periode 4&5) opnieuw af Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Humane biochemie |
|
|
|
Component behoort tot: | Biomedische wetenschappen 2 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100069 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus "Humane biochemie" behandelt de dynamische processen van biomoleculen. Hier bestudeer je het metabolisme van eiwitten, koolhydraten en lipiden. Het gaat dan over omzettingen in het menselijk lichaam van de nutriënten, zowel het anabolisme (opbouw) als het katabolisme (afbouw). Opbouw vraagt energie (ATP), terwijl de afbraak energie oplevert. Je verwerft inzicht in de aanmaak van eiwitten, gestuurd vanuit de genen met oog op erfelijke afwijkingen. Speciale aandacht wordt besteed aan de besturing en controle door enzymen en hormonen in verschillende fysiologische omstandigheden (voor en na een maaltijd, fysische activiteit...)
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- beschrijft het belang van de moleculen; ATP, GTP, NAD, NADP en FADH in het metabolisme
- kent de metabolische “pathways” van eiwitten, koolhydraten, lipiden en nucleotiden
- analyseert een gegeven stap in een metabolische pathway correct
- kent de functie van de verschillende pathways
- beschrijft de correcte plaats waar de processen doorgaan in de cel en legt het belang hiervan uit
- berekent de energie-inhoud van een gegeven hoeveelheid glucose en verzadigde vetzuren correct na metabolische afbraak (aeroob en anaeroob)
- herkent en benoemt het verband tussen de verschillende processen, geeft de gelijkenissen en verschillen tussen enkele metabolische processen
- kent een aantal erfelijke afwijkingen, betrokken bij het menselijk metabolisme
- kent de fysiologische rol van vitamines en mineralen en hun plaats in de diverse metabole cyclussen
- weet dat het metabolisme stevig geregeld is en gecontroleerd wordt door enzymen en hormonen
- kent de weg van gen naar eiwitten
- voelt de enorme impact van biokatalytische eiwitten (enzymen) in de vertering en het metabolisme van energiestoffen aan
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wetenschappen 3' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1 Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wetenschappen 3'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Vrijstelling en opslag van metabolische energie
- Energierijke verbindingen
- Fasen in de energievrijstelling uit biomoleculen
- Citroenzuurcyclus
- Ademhalingsketen-elektronentransportsysteem
- Metabolisme van sacchariden
- Glycolyse of Embden-Meyerhof reactieketen
- Aërobe en anaërobe omzetting van pyruvaat
- Hexose-monofosfaatshunt of pentose-fosfaatroute
- Gluconeogenese
- Metabolisme van lipiden
- ß-oxidatie van vetzuren of de spiraal van Knoop
- Biosynthese van triglyceriden
- Metabolisme van aminozuren
- Decarboxylering
- Transaminering
- Oxidatieve deaminering
- Verband tussen transaminering en deaminering
- Verwijdering van ammoniak uit het organisme
- Oxidatieve afbraak van a -ketozuren
- Ureumcyclus
- Biosynthese van aminozuren en proteïnen
- Het centrale dogma
- Metabolisme van nucleïnezuren
- Metabolisme van hemoglobine
- Biosynthese van cholesterol
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijke leermiddelen:
- Koolman, J.; Röhm, K-H. (2009) Sesam atlas van de biochemie. 2de geheel herziene druk, Utrecht, ThiemeMeulenhoff. ISBN 9789055746439
- Hand-outs van ppt’s besproken tijdens de lessen, beschikbaar op e-campus
Aanbevolen leermiddelen
- Biochemie handboeken & ILSI-brochures in de bib
- F.C. Schuit (2010) Metabolisme. 1ste druk, Houten, Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031382248
- Smet, F.; Lambers, P. (1996) Biochemie: leerboek voor paramedici. 6de druk, Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN 9067169242
- Textbook of Biochemistry with clinical correlations. T. Devlin (6th Ed.) Wiley-Liss 0 471 67808 2 (Bib)
- Hooghwinkel, G. J. M. (1990) Humane biochemie. Utrecht, Wetenschappelijke uitgeverij Bunge. ISBN 9063480660.
- Medical Biochemistry at a glance. B. Greenstein. Blackwell Science 0 86542 980 4
- N.V. Bhagavan, Chung-Eun Ha (2011) Essentials of Medical Biochemistry. 1ste druk, Academic Press, USA. ISBN 9780120954612.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratieve toets INT5-1:
Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen. Studenten die afwezig zijn op de toets krijgen een A en behalen dus A op het opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen 2".
Het aantal punten vanuit deze "humane biochemie" telt mee voor ca. 42,5% van het totale opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen 2"
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel: - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Studenten die niet geslaagd zijn voor het opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen" leggen deze examenperiode een integratieve toets over de drie facetten (periode 4&5) opnieuw af. Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing. Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel: zie onder Eerste examenperiode
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Biochemische labtechnieken |
|
|
|
Component behoort tot: | Biomedische wetenschappen 2 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100069 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Wat je zelf waarneemt en uitvoert begrijp en onthoud je beter. Vandaar dat “biochemische laboratoriumtechnieken” je laat kennismaken met enkele (semi-)kwantitatieve en kwalitatieve analysetechnieken op voedingsmiddelen. De technologische en fysico-chemische karakteristieken van voedsel vormen immers de basis voor veel voedingswetenschappen. Verder worden enkele biochemische en immunologische concepten bestudeerd. Deze principes uit een labo (in vitro) kan je bovendien vaak extrapoleren naar het gedrag van voedingsstoffen in het menselijk lichaam (in vivo). De link met “bio-organische chemie” en “humane biochemie” is nooit veraf.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD116 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kent het principe achter en methode van enkele belangrijke analysetechnieken in voeding (bepaling van/op enkele koolhydraten, vetten, vitamines en mineralen)
- kent het verschil tussen een chemische en een enzymatische bepaling
- kent het verschil tussen een specifieke en een aspecifieke analysemethode
- kent het onderscheid in doelstelling en methode tussen kwalitatieve en kwantitatieve analyses
- kent de doelstelling en voordelen en nadelen van de behandelde analysetechnieken
- kent de werking van een zuur-base buffer en het begrip buffercapaciteit
- kent de studie van de complexatie-reacties
- kent het bestaan van meer gesofisticeerde instrumentele analysetechnieken
- voert bepalingen op koolhydraten en vetten uit: kwaliteitsonderzoek van voedingsvet, kenmerken van suikers, analyse van voedingsvezel
- maakt correcte berekeningen op basis van de analyseresultaten
- gaat correct om met de techniek spectroftometrie
- werkt met beschikbare (commerciële) analysekits
- voert kwalitatieve identificatie van afzonderlijke voedingsstoffen uit (vetsoorten, aminozuren,…)
- schat de juistheid van analyses in (meet ik werkelijk wat ik wil meten), en hierbij eventuele veronderstellingen en mogelijke fouten inschatten
- vergelijkt verschillende analysemethodes met elkaar en trekt hieruit correcte conclusie naar resultaat en aanbeveling toe
- vergelijkt resultaten van eigen analyse met literatuurwaarden (bv. Nubel)
- heeft inzicht in het biochemisch gedrag en kenmerken van vitaminen en mineralen door enkele bepalingen (vitamine C en mineralen)
- bespreekt het gedrag en voorkomen van aminozuren in fysiologische omstandigheden bespreken
- toont de werking van fysiologische buffers aan en verduidelijkt dit; voert berekeningen hieromtrent uit
- bestudeert complexatie-reacties en extrapoleert dit inzicht naar bio-beschikbaarheid van nutriënten
- past immunologische principes toe in de analyse van allergenen
- legt de link tussen deze praktijksessies en “bio-organische chemie” en “humane biochemie”
- voert een risico-analyse uit en beheerst de mogelijke risico's
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wetenschappen 3' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1 Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Biomedische wetenschappen 3'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Kristalsuiker is saccharose, en overmatig gebruik ervan wordt in verband gebracht met verschillende aandoeningen. Reducerende suikers bevatten een vrije glycosidische -OH (glucose, fructose, lactose, maltose). Saccharose is geen reducerend suiker. Door zure hydrolyse wordt saccharose gesplitst in glucose en fructose.
Zetmeel is een verteerbaar polysaccharide. Voedingsvezels zijn onverteerbare koolhydraten. Wetenschappelijke studies tonen het belang van voldoende vezels in de voeding aan ter preventie van bepaalde kankers en andere ziekten. Voedingsvezels worden ingedeeld in oplosbare en niet-oplosbare voedingsvezels.
Recent wetenschappelijke vaststellingen benadrukken,naast het absolute vetgehalte, het belang van de vetzuursamenstelling van de voeding bij de ethiologie van diverse pathologieën (o.a. atherosclerose).
Het zuur/base evenwicht en fysiologische homeostase. Aminozuren hebben een belangrijke functie in de zuur/base huishouding.Via eiwitten uit de voeding wordt ons lichaam voorzien van essentiële aminozuren.
-
De werking van fysiologische buffers aantonen en verduidelijken: fosfaatbuffers en carbonaatbuffers bereiden en zu/ba gedrag onderzoeken.
-
Gedrag en voorkomen van aminozuren in fysiologische omstandigheden onderzoeken:
Vitamines zijn essentiële voedingsstoffen en moeten dus door de voeding aangebracht worden. Zij hebben een belangrijke functionele rol in het menselijk lichaam
Mineralen en spoorelementen zijn essentieel voor het menselijk organisme en metabolisme. Supplementen en verrijking van voedingsmiddelen (bv. met calcium) kent recent veel succes.
Bepaling van lactose/galactose in melk en melkproducten. Ook lactosevrije producten.
Immunologische interacties (antilichaam-antigen) spelen zich af in het lichaam, maar kunnen ook gebruikt worden om de aanwezigheid van bepaalde bestanddelen in voedingsmiddelen of bloed op een specifieke manier aan te tonen.
-
Labo: Onderzoek naar aanwezigheid van kippeneiwit in voedingsmiddelen (ei, mayonaise, pasta,…) (Ouchterlony test)
-
Lateral Flow Devices / sandwich Elisa (allergenen vb. hazelnoot). Ook testen op sulfiet, aflatoxines, koemelkeiwit in Feta,...
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus “laboratoriumtechnieken” - auteur: Koen Vanherle –Plantijn Hogeschool
Belgische Voedingsmiddelentabel, Nubel (ISBN 9789074362009), 2009
Brochure “Kwaliteit en Veiligheid”
Labojas, spatel, veiligheidsbril, peer, laboschrift
een standaardtype rekentoestel
e-campus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
40
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
praktijksessies in een lab
opdrachten per 2 studenten ofwel in projectgroep
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
- De student is verplicht om tijdens deze praktijksessies de naambadge zichtbaar te dragen, zoniet krijgt de student een nul op de praktijksessie.
- Studenten mogen het labo niet betreden zonder labojas.
- Tijdens de uitvoering van proeven wordt de veiligheidsbril steeds en handschoenen indien nodig gedragen. Indien dit niet wordt gedaan, of wanneer de student ander onveilig gedrag vertoont, kan de toegang tot het labo ontzegd worden met een quotering “0” of “A” tot gevolg, afhankelijk van de ernst van het incident. Deze veiligheidsmaatregelen worden tijdens de eerste les uitgelegd.
- Een systeem van permanente evaluatie wordt gehanteerd op basis van:
- 1/3 op eigen inzichten en vaardigheden (voorbereiding, uitvoering en afsluiten opdracht, tijdsplanning; verwerken en nauwkeurigheid resultaten) en attitude (voorbereiding, veiligheid, werkijver, uitvoering taken,…) .De verworven kennis wordt getoetst a.d.h.v. een evaluatie van bijhorende vragen en opgaven, de invulbladen en een voldoende kennis/inzicht tijdens het uitvoeren van het practicum (mondeling of schriftelijk)
- 1/3 op verslagen (correctheid, nauwkeurigheid, tijdig indienen, berekeningen en andere vereiste verwerking)
- In de integratieve toets INT5-1 wordt de student geëvalueerd op de hier verworven kennis en inzicht (vb. toepassing en berekeningen)(1/3 van de te behalen punten voor deze component).
Dit betekent dat de cursus ‘biochemische laboratoriumtechnieken’ integraal deel uitmaakt van de leerstof voor INT5-1. Vorm: muliple-choice met redeneringsvragen en/of open vragen
- Het aantal punten vanuit deze ‘biochemische laboratoriumtechnieken’ telt mee voor ca. 15% van het totale opleidingsonderdeel "biomedische wetenschappen 2"
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties - een eindtotaal < 10/20 wordt in principe niet naar boven afgerond
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De punten van permanente evaluatie en verslagen blijven behouden. Op de integratieve toets wordt er opnieuw een of meerdere vragen gesteld over 'biochemische laboratoriumtechnieken'. Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel: zie eerste zittijd
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Biomedische wetenschappen 3 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100070 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 | Contacturen: | 28 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marjan Van Cleemput |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het ‘Basispakket anatomie’ uit periode 1 bestudeert de functionele anatomie van het spijsverteringsstelsel en enzymen en legt de link leggen tussen voeding en een gezond lichaam. Nu komen de andere stelsels van het menselijk organisme aan bod. Je verwerft inzicht enerzijds in de opbouw en de functie van deze stelsels, anderzijds in de samenwerking van een stelsel met alle andere stelsels. Door de stofwisselingsprocessen in het lichaam komen in het bloed vele producten terecht die voor het lichaam niet meer bruikbaar of zelfs schadelijk zijn. Deze stoffen moeten voortdurend uit het bloed verwijderd worden. Deze excretie gebeurt door de nieren, de longen, de huid en de lever. Bovendien zorgen de nieren ook voor het regelen van de bloeddruk, de vitamine D activering en de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg. Voor de ontelbare spiercontracties die continu, bewust of onbewust, plaatsvinden is er energie en zuurstof nodig. De aanvoer van O2 en de afvoer van CO2 wordt door het ademhalingsstelsel en de bloedsomloop geregeld.
Het endocrien stelsel is naast het zenuwstelsel het belangrijkste controlesysteem in het lichaam. De controle gebeurt via stoffen in het bloed, de hormonen. Deze worden in klieren met interne secretie geproduceerd. Behalve in klieren wordt een grote groep hormonen in bepaalde weefsels aangemaakt, de weefselhormonen. Dit leidt uiteindelijk tot de kennis van een gezond lichaam.
Toch kan het ook fout lopen en dan spreekt men over de pathologie. Bij pathologieën is inzicht in dit ‘goed werken van het organisme’ vanuit ‘fysiologie’ en ‘humane biochemie’ van groot belang om de afwijkingen beter te begrijpen en zo correcte aanbevelingen voor de patiënten te kunnen opstellen. De aandoeningen van alle stelsels die verband houden met de voeding van het gezonde en het zieke organisme worden in de ‘pathologie’ onder de loep genomen. Bij afwijkingen aan de verschillende organen van het spijsverteringsstelsel kan echter malabsorptie ontstaan met afwijkingen van de voedingstoestand als gevolg. We leggen een eerste link tussen de beschavingsziekten zoals obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes type II, …en verkeerde voedingsgewoonten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- beschrijft de energievoorziening van de cellen en de verschillende soorten spierweefsel
- beschrijft de ligging, bouw, functie en ziekten van het ademhalingsstelsel
- beschrijft de ligging, bouw, functie en ziekten van het bloedvaten- en lymfevatenstelsel
- begrijpt de samenhang van het ademhalingsstelsel en de bloedsomloop
- legt de bouw, werking en ziekten van de nieren uitleg
- beschrijft de anatomische onderdelen en algemene functie van het zenuwstelsel
- noemt de werking van een hormoon en de algemene functie van het hormoonstelsel op
- noemt de verschillende endocriene klieren,
- beschrijft de ligging, de bouw van de endocriene klieren en hun hormonen
- begrijpt de pathologie van de endocriene klieren
- beschrijft de regeling van de productie van verteringssappen en de rol van de hormonen, die hierbij een rol spelen
- brengt afwijkingen aan het spijsverteringsstelsel in verband met malabsorptie
- begrijpt de samenhang van de verschillende stelsels in het menselijk organisme die de homeostase in stand houdenlegt een relatie tussen het belang van de voeding en een gezond individu
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Biomedische wetenschappen 1
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- het spierweefsel en de energievoorziening van de cellen.
- het ademhalingsstelsel en afwijkingen
- het zenuwstelsel en afwjkingen
- het bloedvaten- en lymfevatenstelsel en afwijkingen
- de invloed van voeding op hart en bloedvaten
- wat is een hormoon en hoe werkt het
- welke organen behoren tot het endocrienstelsel en welke afwijkingen kunnen voorkomen
- welke afwijkingen kunnen voorkomen aan de verschillende delen van het spijsverteringsstelsel
- welke rol speelt ons urinestelsel bij het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam en welke afwijkingen kunnen voorkomen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijke leermiddelen
- cursus anatomie - auteur: Patricia Winnen & Begoña Manuel-y-Keenoy - Plantijn Hogeschool
Aanbevolen leermiddelen:
- anatomische modellen
- CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
- naslagwerken in de bib :
- Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 – meest recente editie
- Anatomie en fysiologie: een inleiding -auteurs Frederic Martini & Edwin Bartholomew, ISBN 978-90-430-1389-5, 4de editie
- Pathologie- auteurs Mark Zelman, Elaine Tompary, Jill Raymond, Paul Holdaway & Mary Lou Mulvihill, Hanny Groenewoud; Pearson Education;2010;ISBN 978 90 430 1745 9
- Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 – meest recente editie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratieve toets van dit opleidingsonderdeel: schriftelijk examen met kennisvragen en "multiple choice"
Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: zie periodeboek onder 3. Overzicht van de lesweken - punt 6. toetsing. Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
zie eerste examenperiode
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Methoden en onderzoek 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100071 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 34 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Als voedingsdeskundige/diëtist ga je problemen ‘evidence based’ aanpakken: voor een bepaald probleem (casus) ga je in de wetenschappelijke vakliteratuur op zoek naar relevante en correcte informatie (‘evidence’ staat hier voor de resultaten van wetenschappelijk onderzoek van een vergelijkbaar probleem) zodat je de oplossing van het probleem (behandeling van de casus) met wetenschappelijke correcte argumentatie kan onderbouwen. Met de lessenreeks ‘Methoden en onderzoek’ krijg je inzicht in de statistische begrippen en technieken die je nodig hebt bij het lezen van wetenschappelijke onderzoeksartikels (nutritioneel epidemiologisch onderzoek). Je zal bovendien ook leren om relevante artikels op te zoeken (Engelstalige vakliteratuur) en de inhoud ervan te interpreteren. In de vierde periode gaan we dieper in op het formuleren van onderzoeksvragen, het meten van ‘voedingsgedrag’ van een bepaalde doelgroep (vragenlijsten), het beschrijven van de kenmerken van een populatie en de statistische achtergrond van diagnostiek. In de vijfde periode bekijken we hoe je ‘associaties’ tussen verschillende kenmerken kan aantonen en leer je statistiek gebruiken als hulpmiddel bij het valideren van meetmethoden. In de zesde periode leer je om onderzoeksvragen op basis van een steekproef te beantwoorden: hypothesetesten. We bekijken ook de concrete toepassing van deze technieken in de vakliteratuur en je leert de statistiek van een wetenschappelijk onderzoeksartikel grondig analyseren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD369 Neemt deel aan toegepast onderzoek.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
·
zoekt relevante artikels op in de wetenschappelijke vakliteratuur
·
leest, begrijpt en interpreteert de inhoud van een wetenschappelijk artikel (epidemiologisch onderzoek)
·
vertaalt de ibhoud van en wetenschappelijk artikel naar een opgegeven casus
·
formuleert onderzoeksvragen
·
stelt in functie van onderzoeksvragen een geschikte vragenlijst op
·
stelt voor een vragenlijst een codeboek en een datamatrix op
·
berekent kansen en odds
·
beschrijft de toestand van een groep met gepaste frequentiematen zoals prevalentie, incidentie, opvolgtijden, mortaliteits-en morbiditeitscijfers,…
·
interpreteert deze frequentiematen
·
berekent en interpreteert de associatiematen OR, RR, OR
·
begrijpt biologische variatie en cutoff
·
drukt de kwaliteit van een diagnose uit met Se, Sp, voorspellingswaarden
·
interpeteert deze kwaliteitskenmerken van diagnostiek
·
zoekt revante artikels op in de wetenschappelijke vakliteratuur
·
leest, begrijpt, interpreteert de inhoud van een wetenschappelijk artikel (epidemiologisch onderzoek)
·
vertaalt de inhoud van een wetenschappelijk artikel in termen van een opgegeven casus of probleem
·
toont een associatie aan tussen twee gegevensreeksen: Spearman, Pearson,
k
-waarde,
c
²-test
·
toont een causaal verband aan tussen twee gegevensreeksen: lineaire regressieanalyse
·
kent de noodzakelijke statistiek voor de validatie van meetmethoden en schriftelijke anamnesetechnieken
-
past volgende (parametrische) hyptothesetesten toe: t-testen op populatiegemiddelde(n),
c
²- en F-test op populatievariantie(s), z-testen op populatieproporties
-
interpeteert de resultaten van deze hypothesetesten kritisch
-
kiest de juiste statistische techniek bij de verwerking van de resultaten van een onderzoek (vragenlijst)
-
stelt voor een bepaalde onderzoeksvraag een onderzoek (steekproefschema) voor en toont de hypothese met de correcte techniek al of niet aan
·
leest, beoordeelt en interpreteert de onderzoeksresultaten van ‘derden’ (vakliteratuur): werkt evidence based
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Methoden en onderzoek 1
|
|
Andere begincompetenties
|
passieve kennis Engels
|
LEERINHOUDEN
|
- Opzetten van een onderzoek (methodiek) en ontwikkelen van een vragenlijst als meetinstrument; opstellen van ‘codeboek’ en ‘datamatrix’ voor een onderzoek
- Kansrekenen met gegevens gerangschikt in frequentietabellen (kans, risico, odds, prevalentie, incidentie).
- Kansrekenen met gegevens gerangschikt in een (2×2)-frequentietabel: associatiematen (RR, AR en OR); diagnostiek (Se, Sp en PV); diagnostiek en cutoff.
- Morbiditeits- en mortaliteitscijfers.
- Associatie, correlatie en enkelvoudige lineaire regressie.
- Methodevergelijking: regressie, plots, kappa-waarde, chi-kwadraat²-waarde.
- Validatie van meetmethoden en schriftelijke voedingsanamnesetechnieken.
- Hypothesetesten: formuleren hypothesen; hypothesetesten op µ en variantie (1 steekproef); verband met betrouwbaarheidsinterval; hypothesetesten op µ en variantie (2 steekproeven); mogelijke fouten; binomiale verdeling en z-test op proporties.
- Lezen en interpeteren van de resultaten van statistische verwerking van ‘derden’; omgaan met ‘onbekende’ (= niet in de les geziene) statistische methoden.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- hoofdstukken 5 tem 15 van de cursus ‘methoden en onderzoek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool
- formuleboekje ‘methoden en onderzoek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool
- een rekenmachine
- wetenschappelijke artikels (EJCN, journal of human nutrition,…)
- wetenschappelijke databanken op internet
aanvullend in de bib
- ‘Medical statistics at a glance’ van Petrie en Sabin (ISBN 0632050756) - 2000
-
‘Nutritional epidemiology’ Walter Willett (ISBN 0195122976) - 1998
-
‘epidemiologisch onderzoek’ Bouter en Van Dongen (ISBN 9031330981) - 2000
-
‘enquêteren en gestructureerd interviewen’ Baarda-de Goede-Kalmijn (ISBN 902073086X) – 2000
-
‘De vragenlijst’ Joep Brinkman (ISBN 9001166261) – 2009 (2de druk)
- ‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X) - 2001
-
‘biostatistics (a foundation for analysis in the health sciences)’-Daniel (ISBN 0471163864)
-
‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
35
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het werkveld (wetenschappelijke vakliteratuur) worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
- de nadruk ligt op begrijpen en interpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje)
- zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de colleges
- andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- een schriftelijke toets tijdens de laatste les (2cu) van elke periode met formuleboekje ‘methoden en onderzoek’ en rekenmachine
- studenten die afwezig zijn op deze toets volgen het departementale stappenplan zoals beschreven in het departementale OER: bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student A op de deeltoets (en dus A op het opleidingsonderdeel), bij een gewettigde afwezigheid contacteert de student de lector over de mogelijkheid tot inhalen (student haalt 0 op de deeltoets indien hij deze mogelijkheid niet benut)
- samenstelling vragen: hoogstens 50% van de vragen zijn kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van de berekeningen) en en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden (gegevens uit de vakliteratuur))
- in juni worden de punten van deze toetsen samengeteld
extra in periode 6: beoordeling van de opdracht 'wetenschappelijk artikel' (5% deel periode 6) - studenten die afwezig zijn tijdens de groepsopdracht rond vakliteratuur krijgen nul op de opdracht
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘methoden en onderzoek 2’ leggen één toets (4cu) over dit opleidingsonderdeel af
- de opdrachten tellen niet opnieuw mee
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Kooklab 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100072 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 40 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marina Hertogen Ingrid Aerts Sofie Van Laer Kim Geys |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Vanaf periode 4 breiden we de kennis over algemene en gezonde voeding uit naar dieetkoken. Je leert dat een dieetvoeding ook lekker kan zijn. We proberen de verschillende dieetproducten die er op de markt verkrijgbaar zijn uit. Je leert de kennis uit de dieetleer in de keukenpraktijk toepassen. Je gaat ook zelf op zoek naar bruikbare dieetproducten in de supermarkten.
De kooklessen lopen parallel met de voedingswetenschappen en de lessen diëtetiek. Tijdens de periodes 4, 5 en 6 worden enkelvoudige diëten aangeleerd. Vanaf periode 7 komen de combinatiediëten aan bod en moet je zelf een menu samenstellen.
We leren ook alternatieve voedselbereidingswijzen zoals het veganisme en het vegetarisme. We maken kennis met de eetgewoontes van andere culturen.
Ook zuigelingenvoeding krijgt de nodige aandacht.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD111 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD118 Biedt spontaan hulp aan.
- VD130 Laat het groepsbelang primeren boven het eigen belang.
- VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
- VD132 Voert eenvoudige leidinggevende taken uit.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD250 Maakt een duidelijk tijdsschema.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
- VD254 Volgt op en stuurt bij.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
- VD259 Werkt veilig.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
- VD371 Vertoont stakeholdergerichtheid (wederzijds belang).
- VD372 Implementeert de regelgeving en afspraken omtrent voedselveiligheid (HACCP) en kwaliteit.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven vr dit oo moet je geslaagd zijn voor modelpakket 1 en moet je ook inschrijven vr Algemene diëtetiek, Voedingswetenschappen 3.' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle o.o. uit modelpakket deel 1 VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Algemene diëtetiek; Voedingswetenschappen 3.'
|
|
Andere begincompetenties
|
Taalvaardigheid, zowel schriftelijk als mondeling
|
LEERINHOUDEN
|
- het in praktijk brengen van de theoretische kennis van zuigelingen- en kindervoeding en het klaarmaken van kunstvoeding voor zuigelingen
- kennis maken met en verwerken van diverse dieetproducten en voedingsmiddelen die aangewend worden in diverse diëten zoals vezelpreparaten, natrium-arme producten, light producten, vetstoffen met een betere samenstelling, zoetstoffen, dieetproducten zonder suiker, glutenvrije producten, eiwitarme producten, MCT vetten, vetarme producten.
- kennis maken met en verwerken van zoetstoffen geschikt voor gebak in samenwerking met studenten 7de jaar bakkerij in de PIVA
- kennis maken met en verwerken van vegetarische en veganistische gerechten
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus kooklab 2 VD - auteurs Aerts Ingrid, Van Laer Sofie, Geys Kim & Hertogen Marina - Plantijn Hogeschool - 2011-2012
- Richtlijnen over borstvoeding en kunstvoeding voor zuigelingen, Werkgroep Voeding v.d. Vlaamse Vereniging Kindergeneeskunde, 2009
- Brochures 'Flesvoeding', Kind en Gezin, 2010
- Didactische voedingswinkel
- Tekst 'Diabetesgebak' Mr D'Hollander, leraar dieetbakkerij PIVA
- Nutritionele software
- Belgische voedingsmiddelentabel, Nubel (ISBN 9789074362009, 2009)
- Nederlandse voedingsmiddelentabel, Nevo
- Een aantal praktijksessies zijn op verplaatsing en tegen betaling
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
40
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- verplichte praktijksessies van 4 uren
- opdrachten worden vooraf uitgelegd en besproken. Nadien werken de studenten de recepten zelf uit
- bezoeken op verplaatsing: PIVA (bakkerij), ...
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- een schriftelijke toets (samenstelling vragen: productkennis en toepassingsvragen)
- permanente evaluatie van de kookles: proces (werkmethode, materiaal, organisatie, hygiëne, ergonomie, tempo), product (uitzicht, smaak, temperatuur, creativiteit, enz.)
- evaluatie van de opdrachten: correctheid van de antwoorden en berekeningen, volledigheid van de opdracht, logische opbouw van de opdracht, duidelijke en heldere formulering van de antwoorden
- puntenverdeling:
- 80% kooklab Mevr. Geys/Mevr. Van Laer (1/5 permanente evaluatie kookles, 1/5 opdrachten en 3/5 schriftelijke toets)
- 10% kooklab Zuigelingenvoeding (1/5 opdrachten en kookles en 4/5 toets)
- 10% kooklab Vegetarisme (1/5 opdrachten en kookles en 4/5 toets)
-
Afwezigheden:
- Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief
- Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden.
- Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk onderdeel
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het onderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk onderdeel
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het onderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Veldwerkproject 'GVO' |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100073 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1 | Contacturen: | 14 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Inge De Ridder Koen Vanherle Geert Bruggeman |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Gezondheidsvoorlichting is maar één aspect van de gezondheidsbevordering maar GVO is wel meer dan een folder ontwikkelen en uitdelen. Het is een multidisciplinair planmatig vakgebied dat met name leunt op de sociale psychologie en de gezondheidspsychologie, maar ook op de epidemiologie, de communicatiewetenschappen, de sociologie en marketing.
Met deze cursus leert je een doeltreffend GVO-project te ontwikkelen met behulp van het planningsmodel van de GVO (Procede/proceed-model). De verschillende stappen worden systematisch doorlopen om de doeltreffendheid van het project te verhogen. Je zal jouw kennis uit andere vakken integreren in één project. De aandacht in het GVO-project gaat voornamelijk uit naar kennis- en inzichtvermeerdering en mogelijks een attitudeverandering.
Veldwerkproject: Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode. Met dit project leert je een doeltreffend GVO-project te ontwikkelen met behulp van het planningsmodel van de GVO (Procede/proceed-model) en leert je dit ook op een wetenschappelijke manier weer te geven. De verschillende stappen van het GVO-plan worden systematisch doorlopen om de doeltreffendheid van het project te verhogen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD111 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD114 Moedigt anderen aan om door te zetten.
- VD128 Betrekt anderen bij besluitvorming.
- VD129 Erkent en waardeert de inbreng van anderen.
- VD130 Laat het groepsbelang primeren boven het eigen belang.
- VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
- VD135 Luistert actief.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
de student verwerft kennis en inzicht in de gezondheidsbevordering en hij kan de GVO daarin plaatsen
de student verwerft kennis en inzicht in de verschillende mogelijkheden van gezondheidsbevordering. Hij/zij beseft dat GVO meer is dan een folder ontwikkelen of een voordracht geven.
de student krijgt kennis en inzicht in de 3 verschillende doelen (kennis-, houding- en gedragsdoel)
de student verwerft kennis en inzicht in begrippen uit de gezondheidsbevordering (vb gedragsdeterminanten) en kan deze verwerken in een onderzoek
de student krijgt kennis en inzicht in een planmatig GVO-project
de student krijgt inzicht in mogelijke valkuilen van een project
de student kan de vereiste kennis uit andere vakken integreren in één project en kan dit toetsen in de projectweken van periode 4(zie projectweken periode 4)
Veldwerkproject:
doet literatuuronderzoek naar gedrag en determinanten en trekt hieruit de juiste conclusies: zoekt de resultaten van een vergelijkbaar onderzoek op in de wetenschappelijke vakliteratuur (databanken): werkt evidence-based.
volgt de verschillende stappen van het planmatige GVO-plan op (systematische en methodische)
werkt de inhoud van een interventie uit tot een pasklaar professioneel scenario
presenteert het project op een professionele manier
Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria waarop het eindproduct van het project, de presentatie en het proces naar het eindresultaat beoordeeld worden: De projectgroep…
criteria literatuuronderzoek - gehanteerde literatuur en informatiebronnen (minimum opgegeven aantal)
- correcte bronvermelding en bibliografie
- wetenschappelijke waarde en relevantie van de gebruikte referenties
- correct gebruik van de sjablonen op e-campus i.v.m. bronnenonderzoek en schema onderzoeksvragen - methodiek - resultaten van de gevonden artikels
criteria GVO - correcte interpretatie en verwerking van de wetenschappelijke literatuur en professioneel vertaald naar een interventie: motivering van de genomenen beslissingen
- inzicht in de verschillende GVO-stappen en begrippen
- weergave en correctheid van de conclusies
- kritische reflectie bij het onderzoek en de resultaten /evaluatie (wat zou je bijsturen naar een volgend project)
- correcte opbouw van het product
- inhoudelijk: juistheid – voedingskundig correct
evaluatie van de presentatie door de aanwezige tutors en lectoren (criteria volgens ppt-assessment)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Psychologie, Biomedische wetenschappen 3, Methoden en onderzoek 2, Kooklab 2, Skillslab, Voedingswetenschappen 3
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
Gezondheidsbevordering en de plaats van GVO in het kader van de gezondheidsbevordering. Definitie van GVO en wat zijn de verschillende werkterreinen en doelstellingen. Hoe zetten we een GVO-project op.
-
het planmatige GVO-plan en de voorlichtingsmatrix van Mc Guire
-
mogelijke valkuilen in een project en oefening GVO
Veldwerkproject:
- een literatuuronderzoek doen naar gedrag en determinanten
- doet literatuuronderzoek naar gedrag en determinanten en trekt hieruit de juiste conclusies: zoekt de resultaten van een vergelijkbaar onderzoek op in de wetenschappelijke vakliteratuur (databanken): werkt evidence-based.
- volgt de verschillende stappen van het planmatige GVO-plan op (systematische en methodische)
- werkt de inhoud van een interventie uit tot een pasklaar professioneel scenario
- presenteert het project op een professionele manier
|
STUDIEMATERIAAL
|
- het algemene cgo-boek (methodiek aanpak project)
- periodeboek 4 (handleiding project)
- alle studiemateriaal uit periode 4
- informatiemateriaal in de bib
- informatiemateriaal via internet
- e-campus
- handleiding Seminarie Evidence Based
- CAVIA richtlijnen i.v.m refereren en bibliografie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
50
|
%
|
Verdere toelichting:
- groepsleren: de projectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo-boek) onder begeleiding van een tutor
- drie door tutor begeleide projectgroepbijeenkomsten
- andere begeleidingsmomenten: projectgroep kan contact opnemen met de eigen tutor of met de coach van het project via e-mail
- reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor)klassikale bespreking (met feedback) van de resultaten
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
We evalueren een project op drie niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je o.a. tijdens de inleiding over competentiegericht onderwijs, de kick-off project en bij communicatieve vaardigheden. De criteria van de P.A. zijn terug te vinden op de in te vullen assessment formulieren.
3) KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets bij het einde van het project. De projecttoets test de kennis en vaardigheden verworven tijdens de projectweken. De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore ´ individuele score ´ w1 + kennisscore ´ w2 waarin: w1 = 60% w2 = 40% Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘veldwerkproject GVO’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
· In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden voor 60% van het totaal.
- Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘veldwerkproject GVO’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Veldwerkproject 'diëtist' |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100074 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode.
Projectweek 1: project rond een opgegeven onderwerp in het domein van de relatie biochemie-voeding - literatuurstudie rond opgegeven onderwerp per projectgroep
Projectweek 2: project rond een ziektebeeld (casus)
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD114 Moedigt anderen aan om door te zetten.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
- VD127 Toont begrip voor gevoelens en moeilijkheden van anderen.
- VD130 Laat het groepsbelang primeren boven het eigen belang.
- VD132 Voert eenvoudige leidinggevende taken uit.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
- VD135 Luistert actief.
- VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD249 Houdt overzicht tijdens de voortgang van een project.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria waarop het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat beoordeeld worden: De projectgroep…
zoekt een ongekend ziektebeeld op en analyseert dit; past dit toe op een patiëntendossier. berekent aan de hand van een eetdagboekje de energie inname van een patiënt en gaat eventuele tekorten na bespreekt een patiëntendossier en interpreteert dit. stelt een dieetvoorschrift op en motiveert dit. somt de doelstellingen van het dieetvoorschrift op werkt een dieet uit, aangepast aan de individuele behoefte van de patiënt. stelt een verslag op aan een arts of aan andere multidisciplinaire medewerkers stelt receptuur op die beantwoordt aan de dieetvereiste van de patiënt. correctheid van het dieet correct uitwerken casus (zie alle deelopdrachten)
kent de theoretische achtergrond en terminologie van het opgegeven onderwerp uit de relatie biochemie- voeding: zoekt recente wetenschappelijke informatie over het opgegeven onderwerp op, en gebruikt deze situeert het belang van voedselcomponenten in de voedingsleer. onderzoekt de voedingsfactoren die een invloed hebben op het menselijk organisme rapporteert regelmatig via verslagen, documenten, ... hanteert gepaste vakliteratuur en informatiebronnen waakt over de volledigheid van de opzoekresultaten gebruikt opzoekresultaten met relevantie en betrouwbaarheid maakt een logische opbouw en verzorgde layout van de opzoekresultaten - presenteert aan de hand van een Powerpointpresentatie (criteria: zie ppt-assessement)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Algemene diëtetiek, Biomedische wetenschappen 2, Methoden en onderzoek 2, Kooklab 2, Skillslab
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
De opgave en leerdoelen van projectweek 1 wordt aan de studenten vóór aanvang van het project bezorgd. Het onderwerp situeert zich in het domein voeding-biochemie
Projectweek 2: Een patiëntendossier met een ongekend ziektebeeld analyseren, interpreteren en verwerken tot een uitgeschreven dieetadvies, aangepast aan de individuele behoeften van de patiënt. Het ziektebeeld wordt vóór aanvang van het project bezorgd aan de studenten.
De concrete opgaven verschijnen voor de start van het project op de e-campus.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Het algemene cgo-boek (methodiek, aanpak project)
Plantijn richtlijn
periodeboek 5 (handleiding project)
studiemateriaal uit periode 4 & 5
informatiemateriaal in de bib
informatiemateriaal via internet
e-campus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
70
|
%
|
Verdere toelichting:
groepsleren: de prjectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo-boek) onder begeleiding van een tutor.
door de tutor begeleide projectgroepbijeenkomsten
andere begeleidingsmomenten: projectgroep kan contact opnemen met de tutor of de VUP's via e-mail.
reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor)
klassikale presentatie en bespreking (met feedback) van de resultaten
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
We evalueren dit project op twee niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20) (50% van de punten op projectweek 1 en 50% van de punten op projectweek 2) op basis van:: beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je o.a. tijdens de inleiding over competentiegericht onderwijs, de kick-off project en bij communicatieve vaardigheden. De criteria van de P.A. zijn terug te vinden op de in te vullen assessment formulieren. |
De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore x ´ individuele score
Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist, behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘veldwerkproject diëtist’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
·
In tweede zittijd wordt een toets opgelegd die meetelt voor 50% (beide projectweken 25%). De score eerste zittijd blijft meetellen voor het overige gedeelte.
Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist, behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘veldwerkproject diëtist’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Veldwerkproject 'productie' |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100075 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 3 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode. De projectopdracht in deze periode omvat twee grote delen:
- Opzetten ‘week van de gezonde voeding’ in een reële situatie (School, bejaardentehuis, …) conform de verwachtingen van de opdrachtgever (Cateraar, zelfstandige uitbater, …).
- Een nog niet in de opleiding behandeld ziektebeeld in kaart brengen (oorzaak, gevolg, symptomen, diagnose, behandeling) en toepassen binnen het kader van de opdracht voor een casus.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD111 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
- VD112 Doet voorstellen voor verandering.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD114 Moedigt anderen aan om door te zetten.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD116 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
- VD117 Gaat door bij tegenslagen.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD124 Motiveert de cliënt.
- VD125 Gaat in op persoonlijke en gevoelsgeladen boodschappen.
- VD126 Gaat in op non-verbale signalen van anderen.
- VD127 Toont begrip voor gevoelens en moeilijkheden van anderen.
- VD128 Betrekt anderen bij besluitvorming.
- VD129 Erkent en waardeert de inbreng van anderen.
- VD130 Laat het groepsbelang primeren boven het eigen belang.
- VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
- VD132 Voert eenvoudige leidinggevende taken uit.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
- VD135 Luistert actief.
- VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD249 Houdt overzicht tijdens de voortgang van een project.
- VD250 Maakt een duidelijk tijdsschema.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
- VD254 Volgt op en stuurt bij.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
- VD361 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
- VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
- VD366 Werkt een voedingszorgplan uit.
- VD367 Stelt een gezondheidsplan op.
- VD368 Functioneert in interprofessionele teams.
- VD371 Vertoont stakeholdergerichtheid (wederzijds belang).
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
integreert reeds opgedane kennis uit vorige periodes in een nieuwe situatie.
integreert de opgedane kennis uit deze periode in een concrete bedrijfssituatie.
zoekt een ongekend ziektebeeld op, bespreekt dit en past toe op een casus of situatie.
haalt uit een voedingsanamnese de dieetfouten, interpreteert deze en schrijft een aangepast dieetadvies uit.
schat een concrete bedrijfssituatie in.
stelt gezonde maaltijden en aanpassingen naar dieetvormen op en bereidt deze, gericht naar een bedrijfssituatie met inbegrip van voedingstechnische, voedingskundige en voedselveiligheid aspecten en met aandacht voor de doelgroep.
stelt menu's op, aangepast aan specifieke dieeteisen en aan individuele behoeften van personen.
geeft een budgettechnische, organisatorische en menukundige beoordeling (haalbaarheid) van maaltijd(cycli).
communiceert met verantwoordelijken in een reële bedrijfssituatie.
vergadert/presenteert met/aan verantwoordelijken in het bedrijfsleven.
werkt een commerciële aanpak (rekening houdend met GVO principes) uit.
- werkt conform met opgave
- maakt een planning, rapportering, verslaggeving, gevraagde documenten, … (projectmap);
- beschrijft met duidelijkheid, correctheid en degelijkheid de gevraagde observaties, analyses en opzoekwerk
- zorgt voor een correcte invulling van het voorstel ‘gezonde voeding’ en 'specifiek dieet' (menu, receptuur, referenties, …)
- argumenteert en geeft bewijsvoering op een kwaliteitsvolle (inclusief alle berekeningen, organoleptiek, organisatorische elementen, …)
- ontwerpt een bruikbare commerciële aanpak
- communiceert professioneel met opdrachtgever tijdens het project;
- gebruikt correcte en representatieve bronnen en referenties;
- stelt het project professioneel voor tijdens de afsluitende meeting.
Opmerking:
- de tijdens de projectweken verworven cognitieve vaardigheden op diëtisch vlak worden bevraagd in INT6-4, algemene diëtiek
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedselproductie.' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Voedingsmiddelentechnologie, Communicatie en anamnese, Voedselproductie, Voedingswetenschappen 3'
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
Basiskennis Word, Excel + zoeken op, en werken via, internet en e-campus
|
LEERINHOUDEN
|
De leerinhoud kan gewijzigd worden in functie van de jaarplanning en voorziene tijd voor dit project. Een definitieve versie van de opdracht van dit project wordt aan de studenten vóór aanvang van het project bezorgd.
- Nieuwe leerstof die niet in voorgaande modules werd gezien :
- Een ongekend ziektebeeld en bijhorend dieet
- ‘Audit’ en meeting met verantwoordelijken (ter plaatse in het bedrijf)
- Vergadertechniek
- Voorstelling van een projectresultaat op een meeting.
- Commerciële benadering in collectiviteiten
- Toe te passen geziene leerstof, ondermeer… :
- Beschrijving HACCP-aanpak
- Gevarenanalyse HACCP
- aanpassen voeding aan dieetvereisten rekening houdend met de leefwereld van de betrokkenen
- Opstellen weekmenu, MIS
- Bereiden gerecht en/of dieetmaaltijd
- Organoleptisch onderzoek
- Beschrijving/analyse van een organisatie binnen de gemeenschapsrestauratie
- Beoordeling aanbod
- Functional Food
|
STUDIEMATERIAAL
|
het algemene cgo-boek (methodiek, aanpak project)
periodeboek 6 (handleiding project)
studiemateriaal uit periode 4, 5 & 6
informatiemateriaan in de bib
informatiemateriaal via internet
e-campus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
70
|
%
|
Verdere toelichting:
Groepsleren: de projectgroep voert de opdracht uit volgens de methodiek aanpak project (algemene cgo - boek) onder begeleiding van een tutor en de VUP's.
Eén vaste en eventueel een bijkomende (op aanvraag) door de tutor begeleide projectgroepbijeenkomst.
Andere begeleidingsmomenten: projectgroep dient een aantal keer contact op te nemen met de VUP's via e-mail of e-campus.
De projectgroep kan bijkomend contact opnemen met de tutor via e-mail.
Reflectie door de projectgroep (onder begeleiding van tutor) klassikale bespreking (met feedback) van de resultaten. Presentatie-meeting met externe experts.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
We evalueren dit project op twee niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20) (helft van de punten op projectweek 1 en de andere helft van de punten op projectweek 2) op basis van:: beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je o.a. tijdens de inleiding over competentiegericht onderwijs, de kick-off project en bij communicatieve vaardigheden. De criteria van de P.A. zijn terug te vinden op de in te vullen assessment formulieren. |
De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore x ´ individuele score
Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist, behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘veldwerkproject productiet’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
·
In tweede zittijd wordt een toets opgelegd die meetelt voor 50%. De score eerste zittijd blijft meetellen voor het overige gedeelte.
Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist, behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘veldwerkproject productie’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Skillslab |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | PVO en consultatietechnieken Skillslab 2 POP 2 Nutritionele software
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100121 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 50 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Ingrid Aerts Inge De Ridder Kim Geys Marleen Adam Sofie Van Laer |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle o.o. uit modelpakket deel 1 VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Algemene diëtetiek; Voedingswetenschappen 3.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - PVO en consultatietechnieken |
|
|
|
Component behoort tot: | Skillslab | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100121 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Ingrid Aerts Inge De Ridder Kim Geys Marleen Adam Sofie Van Laer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In dit deel gaan we het model van de GVO vertalen in termen van individuele patiëntenvoorlichting en –begeleiding. Er wordt stilgestaan bij het ontstaan van gedrag en hij maakt kennis met verschillende gedragsveranderingmodellen. De student leert via verschillende motiveringstechnieken een patiënt begeleiden en motiveren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD125 Gaat in op persoonlijke en gevoelsgeladen boodschappen.
- VD126 Gaat in op non-verbale signalen van anderen.
- VD127 Toont begrip voor gevoelens en moeilijkheden van anderen.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
bezit kennis en inzicht in gedragsverandering en motiveren tot gedragsverandering.
-
werkt op een systematische en methodische manier cliënten naar een structurele gedragsverandering
-
geeft van voorlichting die gericht is op gedragsverandering
-
verschaft inzicht in de rol die de diëtist kan vervullen in het proces van gedragsverandering
-
heeft inzicht in valkuilen die de diëtist kan tegenkomen in de begeleiding van mensen teneinde gedragsverandering te bewerkstelligen
-
heeft kennis en inzicht in het planmatig PVO-model
-
integreert de vereiste kennis uit andere vakken
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle o.o. uit modelpakket deel 1 VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Algemene diëtetiek; Voedingswetenschappen 3.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- wat is gedrag en enkele verschillende modellen over het ontstaan van gedrag.
- het proces van gedragsverandering (stages of changes)
- planmatige patiëntenvoorlichting
- gedragsveranderingsmodellen voor de diëtist in de praktijk: stages of changes en de willen-kunnen-doen en theorie van health counseling
|
STUDIEMATERIAAL
|
- gekregen handouts van de presentaties
- cursus "PVO en consultatietechnieken" - auteur Inge De Ridder- Plantijn Hogeschool
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Hoorcolleges afgewisseld met oefeningen die een toepassing zijn op de verkregen theoretische inzichten, rollenspelen met bespreking
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Toets met met kennis-, inzichts- en casusvragen.
Berekening van de ‘cijfers’ voor dit opleidingsonderdeel
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
- Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- punten eerste examenperiode worden overgedragen naar tweede examenperiode (geen herkansing mogelijk)
- uitzondering: studenten die in de eerste examenperiode een A haalden op het opleidingsonderdeel 'skillslab' als gevolg van een gewettigde afwezigheid op de PVO-toets van de eerste examenperiode kunnen in de tweede examenperiode de toets inhalen
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Skillslab 2 |
|
|
|
Component behoort tot: | Skillslab | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100121 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Ingrid Aerts Inge De Ridder Kim Geys Marleen Adam Sofie Van Laer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Met het ‘skillslab’ creëren we een werkomgeving waarin je (realistische) werksituaties inoefent aan de hand van casuïstiek (rollenspel). Met opeenvolgende cycli van
Ø
zelfstudie (voorbereidende opdrachten)
Ø
oefening begeleid door lectoren
Ø
reflectie van studenten en lectoren
Ø
opnemen van leerpunten
bouw je geleidelijk aan je beroepsskills op.
In periode 4 leer je om zelf antropometrische metingen uit te voeren en om gegevens over lichaamssamenstelling van een cliënt te interpreteren. Ook worden de anamnesetechnieken dietary history en FFQ ingeoefend.
Vanaf periode 5 (start van de zieke lijn) spitst de casuïstiek zich toe op personen met een dieetprobleem (diabetes, AVVZ). Je leert uitleg geven over de verboden/toegelaten voedingsmiddelen, productinformatie (merken), bereidingswijze en dit aan de hand van hulpmiddelen (zelfgemaakte dieetlijsten, foto’s, didactische voedingsmiddelenmap, …).
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
neemt een gedetailleerde voedingsanamnese af met de dietary history methodiek
zet de voedingsanamnese om in porties
verwekt de voedingsanamnese met een geïnformatiseerd voedingsprogramma (Bins)
ontwerpt een voedingsanamneseformulier
gebruikt alle mogelijke hulpmiddelen bij het afnemen van een voedingsanamnese en bij het geven van een voedingsadvies
geeft een voedingsadvies op maat van de patiënt/cliënt
zet voedingsstoffen om in voedingsmiddelen
zet voedingsmiddelen om in merken
schrijft ervaringen neer
beoordeelt trainingsmomenten met oefen- en observatielijsten
gebruikt correcte schriftelijke en mondelinge taa
meet lichaamsgewicht en lengte
meet het vetpercentage met een handvetmeter
voert huidplooimeting en impedantiemetingen uit
voert berekeningen uit op basis van de verkregen meetresultaten
kan wetenschappelijke databanken gebruiken
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle o.o. uit modelpakket deel 1 VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Algemene diëtetiek; Voedingswetenschappen 3.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- de voedingsanamnese algemeen en de dietary history en FFQ in het bijzonder aan de hand van een zelfstudiepakket
- Het inoefenen van communicatieve vaardigheden in een specifieke beroepssituatie; aan de hand van een ingevulde voedingsondervraging van een geïmproviseerde patiënt, zal de student uitleg (verboden / toegelaten voedingsmiddelen, tips i.v.m. bereidingswijze, productinformatie, hulpmiddelen) verschaffen over een bepaald dieet.
- Opvolgen en bespreken van een persoon met een voedings- en/ of een dieetprobleem (voorstelling casus, analyse probleem, voedingsondervraging, berekening , interventie) aan de hand van een korte verhandeling welke mondeling wordt toegelicht. Berekenen en evalueren van voedingsanamnese met BINS via een patiëntenopdracht.
- gebruik van hulpmiddelen bij het geven van een advies
- skillslab: geven van voeding- en dieetsadvies met casuïstiek, communicatieve vaardigheden, rapporteren
- reflectie van opdrachten en skillslab
- Meten van lengte en gewicht
- Meten van lichaamssamenstelling
- berekeningen maken op basis van verkregen meetresultaten
- wetenschappelijke informatie opzoeken via databanken
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus 'Skillslab, voedingsanamnese en advies' - auteurs: Adam Marleen, Geys Kim, Aerts Ingrid- Plantijn Hogeschool 2011-2012
- Cursus 'Dieetleer van de volwassenen' - auteur Adam Marleen, Van Laer Sofie - Plantijn Hogeschool 2011-2012
- Opdrachten in oefeningenboek: Skillslab, voedingsanamnese en dieetadvies van Adam Marleen, Aerts Ingrid, Geys Kim
- Informatorium voor voeding en dietetiek, de Voedingsanamnese, de Vries J.H.M. & co, augustus 2007
- Belgische voedingsmiddelentabel, 5de editie NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009
- Plantijn richtlijnen (Plantijn Hogeschool 2011-2012)
- Plantijn kennislijn
- Skillslab-serie voor diëtetiek: voedingsanamnese, de klinische diieeetbehandeling, video en studiehandleiding, Lemma, 2006
- Handboek Gezondheidspromotie, Evenwichtig eten en gezond bewegen, VIG, Lannoo Campus, ISBN 9789020973297, 2007
- Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, ISBN 76994 06 4, 2005
- Bins, voedingsberekeningsprogramma
- Nederlands voedingstoffenbestand, NEVO - tabel, ISBN 90-5177-037-5, 2006
- Cursus 'Antropometrische metingen' - auteur Geys Kim - Plantijn Hogeschool - 2011-20112
- Teksten Antropometrie' van de Metabole Eenheid - Diens diabetologie, metabole ziekten en nutritiepathologie, Universitair ziekenhuis Antwerpen, 2010
- eenvoudige rekenmachine
- wetenschappelijke artikels.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
25
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
- verplicht hoorcollege met opdrachten, werkcolleges en praktijksessies
- zelfstudiepakket voor interviewtechnieken
- aan de hand van opdrachten wordt de theorie omgezet in de praktijk
- opdrachten worden thuis verder afgewerkt
- klassikale reflectie van het skillslab en opdachten in hoorcolleges
- praktijksessie in het UZA met mogelijkheid tot oefenen van antropometrische metingen op de metabole eenheid
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Permanente evaluatie (60 %) en evaluatie van de opdrachten (40 %)
- Men moet min. geslaagd zijn op de permanente evaluatie om een voldoende te verwerven voor dit onderdeel.
- Evaluatiecriteria:
- Beoordeling van de opdrachten: logische opbouw en volledigheid van de verhandeling, correctheid van de berekeningen, logische opbouw en volledigheid van het dieetadvies, volledigheid van de documenten die meegegeven worden aan de patiënt, correctheid van de omzetting in porties, kritische reflectie
- Beoordeling van de evaluatie van het skillslab: aanwezigheid, corect taalgebruik bij mondeling en schriftelijke toelichting van de verhandeling, duidelijke en logische opbouw van de mondelinge toelichting van de verhandeling, correct uitleggen voedings- en dieetadvies, correct gebruik van hulpmiddelen, spontaan en correct gebruik diverse communicatieve vaardigheden
- Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
Afwezigheden: Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de student een A op dit opleidingsonderdeel. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
punten eerste zit worden overgedragen naar tweede zit (geen herkansing mogelijk).
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - POP 2 |
|
|
|
Component behoort tot: | Skillslab | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100121 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Ingrid Aerts Inge De Ridder Kim Geys Marleen Adam Sofie Van Laer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het POP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan) is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont: op welke wijze bereikt de student de leerdoelen en vaardigheden (zoals beschreven in de ECTS-fiches) en bereikt hij/zij de gewenste gedragsindicatoren van de kerncompetenties van de opleiding.
De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, scriptie en latere werkveld.
Het POP tegelijk het meetinstrument voor de studietijdmetingen.
Voor de gesprekken met de studieloopbaanbegeleider van de student zal het POP als uitgangspunt gebruikt worden..
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
reflecteert over het eigen leerproces en stuurt op basis van deze reflecties bij
-
reflecteert over het eigen handelen
-
reflecteert over het eigen handelen tegenover de cliënt
-
denkt in termen van leerdoelen en competenties
-
legt een ruime basis voor reflecties in het latere werkveld (de stage)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle o.o. uit modelpakket deel 1 VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Algemene diëtetiek; Voedingswetenschappen 3.
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont: op welke wijze bereikt de student de leerdoelen en vaardigheden zoals beschreven in de ECTS-fiches
- De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, scriptie en latere werkveld.
- In de opleiding VD is het POP tegelijk het meetinstrument voor de studietijdmetingen.
- Het POP wordt als instument gebruikt waarin de student aantoont dat hij/zij voldoende uren kijkstage heeft uitgevoerd, waarin hij/zij de patiëntenopdracht aantoont, waarin de uren werkveldervaring worden aangetoond. Van deze componenten wordt eveneens een reflectie gemaakt waarmee de student aantoont hoe deze opdrachten een meerwaarde zijn.
- Het POP is het uitgangspunt voor de gesprekken met de studieloopbaanbegeleider van de student.
-
|
STUDIEMATERIAAL
|
- het algemene cgo-boek (opleiding VD)
- map met invulbladen
- digitale invulformulieren
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Invullen van de map met de reflectieformulieren is een zelfstandig werk met feedback vanuit de verschillende onderwijseenheden en van de studieloopbaanbegeleider.
Inhoud van het POP is beschreven in het algemene cgo-boek.
De reflecties (volgens spiraalmodel) worden gestuurd door voorgedrukte invulbladen: : reflecties naar studiekeuze, studieplanning, ontvangen feedback, ontwikkeling en verwerving van competenties, studieresultaten (werkveldoriëntatie en werkvelduitdiepingvanaf 2VD)
De student vult de opgegeven reflectieformulieren in.
De student vult wekelijks een formulier ‘studietijdmeting’ in.
De student heeft tijdens het lopende academiejaar minstens drie gesprekken met de studieloopbaanbegeleider (deze kan het POP altijd opvragen).
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- de portfolio wordt in het tweede jaar door de studieloopbaanbegeleider beoordeeld op volledigheid en inhoud volgens volgende criteria.
- IT-studenten volgen de studieloopbaangeleiding van het laagst ingeschreven programmajaar
- formuleringen reflecties in termen van leerdoelen en competenties
- relevantie van de reflecties (aantoonbaar verband met de betreffende componenten)
- haalbaarheid van de geformuleerde leerpunten
- rekening houden met feedback van studieloopbaanbegeleider (verslaggeving gesprekken met studieloopbaanbegeleider)
- bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van de afspraken, nakomen van de afspraken
- de beoordeling (in orde/niet in orde) dient als afrondingscriterium voor het totaalcijfer van het opleidingsonderdeel skillslab.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
-
dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
-
het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
-
niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
-
afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
-
niet uitvoeren van individuele taken
-
niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De evaluatie van de eerste examenperiode wordt overgenomen.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Nutritionele software |
|
|
|
Component behoort tot: | Skillslab | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100121 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Ingrid Aerts Inge De Ridder Kim Geys Marleen Adam Sofie Van Laer |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het 2de jaar voeren we een voedingsberekeningsprogramma in. Bij het berekenen van de ‘gemiddelde dag’ staan we stil bij de knelpunten van een voedingsmiddelentabel. Je oefent dagschema’s, dieetschema’s,… aan de hand van casuïstiek. Je leert om de resultaten van het berekeningsprogramma te exporteren naar Word en Excel.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD112 Doet voorstellen voor verandering.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD120 Handelt integer (ethisch, deontologisch).
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD124 Motiveert de cliënt.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
- VD135 Luistert actief.
- VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
- VD254 Volgt op en stuurt bij.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD360 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van klinische diëtetiek.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: alle o.o. uit modelpakket deel 1 VD. Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Algemene diëtetiek; Voedingswetenschappen 3.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
De volgende items van het voedingsberekeningsprogramma worden klassikaal uitgelegd:
- algemene items: gebruikte symbolen, opbouw van het programma
- aan de hand van een casus wordt uitgelegd hoe de gegevens van een cliënt moeten worden ingebracht. Het invoeren van volgende gegevens wordt ingeoefend: persoonlijke gegevens, antropometrische gegevens, medische gegevens (labowaarden), gegevens van een arts, behandelplan.
- De voeding van een opgelegde casus wordt ingebracht volgens de 'invoer per dag'.
- Een berekening van de ingevoerde dag wordt uitgevoerd en afgedrukt. Tevens wordt overlopen hoe we kunenn kiezen welke voedingsstoffen afgedrukt moeten owrden.
- Invoeren van gegevens aan de hand van een zelf afgenomen anamnese (dit gedeelte komt aan bod in lesweek 7 en hangt samen met de lessenreeksen van het skillslab - voedingsanamnese en advies).
Gemiddelde dag:
- In dit gedeelte staan we stil bij de knelpunten van het gebruik van een voedingsmiddelentabel. Daarnaast wordt er stilgestaan bij de termen dagschema of dieetschema, gemiddelde dag, vaste kern, weekmenu of menuvariatie.
- De meer uitgebreide functies van de nutritionele software worden uitgelegd aan de hand van een voorbeeldpatiënt.
- Met de casus sportvoeding (zie fiche sportvoeding) worden deze functies toegepast. De voeding wordt ingebracht volgens de gemiddelde dag en verder geëxporteerd naar een Word-document en/of excell sheet. Dit gedeelte hangt nauw samen met het onderdeel sportvoeding.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus ‘Skillslab, voedingsanamnese en advies’ – Aerts Ingrid – Plantijn Hogeschool
- cursus Voedingsberekeningsprogramma’s – auteur Aerts Ingrid – Plantijn Hogeschool
- cursus hoofdstuk “Berekenen van een voedingsanamnese en het opstellen van een gemiddelde dag” - auteur Inge De Ridder – Plantijn Hogeschool
- Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, 2005
- Nubel voedingsplanner pro, voedingsberekeningsprogramma
- Evry diëtist België
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
15
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
25
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- hoorcollege: studenten werken individueel aan een computer en onder begeleiding van een docent wordt het programma stap voor stap uitgelegd.
- Praktijksessies: de studenten werken individueel aan één computer en in aanwezigheid van een docent, die feedback kan geven, er wordt een casus uitgewerkt.
- individueel werk: de studenten werken buiten de werkcolleges de opdrachten af.
- Het programma zal veel ingeoefend en gebruikt worden in de andere skillslabs en opdrachten gedurende de opleiding.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Beoordeling van de opdrachten : permanente evaluatie op het juiste gebruik van de nutritionele software voor het uitvoeren van alle opdrachten van dieetleer, skillslab en sportvoeding criteria:
- aanwezigheid in de les:
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel. - correctheid van het invoeren en het gebruikte cijfermateriaal (zowel naar porties als naar voedingsmiddelenkeuze);
- volledige en logische opbouw van het patiëntenverslag met een duidelijke, heldere formulering en een juiste verwerking van de berekende gegevens;
- het aantal en het correct gebruik van de verschillende functies en toepassingen (verscheidenheid van gebruikt cijfermateriaal en functies);
- verpersoonlijking van het dagschema (vertaling voor patiënt) en verslag (vertaling voor arts);
- correctheid in het nemen van de juiste voedingsmiddelen uit de voedingsmiddelentabel die aanwezig is in de nutritionele software;
- correctheid in het inbrengen van recepten met de juiste ingrediënten in de juiste verhoudingen;
- kritische reflectie geven over het anamneseformulier en bijsturen;
- correctheid in het beoordelen van het verkregen cijfermateriaal;
- correctheid in het uitschrijven van een voedingsadvies naar de bejaarde toe (omzetten van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen).
- een correct dagschema, zowel kwalitatief als kwantitatief, kunnen samenstellen binnen de opgegeven tijd;
- correcte evaluatie en interpretatie volgens de voedingsaanbevelingen van de HGR.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De punten worden overgedragen naar de tweede examenperiode, er is geen herkansing mogelijk.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Voedingswetenschappen 3 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Sportvoeding Doorheen de levensloop In specifieke omstandigheden
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100120 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Periode 1-3 | Contacturen: | 50 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marina Hertogen Inge De Ridder Ingrid Aerts |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-fiches van de componenten.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedingsmiddelentechnologie, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1, Voedingswetenschappen 2
|
|
Andere begincompetenties
|
credit moet behaald zijn van: voedingnswetenschappen 1, voedingswetenschappen 2, biomedische wetenschappen 1, voedingsmiddelentechnologie
|
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Sportvoeding |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedingswetenschappen 3 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100120 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marina Hertogen Inge De Ridder Ingrid Aerts |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Een (intensieve) sporter heeft andere voedingsbehoeften dan een niet-sporter. Daarnaast wordt er over dit onderwerp enorm veel geschreven en is voor een topsporter een goede uitgebalanceerde voeding, zowel kwalitatief als kwantitatief, zeer belangrijk voor zijn prestaties.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
benoemt de verschillende energiesystemen van de spier
-
maakt onderscheid tussen de verschillende soorten sporten en het gebruik van de verschillende energiesystemen
-
geeft adviezen over sportvoeding, meer bepaald naar de verschillende sporttakken
-
kent verschillende soorten sportpreparaten
-
integreert kennis en inzicht in een vooropgestelde casus
-
stelt sportdagschema’s op en berekent deze
-
stelt sportweekmenu’s op, past deze aan en berekent deze
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedingsmiddelentechnologie, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1, Voedingswetenschappen 2
|
|
Andere begincompetenties
|
Opleidingsonderdelen waarvoor voorafgaand credits dienen behaald te zijn
voedingswetenschappen 1, voedingswetenschappen 2, biomedische wetenschappen 1, voedingsmiddelentechnologie
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
-
inleiding in de sportfysiologie
-
basisprincipes van sportvoeding naar energie en energieleverende stoffen
-
basisprincipes van sportvoeding voor vocht, mineralen en vitamines
-
basisprincipes van sportvoeding bij de verschillende sporten,(duursport,krachtsport, team/spelsport) en sportpreparaten
-
bespreking van de casussen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus hoofdstuk “Sportvoeding” – auteur Inge De Ridder - Plantijn Hogeschool en gekregen handouts van aantal presentaties
- Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, uitgave 2005
- handleiding "berekenen van een voedingsanamnese en opstellen van een gemiddelde dag"
- nutritionele software
- Nubel en Bins
- Plantijn richtlijnen en plantijn Kennislijn
- handboek: voeding en sport van Van Geel Anja. NOC
- vakliteratuur: "Betere sportprestaties met een aangepaste voeding", Vanhee P., Nutrinews juni 2007
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
hoorcolleges afgewisseld met oefeningen die een toepassing zijn op de verkregen theoretische inzichten
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen 3’ leggen één integratieve toets af over de drie componenten van dit onderdeel
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - Doorheen de levensloop |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedingswetenschappen 3 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100120 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marina Hertogen Inge De Ridder Ingrid Aerts |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De behoefte aan voedsel en voedingsstoffen, de beleving van voedsel- en voedingsproblemen zijn onder andere afhankelijk van de leeftijd. Elke leeftijdscategorie kent haar eigen behoeftes en voedingsproblemen: zwangere en lacterende, zuigeling, peuter en kleuter, scholieren, adolescenten, jong volwassenen en ouderen en bejaarden. De volwassenen hebben we in periode 3 behandeld. We gebruiken de kennis van die periode als basis om de andere leeftijdscategorieën te bekijken. Aan zuigelingenvoeding gaan we extra aandacht besteden omdat deze sterk afwijkt van de gewone voeding.
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
past de richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) in verband met voedingsaanbevelingen voor België toe op de verschillende leeftijdscategorieën
zet deze aanbevelingen om in gezonde voeding aangepast aan de leeftijdscategorie.
spoort voedingsproblemen op en schrijft adviezen uit
leest wetenschappelijke artikels, vat deze samen en vertaalt deze in bruikbare teksten
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedingsmiddelentechnologie, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1, Voedingswetenschappen 2
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Voeding bij zwangere, zwangerschapscomplicaties en lacterende. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies.
- Voeding van de zuigeling. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies.
- Borstvoeding, aandachtpunten voor voedingsproblemen bij prematuren. Berekenen van nuritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies.
- Peuter- en kleutervoeding. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies.
- Voeding bij scholieren, adolescenten en jong volwassenen. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies.
- Voeding bij bejaarden. Berekenen van nutritionele behoefte en uitschrijven van aangepast voedingsadvies.
- Aan de hand van oefeningen wordt de praktijk toegepast.
- Seminarie met als onderwerp 'bewegingsadvies en coaching'
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus: 'Voeding doorheen de levensloop' – Auteurs: Ingrid Aerts en Marina Hertogen - Plantijn Hogeschool
Richtlijnen over borstvoeding en kunstvoeding voor zuigelingen van 0 tot 12 maand, Y Vandenplas, VUB, 2006
Voedingsaanbevelingen voor België, HGR nr. 8309, herziening 2009 ,
FOD, Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, www.health.fgov.be
Nationaal Voedings- en GezondheidsPlan (NVGP), Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, www.mijnvoedingsplan.be
VIGeZ, Vlaams Instituur voor Gezondheidspromotie en ziektepreventie, www.vigez.be
Health and food, www.healthandfood.be
Nice, Voedingsinformatiecentrum, www.nice-info.be
Brochures 'Kind en Gezin', Hallepoortlaan, 27 te 1060 Brussel, www.kindengezin.be
NUBEL, 5de editie, Belgische voedingsmiddelentabel, ISBN 9789074362009
nutritionele software
NEVO, Nederlands voedingsstoffenbestand, ISBN, 90-5177-037-5, 2006
Flanders ’ FOOD, Voedingsingrediënten: een stand van zaken, ISBN: 90 209 6697 9, 2006
Flanders ’ FOOD, Voeding en Gezondheid, ISBN: 90 209 6600 6, 2006
Handboek gezondheidspromotie, evenwichtig eten en gezond bewegen, Lannoo Campus, ISBN 97890 209 7329 7, 2007
Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, ISBN 76994 064, 2001
Plantijn richtlijn
Plantijn kennislijn
Tijdschriften en boeken in de bibliotheek
Wetenschappelijke artikels
Verplichte actuele seminaries en/of bijscholingen die betalend zijnEenvoudige rekenmachine.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Extra leerbegeleiding via monitoraat
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Verplichte aanwezigheid tijdens de werkcolleges. - Opdrachten die te laat worden afgegeven krijgen geen beoordeling. - Afwezigheden: Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief . Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
Evaluatie opdrachten 5% en examen 95%
Opdrachten: uitvoeren taken, heldere formulering van adviezen, verplichte aanwezigheid tijdens de werkcolleges en praktijksessie
Integratieve toets INT4-1: kennisvragen, toepassingsvragen, correctheid van de antwoorden, volledigheid van de argumentatie, duidelijke en heldere formulering van de antwoorden, creativiteit bij oefeningen en juiste berekening.
de plantijn kennislijn kan als parate kennis getoetst worden
studenten die afwezig zijn op INT4-1 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen 3’
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
uitsluitend evaluatie op basis van de integratieve toets met dezelfde evaluatiecriteria
studenten die niet geslaagd zijn op het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen 3’ leggen één integratieve toets over alle componenten (van periodes 4&6) van dit opleidingsonderdeel
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 2 - In specifieke omstandigheden |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedingswetenschappen 3 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100120 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marina Hertogen Inge De Ridder Ingrid Aerts |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Met voeding in specifieke omstandigheden bedoelen we alternatieve voedingsystemen, voeding bij kansarmoede hier en in de derde wereld, voeding bij andere culturen en de nutritionele, maatschappelijke en sociale aspecten van alcoholmisbruik.
|
|
|
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
geeft voedingsbegeleiding aan individuen en groepen die een afwijkend voedingspatroon hebben omwille van sociale, culturele, maatschappelijke en/of economische redenen.
-
kent de verschillende alternatieve voedingssystemen zoals, veganisme, macrobiotiek, antroposofische voeding, voedselcombinaties, e.d.
-
begeleidt het individu in het volwaardig maken van deze systemen en wijst op eventuele gevaren en tekorten.
-
kent de middelen om kansarmoede in eigen land te herkennen en aangepaste voedingsbegeleiding te geven.
-
kent de systemen om problemen met onaangepast alcoholgebruik te herkennen en verwijst deze deskundig door.
-
kent de verschillende eetculturen in België en weet waar hij/zij best rekening mee houdt in het voedingsadvies.
- kent de systemen om problemen met onaangepast alcoholgebruik (POA) te herkennen en kan deze deskundig doorverwijzen.
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Voedingsmiddelentechnologie, Voedingswetenschappen 1, Biomedische wetenschappen 1, Voedingswetenschappen 2
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
LEERINHOUDEN
|
Alternatieve voedingssystemen zoals vegetarisme, veganisme, macrobiotiek, antroposofische voeding, combinatievoeding, e. d.
Voeding bij andere culturen: joodse, islamitische, hindoe, e.d.
Voeding en alcohol(isme)
Voeding en (kans)armoede
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus ‘Voeding in specifieke omstandigheden’ – auteur: Marina Hertogen – Plantijn Hogeschool - 2011 - 2012
Oefeningen verwerkt in cursus
Handboek Gezondheidspromotie, Evenwichtig eten en gezond bewegen, VIG, Lannoo Campus, ISBN 9789020973297, 2007
Voedingsingrediënten: stand van zaken, Vandamme & co, Lannoo campus, ISNN90 209 6679 9, 2006
Voeding en gezondheid, Van Camp & co, Lannoo campus, ISBN 90 209 6600 6, 2006
Plantijnkennislijn 2010- 2012
Plantijnrichtlijn 2011 - 2012
Kookboeken alternatieve voedingssystemen en andere culturen in de Bib + eigen kookboeken
Informatorium van voeding en diëtetiek
Didactische voedingswinkel
Verplichte actuele seminaries en/of bijscholingen die betalend zijn
Internetbronnen
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Eerste examenperiode
|
-
Evaluatie toets
-
kennisvragen,
-
inzichtvragen,
-
verbanden leggen,
-
oefeningen, gevolgde methodiek
-
volledigheid van de argumentatie en de correctheid van de antwoorden
-
duidelijke en heldere formulering
-
schriftelijke taalbeheersing bij het uitschrijven van adviezen
-
studenten die afwezig zijn op INT6-3 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel 'voedingswetenschappen 3'.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
|
|
| |
|
|
|
|