|
|
|
|
Toegepaste wetenschappen en onderwijs - Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 |
|
|
|
cataloognr | benaming | studiepunten |
4150100035 | Project 1 | 3 |
4150100036 | Project 2 | 4 |
4150100041 | Chemie 2 | 7 |
4150100044 | Voedingsmiddelentechnologie | 7 |
| |__ | Merkenkennis | |
| |__ | Voedingsmiddelentechnologie | |
4150100047 | Voedingswetenschappen 1 | 5 |
| |__ | Chemie 1 | |
| |__ | Voedingsleer | |
4150100048 | Methoden en onderzoek 1 | 5 |
| |__ | Basispakket wiskunde | |
| |__ | Beschrijvende statistiek | |
| |__ | Meten, maten en gewichten | |
4150100049 | Biomedische wetenschappen 1 | 3 |
| |__ | Basispakket anatomie | |
| |__ | Basispakket biologie | |
4150100052 | Kooklab 1 | 4 |
4150100053 | Communicatie en anamnese | 5 |
| |__ | POP 1 | |
| |__ | Zorggerichte communicatieve vaardigheden | |
| |__ | Zorggerichte communicatie | |
| |__ | Skillslab 1 | |
4150100054 | Fysicochemie van het koken | 3 |
4150100055 | Microbiologie van de voeding | 4 |
4150100057 | Voedingswetenschappen 2 | 4 |
4150100097 | ICT- vaardigheden | 3 |
4150100119 | Chemie 3 | 3 |
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Project 1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100035 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 1 | Contacturen: | 20 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Een casus waarbij o.a. nutritionele berekeningen gemaakt moeten worden. Alle groepen krijgen dezelfde casus. Het dagmenu verschilt per projectgroep. De cocnrete opdracht verschijnt op e-campus voor aanvang project.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD112 Doet voorstellen voor verandering.
- VD114 Moedigt anderen aan om door te zetten.
- VD116 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
- VD130 Laat het groepsbelang primeren boven het eigen belang.
- VD135 Luistert actief.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD249 Houdt overzicht tijdens de voortgang van een project.
- VD250 Maakt een duidelijk tijdsschema.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria waarop het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat beoordeeld worden: De projectgroep… - levert een volledige projectmap in, zoals beschreven in de project–opdracht - correcte uitwerking van teksten, verslagen, grafieken, … met Word en Excel - gemotiveerd verslag van alle uitgevoerde berekeningen - correcte ingrediëntenlijst, receptenfiche en foto van de zelf bereide warme maaltijd - correct voedingswaarde etiket van eigen gerecht (per 100g en per portie) - vergelijking voedingswaarde etiket eigen gerecht en kant en klare maaltijd (per 100g en per portie) - correcte organoleptische evaluatie van beide warme maaltijden (statistische vergelijking van de individueel ingevulde fiches) - aanbeveling voor de casus van de beste keuze maaltijdpatroon - overzichtelijke indeling en volledigheid van de projectmap - uitvoering en resultaat van de kookopdracht
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Voedingswetenschappen 1, Methoden en onderzoek 1, Biomedische wetenschappen 1, Kooklab 1, Communicatie en anamnese
ICT- vaardigheden' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Voedingswetenschappen 1, Methoden en onderzoek 1, Biomedische wetenschappen 1, Kooklab 1, Communicatie en anamnese ICT- vaardigheden'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Berekenen energiebehoeften van een casus.
Berekenen voedingswaarde etiket van een dagmenu.
Bereiden van een opgegeven gerecht (receptuur, ingrediëntenlijst opstellen).
Organoleptisch onderzoek.
Voedingsaanbevelingen NRV .
Introductie tot de Plantijnhogeschool, de opleiding VD en de cgo (periodeboek, portfolio, intranet en Blackboard) binnen deze opleiding.
Kennismakingsactiviteiten.
Introductie 'werken in projectgroep' en 'methodiek aanpak project'.
Introductielessen chemie
|
STUDIEMATERIAAL
|
Het algemene cgo-boek van de opleiding VD.
periodeboek 1
POP
Hand-outs van presentaties.
Alle studiemateriaal uit periode 1.
Informatiemateriaal in de bib.
Informatiemateriaal via internet.
e-campus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
60
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
We evalueren een project op drie niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je o.a. tijdens de inleiding over competentiegericht onderwijs, de kick-off project en bij communicatieve vaardigheden. De criteria van de P.A. zijn terug te vinden op de in te vullen assessment formulieren.
3) KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets bij het einde van het project. De projecttoets test de kennis en vaardigheden verworven tijdens de projectweken. De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore ´ individuele score ´ w1 + kennisscore ´ w2 waarin: w1 = 75% w2 = 25% Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 1’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Tweede zittijd: · In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden voor 75% van het totaal. Deze toetsvragen maken deel uit van de integratieve toets INT3-1 (samenstellen gezonde maaltijd en voedingsvoorlichtingsmodellen). - Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 1’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Project 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100036 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Tijdens de projectweken voer je in projectgroep één of twee opdrachten uit. Een lector staat in voor de begeleiding. Door intensief in groep te werken verdiep je niet alleen jouw kennis uit de lesweken maar verwerf je bovendien bijkomende competenties zoals werken in teamverband, verwerven en werken van informatie, rapporteren. Het onderwerp van het project komt uit het werkveld en sluit aan bij de inhoud van de periode. Dit project behandelt de ontwikkeling van een kant en klaar- maaltijd voor een industriële opdrachtgever. De nadruk ligt op kwaliteitborging door beheersing van het bereidings- en bewaringsproces.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD111 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
- VD113 Voorziet verschillende oplossingen of uitwijkmogelijkheden bij uitdagingen.
- VD114 Moedigt anderen aan om door te zetten.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD116 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
- VD117 Gaat door bij tegenslagen.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD125 Gaat in op persoonlijke en gevoelsgeladen boodschappen.
- VD126 Gaat in op non-verbale signalen van anderen.
- VD127 Toont begrip voor gevoelens en moeilijkheden van anderen.
- VD128 Betrekt anderen bij besluitvorming.
- VD129 Erkent en waardeert de inbreng van anderen.
- VD130 Laat het groepsbelang primeren boven het eigen belang.
- VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
- VD132 Voert eenvoudige leidinggevende taken uit.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
- VD135 Luistert actief.
- VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD249 Houdt overzicht tijdens de voortgang van een project.
- VD250 Maakt een duidelijk tijdsschema.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
- VD254 Volgt op en stuurt bij.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD361 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
- VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
- VD368 Functioneert in interprofessionele teams.
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
- VD371 Vertoont stakeholdergerichtheid (wederzijds belang).
- VD372 Implementeert de regelgeving en afspraken omtrent voedselveiligheid (HACCP) en kwaliteit.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Volgende specifieke doelstellingen vormen de criteria waarop het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat beoordeeld worden: De projectgroep… - legt creativiteit aan de dag te om de probleemstelling aan te pakken. - regelmatige rapportering via verslagen,documenten, ... - werkt een receptuur uit en schrijft SMART, rekening houdend met procesparameters. - aanwezigheid correcte ingrediëntenlijst, productiefiche/receptenfiche, bereidingswijzen, conserveringstechnieken - correcte microbiologische parameters inschatten - rapporteert bevindingen van het team - identificeert microbiologische parameters in functie van houdbaarheid van voedsel, legt deze vast en motiveert deze - schat microbiologische risico’s bij bewaring correct in - legt bewaringstechnieken vast en motiveert deze. - beschrijft gemotiveerd en correct de inschatting van de houdbaarheid - maakt een gemotiveerde keuze van bereidingstechniek en/of bewaringstechniek. - stelt geschikte regeneratiemethoden en een regeneratiefiche (werkvoorschrift restaurant) op - maakt een voldoende correcte organoleptische evaluatie van de bereide kant en klare maaltijd - maakt gemotiveerde keuze van een convenience-vorm - geeft grondige beschrijving van de procesparameters - ontwerpt een wettelijk correct productetiket met bijhorende voedingswaardedeclaratie (correcte berekeningen) - beschrijft de monitoring voldoende - presenteert aan de hand van een Powerpointpresentatie (criteria presentatie: zie ppt-assessment)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Chemie, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 2, Kooklab 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding, ICT- vaardigheden.'
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
Inhoud onder voorbehoud van aanpassing in functie van casus.
- Een productiefiche (receptenfiche) SMART opstellen.
- Een grondige beschrijving geven van de argumenten en beslissingen ivm kwaliteitsbehoud (incl. procesparameters en kookschade).
- Een regeneratiefiche (werkvoorschrift restaurant) SMART opstellen.
- Een productetiket met bijhorende voedingswaardedeclaratie opstellen.
- Een beschrijving geven van de argumenten en beslissingen ivm inschatting van de houdbaarheid.
- Een beschrijving en bespreking geven van de monitoring.
- Een Powerpoint voorstelling samenstellen.
- Het resultaat van het werk presenteren.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Opgave en informatie rond casus
- Het algemene cgo-boek (methodiek aanpak project)
- Periodeboek 2 (handleiding project).
- Alle studiemateriaal uit periode 2.
- Informatiemateriaal in de bib.
- Informatiemateriaal via internet.
- e-campus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
70
|
%
|
Verdere toelichting:
Projectwerking.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
We evalueren een project op drie niveaus. 1) GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
2) INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je o.a. tijdens de inleiding over competentiegericht onderwijs, de kick-off project en bij communicatieve vaardigheden. De criteria van de P.A. zijn terug te vinden op de in te vullen assessment formulieren.
3) KENNIS (score op 20). Deze wordt getest via een projecttoets bij het einde van het project. De projecttoets test de kennis en vaardigheden verworven tijdens de projectweken. De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule eindscore = groepsscore ´ individuele score ´ w1 + kennisscore ´ w2 waarin: w1 = 75% w2 = 25% Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 2’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Tweede zittijd: · In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden voor 75% van het totaal. · Afspraak: een student die één van de beoordelingsniveaus mist (bvb. afwezigheid op de toets) behaalt voor dit deel een A en krijgt dus de beoordeling A (afwezig) voor het opleidingsonderdeel ‘projecten periode 2’ . Studenten die om ernstige redenen een deel van de projectuitwerking missen, krijgen een individuele regeling (opleidingscoördinator)
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Chemie 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100041 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 2 | Contacturen: | 68 | Aantal studiepunten: | 7 | Totaal studietijd: | 182 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Martine Vanacker Karin Dhont |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Nutritionele eigenschappen zijn sterk verbonden zijn met hun chemische kenmerken. In het begin van de 19de eeuw wist men al dat voedsel voornamelijk bestond uit de elementen koolstof, waterstof, zuurstof, en stikstof. Het is duidelijk dat zonder een verdere vooruitgang in chemische kennis de moderne voedingswetenschappen niet op het niveau van vandaag zouden staan. De elementaire kennis van de algemene en anorganische chemie komen in deze periode aan bod. Deze lessenreeks biedt je een chemische achtergrond die van pas komt bij de andere cursussen in deze periode
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- voert een Job Safety Analyse uit
- klasseert de chemische verbindingen volgens stofklasse
- deelt chemische elementen in naar hun periodieke eigenschappen, kent de trends in het periodiek systeem van elektronegativiteit, elektronenaffiniteit, ionisatie-energie en metallisch karakter
- schrijft reactievergelijkingen, maakt stoechiometrische berekeningen, werkt met verschillende concentratietermen
- kent atoomorbitalen, quantumgetallen,Aufbau principe
- tekent Lewisstructuren en bepaalt de geometrie van moleculen
- beheerst het begrip chemisch dynamisch evenwicht; berekent evenwichtsconcentraties, voorspelt de evenwichtsligging
- onderscheidt zuren en basen; maakt een indeling naar sterkte van de zuren en de basen; kent het begrip pH en berekent de pH van oplossingen; kent de werking en de samenstelling van een buffer
- deelt de reacties onder in kinetisch nulde, eerste en tweede orde reacties; bepaalt de orde van de reacties
- schrijft een redoxreactie uit door gebruik te maken van deelreacties; maakt een onderscheid tussen oxidatie en reductiereacties
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- periodiek systeem; periodieke eigenschappen
- reactievergelijkingen, stoechiometrie
- concentratiebegrippen; mol; molaire massa; procentuele samenstelling
- atoomorbitalen, Aufbau principe,Lewisstructuren, moleculaire geometrie
- kinetiek: nulde, eerste en tweede orde
- chemisch evenwicht: zuur-base reacties, redoxreacties, neerslagsreactie
- pH; sterkte van zuren en basen; buffers
- Job Safety analyse
- anorganische stofklassen
|
STUDIEMATERIAAL
|
cursus 'Chemie II' - auteur: K. Dhont - Plantijn Hogeschool
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
- Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
- Integratieve toets met kennis-en inzichtsvragen, vraagstukken
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
zie eerste zittijd
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Voedingsmiddelentechnologie |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Merkenkennis Voedingsmiddelentechnologie
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100044 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 3 | Contacturen: | 52 | Aantal studiepunten: | 7 | Totaal studietijd: | 182 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Vanherle Marina Hertogen Kim Geys |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Voedingswetenschappen 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding, Chemie' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding.'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Merkenkennis |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedingsmiddelentechnologie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100044 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Koen Vanherle Marina Hertogen Kim Geys |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het is de bedoeling van ‘De actieve voedingsdriehoek’ om minder (verzadigde) vetten en suikers te consumeren, meer vezels te gebruiken en aandacht te hebben voor bepaalde voedingsstoffen. Om meer duidelijkheid te krijgen over welke voedingsmiddelen thuis horen in welke voedingsmiddelengroep kan men gebruik maken van criteria opgesteld per groep van de ‘De actieve voedingsdriehoek’. In deze praktijksessie wordt geoefend op de kennis omtrent merken van bepaalde producten in twee richtingen: van voedingsmiddelen leert men merken opsommen, en van bepaalde merken leert men de nutritionele kwaliteit en de plaats in de actieve voedingsdriehoek inschatten
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- benadert doelstellingen en uitgangspunten van criteria om voedingsmiddelen in te delen wetenschappelijk
- benoemt de criteria van de verschillende groepen in ‘De actieve voedingsdriehoek’
- deelt voedingsmiddelen in volgens de groepen van de actieve voedingsdriehoek, en dit telkens als kies bij voorkeur, kies als middenweg, restgroep
- beoordeelt voedingsmiddelen van de verschillende merken op basis van deze criteria, en vergelijkt deze merken onderling
- somt producten op van de verschillende groepen van de actieve voedingsmiddelendriehoek (en merken) uit de voorkeurs-, middenweg en restgroep
- geeft voedingsmiddelen die in de restgroep vallen toch een beoordeling volgens 'betere keuze' en 'slechte keuze'
- stelt een didactische voedingsmiddelenmap samen volgens bovenstaande criteria
- analyseert producten en vergelijkt inzake specifieke nutritionele kenmerken, en dit op basis van het etiket bv. met betrekking tot toegevoegde suikers
- analyseert producten en vergelijkt inzake specifieke nutritionele kenmerken, en dit op basis van elders opgedane kennis, bv. uit andere vakken, warenhuisoefening,...
- gebruikt de 'didactische voedingswinkel' op school voor opzoekwerk gedurende de volledige opleiding
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Voedingswetenschappen 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding, Chemie' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding.'
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
- criteria benoemen van de verschillende voedingsmiddelengroepen.
- merkenanalyse van voedingsmiddelen in de didactische voedingswinkel.
- merkenanalyse in warenhuis.
- samenstellen van didactische voedingsmiddelenmap.
- opdrachten: zelfstandig nadenken rond criteria i.v.m.restgroep, studie van producten Alpro, Becel, Vitelma en een opdracht omtrent toegevoegde suikers in een bepaalde categorie voedingsmiddelen. Eventueel worden de opdrachten gewijzigd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
cursus: Merkenkennis – auteur Hertogen Marina,Vanherle Koen en Van Rompay Karen Plantijn Hogeschool – 2010-2011 en bijhorende opdrachten
-
De actieve voedingsdriehoek: een praktische voedings- en beweeggids, VIGeZ, 2008
-
De winkeloefening (VIGeZ 2010)
- Plantijn Kennislijn en Plantijn Richtlijn
- Handboek gezondheidspromotie. Evenwichtig eten en gezond bewegen. VIG. LannooCampus. ISBN 9789020973297, 2007
- Belgische Voedingsmiddelentabel, Nubel (ISBN 9789074362009), 2009
- tijdschriften uit de bibliotheek.
- voedingsmiddelenreclame uit folders, tijdschriften, productfiches firma’s, e.d..
- didactische voedingswinkel (school).
- warenhuisbezoek.
- Internetbronnen.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
10
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- verplichte werkcolleges met oefeningen.
- verplichte praktijksessies: op het einde van de praktijksessie worden de opdrachten ingeleverd ter evaluatie
- aan de hand van opdrachten wordt de theorie onmiddellijk in de praktijk omgezet.
- oefeningen worden thuis verder afgewerkt.
- klassikale remediëring van en afspraken inzake de opdrachten
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- alle werkcolleges en praktijksessies zijn verplicht met evaluatie van opdrachten
- Puntenverdeling: 85% op INT, 15% op opdrachten waarvan
- 1/3de op de didactische voedingsmiddelenmap - 2/3de op de deelopdrachten vanuit merkenkennis en vanuit VMT en warenwetgeving
De inhoud van alle opdrachten is leerstof voor de INT.
- Integratieve toets INT3-3 (telt mee voor 85% van het eindresultaat):
schriftelijk examen met kennis- en toepassingsvragen (voedingsmiddelentechnologie en warenwetgeving peilen eerder naar kennis en inzicht; merkenkennis peilt naar inzicht en vooral ook toepassing). De onderwerpen die zelfstandig moeten bestudeerd worden maken integraal deel uit van deze toets.
- De toets bestaat o.a. uit open vragen (bespreek…) en gesloten vragen (matchvragen, waar/onwaar, som voorbeelden op…). De student moet vanuit technologisch inzicht (grondstoffen, bewerking en verwerking, samenstelling,…) en kennis van de warenwetgeving in staat zijn om de nutritionele kwaliteit van voedingsmiddelen en bepaalde merken te voorspellen en beoordelen.
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties Een eindtotaal < 10/20 wordt in principe niet naar boven afgerond
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Enkel de integratieve toets wordt hernomen; de punten behaald via opdrachten blijven behouden.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel: zie eerste zittijd
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Voedingsmiddelentechnologie |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedingsmiddelentechnologie | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100044 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Koen Vanherle Marina Hertogen Kim Geys |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Alle voedingsmiddelen hebben een natuurlijke oorsprong welke in de voedingsindustrie be- en verwerkt worden tot een bepaald eindproduct, conform alle wettelijke eisen van de warenwetgeving. De voortschrijdende moderne technologieën leiden tot een steeds verbeterde beschikbaarheid, bereiding, verpakking en bewaring van ons voedsel. In deze lessenreeks worden de belangrijkste productgroepen van de voedingsdriehoek onder de loep genomen.
Voedingsmiddelentechnologie vormt één geheel met “Merkenkennis”: grondige kennis van beide laat toe om aan de hand van het voedingswaarde-etiket van de meeste voedingsmiddelen die in westerse huishoudens gebruikt worden, een voedingsadvies (of is het aankoopadvies) te formuleren naar de consument toe.
Vanuit de cursus “Warenwetgeving” worden de reglementaire bepalingen omtrent levensmiddelen door de student opgezocht en geïnterpreteerd (zie “Warenwetgeving”).
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD117 Gaat door bij tegenslagen.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD361 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van kwaliteitszorg en management.
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. kent het begrip “basisvoedingsmiddel” 2. kent de meest gangbare soorten, samenstelling en voedingswaarde, productie en distributie, kwaliteitsvermindering en bederf, bewaaradviezen van de meest courante voedingswaren (zie leerinhoud en cursus) 3. kent de typische kenmerken van specifieke voedingsmiddelen (zie leerinhoud en cursus) 4. kent het belang van de warenwetgeving voor deze producten en de belangrijkste aspecten van de warentwetgeving
5. analyseert en beoordeeld in overleg met “Merkenkennis” voor de meest courante voedingswaren de voedingswaarde-etiketten 6. zoekt vanuit de cursus “Warenwetgeving” de reglementaire bepalingen op inzake levensmiddelen en past dit toe op de besproken voedingsmiddelen 7. legt het verband tussen voedingstechnologische handelingen en nutritionele eigenschappen van een voedingsmiddel 8. zoekt zelfstandig relevante informatie op en beoordeelt deze o.b.v. voedingsgerelateerde informatiebronnen 9. verwerkt de relevante informatie m.b.t. de leerinhoud o.b.v. opgegeven voedingsgerelateerde informatiebronnen ((semi-)wetenschappelijke publicaties en handboeken)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Voedingswetenschappen 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding, Chemie' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1, Fysicochemie van het koken, Microbiologie van de voeding.'
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
- Evolutie van consumptie en productie van voedingsmiddelen doorheen de eeuwen en jaren
- Oliën en vetten, bak- en braadproducten, smeerbare vetproducten.
- Winning (persen, extractie, uitsmelten), raffinage (ontslijmen, ontzuren, bleken, desodorisatie, bestendigen) en bewerking (hydrogenatie, fractioneren, gerichte en ongerichte omestering, kleuren) van plantaardige en dierlijke oliën en vetten.
- Productie van margarine en minarines met gewenste sensorische en nutritionele eigenschappen - Samenstelling en voedingswaarde; toevoegingen.
- Soorten, gebruik en toepassingen; frituurolie (rookpunt).
- Kwaliteitsvermindering, bederf (oxidatie i.f.v. tijd, hydrolyse, polymerisatie) en bewaring.
- Vetvervangers (Olestra).
- Melk en melkproducten.
- De zuivelketen (melkveebedrijf, melktransport, melkinrichting, verpakking of zuivelindustrie, distributie).
- Bewerkingen op melk (standaardiseren, homogeniseren).
- Warmtebehandeling van melk (pasteurisatie/sterilisatie UHT) en implicaties voor bederf en bewaring.
- Samenstelling en voedingswaarde van melk – microscopische structuur van melk als colloïdale oplossing (caseïne-micellen en vetglobulen) – schuimvorming in slagroom, roomijs.
- Controle op melk (instanties en wettelijke bepalingen).
- Melk en melkproducten: Gefermenteerde melkproducten (yoghurt) - boter.
- Yoghurtbereiding – soorten yoghurt en gefermenteerde melkproducten– functional foods in de zuivelsector.
- De boterbereiding (enten, karnen, wassen, kneden,…). Samenstelling en voedingswaarde van boter– microscopische structuur van boter. Soorten boter (o.a. winter- en zomerboter). Controle op boter.
- Melk en melkproducten: kaas.
- Reglementering, productie, samenstelling en voedingswaarde,soorten kaas, indeling van kaas, kwaliteitsvermindering, bederf en bewaring.
- Suiker, suikervervangers en honing.
- Functies van “een suiker”, toepassingen van fructose, glucose en saccharose in de levensmiddelindustrie.
- Productie van saccharose uit suikerbiet (in les en verder zelf te onderzoeken door student via http://www.tiensesuiker.com/ ) .
- Bietsuiker vs. Rietsuiker –soorten suikers (o.a. kristalsuiker, bloemsuiker, parelsuiker, basterdsuiker, kandijsuiker, vanillesuiker,…) – bewaaradvies.
- Zetmeelsuikers en invertsuiker: productie en toepassingen.
- Honing: samenstelling en voedingswaarde – bewaren van honing - soorten honing en hun kenmerken en toepassingen .
- Zoetstoffen: inleiding: wat is “light” - intensieve en extensieve (suikeralcoholen: sorbitol, maltitol, xylitol) zoetstoffen met hun kenmerken, voedingswaarde en toepassingen; nieuwe zoetstoffen, zoetprofiel.
- De aardappel.
- Begrip “basisvoedingsmiddel” - De aardappel: teelt en oogst. Samenstelling en voedingswaarde. Invloed van bereidingswijze. Kwaliteitskenmerken en ras aardappel. Indeling volgens gebruik, rooitijd en kookgedrag. Factoren die het kooktype bepalen. Kwaliteitsvermindering, bederf en optimale bewaaromstandigheden.
- Het ei: Bouw, samenstelling en voedingswaarde van een ei – Productie en productiesystemen – Indeling naar kwaliteit en gewichtsklasse. Kwaliteitsvermindering en -afwijkingen tijdens het verouderingsproces van een ei – bewaring.
- Graan en graanproducten (met voorstelling Masterfoods-productengamma) .
- Rijst: het eerste en oudste graangewas. Teelt en oogst. Bewerkingen (polijsten en parboiling). Samenstelling en voedingswaarde.
- Tarwe: bouw en samenstelling van de tarwekorrel. Tarwe in voedingsmiddelen.(Chocolade: productie, samenstelling en voedingswaarde.) .
- Andere graansoorten (rogge, maïs, haver, gerst): samenstelling en toepassingen.
- De meelproductie. Samenstelling van meel. Verouderen en bleken van meel. Het kneden van meel tot deeg – gistingsproces en toevoegingen. Bakken, structuur en bewaring van brood.
- Afgeleide graanproducten: griesmeel, zemelen, zetmeel,… en voedingsmiddelen.
- Vlees en vleeswaren, vleesvervangers.
- Soorten vlees. De Belg als vleeseter.
- Productie van vlees: het varkensslachthuis/het runderslachthuis. Categorieën van vlees. Indeling van vleeswaren (+voorbeelden). Opbouw, samenstelling (indeling naar vetgehalte) en voedingswaarde van vlees. Vleesversnijdingen. Handelskwaliteit (+ bepalende factoren) van vlees. Rigor Mortis en PSE/DFD–vlees (invloed van pH). Groeibevorderaars en antibiotica in vlees.
- Kwaliteitsvermindering en bederf (kleur/myoglobine en malsheid). Verpakking (o.a. Modified Atmosphere Packaging en andere toepassingen bv. MAC hiervan) , bewaring en houdbaarheid.
- Vlees en voedselveiligheid.
- Kwaliteitslabels van varkens-, runds en kalfsvlees.
- Vegetarische voedingsmiddelen.
- Soorten en samenstelling, smaaktest, nutritionele waarde.
- Gevogelte: soorten, samenstelling en voedingswaarde. Versheid van gevogelte. Bederf en bewaring..
- Vis: soorten, vangst. Conservering van vis (roken, drogen, zouten, inblikken, marineren). Versheid van vis. Bederf (uitwendig en inwendig-rigor-mortis), houdbaarheid en bewaring.
- Schaal- en schelpdieren: soorten en hun typische kenmerken.
- Zoutbronnen in de voeding
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus ‘Voedingsmiddelentechnologie’ – auteur: K. Vanherle -Plantijn Hogeschool .
- “De Warenwetgeving, Verzameling van alle reglementen betreffende voedingsmiddelen en andere consumptieproducten”. G. Temmerman, Deel 1A en 1B, Die Keure, Brugge (beschikbaar in de bibliotheek en digitaal op educatief netwerk).
- Belgische Voedingsmiddelentabel, Nubel (ISBN 9789074362009), 2009
- Vakliteratuur: (in bibliotheek te raadplegen) .
- VMT (vb. Nieuwe zoetstoffen, Flanders’ FOOD, innoveren via verpakken,…).
- Nutrinews (digitaal archief op www.nice-info.be).
- Test-Aankoop (vb. toegevoegde suikers) en Test-Gezondheid (vb. ‘Light-producten’, belang van koudeketen).
- Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek.
- Health and Food,...
- Bijlagen uit deze vakliteratuur: deze behoren tot de leerstof
- Populistische literatuur gericht naar consumenten (o.a. Delhaize-magazine De Leeuw, productfolders (Columbus, Axanabrood,…)).
- Voedingsbrochures (o.a. 42 vragen over melk, Veilig Voedsel...) van FAVV, OIVO, VLAM,... .
- Voedingsgerelateerde websites (zie leerinhouden).
- “Het hoe en waarom van koken”, A. Coenders; Het Spectrum / Aula (ISBN 9027432813)
- "Voedingsingrediënten: een stand van zaken", A. Vandamme, K. Strubben; Flanders Food - Lannoo Campus (ISBN 9020966979): aankoop door studenten, ook in functie van andere opleidingsonderdelen
- "Voeding en gezondheid: en overzicht van functionele componenten in levensmiddelen en van de relatie voeding en gezondheid", J. Van Camp, S. De Henauw, B. De Meulenaer; Flanders Food - Lannoo Campus (ISBN 9020966006)
- Plantijn Kennislijn en Plantijn Richtlijn
- e-campus-map: documenten, vragen aan andere studenten, reageren op stellingen, …
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
5
|
%
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges: uiteenzetting, toepassingen en situering in het opleidingsonderdeel door lector.
- Werkcolleges met tussentijdse bespreking projectgroepopdracht.
- Groepsopdrachten: omvangrijkere opdracht omtrent smeervetten en kaas. Concrete uitwerking door de studenten onderling tijdens zelfstudie-uren. Opvolging en begeleiding op vraag van de studenten (kan ook via digitale leeromgeving) en tijdens voorziene werkcollege.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
-
alle werkcolleges en praktijksessies zijn verplicht met evaluatie van opdrachten
-
Puntenverdeling: 85% op INT, 15% op opdrachten waarvan
- 1/3de op de didactische voedingsmiddelenmap - 2/3de op de deelopdrachten vanuit merkenkennis en vanuit VMT en warenwetgeving
De inhoud van alle opdrachten is leerstof voor de INT.
-
Integratieve toets INT3-3 (telt mee voor 85% van het eindresultaat):
schriftelijk examen met kennis- en toepassingsvragen (voedingsmiddelentechnologie en warenwetgeving peilen eerder naar kennis en inzicht; merkenkennis peilt naar inzicht en vooral ook toepassing). De onderwerpen die zelfstandig moeten bestudeerd worden maken integraal deel uit van deze toets.
-
De toets bestaat o.a. uit open vragen (bespreek…) en gesloten vragen (matchvragen, waar/onwaar, som voorbeelden op…). De student moet vanuit technologisch inzicht (grondstoffen, bewerking en verwerking, samenstelling,…) en kennis van de warenwetgeving in staat zijn om de nutritionele kwaliteit van voedingsmiddelen en bepaalde merken te voorspellen en beoordelen.
-
Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief
Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden.
Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
Een eindtotaal < 10/20 wordt in principe niet naar boven afgerond
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Enkel de integratieve toets wordt hernomen; de punten behaald via opdrachten blijven behouden.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel: zie eerste zittijd
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Voedingswetenschappen 1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Chemie 1 Voedingsleer
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100047 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 1 | Contacturen: | 62 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Carla Janssens Marjan Van Cleemput |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Chemie 1 | 41% | Voedingsleer | 59% |
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Chemie 1 |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedingswetenschappen 1 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100047 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Carla Janssens Marjan Van Cleemput |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Chemie en voedsel hebben meer met elkaar gemeen dan je zou kunnen vermoeden. Voedsel is immers volledig opgebouwd uit moleculen! De fysiologische (lichamelijk), sensorische (smaak, structuur) en technologische (verwerken, koken, bewaren) functie van voedingsstoffen is nauw verwant met hun chemische kenmerken. De studie van de verbindingen die deel uitmaken van de voeding valt onder de bio-organische chemie.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- gebruikt chemische basisbegrippen (atomen, isotopen, molecule, bindingsvorm, elektronegativiteit, …) en begrijpt zo de chemische verschijnselen in voeding
- kent de aard en de toestand van de materie waaruit voedsel opgebouwd is (van elementen tot mengsels)
- kent scheidingstechnieken die in voedselanalyse gebruikt worden (o.a. filtratie, destillatie, extractie)
- bezit een grondige kennis van de chemische binding en de eigenschappen van moleculen
- kent de chemische structuur, opbouw, eigenschappen, bindingsvormen en isomerisatie van de relevante biomoleculen (koolhydraten, lipiden, eiwitten)
- kent de basisreacties van deze bio-moleculen die van belang zijn in de voeding en biologische processen: hydrolyse en condensatie, oxidatie en reductie, verzeping, zuur-base reactie, fosforylering, carboxylering, desaminering, denaturatie
- kent steroïdale structuur en steroïde verbindingen
- herkent de belangrijkste functionele groepen in de koolstofchemie a.d.h.v. de naam en structuur van moleculen
- vormt zich een beeld van de mogelijke oriëntaties van biomoleculen in de ruimte (stereochemie)
- kent de chemische eigenschappen van water
- kent het gedrag van biomoleculen in een waterige omgeving
- kan het belang van biomoleculen situeren in de voedingsleer
- schat het belang van chemische kennis in de moderne voedingsleer en voedingstechnologie in
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Deeltjes in de chemie: atomen en moleculen, aggregatietoestanden
- De opbouw van materie
- Chemische binding: intra- en intermoleculaire krachten
- Chemie in een waterige omgeving
- Belangrijke functionele groepen in de organische chemie
- Stereochemie
- Koolhydraten
- Lipiden
- Eiwitten
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijke leermiddelen
Aanbevolen leermiddelen: Ampe, C; Devreese, B. (2009) Algemene biochemie. Functionele bouwstenen van het leven. 1ste druk, Leuven, Acco. ISBN 9789033474200 Engbersen, J.F.J, De Groot, AE. (2001) Inleiding in de bio-organische chemie, 9de druk, Wageningen, Wageningen academic publishers. ISBN- 9789074134958 Nagels, L. (2005) Algemene chemie. 1ste druk, Leuven, Acco. ISBN 9033459744 Ruiter, A. (2002) Inleiding tot de levensmiddelenchemie. 1ste druk, Amsterdam, Elsevier gezondheidszorg. ISBN 9789035225138 - Viaene, L. (2006) Algemene chemie. 1ste druk, Leuven, Lannoo. ISBN 9020966812
- voor lipiden: http://www.lipidlibrary.co.uk/lipids.html
Literatuur voorhanden in bib
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
35
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
5
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT1-1:
Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen waarbij de student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van de chemische structuur, de chemische binding, opbouw van moleculen, bindingsvormen, eigenschappen en isomerisatie van de relevante bio-organische voedingsstoffen, de reacties van deze bio-moleculen die van belang zijn in de voeding en biologische processen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken en deze te linken aan moderne voedingsleer.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
idem eerste examenperiode
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Voedingsleer |
|
|
|
Component behoort tot: | Voedingswetenschappen 1 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100047 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Carla Janssens Marjan Van Cleemput |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus start met een grondige studie van de macro- en micronutriënten. Indeling, voedingswaarden, fysiologische functies, nutritionele behoeften en aanbevolen hoeveelheden worden voor elke nutriënt behandeld.
We leggen (in beperkte mate) al een link tussen inadequate inname en mogelijke aandoeningen. Vanuit ‘Methoden en onderzoek’ leren de studenten om voldoende kritisch om te gaan met begrippen als ‘behoefte’ en ‘aanbevolen hoeveelheid’.
Vervolgens wordt de link gelegd tussen de chemische energie in voedingsstoffen en de energiebehoefte van een individu. Met eenvoudige casussen leren de studenten om deze dagelijkse energiebehoefte van een persoon te berekenen en deze te vertalen naar hoeveelheden energieleverende voedingsstoffen en dit volgens de richtlijnen van de Nationale Raad van de Voeding, .
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
kent de voedingsstoffen : koolhydraten, vetten, eiwitten, water, vitamines, mineralen en spoorelementen
-
kent de specifieke voedingseigenschappen van deze voedingsstoffen o.a. fysiologische functies
-
kent de bronnen van de verschillende voedingsstoffen in de Westerse voeding
-
kent de nutrionele behoeften volgens de aanbevelingen v/d Nationale Raad van de Voedingkent de energie-inhoud van voedingsstoffen via de Atwater factoren
- kent de begrippen basaal metabolisme, rust metabolisme, thermogenese, BMI, activiteitsenergie
-
casus: voert gepersonaliseerde berekeningen van BMI en energiebehoefte uit op basis van James & Shofield met PAL-indexen of via Harris & Benedickt
-
berekent de energieverdeling en het energieprocent volgens de voedingsstoffen die kcal leveren
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
-
Definiëring van het begrip "voedingsstoffen"
-
Koolhydraten : gevulde en lege calorieën, zoetend vermogen, trage en snelle suikers, gemodificeerde zetmelen, geleren, verstijfselen, retrogradatie, fysiologische functies en nutrionele behoeften en bronnen
-
Eiwitten : essentiële en niet-essentiële aminoz uren, biologische waarde van eiwitten, netto eiwit benutting, fysiologische functies, nutrionele behoeften en bronnen
-
Vetten: verzadigd en onverzadigd vet, dierlijk versus plantaardig vet, essentiële vetzuren, cis/trans vetzuren, fysiologische functie s, nutrionele behoeften en bronnen
-
Mineralen en spoorelementen : fysiologische functies, nutrionele behoeften en bronnen
-
Vitamines : vetoplosbare versus wateroplosbare vitamines, risicogroepen voor a-, hyper- en hypovitaminose
-
Water : vochtbalans, f ysiologische functies
-
Chemische energie in de voeding
-
BMI
-
Basaal en rust metabolisme, thermogenese
-
Fysieke activiteit (PAL-indexen)
-
Casus-oefeningen (BMI, energiebehoeften volgens Harris-Benedict en James-Shoffield en energieverdeling)
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Cursus 'Voedingsleer' - auteur: Carla Janssens - Plantijn Hogeschool
- Receptenleer - Technieken en Processen (J.G. van Eeden, A.S. Visser, T.F. Visser, A. Van de Z edde) ISBN 90 5574 148 5
-
Belgische Voedingsmiddelentabel, 5de editie NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009.
-
Brochure: Voedingsaanbevelingen voor België, Hoge gezondheidsraad, HGR nr. 8309, herziening 2009
-
Brochure: Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, Hoge Gezondheidsraad, revisie januari 2005
-
tijdschriften in de bibliotheek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
5
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- INT1-1
Het geïntegreerde examen bevat: - kennis-, inzichts- en toepassingsvragenvragen - correct oplossen van een eenvoudige casus.
Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria : - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT 1-1 kan hernomen worden.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Methoden en onderzoek 1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Basispakket wiskunde Beschrijvende statistiek Meten, maten en gewichten
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100048 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 1 | Contacturen: | 50 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Ingrid Van den Bossche Martine Vanacker Koen Vanherle |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket wiskunde |
|
|
|
Component behoort tot: | Methoden en onderzoek 1 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100048 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Ingrid Van den Bossche Martine Vanacker Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Een opfrissing van elementaire algebra (correct gebruik van rekenregels) en analyse zodat je alle wiskundeproblemen die in de andere opleidingsonderdelen opduiken, kan oplossen. We leggen hier ook de basis voor nutritionele berekeningen (Nubel).
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
bouwt eenvoudige wiskundige redeneringen op
-
lost willekeurige vergelijkingen van de 1ste en 2de graad en (2×2)-stelsels op
-
rekent met exponenten en logaritmen
-
werkt met lineaire, kwadratische, hyperbolische, exponentiële en logaritmische functies (voorschrift + grafiek)
-
gebruikt differentialen bij het uitdrukken van veranderingen en lost een eenvoudige differentiaalvergelijking op
-
gebruikt een rekenmachine op correcte wijze
- stelt met Nubel een eenvoudig voedingswaarde-etiket op
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Voorkennis wiskunde (algebra) uit het secundair onderwijs (richting met minstens 2 uur wiskunde): de student dient voldoende vertrouwd te zijn met de basisbewerkingen (optellen, aftrekken, verminigvuldigen en delen) en hun eigenschappen (dit is de inhoud van de introductiecursus wiskunde).
wetenschappelijke interesse
|
LEERINHOUDEN
|
- Opstellen van een eenvoudig voedingswaarde-etiket met voedingsmiddelentabel Nubel en brochure ‘maten en gewichten’.
- Algebra: overzicht van de basisbewerkingen; rekenregels (rekenen met machten, rekenen met logaritmen); gelijkwaardige uitdrukkingen; vergelijkingen van de 1ste graad; vergelijkingen van de 2de graad; (2×2)-stelsels; rekenen met breuken; vergelijkingen met rationale uitdrukkingen.
- Functies: grafische voorstelling, coördinaten, rechthoekige driehoek; functies van de eerste graad (rechte); functies van de 2de graad; rationale functies (hyperbolen en asymptoten); exponentiële en logaritmische functies, groei-en vervalfunties; lineariseren.
- Analyse: afgeleiden en hun toepassingen, differentialen en hun toepassingen.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus ‘basispakket wiskunde’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool .
- Belgische voedingsmiddelentabel Nubel (ISBN 9789074362009), editie 2009.
- ‘Maten en gewichten’ – handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België - 2005.
- Een rekenmachine.
- Aanvullend in de bib: algebra demystified – Rhonda Huettenmueller (McGraw Hill – ISBN 0071389938) - 2003.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- Werkcolleges met oefeningen: aan de hand van praktische toepassingen worden verschillende wiskundetechnieken (leerstof secundair) aangebracht en opgefrist.
- De technieken worden onmiddellijk ingeoefend: studenten lossen zelfstandig oefeningen op (studenten met een 'zwaardere' vooropleiding wiskunde fungeren als wiskundecoach: peer teaching) en in aanwezigheid van de lector -feedback).
- Zelfstandig werk en groepsleren: oplossen van opgegeven oefeningen (cursus), feedback van de lector tijdens de colleges en via mail.
- De cursus bevat naast de basisoefeningen ook oefeningenreeksen voor 'gevorderden'.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
idem
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Beschrijvende statistiek |
|
|
|
Component behoort tot: | Methoden en onderzoek 1 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100048 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Ingrid Van den Bossche Martine Vanacker Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Een voedingsdeskundige en/of diëtist verzamelt gegevens (meetresultaten, resultaten van een anamnese of van een vragenlijst, resultaten van wetenschappelijke onderzoek) en klasseert gegevens (bvb. wanneer krijgt iemand de diagnose ‘obesitas’). Beschrijvende statistiek is het instrument dat hierbij gebruikt wordt. Er is een sterke verwevenheid met ‘maten en gewichten’: de in dit lab verzamelde gegevens worden statistisch verwerkt, geanalyseerd en geïnterpreteerd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
verwerkt gegevens (frequentietabel) en geeft de resultaten grafisch weer
-
berekent en interpeteert parametervrije kengetallen
-
leest informatie op groeicurves af
-
berekent en interpeteert parametrische kengetallen
-
berekent en interpreteert kengetallen bij herhaalde en gegroepeerde metingen
-
berekent en interpreteer ‘biologische variatie’ (intra- en inter-individueel)
-
werkt met normale (x-waarde) en standaardnormale verdeling (z-en p-waarden)
-
classificeert toevalsveranderlijken (normaalwaarden)
-
begrijpt de statististiek achter aanbevolen hoeveelheden
-
stelt een significante verandering van een viologische variabele vast
-
gebruikt de verdeling van een steekproefgemiddelde indien nodig
-
stelt op basis van een steekproef een betrouwbaarheidsinterval voor een gemiddelde waarde op
-
herkent deze statistische begrippen in de wetenschappelijke vakliteratuur, begrijpt en interpreteert deze
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
wetenschappelijke interesse
voorkennis wiskunde
passieve kennis Engels
|
LEERINHOUDEN
|
- Beschrijven van een reeks resultaten (steekproef) met frequentietabel en grafieken.
- Parametervrije kengetallen (Me, kwartielen, percentielen, IQR, normaalwaarden, groeikaarten).
- Parametrische kengetallen (gemiddelde, SD en VC%); herhaalde metingen (juistheid en precisie); gegroepeerde metingen (spreiding intra en inter); biologische variatie.
- Normale verdeling: z-waarden en p-waarden; classificaties van biologische parameters; aantonen van een significante verandering van een biologische parameter; aanbevolen hoeveelheden; verdeling van een steekproefgemiddelde (centrale limietstelling); t-verdeling Student; betrouwbaarheidsinterval voor gemiddelde; interpretatiefouten bij referentiewaarden (cutoff).
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Hoofdstukken 1-2-3-4 van de cursus ‘methoden en onderzoek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool.
- Nota’s ‘maten en gewichten’ – auteurs: Hubert Nachtegaele en Koen Vanherle - Plantijn Hogeschool.
- Formuleboekje ‘methoden en onderzoek’ - auteur: Veerle Van vlaslaer - Plantijn Hogeschool.
- Belgische voedingsmiddelentabel Nubel (ISBN 9789074362009) - editie 2009.
- Wetenschappelijke artikels.
- Een rekenmachine.
- Als naslagwerk in de bib: ‘Medical statistics at a glance’ van Petrie en Sabin (ISBN 0632050756) in de bib (hoofdstukken 1 tem 11) - 2000.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- Hoorcolleges met oefeningen: vertrekkend vanuit problemen uit het werkveld (wetenschappelijke vakliteratuur) worden de statistische begrippen geïntroduceerd en uiteengezet.
- De nadruk ligt op begrijpen en interpreteren van data en niet op reproduceren van formules (formuleboekje).
- Oefeningenlessen waarin de studenten de opgegeven oefeningen (cursus) zelfstandig en in onderling overleg oplossen onder begeleiding van de lector. Tijdens deze lessen hebben de studenten de gelegenheid om vragen te stellen over zowel de leerstof van de hoorcolleges als de oefeningen. Indien nodig worden er enkele oefeningen door de lector klassikaal (interactief met de groep) uitgewerkt.
- Zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de oefeningenlessen
* groepsleren: toepassen van de statistiek tijdens de opdrachten vanuit 'maten en gewichten' * andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Integratieve toets INT1-2: met formuleboekje ‘methoden en onderzoek’.
- Samenstelling vragen met inbreng vanuit 'basispakket statistiek': hoogstens 50% van de vragen zijn kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correct uitvoeren van de berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden en dit integratief met maten en gewichten, voedingsleer en dus problemen, gegevens uit de vakliteratuur).
- Het gebruik van een rekentoestel is bij deze toets toegelaten.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
idem
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Meten, maten en gewichten |
|
|
|
Component behoort tot: | Methoden en onderzoek 1 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100048 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marjan Van Cleemput Ingrid Van den Bossche Martine Vanacker Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Een vraag waarmee een voedingsdeskundige en diëtist regelmatig geconfronteerd wordt is “hoeveel is ‘hoeveel’?”. Dit is zowel bij een voedingsanamnese (hoeveel groente eet u?) als in de keuken (een mespuntje boter toevoegen staat voor exact hoeveel bereidingsvet om een voedingswaarde-etiket van dit recept op te stellen?).
Tijdens deze praktijksessies zoeken we met eenvoudige experimenten en oefeningen (massa- en volumebepalingen) naar de invulling van dit begrip met aandacht voor correct gebruik van eenheden, leren inschatten van hoeveelheden, leren inschatten van mogelijke fouten.
De cursus statistiek is een belangrijk hulpmiddel bij de berekeningen en de verslaggeving van de experimenten.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD116 Toont inzet bij het realiseren van plannen en projecten.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
specifiek voor dit facet
-
gebruikt correcte eenheden gebruiken voor maten en gewichten
-
rekent met deze eenheden
-
schat de mogelijke fouten bij een opgegeven portiegrootte in
-
ziet het nut van de handleiding ‘maten en gewichten’ en gebruikt deze vanaf nu spontaan en correct bij andere toepassingen
-
verwerkt meetresultaten manueel én statistisch met excel
-
stelt een kort verslag van een experiment op
-
kent een eerste reeks van 20 elementaire maten en gewichten uit het hoofd.
de student kent volgende specifieke begrippen
-
ivm massa: bepaling (balansen), eenheden
-
ivm ‘maten en gewichten’: basismaten, eetbaar deel, slinkfactor, verschijningsvorm, verpakking (bruto, netto en g
e
)
-
ivm volume: de bepaling, eenheden, verschil met massa
-
ivm dichtheid: de definitie, eenheid, de bepaling (hydrostatische weging)
-
ivm portiegrootte: bepaling normale portie en de problematiek van het inschatten van deze grootte bij een voedingsanamnese en de mogelijke fouten (intra- en inter-individuele afwijkingen)
-
weet hoe de energie-inhoud van eten bepaald wordt (bomcalorimeter)
-
weet wat latente warmte is
-
weet hoe een vetgehaltebepaling door onderdompeling gebeur
-
past de fysische verschijnselen diffusie en osmose toe op de cel (zie pakket biologie en anatomie)
-
bepaalt het lichaamsgewicht met een digitale balans, lichaamslengte en kniehoogte met een meetlat, elleboogbreedte met een schuifmaat en leest een huidplooimeter correct af
-
gebruikt correcte eenheden voor energie-inhouden van voedingsmiddelen (kcal en kJ)
-
voert eenvoudige berekeningen uit i.v.m. energieverbruik bij opwarmen, invriezen, verdampen
-
maakt een wetenschappelijke grafiek volgens de gangbare regels
-
bepaalt het aantal beduidende cijfers van een getal
-
zet eenheden om (kg, g, mg en kJ en kcal)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
Inschatten van hoeveelheden
o
vb. gewicht van een appel of ander voedingsmiddel
§
eetbaar deel
o
basisinhoudsmaten (
experimentele controle van begrippen uit ‘maten en gewichten’
)
o
elementaire maten en gewichten: zie lijst in cursus en Kennislijn
-
osmose en diffusie (iso-, hyper-, en hypotonische oplossingen; toepassingen: sportdranken, ORS)
-
Dieetweegschaaltje vs. keukenweegschaal: o.a. snuifje zout
o
Keuze weegtechniek (geen labobalans/lepelweegschaaltje…)
o
Data-collectie (resultaten meenemen naar les statistiek om kengetallen te berekenen)
-
massadichtheid en concentratie
o
Oefeningen op omzettingen tussen grootheden (m, V) en eenhouden (g, mL)
§
Suikerklontje & kristalsuiker
§
Bloem
§
Oefeningen op dranken; oefeningen op basismaten
§
Onderwaterweging
§
Bruto – tarra – netto
-
Gewicht per eetlepel
-
Maatbekers:
o
Indeling op maatbeker
s
o
Inschatten van hoeveelheid
-
Oefeningen mvb verpakkingen en etiketten:
o
Definities in brochure “maten en gewichten”
o
Regel van drie: omrekenen naar verschijningsvorm
o
Het e-teken
o
Plantijn Richtlijn: afrondingsregels en beduidende cijfers
o
Omzetten kcal
ó
J -
Calorimetrie – energie
-
Antropometrische metingen
o
Meetprotocol en data-collectie
o
Lengte en gewicht (meetlat + Seca)
o
Kniehoogte: MNA-protocol (omzetting naar lengte)
o
Oefeningen op aflezen:
§
Personenbalans, meetlat, schuifpasser en huidplooimeter
-
Eenvoudige metingen voor data-collectie
o
Antropometrische metingen hierboven: klassikaal inzamelen via een map met schrijfrechten studenten (nodig voor les in informaticalokaal later)
- digitaal verwerken van metingen praktijksessie 3, maken van grafieken met Excel
·
kengetallen berekenen (manueel, adhv formules Excel)
·
intra/intervariatie bij metingen
·
verschil lijn-, spreidingsdiagram, wat op x-as?, histogram, taartdiagram, trendlijn,…
- Experimentele bepaling (Plan van Aanpak) van
-
Gewicht per stuk netto (verschillende grootte groenten + opzoeken brochure)
-
Eetbaar deel
-
Slinkfactor
Experimentele controle van begrippen uit ‘maten en gewichten’
Extra oefeningen op eetbaar deel en slinkfactor + berekenen voedingswaarde (zie ook wiskunde)
o
Inschatten portiegrootte : vaste en vloeibare voedingsmiddelen
o
Kleine – normale –grote portiegrootte
à
inschattingsfouten bij portiegrootte : intra/inter-variatie
-
Hulpmiddelen om portiegrootte laten in te schatten
-
lezen van een artikel omtrent dit onderwerp
-
gebruik van een fotoboek: CIRIHA
-
zelf ontwikkelen van een hulpmiddel om portiegrootte in te schatten
Nabespreking en evaluatie
-
Artikel en verwerking inschattingsfouten PR7
-
Herhalingsoefeningen
-
Gecombineerde oefeningen (vb. voedingswaardeberekening met eetbaal deel, slinkfactor,…)
-
…
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
cursus ‘maten en gewichten’ – auteurs: Hubert Nachtegaele, Martine Vanacker, Koen Vanherle, Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool
-
hoofdstukken 1-2 van de cursus ‘methoden en onderzoek’ - auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool
-
formuleboekje ‘methoden en onderzoek’
-
Belgische voedingsmiddelentabel Nubel (ISBN 9789074362009) - 5de editie – 2009
-
‘Maten en gewichten’ – handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België - 2005
-
fotoboek CIRIHA (zelf aan te kopen door student)
-
Receptenleer – van Eden e.al. (ISBN 9055741485) – pagina 4-6 – 2001
-
lijst met elementaire maten en gewichten (Plantijn) – kolom 1
-
artikel uit journal of human nutrition and dietetics
-
een rekenmachine
-
een door de student mee te brengen digitale keukenweegschaal (aflezing tot 1g)
-
labschrift
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
40
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel. Puntenverdeling · ± 25% van de punten van het facet ‘meten, maten en gewichten’ volgen uit INT1-2 als kennistoets (begrip van de oefeningen en uitgevoerde experimenten met bijhorende gegevensanalyse, interpretatie van de resultaten); het ‘kunnen gebruiken’ van Nubel en ‘maten en gewichten’ wordt in andere opleidingsonderdelen getoetst
- permanente evaluatie van de labactiviteiten (±25% van de punten van de facet ‘maten en gewichten’)
evaluatiecriteria: aanwezigheid, attitude, voorbereiding van het practicum (labschrift), mee te brengen materiaal, correcte uitvoering van de experimenten
- evaluatie van de verslagen en opdrachten (o.a. data-verwerking en artikel portiegrootte) (±50% van de punten van de ‘facet maten en gewichten’)
evaluatiecriteria: - tijdig indienen, volledigheid en correctheid van gevraagde opdrachten en verslagen, toepassen Plantijn Richtlijn - dataverwerking: correcte berekening, gebruik van formules, toepassen Plantijn Richtlijn - experiment: voorbereiding, opzet en uitvoering van het experimenthet artikel met discussie (kritische reflectie van de groep over het uitgevoerde experiment), toepassen Plantijn Richtlijn - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT1-2 wordt hernomen, de jaarpunten blijven behouden
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Biomedische wetenschappen 1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Basispakket anatomie Basispakket biologie
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100049 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 1 | Contacturen: | 24 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | niet mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Roald Santens Marina Crols Els Van Eyken |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-deelfiches.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Basispakket anatomie | 50% | Basispakket biologie | 50% |
Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel
- Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket anatomie |
|
|
|
Component behoort tot: | Biomedische wetenschappen 1 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100049 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Roald Santens Marina Crols Els Van Eyken |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Voedsel dient hoofdzakelijk als bouw- en brandstof en bestaat uit grote biomoleculen. De mechanische verkleining van het voedsel, door het te kauwen, is lang niet voldoende. De spijsverteringsorganen, die samen het spijsverteringsstelsel vormen, bewerken het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. Alleen zo kunnen ze opgenomen worden in het lichaam. Deze biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd. Enzymen zijn eiwitten die reacties laten verlopen door verlaging van de activeringsenergie zonder daarbij zelf verbruikt te worden.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- legt de ligging, bouw en functie van de verschillende spijsverteringsorganen uit
- legt de enzymwerking op de verschillende voedingscomponenten uit
- legt het homeostatisch verband met andere stelsels kunnen uit
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
De verschillende spijsverteringorganen zorgen samen voor het bewerken van het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. De verschillende organen worden anatomisch, morfologisch en fysiologisch besproken. De biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
Theoriecursus: Anatomie - auteur: Patricia Winnen - Plantijn Hogeschool
-
anatomische modellen
-
Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)
-
Facultatief: Handboek Anatomie en fysiologie, een inleiding. Martini en Bathlomew, ISBN-13 9789043013895
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT 1-3: schriftelijke toets met kennisvragen
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
Afwezigheden:
Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief
Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden.
Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Evaluatie in 2de zittijd.
Lab:
De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket biologie |
|
|
|
Component behoort tot: | Biomedische wetenschappen 1 | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100049 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Roald Santens Marina Crols Els Van Eyken |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cel is de basis van elk organisme. De kennis van de samenstelling en de werking van de cel zijn noodzakelijk voor het begrijpen van de opbouw van de weefsels, organen, stelsels en het hele organisme.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- kent de bouw, functie en onderlinge samenhang van de diverse organellen in eukaryote cellen
- beschrijft het verloop van de celcyclus
- beschrijft de verschillende stadia van de celcyclus
- geeft het belang van enzymen voor levende organismen aan
- verklaart hoe energie geleverd wordt door de cellen
- beschrijft de bouw en functie van de verschillende dierlijke weefsels
- beoordeelt eenvoudige microscopische preparaten
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
lessen biologie secundair onderwijs
andere: zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
w
beschrijven van de verschillende celorganellen, hun bouw en functie
w
de groei en differentiatie van cel tot weefsel
w
de opbouw tot orgaanstelsel : het spijsverteringsstelsel
|
STUDIEMATERIAAL
|
- cursus 'biologie'- auteur: Patricia Winnen en Els Van Eyken - Plantijn Hogeschool
- cursus biologie praktijk- auteur: Rob Asselberg en Els Van Eyken - Plantijn Hogeschool
- microscoop
- preparaten weefsels
- Zakwoordenboek der geneeskunde -auteur : Coëlho - ISBN 90-6228-322-5
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
15
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
15
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege
Practica (aanwezigheid verplicht)
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT 1-3 ( 80% van de punten) met kennisvragen uit het HO en praktijk.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillendefacetten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
Permanente evaluatie van de practica (20% van de punten).
Afwezigheden:
Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief
Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden.
Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
INT 1-3
Evaluatie in 2de zittijd.
Lab:
De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Kooklab 1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100052 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 48 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Ingrid Aerts Kim Geys Marina Hertogen Sandra Aernouts |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In het voltijds modelpakket 1 (volledig academiejaar) zorgen we via voedselbereiding in de keuken dat je de verschillende basisbereidingen, bereidingstechnieken en basisingrediënten beheerst. Bij het samenstellen van de maaltijden worden de criteria van de actieve voedingsdriehoek praktisch aangeleerd. Bereidingen worden organoleptisch beoordeeld. Tevens worden maten en gewichten ingeoefend, prijsberekeningen en temperatuurmetingen aangeleerd en risico-analyse uitgevoerd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD106 Houdt uit eigen initiatief vakkennis op peil.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD111 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
- VD114 Moedigt anderen aan om door te zetten.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD118 Biedt spontaan hulp aan.
- VD130 Laat het groepsbelang primeren boven het eigen belang.
- VD131 Bespreekt problemen open met collega's.
- VD132 Voert eenvoudige leidinggevende taken uit.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD250 Maakt een duidelijk tijdsschema.
- VD251 Maakt duidelijke afspraken en komt ze inhoudelijk na.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
- VD259 Werkt veilig.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Beheerst de basiskooktechnieken en kookt lekker, gezond en creatief 2. Leert organiseren, raporteren, evalueren en teamgericht werken 3. Formuleert de invloeden van de bereidingen op de grondstoffen en de scheikundige processen 4. Maakt kostprijsberekeningen voert bestellingen uit 5. Beheerst voedingskundige en hygiënische principes in de keuken, beheerst de verschillende bereidingsmethoden en apparatuur in de moderne keuken 6. De student beheerst maten en gewichten, temperatuurmetingen, voert risico-analyse uit en beheerst risico's in de keuken
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid.
Andere: zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
- kookles 1: gezonde lunch (klaarmaken van broodmaaltijd-lunchpakket), koken van eieren, bereiden van een melkdessert, bereiden van een koude melkdrank, kennismaken met ‘De actieve voedingsdriehoek’ als basis voor de gerechten tijdens de kooklessen, maten en gewichten, hygiëne in de keuken, vitrokeramische en elektrische kookplaten, koken op gas.Maten en gewichten oefenen.
- kookles 2: bereiden van een ongebonden soep, verschillende snijtechnieken op groenten, bakken van vlees, stoven en reinigen van groenten, koken van aardappelen, bereiden van vleesjus, een fruitdessert op basis van uitheemse vruchtensoorten, materialenkennis. Technieken: koken, stoven, braden, snijden, blussen.Hoe maakt men een organisatieplan?
- kookles 3: bereiden van een gebonden soep, maken van een roux (bechamelsaus), aardappelpuree, bereiden van gegratineerde gerechten, bereiden van een plattekaasdessert op basis van gelatine, Technieken: au bain marie, roeren, weken, gratineren, blancheren en fruiten.
- kookles 4: bereiden van een melksoep, maken van een roux (soep), koken van rijst, bereiden van een vleesbroodje in de oven, smoren van groenten, bereiden van een warm dessert in de oven, kloppen van room. Technieken: smoren, kloppen, bakken, paneren.Inzicht op welke wijze een menu dient samengesteld te worden.Temperatuurmetingen van gerechten.
- kookles 5: bereiden van een warm voorgerecht, pocheren van vis, saus op basis van kruidige bouillon, variant op aardappelpuree, bakken van koekjes, samenstellen van een menu. Technieken: pureren, stampen, pocheren, zeven, fileren, trekken, bakken in de oven.
- kookles 6: maken van een hors-d’oeuvre, kennis maken met een vleesanaloog, bereiden van zoet-zure sauzen, stoven van vlees in hogedrukpan, bakken van rauwe aardappelen, inzicht en toepassing van reinigen en stoven van groenten, bereiden van melkdessert met fruit, kennis over de functie van voorgerechten en sauzen Technieken: stoven van vlees, aanbraden, deglaceren en glaceren.
- kookles 7: bewaren in azijn, alcohol, suiker, diepvriezen, technieken om voedingsmiddelen te conserveren: verlagen van temperatuur (diepvriezen), doden van miro-organismen door verhitting (pasteuriseren en steriliseren), verlagen van wateractiviteit (inmaken met suiker), verlagen van pH (inmaken in azijn, melkzuurfermentatie), toevoegen van antimicrobiële stoffen (inmaken in alcohol). Vacuümtrekken.
- kookles 8: bereiden van een gistdeeg, marineren en stoven van vlees, proeven en reinigen van verschillende soorten paddestoelen, bereiden van een groentepuree, bereiden van een melkgerecht in de microgolfoven, technieken: marineren, magnetronnen, kneden.
- kookles 9: bereiden van uitheemse gerechten, grilleren van vlees, maken van sauzen op basis van een emulsie (mayonaise), vinaigrette en dressing, verwerken van sojaroom, frituren van aardappelen, maken van een cakebeslag, beheersen van kennis over azijn, mosterd, kruiden en specerijen, technieken: beslaan, grilleren, roosteren, frituren, canneleren, raspen.
- kookles 10: bereiden van beslagdeeg, bereiden van graangewassen ter vervanging van aardappelen, bereiden van een pastagerecht in de oven, kennismaken van vleesanalogen op basis van mycroproteïnen, functie van nagerechten, beheersen van kennis over suiker, zout en pepers. Technieken: flamberen, roerbakken, reduceren (binden), stomen.
- kookles 11: bereiden van een koude soep, vis in aluminiumfolie, aardappelen in de schil, plattekaasdessert met gelatine, bereiden van een gezonde variant op Tiramisu, technieken (theoretisch): barbecueën, barderen, farceren, larderen, brideren (opbinden), soufffleren en pikeren, flamberen, roken, stomen, paneren, trekken.
- kookles 12: evalueren van de technieken aangeleerd tijdens de verschillende periodes, organisatieplan opstellen en eigen les kunnen evalueren.
- jaaropdracht 'Gezond en organoleptisch handelen': een menu samenstellen voor 1 persoon en vastleggen in foto's, periode 2 Gezond en feestelijk menu: (soep, hoofdgerecht, melkdessert met grof korrelig bindmiddel + kostprijsberekening), periode 3 (visvoorgerecht, wokgerecht van vis of vlees en graangewas ter vervanging van rijst, nagerecht op basis van kneeddeeg + kostprijsberekening voor 1 persoon en bestelbon voor 10 personen).
- jaaropdracht 'Prijsbewust handelen': aanleggen van een werkschrift met eenheidsprijzen van eenheidsverpakkingen van al de ingrediënten die in de kooklessen worden gebruikt.
- 'Maten en gewichten': elke les worden voedingsmiddelen en gerechten gewogen en opgeschreven.
- gedurende een aantal lessen wordt risico-analyse toegepast zoals op: handen wassen, gebruik van snelkookpan, snijden van groenten en fruit, gebruik van microgolfoven, frituren, enz;
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus: Kooklabo 1 - auteurs: Aerts Ingrid, Hertogen Marina en Gys Kim - Plantijn Hogeschool - 2011 - 2012.
- Receptuur van de volledige maaltijd met opdrachten.
- Boek: “Receptenleer”, J.G. van Eden, e.a., HB uitgevers, ISBN 978 90 5574 617 0, 2009.
- Kookboek: “Kook Ook “, Het Nederlands Zuivelbureau, ISBN 97 8906 611 9864, 2008.
- Belgische Voedingsmiddelentabel, NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009.
- Eigen kookboeken, tijdschriften.
- Niet verplicht maar ter aanbeveling: “Ons Kookboek”, KAV, ISBN 90 804844 2 3, 1999.
- Een elektronische weegschaal tot op 1 gram nauwkeurig.
- Schrift voor maten en gewichten en prijsberekingen.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
40
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- Verplichte praktijksessies met verplichte voorbereiding (schriftelijk organisatieplan).
- Theorie verwerven via opdrachten voor elke kookles. Voorbereidingen worden voor de aanvang van de les afgegeven. Bij laattijdig afgeven van de opdrachten worden de helft van de punten afgetrokken.
- Reflectie en rapporteren over: organisatie en samenwerking, werktempo, uitgevoerde technieken, gezond volgens de actieve voedingsdriehoek, hygiënisch, organoleptisch, ergonomisch, milieubewust en veilig handelen.
- Elkaar leren coachen, per les zijn er 2 coachen die zorgen voor het goede verloop van de kookles, de orde en uitvoeren van gemeenschappelijke taken in de keuken. Dit is een voorbereiding op de latere leidinggevende functies van een diëtist bij voedselbereiding.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Permanente evaluatie van de kookles (25%), proces (werkmethode, materiaal, hygiëne, ergonomie, tempo, enz.), product (uitzicht, smaak, temperatuur, creativiteit, enz.). Afwezigheden:
Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
- Permanente evaluatie van de opdrachten (25%), organisatieplan van de kookles, evaluatie van de kookles, opzoeken van de kennisvragen, uitvoeren van de taken,aandacht voor de schriftelijke taalbeheersing.
- Praktijkexamen (25%), organisatieplan opstellen en evaluatie van de examenles, uitvoeren van de gevraagde kookopdracht volgens evaluatiecriteria van de permanente evaluatie van de kooklessen.
- Schriftelijk examen(25%), kennisvragen, toepassingsvragen, correctheid van de antwoorden, volledigheid van de argumentatie, logische opbouw van de argumentatie, duidelijke en heldere formulering van de antwoorden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Praktijkexamen wordt hernomen met dezelfde evaluatiecriteria (50%).
- Theoretische examen wordt hernomen met dezelfde evaluatiecriteria (50%).
- Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling tijdens het academiejaar. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel en wordt niet toegelaten tot het examen in 2-de zit.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Communicatie en anamnese |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | POP 1 Zorggerichte communicatieve vaardigheden Zorggerichte communicatie Skillslab 1
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100053 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 50 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marina Hertogen Sofie Van Laer Kim Geys Myriam Verbeke Ingrid De Ridder Ingrid Aerts Heidi Gotink Lieve Snoeckx |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
Alle info zie ECTS-fiches van de componenten.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - POP 1 |
|
|
|
Component behoort tot: | Communicatie en anamnese | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100053 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marina Hertogen Sofie Van Laer Kim Geys Myriam Verbeke Ingrid De Ridder Ingrid Aerts Heidi Gotink Lieve Snoeckx |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het POP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan) is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont: op welke wijze bereikt de student de leerdoelen en vaardigheden (zoals beschreven in de ECTS-fiches) en bereikt hij/zij de gewenste gedragsindicatoren van de kerncompetenties van de opleiding.
De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld.
Het POP tegelijk het meetinstrument voor de studietijdmetingen.
Voor de gesprekken met de studieloopbaanbegeleider van de student zal het POP als uitgangspunt gebruikt worden..
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
reflecteert over het eigen leerproces en stuurt op basis van deze reflecties bij
-
reflecteert over het eigen handelen
-
denkt in termen van leerdoelen en competenties
-
l
egt een ruime basis voor reflecties in het latere werkveld
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst met begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont: op welke wijze bereikt de student de leerdoelen en vaardigheden (zoals beschreven in de ECTS-fiches).
- De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, scriptie en latere werkveld.
- In de opleiding VD is het POP tegelijk het meetinstrument voor de studietijdmetingen.
- Het POP is het uitgangspunt voor de gesprekken met de studieloopbaanbegeleider van de student.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Het algemene cgo-boek (opleiding VD).
- Map met invulbladen.
- Digitale invulformulieren.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
-
Verplichte aanwezigheid op introductieles POP en studieloopbaangesprekken
-
Invullen van de map met de reflectieformulieren is een zelfstandig werk met feedback vanuit de verschillende onderwijseenheden en van de studieloopbaanbegeleider.
- Inhoud van het POP is beschreven in het algemene cgo-boek.
- De reflecties (volgens spiraalmodel) worden gestuurd door voorgedrukte invulbladen: : reflecties naar studiekeuze, studieplanning, ontvangen feedback, ontwikkeling en verwerving van competenties, studieresultaten (werkveldoriëntatie en werkvelduitdiepingvanaf 2VD)
-
De student vult de opgegeven reflectieformulieren in.
- De student vult wekelijks een formulier ‘studietijdmeting’ in.
- De student heeft tijdens het lopende academiejaar minstens drie gesprekken met de studieloopbaanbegeleider (deze kan het POP altijd opvragen).
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- het POP wordt in het eerste jaar door de studieloopbaanbegeleider uitsluitend beoordeeld op volledigheid en niet inhoudelijk. Deze beoordeling dient als afrondingscriterium (in orde/niet in orde) voor het totaalcijfer van het opleidingsonderdeel 'communicatie en anamnese'
- IT-studenten volgen de studieloopbaanbegeleiding van het laagst ingeschreven programmajaar.
- Bijkomende criteria (studieloopbaanbegeleiding): maken van de afspraken, nakomen van de afspraken.
-
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (
in consensus
) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
- afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
- niet uitvoeren van individuele taken
- niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De evaluatie van de eerste examenperiode wordt overgenomen.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Zorggerichte communicatieve vaardigheden |
|
|
|
Component behoort tot: | Communicatie en anamnese | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100053 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marina Hertogen Sofie Van Laer Kim Geys Myriam Verbeke Ingrid De Ridder Ingrid Aerts Heidi Gotink Lieve Snoeckx |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Beroepsmatig met mensen omgaan vraagt een grote zorgvuldigheid van de voedingsdeskundige/diëtist. Het is mede afhankelijk van jouw gedrag of de ander geholpen wordt of niet. De communicatieve vaardigheden die je dagelijks nodig hebt in de omgang met anderen vormen de basis voor beroepssituaties. Als voedingsdeskundige/diëtist dien je een vertrouwensrelatie met je cliënt/patiënt aan te gaan, hem in zijn situatie goed kunnen begrijpen, hem helpen zichzelf in zijn situatie goed kunnen begrijpen, samen zoeken naar oplossingen en de beste daaruit kiezen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD102 Leert systematisch uit eigen ervaring, fouten en successen.
- VD103 Leert systematisch uit ervaring van anderen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
- VD109 Reageert flexibel op kritiek en commentaar.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD111 Past spontaan zijn handelen aan als de omstandigheden dat vragen.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD124 Motiveert de cliënt.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
- VD135 Luistert actief.
- VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD254 Volgt op en stuurt bij.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
zie lijst "begincompetenties VD"
|
LEERINHOUDEN
|
Belang van juiste waarneming en factoren die het proces van waarnemen en interpreteren beïnvloeden.
Aandachtspunten om waarnemingsfouten en interpretatiefouten te voorkomen.
Belang, functies en aspecten van non-verbaal gedrag bij jezelf en bij anderen.
Belang en principes van actief luisteren.
Luistergedrag en luisterhoudingen.
Belang en functies van doorvragen.
Soorten vragen: open en gesloten, E-in en E-uit vragen.
Belang en functies van samenvatten en concretiseren.
Aandachtspunten en fouten bij samenvatten.
Wat en hoe concretiseren, fouten bij concretiseren?
Geven en doorvragen van meningen: verwoorden van je eigen mening, opbouw en presentatie van je formulering, doorvragen naar meningen, veelgemaakte fouten.
Omgaan met gevoelens: belang van het uiten van je gevoelens, aspecten aan het weergeven van je gevoelens, doorvragen naar gevoelens, veel gemaakte fouten.
Geven en ontvangen van "feedback": belang van feedback, regels voor het geven van feedback, regels voor het ontvangen van feedback.
Assertief reageren: belang van assertiviteit, situaties waarin assertief reageren moelijk kan zijn, oorzaken van niet-assertief gedrag.
Gunstige gesprekscondities creëren (veilige ruimte).
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus 'Communicatieve vaardigheden' - auteur: Lea Aertsen - Plantijn Hogeschool. 2011-2012.
- Elementaire sociale vaardigheden: skillslab-reeks voor verzorgende vaardigheden, Transferpunt vaardigheidsonderwijs: Kluwer - 2000.
- Plantijn kennislijn 2011 - 2012.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
50
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege: belang en basisbegrippen in communicatie.
Praktijksessies: oefenen van de communicatieve vaardigheden in projectgroep.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Permanente evaluatie
• Voorbereiding van de oefeningen: 15% (werkschrift) • Actieve inbreng tijdens de lessen en peerassessment 60% • Verwerking van de oefeningen en zelfreflectie van het geheel: 15% (werkschrift) • Aanwezigheid tijdens de lessen: 10% • Werkschrift en zelfreflectie worden tijdens de laatste les van een periode opgevraagd en beoordeeld.
.Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
- dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De evaluatie van de eerste examenperiode wordt overgenomen.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Zorggerichte communicatie |
|
|
|
Component behoort tot: | Communicatie en anamnese | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100053 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marina Hertogen Sofie Van Laer Kim Geys Myriam Verbeke Ingrid De Ridder Ingrid Aerts Heidi Gotink Lieve Snoeckx |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Communicatieve vaardigheden hoort tot het luik 'Communicatie en anamnese' en behelst schriftelijke communicatie, vergaderen en presenteren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
- VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
past de componenten van de geschreven taal correct toe (spelling, woordkeuze, zinsbouw, tekstopbouw);
-
vat een geschreven of gesproken tekst correct samen met aandacht voor het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken;
-
schrijft een goede tekst met aandacht voor spelling, woordkeuze, zinsbouw, tekstopbouw, structuur en stijl;
-
schrijft een correcte brief/e-mail volgens de gangbare normen;
-
woont een vergadering bij in de verschillende vergaderrollen;
-
rapporteert, notuleert, maakt een vergaderverslag;
-
bereidt een mondelinge presentatie voor en presenteert.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Algemeen Nederlands + basiskennis van grammaticale terminologie
|
LEERINHOUDEN
|
- 1: Inleiding communicatie.
- 2: Correct schrijven op het niveau van letter, woord, zin, tekst.
- 3: Samenvatten.
- 4: Rapporteren - notuleren (verslag)- corresponderen.
- 5: Vergaderen.
- 6: Presenteren.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Syllabus, eigen notities en aanvullingen, oefeningen op e-campus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
50
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Praktijksessies, leermethode afhankelijk van en aangepast aan de leerinhoud..
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Permanente evaluatie: Aanwezigheid is verplicht wegens de interactieve oefeningen. Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
Taalvaardigheidstest over spelling, woordkeuze, zinsbouw, tekstopbouw en een eigen tekst schrijven (samenvatting en/of brief en/of verslag). Deze taalvaardigheidstest wordt niet afgelegd tijdens de examenperiode, maar tijdens de contacturen (permanente evaluatie). Evaluatie tijdens de projectweken van vergaderen en presenteren door de tutor(en) en VUP. Opvolging details zie periodeboek (opvolging/monitoraat tijdens 2de bachelorjaar: projectweken, skillslab, POP) Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel -zie zorggerichte communicatie
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Tweede examenperiode
|
De evaluatie wordt overgenomen (deze component kan niet hernomen worden).
Opvolging
details zie periodeboek (opvolging/monitoraat tijdens 2de bachelorjaar: projectweken, skillslab, POP)
|
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Skillslab 1 |
|
|
|
Component behoort tot: | Communicatie en anamnese | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100053 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Marina Hertogen Sofie Van Laer Kim Geys Myriam Verbeke Ingrid De Ridder Ingrid Aerts Heidi Gotink Lieve Snoeckx |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Met het ‘skillslab’ creëren we een werkomgeving waarin je (realistische) werksituaties inoefent aan de hand van casuïstiek (rollenspel). Met opeenvolgende cycli van Ø zelfstudie (voorbereidende opdrachten) Ø oefening begeleid door lectoren Ø reflectie van studenten en lectoren Ø opnemen van leerpunten bouw je geleidelijk aan je beroepsskills op. Een voedingsanamnese is één van de uitgangspunten van diëtisch handelen en een middel om de effecten van een therapie aan te tonen. Via een voedingsondervraging komt de diëtist veel te weten over de voedingsgewoonte en de samenstelling van de voeding van een cliënt/patiënt. De manier waarop de diëtist de vragen stelt zal voor een stuk de antwoorden bepalen. We starten vanaf periode 2 met het inoefenen van achtereenvolgens 24- uurrecall, het eetdagboek, de voedselfrequentielijst en de dietary history. Voor elke methodiek leer je een anamneseformulier opstellen. De opeenvolgende oefeningen hebben een moeilijkheidsgraad die toeneemt per periode
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD101 Stelt het eigen handelen in vraag.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD108 Vertaalt externe feedback in leerpunten.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD123 Toont betrokkenheid.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
- VD136 Hanteert een professionele verbale en non-verbale communicatie.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD362 Geeft in de praktijk blijk van vakspecifieke kennis op het gebied van gezondheidsbevordering.
- VD363 Onderzoekt actief de noden en verwachtingen van de klant.
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student:
-
stelt een evenwichtige maaltijd samen op basis van energieleverende stoffen
-
legt een interviewtechniek uit en past deze toe
-
zet een voedingsanamnese om in porties en berekent deze met
voedingsmiddelentabellen
-
gebruikt hulpmiddelen om porties in te schatten
-
evalueert een voedingsanamnese na berekening en past deze aan volgens de aanbevelingen van de HGR
-
schrijft een eenvoudig advies uit op maat van het individu
-
schrijft ervaringen neer
-
beoordeelt trainingsmomenten met oefen- en observatielijsten van de student zelf en de medestudenten
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
De voedingsanamnese algemeen en de 24-uur recall en het eetdagboek in het bijzonder.
Zelfstudiepakket rond deze bovenstaande methodieken.
Afnemen van een 24-uur recall, bijhouden eetdagboek en omzetten in porties, maten en gewichten.
Bijhouden van een eetdagboek, laten berekenen en evalueren door medestudent.
Manueel berekenen en evalueren van voedingsanamnese met NUBEL.
Uitschrijven en geven van een eenvoudig advies.
Skillslab rond 24-uur recall met casuïstiek, oefenen afname voedingsanamnese, communicatieve vaardigheden, rapporteren.
Skillslab rond eetdagboek met casuïstiek, oefenen eetdagboek, geven van een eenvoudig voedingsadvies aan de hand van de actieve voedingsdriehoek en de verschillende voedingsmiddelengroepen, communicatieve vaardigheden en rapporteren.
Klassikale evaluatie van opdrachten en skillslab.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus: Skillslab, voedingsanamnese en advies - auteur Aerts Ingrid- Plantijn Hogeschool
Opdrachtenboek: Skillslab, voedingsanamnese en advies - auteur: Aerts Ingrid - Plantijn Hogeschool
Handboek Gezondheidspromotie, Evenwichtig en gezond bewegen, VIG, Lannoo Campus, ISBN 9789020973297, 2007
Informatorium voor Voeding en Diëtetiek, De Voedingsanamnese, de Vries J.H.M. & co, augustus 2007
Belgische voedingsmiddelentabel,5de editie NUBEL, ISBN 978907436209, 2009.
Plantijn kennislijn
Skillslab-serie voor diëtetiek: voedingsanamnese, video en studiehandleiding, Lemma, 2006.
Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen , editie 2005
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
50
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Hoorcollege en werkcolleges met verplichte opdrachten.
Verplichte praktijksessies.
Zelfstudiepakket voor interviewtechnieken.
Aan de hand van opdrachten en casuïstiek wordt de theorie omgezet in de praktijk.
Opdrachten worden thuis afgewerkt, klassikale verbeteringen van het skillslab en opdachten in een hoorcollege.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Evaluatie opdrachten (periode 2&3) 50%.
- Volgens de criteria: logische opbouw en volledigheid van de afname van de anamnese; correctheid van de omzetting in porties en berekeningen; kritische reflectie.
Evaluatie skillslab (periode 2&3) 50%. - Volgens de criteria: geven van een gestructureerde 24-uur recall met aandacht voor doorvragen, correct gebruik van hulpmiddelen, correct omzetten in porties, voedingsstoffen omzetten in voedingsmiddelen, geven van eenvoudig voedingsadvies, taalbeheersing (mondeling, schriftelijk), spontaan en correct gebruik van diversie communicatieve vaardigheden.
Afwezigheden:
Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
- het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
- niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De evaluatie van de eerste examenperiode wordt overgenomen.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Fysicochemie van het koken |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100054 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 2 | Contacturen: | 22 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Vanherle |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Zowel chemische als fysische verschijnselen worden bestudeerd in de fysicochemie en treden zeer vaak gecombineerd op in voedings-technologische handelingen. De lessenreeks “fysicochemie van het koken” balanceert tussen enerzijds de beschrijvend-verklarende wetenschappelijke vakken in je opleiding, maar wil anderzijds een duidelijke brug vormen naar concrete praktijksituaties zoals toepassingen in receptuur. Vanuit die optiek is deze cursus dan ook veeleer kwalitatief (verklarend) dan kwantitatief (geen berekeningen) van aard, en bijgevolg erg complementair met het vak “voedsel- en keukentechnologie” en de andere opleidingsonderdelen in periode 2.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student
- kent de opbouw van voedingsmiddelen en diens beïnvloedende fysico-chemische factoren
- kent rheologische begrippen en past dit toe; begrip viscositeit
- kent de fysicochemische factoren die organoleptiek positief en negatief beïnvloeden
- kent de fysico-chemische achtergrond van verschillende bereidingsmethoden, conserveringstechnieken en bederf
- kent de werking van additieven en technische hulpstoffen (vb. detergenten) en kan deze toepassen in receptuur
- bespreekt technieken van warmteoverdracht en processen tijdens verwarming
- bespreekt koel- en vriestechnieken
- kent het begrip kerntemperatuur, de bepaling hiervan en zijn implicaties
- heeft inzicht in nieuwe kookmethoden (moleculair koken)
- kent de typische fysicochemische kenmerken voor enkele specifieke voedingsmiddelen
- interpreteert formulies en grafieken uit de fysicochemie correct en past dit toeop voedsel(-bereidingen)
- leidt experimenteel fysicochemische kenmerken van voedsel af (vb. thermische kenmerken van olie/water, warmtetransport, verdikkingsmiddelen, bruiningsreactie,...) en linkt deze met de theoretische principes
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD
|
LEERINHOUDEN
|
Opbouw van voedsel en diens fysicochemische kenmerken (water/gasabsorptie en -afgifte)
Fysicochemische factoren die organoleptiek (textuur, structuur, smelt- en stolgedrag, hardheid, rheologie, viscositeit...) bepalen
Dampspanningscurve, max. dampspanning, koken onder druk, kookpuntsverhoging, condenseren, sublimeren, smelten en stollen, toestandsdiagram, kookvertraging, opbouw van een koelkast.
Drie mogelijkheden van warmtetransport naar voedsel en warmtepenetratie in voedsel conductie, convectie en straling + toepasingen .
Temperatuursbepaling bij voedselcontrole; het begrip 'kerntemperatuur' en zijn implicaties
De fysico-chemische achtergrond achter de verschillende droge en 'vochtige' kookmethoden (gas, elektriciteit, inductie, microgolfoven, warme-lucht-oven, IR-grill, barbeque, hoge-drukpan, extractie, vacuümkoken, koken in een stoomkoker, bakken in vet en frituren) en bewaartechnieken (vriesdrogen, peffen, pasteuriseren, steriliseren, doorstralen, koelen en invriezen)
Fysicochemische processen tijdens voedselbereiding (interacties met bereidingsmateriaal vb. metalen vs. keramiek, anti-aanbak en siliconen; onderlinge interacties tussen ingrediënten, interacties met bereidingsvet (absorptie/afgifte/uitwisseling)
Werking van additieven (verdikkingsmiddelen, stabilisatoren,...) in voedselbereidingen. Gebruik en werking van emulsies, gels, verdikkingsmiddelen en stabilisatoren in voedingsmiddelen. Toepassing in receptuur
Werking van andere technische hulpstoffen (o.a. detergenten)
Conservering en fysicochemisch bederf van voedselbereidingen: invloed van verpakking, stockage en omgevingsfactoren (temperatuur, relatieve vochtigheid, licht, lucht, trilling) en fysicochemische factoren die organoleptiek beïnvloeden (vochtabsorptie en uitdroging, MAP en gasuitwisseling, invloed van vacuümverpakking,...)
Koeltechnieken en vriestechnieken (proces- en invriessnelheid, ontdooien en dooisnelheid, drip, vriesbrand, enkele vriestechnieken o.a. snelkoeling, IQF)
Nieuwere kookmethoden (o.a. moleculair koken: wat, technieken, grootkeuken vs. huishoudelijk, technieken, voor/-nadelen...- 'food-pairing')
Typische fysicochemische kenmerken voor enkele specifieke voedingsmiddelen: microscopisch structuur van melk (caseïnemicellen en moleculaire interacties), deeg- en beslagbereidingen (visco-elastische kenmerken van het deeg en organoleptiek van gebakken deeg; vnl. tarwe: cake, brood, soufflé), sauzen (smelt-/stolgedrag, viscositeit),...
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus 'fysicochemie van het koken' - auteur: Koen Vanherle. Plantijn Hogeschool.
Formularium 'fysicochemie van het koken'
'Receptenleer - Technieken en Processen' -J.G. van Eeden, A.S. Visser, T.F. Visser, A. Van de Zedde-HB-uitgevers, 2001 - ISBN 90 5574 148 5 (in eigen bezit van studenten)
'Over eten & koken. Wetenschap en cultuur in de keuken'- Harold McGee - Nieuw Amsterdam Uitgevers, zesde druk 2008 - ISBN 978-90-468-0067-6 (ook exemplaar in bib)
'The Science of Cooking', P. Barham - Springer-Verlag - ISBN 3-540-67466-7)
'Voedingsingrediënten: een stand van zaken', A. Vandamme, K. Strubben; Flanders Food - Lannoo Campus (ISBN 9020966979): (in eigen bezit van studenten, ook in functie van andere opleidingsonderdelen)
'Moleculair koken: Op zoek naar de perfectie', H. Blumenthal - Good Cook Publishing (ISBN 978-90-7319-149-5)
“Het hoe en waarom van koken”, A. Coenders; Het Spectrum / Aula (ISBN 9027432813)
'Fundamentals of Physics' 4th Edition, Halliday, Resnick, Walker. John Wiley & Sons Inc. (ISBN 0-471-57578-x)
'Physics Matters', N. England - Hodder and Stoughton, ISBN 0-340-42943-7
'Inleiding tot de levensmiddelenchemie', dr. A. Ruiter, Elsevier Gezondheidszorg (ISBN 90-352-2513-9)
Symposium van Flanders Food, o.a. omtrent "Kleur" (2008) en "Smaak" (2009 & 2010)
NUBEL (Belgische Voedingsmiddelentabel, Nubel VZW – ISBN 9074362052).
Vakliteratuur: (in bijlagen of in bibliotheek te raadplegen): VMT, Nutrinews (digitaal archief op www.nice-info.be), Test-Aankoop...
Populistische literatuur gericht naar consumenten (folders,...)
Voedingsgerelateerde websites (zie leerinhouden).
Bijlagen uit deze vakliteratuur: deze behoren tot de leerstof
e-campus-map fysicochemie
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
23
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
2
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Hoorcolleges
Werkcollege en praktijksessie: verplichte aanwezigheid
Zelfstandig werk: lezen en verwerken van artikels, maken van extra oefeningen, eenvoudige proefjes thuis uitvoeren.
Groepsopdrachten: verplichte opdracht, eventueel vakoverschrijdend met de andere opleidingsonderdelen van periode 2
Andere begeleidingsmomenten: extra uitleg mogelijk op vraag van de student door de lector indien de leerstof na het instuderen niet begrepen wordt.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratieve toets INT2-2 met zowel kennis-, inzichts- als toepassingsvragen open en gesloten vragen , multiple-choice vragen, oefeningen
Op het examen mag het formularium fysicochemie gebruikt worden Afwezigheden: Bij gewettigde afwezigheid voor het werkcollege of praktijksessie haalt de student 0 op dit gedeelte (= 0 op de vraag over de praktijksessie op het examen) voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt hiervoor zelf het initiatief
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De integratieve toets wordt hernomen.
Berekening en afspraken: zie 1ste examenperiode
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Microbiologie van de voeding |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100055 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 2 | Contacturen: | 50 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Roald Santens Els Van Eyken An Weuts Marina Crols |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Micro-organismen spelen een grote rol in ons voedsel. Niet alleen zorgen zij voor het ontstaan van nieuwe voedselproducten, maar zij zijn ook van groot belang voor de voedselbewaring, het voedselbederf en voedselvergiftigingen
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD115 Streeft naar verbetering.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
- VD259 Werkt veilig.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. Kent de basis van de microbiologie en de detectiemethoden van de micro-organismen. 2. voert microbiologische basishandelingen correct uit 3. Kent het onderscheid tussen voedseleigen en pathogene micro-organismen in de voeding. 4. Kent het ziekteproces van pathogene micro-organismen . 5. Legt het verband tussen de verschillende voedingsgerelateerde ziekten en voeding of dieet. 6. Kent het nut van micro-organismen in de voeding.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
algemene inleiding tot de prokaryoten, virussen, protozoa, schimmels en gisten
bespreking van de micro-organismen in de verschillende voedingsmiddelen en hun detectiemethoden
voedselintoxicatie en voedselinfectie
intrinsieke en extrinsieke parameters van voedsel die de groei van micro-organismen beïnvloeden
voedselbewaring, voedselbederf
microbiologische aspecten tijdens de monstername
micro-organismen van de omgeving die het voedingsmidddel beïnvloeden
schimmels, gisten en protozoa die van belang zijn in de voeding
aseptische uitvoering van algemene microbiologische technieken en testen op microbiologische hygiëne van de werkplek, microbiologische testen, waaronder snelle detectiemethoden,van een aantal voedingsmiddelen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursus: microbiologie van de voeding - auteur: Crols Marina- Plantijn Hogeschool.
Cursus: microbiologie van de voeding - labo - auteur: Crols Marina- Plantijn Hogeschool.
Instrumenten, toestellen en materiaal in het microbiologisch laboratorium.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
20
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
20
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
hoorcolleges.
praktijksessies. Aanwezigheid verplicht voor de praktijksessies
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Schriftelijke integratieve toets INT2-3 (70% van de punten).
Permanente evaluatie van de praktijksessies (30%). Afwezigheden: Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief. Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel. Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
De toets wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Voedingswetenschappen 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100057 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 3 | Contacturen: | 40 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Kim Geys Ingrid Aerts |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Op een professionele manier bezig zijn met voeding en het belang kennen van een gezonde en evenwichtige voeding voor het bevorderen van de gezondheid. Tijdens deze lessen worden de aanbevelingen van de voedingsstoffen van de HGR toegepast op de maaltijden van een volwassen en gezond individu tussen de 18 en de 59 jaar. Zowel kwantitatief als kwalitatief worden de verschillende maaltijden en het maaltijdenpatroon opgebouwd, beoordeeld, geïnterpreteerd en aangepast. Theoretisch kennis is één zaak, dit ook kunnen vertalen naar een haalbare, smakelijke en evenwichtige voeding is een andere praktische vaardigheid. In deze vaardigheid gaan we oefenen om op een wetenschappelijke manier modellen en maaltijden te analyseren die voor een groot publiek van toepassing kunnen zijn. In België heet dit model ‘De actieve voedingsdriehoek’, in de ons omringende landen heeft dit andere benamingen. De actieve voedingsdriehoek wordt in al zijn 'wetenschappelijke' facetten bekeken.
Je krijgt een overzicht van de huidige stand van zaken binnen de gezondheidsorganisatie in België en Europa
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD107 Zet theorie en nieuwe inzichten om in praktijkvoorbeelden.
- VD110 Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders.
- VD119 Stelt de cliënt centraal.
- VD121 Geeft concreet advies, aangepast aan de situatie.
- VD122 Respecteert de eigenheid van de cliënt.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
- VD134 Gebruikt een correcte schrijf- en spreektaal (spelling, grammatica, zinsbouw, woordkeuze, tekstverbanden, structuur).
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD237 Analyseert een problematiek vanuit relevante gegevens.
- VD238 Kijkt kritisch naar beschikbare gegevens.
- VD239 Geeft aan welke informatie ontbreekt en gaat ernaar op zoek.
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
- VD243 Laat zich niet leiden door veronderstellingen en vooroordelen - baseert zich op feiten.
- VD244 Integreert de gegevens tot samenhangende conclusies.
- VD245 Houdt rekening met de praktische haalbaarheid van voorgestelde oplossingen.
- VD246 Toont zich resultaatgericht.
- VD247 Neemt zelfstandig beslissingen.
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD252 Pakt problemen praktisch aan.
- VD253 Pakt problemen creatief aan.
- VD255 Respecteert timing en afspraken.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
- VD257 Controleert eigen werk op fouten en vergissingen en corrigeert.
- VD258 Levert onder druk correcte resultaten.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- VD364 Zet wetenschappelijke kennis om in een specifiek voedings- en/of dieetadvies.
- VD365 Vertaalt het gezondheidsbeleid in praktische en haalbare toepassingen.
- VD370 Treedt adviserend en coördinerend op met betrekking tot voedselbereiding en distributie.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
past de meest recente richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad in verband met de voedingsaanbevelingen in België toe
stelt op basis van deze richtlijnen een gezonde maaltijd samen
ontdekt de voedingsfouten in een dagschema aan de hand van een vergelijking met de aanbevelingen van de HGR en aan de hand van de aanbevelingen en de criteria van de actieve voedingsdriehoek
zoekt een alternatief voor voedingsfouten
maakt een kritische vergelijking tussen de Belgische en de Nederlandse voedingsaanbevelingen
vertaalt de Belgische voedingsaanbevelingen in voedingsvoorlichtingsmodellen
benoemt de verschillende voedingsvoorlichtingsmodellen
analyseert ‘De actieve voedingsdriehoek’ wetenschappelijk
gebruikt ‘De actieve voedingsdriehoek’ als basis voor een gezonde maaltijd (leeftijd van 18 – 59 jaar)
gebruikt ‘De actieve voedingsdriehoek’ als middel om de nodige energie en voedingsstoffen in te nemen en de preventie van chronische ziekte te bevorderen;
schrijft een eenvoudig voedingsadvies uit in corect Nederlands
vertaalt de aanbevelingen van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen geeft aan voor welke gezondheidszorgaspecten en voor welke aspecten van de eigen beroepsuitoefening welke overheid bevoegd is en welke de betrokken instanties zijn.
kent het basisjargon gezondheidszorgorganisatie.
ziet in hoe het beleid en regelgeving inzake gezondheidszorgorganisatie globaal tot stand komt.
zoekt gericht en doelmatig informatie over thema’s gezondheidsorganisatie in het algemeen en over aspecten van de diëtistenpraktijk in de diverse lijnen van de gezondheidszorg en netwerken in het bijzonder.
duidt actuele persinfo rond gezondheidsorganisatie.
duidt welke rol diverse actoren en netwerken hebben in de gezondheidszorg
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Voedingswetenschappen 1
|
|
Andere begincompetenties
|
zie lijst begincompetenties opleiding voeding- en dieet
voedingswetenschappen 1 dient vooraf gevolgd te zijn
|
LEERINHOUDEN
|
Medisch wetenschappelijke kennis en algemene voedingsinzichten worden in toegepaste voedingsleer geïntegreerd tot specifieke voedingsaanbevelingen. De Hoge Gezondheidsraad heeft in samenwerking met de Nationale Raad van de Voeding, voedingsaanbevelingen voor België uitgeschreven. Via oefeningen worden recepten en menu’s opgesteld en aangepast aan de grondbeginselen van een gezonde voeding voor een gezonde persoon van 18-59 jaar. Volgende hoofdstukken komen hierbij aan bod:
- Het maaltijdenpatroon: de definitie en de energieverdeling tussen de verschillende maaltijden.
- Het ontbijt: Het belang en de samenstelling van een volwaardig ontbijt.
- De tweede broodmaaltijd: Het belang en de samenstelling van de tweede broodmaaltijd.
- De warme maaltijd: Het belang en de samenstelling van de warme maaltijd.
- De tussendoortjes: het belang en de samenstelling van de tussendoortjes.
- Vergelijking Belgische en Nederlandse voedingsnormen.
- geschiedenis van de verschillende voedingsvoorlichtingsmodellen
- de actieve voedingsdriehoek wetenschappelijk bekeken
- de actieve voedingsdriehoek volgens de voedingsmiddelengroepen
- de actieve voedingsdriehoek als aanbreng van voedingsstoffen
- de actieve voedingsdriehoek en de praktische aanbevelingen van de HGR
- de actieve voedingsdriehoek en het lacto-ovovegetarisme
- een eenvoudig voedingsadvies uitschrijven
- internationale voedingsvoorlichtingsmodellen
Situering Belgische gezondheidsorganisatie (constitutioneel, bevoegdheidsverdeling) Federale gezondheidsorganisatie (Sociale zekerheid, Ziekteverzekering, RIZIV met o.a. de specifieke overeenkomsten met diëtisten, relevante FOD’s, mijlpalen in de federale wetgeving). Vlaamse gezondheidsorganisatie (Structuur overheid, bevoegdheden, beleid, I.V.A.’s en E.V.A.’s, relevante mijlpalen in de Vlaamse regelgeving, thuiszorg, netwerken). Provinciale en lokale inbreng in gezondheidszorgorganisatie Gezondheidsorganisatie op Europees en wereldniveau Informatiebronnen en doelmatig zoeken naar info over organisatie van de gezondheidszorg
|
STUDIEMATERIAAL
|
-
cursus Voedingswetenschappen 2 – auteur Ingrid Aerts - Plantijn Hogeschool
-
cursus IOP3
-
handboek gezondheidspromotie, evenwichtig eten en gezond bewegen, lannoo campus, ISBN 97890 209 7329 7, 2007
-
De actieve voedingsdriehoek: een praktische voedings- en beweeggids VIGeZ, juli 2008
-
tijdschriften in de bibliotheek
-
artikels in de map voedingswetenschappen 2 in de educatieve mappen op de e-campus
-
plantijn kennislijn
-
Belgische Voedingsmiddelentabel, 5de editie NUBEL, ISBN 9789074362009, 2009.
-
Brochure: Voedingsaanbevelingen voor België, Hoge gezondheidsraad, HGR nr. 8309, herziening 2009
-
Brochure: Maten en gewichten, handleiding voor gestandaardiseerde kwantificering van voedingsmiddelen in België, Hoge Gezondheidsraad, revisie januari 2005
-
eigen kookboeken en die van de bibliotheek
-
Cursus "Gezondheidsorganisatie voor diëtisten" - auteur - Kim Geys - 2011 - 2012, Plantijn Hogeschool
-
Webadressen besproken overheden en instanties
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
verplichte werkcolleges met oefeningen.
aan de hand van een integratieve opdracht wordt de theorie onmiddellijk in de praktijk omgezet.
klassikale oefeningen worden thuis verder afgewerkt.
klassikale remediëring van en afspraken inzake de integratieve opdracht
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Integratieve toets INT3-1 (80% van de punten van voedingswetenschappen): criteria:
- gevolgde methodiek
- toepassen van de juiste formules
- omzetten van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen
- correctheid van de antwoorden en berekeningen
- volledigheid van de argumentatie
- logische opbouw van de argumentatie
- duidelijke, heldere formulering van de antwoorden
- Alle werkcolleges zijn verplicht met evaluatie integratieve opdracht (IO-P3) (10%).
- vragen over gezondheidsorganisatie (10%)
- Studenten die afwezig zijn op INT3-1 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen 2'.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Integratieve toets INT3-1 (90% van de punten van voedingswetenschappen): criteria: - gevolgde methodiek
- toepassen van de juiste formules
- omzetten van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen
- correctheid van de antwoorden en berekeningen
- volledigheid van de argumentatie
- logische opbouw van de argumentatie
- duidelijke, heldere formulering van de antwoorden
vragen over gezondheidsorganisatie (10%) Enkel de integratieve toets INT3-1 wordt hernomen. Behaalde jaarpunten via de IOP3 worden niet meegenomen. Studenten die afwezig zijn op INT3-1 krijgen een A als beoordeling: dus A voor het opleidingsonderdeel ‘voedingswetenschappen 2'. Berekening score voor een opleidingsonderdeel dat bestaat uit meerdere componenten: dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - ICT- vaardigheden |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100097 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Ingrid Van den Bossche |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Gezien de enorme verschillen in voorkennis van ICT-vaardigheden wordt er gewerkt met onder begeleiding gestuurde zelfstudie. Je vindt in de EDU-mappen op e-campus oefeningen en een agenda (datum+ inhoud) van oefensessies. De oefeningen zorgen ervoor dat je systematisch je ICT-vaardigheden opbouwt. Indien je er niet in slaagt deze oefeningen te maken of indien je meer uitleg wenst over een item dat moet beheerst worden om de oefeningen te kunnen maken kan je terecht in de op regelmatige basis georganiseerde oefensessies waarvan je de agenda dus op e-campus terugvindt. Aan het einde van periode 3 dien je de opgegeven ICT-vaardigheden te bezitten. Deze oefen je trouwens ook in bij andere opleidingsonderdelen waar ook computeropdrachten worden gegeven.Met een definitieve toets die je uiterlijke op het einde van de derde periode aflegt bewijs je dat je de opgegeven ICT-vaardigheden bezit. Het tijdstip van de toets wordt afgesproken in overleg met de lector.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD248 Bereidt taken systematisch voor.
- VD256 Verwerkt gegevens correct.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- werkt vlot in een Windowsomgeving
- maakt gebruik van internet: e-mail, zoekmachines, e-campus
- werkt vlot met een rekenblad (Excel 2007)
- werkt vlot met een tekstverwerker (Word 2007)
- werkt vlot met een presentatieprogramma (Powerpoint 2007)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Zie lijst begincompetenties opleiding VD.
|
LEERINHOUDEN
|
-
werken in een Windowsomgeving:
-
computer starten en afsluiten
-
programma’s starten en afsluiten
-
bestanden openen en opslaan
-
gebruik knoppenbalken (iconen)
-
gebruik linker- en rechtermuis toets (snelmenu’s)
-
gebruik van ‘Help’ in alle programma’s
-
gegevens tussen verschillende programma’s uitwisselen
-
kopiëren of knippen & plakken)
-
bestanden beheren, structuur brengen op schijfruimte, verwijderen van
bestanden (verkenner)
-
gebruik maken van het int
ernet:
-
gebruik van e-mail (o.a. bijlagen)
-
vlot gebruik maken van e-campus en het elektronisch leerplatform Blackboard
-
gericht zoeken naar relevante informatie
-
gevonden informatie niet alleen afdrukken maar ook bvb. kopiëren van figuren uit webbrowser n
aar een eigen bestand
-
werken met Excel 2007:
-
basishandelingen in een spreadsheet zoals intikken van gegevens (verschil getal – woord) in de werkbladcellen, intikken van formules, opmaak blad, celeigenschappen, kopiëren van formules (relatieve & absolute celadressen), een volledig rekenblad ontwerpen en opbouwen
-
werken met verschillende werkbladen binnen één bestand
-
overzicht van het menu en de knoppenbalk
-
bestanden opnenen en oplslaan
-
tabellen en grafieken afdrukken
-
functies: gebruik van eenvoudige wiskundige en statistische functies
-
grafieken: presentatiegrafieken (histogram en lijndiagram) en spreidingsdiagram (met trendlijn) + opmaak van deze grafieken (aanpassen schaalverdeling, logaritmische schaal, invoeren titels, aanpassen legende, opmaak trendlijn, grafiek in werkblad of als apart blad…)
-
gegevens sorteren (rangschikken)
-
werken met Word 2007:
-
basishandelingen in een tekstverwerker zoals intikken van een tekst, opmaak van een tekst (alinea’s, lettertype, uitlijnen tekst, randen en arcering, opsommingstekens, spellingscontrole)
-
pagina-instellingen zoals kop- en voetteksten, staand of liggend, inspringen alinea’s,…, a
utomatische opmaak
-
kopiëren of knippen en plakken van stukken tekst
-
overzicht van het menu en de knoppenbalk
-
bestanden opslaan en openen
-
teksten afdrukken (o.a. afdrukvoorbeeld)
-
tabellen en grafieken invoegen of kopiëren uit Excel
-
Griekse letters en andere symbolen invoegen
-
tabellen in Word zelf maken
-
invoegen van formules (Microsoft vergelijking)
-
werken met PowerPoint 2007:
-
basishandelingen zoals indeling en opmaak dia, intikken gegevens (met invoegen symbolen en formules), invoegen tabellen – tekst – formules - grafieken uit andere programma’s,…
-
dia instellingen zoals kop-en voetteksten, staand of liggend
-
opmaak dia naar projectie toe (keuze achtergrond, aangepaste animatie,…), gebruik van automatische opmaak
-
overzicht van het menu en de knoppenbalk
-
bestanden opslaan en openen
-
presentaties projecteren (gebruik projector)
-
presentaties afdrukken
|
STUDIEMATERIAAL
|
- agenda contactmomenten, lesmateriaal en oefeningen in EDU-map op e-campus
- extra hulpmiddelen :
- zelfstudiepakketten en links naar o.a. Microsoft Interactive Training, handleiding gebruik PowerPoint.
- allerlei boeken uit bib of boekhandel over gebruik Windows, Word 2007, Excel 2007, PowerPoint 2007
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
-
Gezien de enorme verschillen in voorkennis van ICT-vaardigheden wordt er gewerkt met onder begeleiding gestuurde zelfstudie.
-
De student vindt op e-campus oefeningen en een agenda (datum+ inhoud) van oefensessies. De oefeningen zorgen ervoor dat je systematisch je ICT-vaardigheden opbouwt.
-
Indien je er niet in slaagt deze oefeningen te maken of indien je meer uitleg wenst over een item dat moet beheerst worden om de oefeningen te kunnen maken kan je terecht in de op regelmatige basis georganiseerde oefensessies (agenda op e-campus).
-
Contact via email of e-campus (doorzenden van gevraagde oefeningen + feedback)
-
groepsleren: gecombineerde opdracht 'basispakket fysica en ICT' : wetenschappelijke grafieken in Excel maken van antropometrische metingen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Definitieve toets waarbij de student opdrachten moet uitvoeren in Word, Powerpoint en Excel gelijkaardig aan de opgegeven opdrachten tijdens het jaar. De student mag geen nota’s gebruiken maar wel de desbetreffende helpfuncties voorzien in de software. Deze toets moet uiterlijk op het einde van de derde periode afgelegd worden. Het tijdstip wordt bepaald in overleg met de lector.
- Fouten tegen elementaire kennis kunnen zwaar doorwegen in de eindbeoordeling.
- Tijdens andere onderwijsactiviteiten (praktijksessies, opdrachten, projecten…) zal het goed gebruik van ICT mee de evaluatie voor dat onderdeel bepalen.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
- Definitieve toets waarbij de student opdrachten moet uitvoeren in Word, Powerpoint en Excel gelijkaardig aan de opgegeven opdrachten tijdens het jaar. De student mag geen nota’s gebruiken maar wel de desbetreffende helpfuncties voorzien in de software.
- Fouten tegen elementaire kennis kunnen zwaar doorwegen in de eindbeoordeling.
|
|
|
| |
Voedings- en dieetkunde - Voltijds modelpakket 1 - Chemie 3 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Voedings- en dieetkunde | Code: | 4150100119 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kernondersteunend, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 1 - Periode 3 | Contacturen: | 28 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Marjan Van Cleemput |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De cursus Chemie 3 bouwt verder op de cursus Chemie 1, welke een inleiding tot de biomoleculen bevatte. In Chemie 3 worden de koolhydraten en lipiden verder uitgediept, en wordt de chemische structuur van eiwitten nauwkeurig bestudeerd. Verder wordt aandacht besteed aan nucleïnezuren en vitaminen, enzymen en de werking van hormonen, als een basis voor de cursus Humane Biochemie (2VD).
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- VD104 Heeft een kritische houding en stelt daardoor onderzoekende vragen.
- VD105 Vraagt en geeft feedback.
- VD115 Streeft naar verbetering.
- VD133 Drukt zich deskundig uit, zowel naar professionelen als naar leken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- VD240 Onderscheidt hoofd- en bijzaken.
- VD241 Stelt relevante vragen om een analyse verder uit te diepen.
- VD242 Ziet verbanden en maakt ze expliciet.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- vermeerdert zijn/haar kennis van de bio-organische chemie als basis voor de humane biochemie
- herkent verschillende functionele groepen in bio-moleculen
- kent de belangrijkste bouwstenen van biomoleculen
- kent de structuur en eigenschappen van de belangrijkste biomoleculen
- Aminozuren
- Eiwitten
- Heterocyclische en aromatische verbindingen
- Nucleotiden en nucleïnezuren
- Enzymen en co-enzymen
- Vitaminen
- Hormonen
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
'Om in te kunnen schrijven voor dit oo moet je je ook inschrijven voor Voedingswetenschappen 1, Chemie' 'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 2, Voedingswetenschappen 1.'
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
-
Nucleosiden, nucleotiden en nucleïnezuren
-
Lipiden (uitbreiding)
-
Koolhydraten (uitbreiding)
-
Aminozuren, peptiden en eiwitten
-
Chemie van bio-organische moleculen: functionele groepen (uitbreiding), aromaticiteit, mesomerie en geconjungeerde bindingen
-
Heterocyclische en aromatische verbindingen: voorbeelden
-
Biomembranen
-
Enzymen als biokatalysatoren
-
Vitaminen
-
Hormonen
|
STUDIEMATERIAAL
|
Noodzakelijke leermiddelen
Aanbevolen leermiddelen
- Ampe, C; Devreese, B. (2009) Algemene biochemie. Functionele bouwstenen van het leven. 1ste druk, Leuven, Acco. ISBN 9789033474200
- Engbersen, J.F.J, De Groot, AE. (2001) Inleiding in de bio-organische chemie, 9de druk, Wageningen, Wageningen academic publishers. ISBN- 9789074134958
- Koolman, J.; Röhm, K-H. (2009) Sesam atlas van de biochemie. 2de geheel herziene druk, Utrecht, ThiemeMeulenhoff. ISBN 9789055746439
- Literatuur voorhanden in bib
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
30
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Schriftelijke toets met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen waarbij de student bewijst dat hij voldoende kennis heeft van verschillende functionele groepen in biomoleculen, de belangrijkste bouwstenen van biomoleculen, de structuur en eigenschapen van de belangrijkste biomoleculen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische informatie te verwerken. Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen - niet uitvoeren van individuele taken - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Integratief examen | 100% |
Zie eerste examenperiode.
|
|
|
| |
|
|
|
|