ECTS-database Plantijn Hogeschool
Toegepaste wetenschappen en onderwijs - Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1
  
cataloognrbenamingstudiepunten
4180100006Bio-organische chemie3
4180100012Project 33
4180100018Project 23
4180100030Chemie 15
|__Basispakket chemie
|__Bio-organische naamgeving
|__Oplossingen maken
4180100031Meten is weten3
|__Basispakket wiskunde
|__Basispakket fysica 1
|__Meetvariatie
4180100032De cel3
|__De cel belicht
|__Basispakket fysica 2
4180100033Microbiologie 13
4180100037Hematologie 18
|__Anatomie en fysiologie 2
|__Hematologie 1
4180100038Project 13
4180100040Chemie 28
|__Het chemisch evenwicht
|__Basispakket fysica 4
4180100041Professional skills en POP3
4180100042ICT-vaardigheden4
4180100048Eiwitten4
|__Anatomie en fysiologie 1
|__Biochemie 1
4180100047Instrumentele analyse 17
|__Analysemethoden 1
|__Basispakket fysica 3
Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Bio-organische chemie
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
Code:4180100006
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:inleidend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 2
Contacturen:26
Aantal studiepunten:3
Totaal studietijd:78
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Nederlands,
Lector(en)Inge Gutschoven

 

KORTE OMSCHRIJVING

Eiwitten zijn biopolymeren die essentieel zijn voor elke levende cel.  Chemische processen in het lichaam worden voor een belangrijk deel geregeld door deze eiwitten.  De eigenschappen van deze eiwitten zijn niet los te koppelen van hun chemische samenstelling en de daarbij horende chemische reacties.  Het is dus noodzakelijk om kennis te hebben over de onderliggende ‘bio’-organische chemie.
Het reactiepatroon van een organische verbinding is onder te brengen in een aantal algemeen geldende basisprincipes.  Wanneer er eenmaal voldoende kennis van deze basisprincipes is verworven kunnen deze gebruikt worden om biochemische reacties te bekijken

COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
  • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
Algemene beroepsgerichte competenties
  • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Na deze lessenreeks kent de student de belangrijke factoren die de eigenschappen van organische moleculen bepalen: isomerie, inductief en mesomeer effect, aromaticiteit
    • De student kent de belangrijkste soorten organische reacties.
    • Door oplossen van opdrachten werkt de student aan de ontwikkeling van volgende competenties: 
      • ontwikkeling van denk- en redeneervaardigheid
      • beheer van leerproces: in staat zijn relevante (informatie)-bronnen  te verzamelen en te verwerken, begrijpend lezen, kernzaken  onderkennen en relevante conclusies trekken

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
    Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 1

    Andere begincompetenties
    geen
    LEERINHOUDEN
    • Belangrijke factoren die eigenschappen van organische moleculen bepalen:
      • isomerie (structuur-, plaats-, geometrische en optische isomeren)
      • naamvorming geometrische en optische isomeren (cis/trans, R/S)
    • polariteit van een organische binding
    • elektronenaffiniteit
    • aromaticiteit
    • inductief/mesomeer effect
      • De organische reacties van de verschillende functionele groepen van oa eiwitten
    • begrijpen van een reactie: reactiecoordinaat, energieverloop, gerichtheid van botsingen
    • actoren die de organische reactie bepalen
    • de reacties van de verschillende functionele groepen met oa  SN1/SN2/additie/oxidatie en reductie/hydrolyse/isomerisatie/keto-enol  evenwichten

    STUDIEMATERIAAL
    • Noodzakelijk studiemateriaal:
      • cursus I. Gutschoven ‘Bio-organische chemie’ -Plantijn Hogeschool
        E-campus voor presentaties, extra oefeningen, externe links, mindmaps, opdrachten
    • Aanbevolen studiemateriaal:
      • 'Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
      • 'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
      • ‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-

    Materiaal aanwezig in de bibliotheek

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm    
    hoor- en werkcolleges:

     42

    %
    practicum en oefeningen:

      0

    %

    vormen van groepsleren:

      0

    %
    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    • Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel 
      - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
      - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
         - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
         - niet uitvoeren van individuele taken   
         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

          - Schriftelijk examen INT2-1 met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel 
             stellingvragen,       meerkeuzevragen als openvragen kunnen gesteld worden.  De student bewijst dat 
             hij voldoende kennis heeft van de belangrijke factoren die de eigenschappen van organische (bio)-
             moleculen en hun chemische reactie bepalen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische 
             informatie te verwerken

     


    tijd voor examinering
    uren

    3 

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel 

    - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
    - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
       - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
       - niet uitvoeren van individuele taken   
       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

          - Schriftelijk examen INT2-1 met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel 
             stellingvragen,       meerkeuzevragen als openvragen kunnen gesteld worden.  De student bewijst dat 
             hij voldoende kennis heeft van de belangrijke factoren die de eigenschappen van organische (bio)-
             moleculen en hun chemische reactie bepalen en bewijst dat hij in staat is om relevante chemische 
             informatie te verwerken

     
    Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Project 3
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
    Code:4180100012
    Academiejaar:2011-2012
    Type:kern,
    Niveau:inleidend
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 3
    Contacturen:0
    Aantal studiepunten:3
    Totaal studietijd:78
    Examencontract:niet mogelijk
    Deliberatie:mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:Nederlands,
    Lector(en)Marina Crols

     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Bloedarmoede of anemie is een vaak voorkomende aandoening. Voeding  kan één van de oorzaken zijn die door een aantal analyses uit te voeren, kan angetoond worden.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
    • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
    • BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
    • BL104 Gaat constructief om met kritiek
    • BL105 Leert uit zijn fouten
    • BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
    • BL115 Verwittigt bij afwezigheden
    • BL116 Respecteert deadlines/afspraken
    • BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
    • BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
    • BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
    • BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
    • BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
    • BL123 Respecteert de eigenheid van anderen
    • BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
    • BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
    • BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • BL227 Benoemt de kern van het probleem
    • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
    • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
    • BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
    • BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
    • BL233 Gebruikt informatiebronnen kritisch
    • BL241 Bereidt taken systematisch voor
    • BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
    • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
    • BL250 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
    • BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
    Beroepsspecifieke competenties
    • BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
    • BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    De projectgroep

    • levert een volledige projectmap in, zoals beschreven in project-opdracht
    • kent het belang en de betekenis van de verschillende analytische fasen
    • begrijpt de invloed van voedingsbestanddelen op bloedarmoede
    • analyseert de casus/het probleem op een gestructureerde manier
    • maakt een vergelijkende studie van de voedinggerelateerde anemieën
    • haalt maximale diepgang uit de opdracht 
    • presenteert het geanalyseerde probleem met een duidelijke, verzorgden gestruktureerde presentatie
    • gebruikt zowel schriftelijk als mondeling een wetenschappelijke, verzorgde en correcte taal
    • geeft onderbouwde antwoorden 

    .


    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
    Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Hematologie 1, Chemie 2, Professional skills en POP, ICT-vaardigheden

    Andere begincompetenties

    geen


    LEERINHOUDEN

    Bloedarmoede kan vele oorzaken hebben en voeding speelt een belangrijke rol bij het ontstaan ervan. De oorzaken van bloedarmoede die verband houden met (bestanddelen in de) voeding tracht men te achterhalen en zal men vergelijken. Een goede inschatting van de bloedonderzoeken, uitgevoerd in een klinisch laboratorium, zijn van groot belang. Het belang en het verschil van de pre-analytische, analytische en postanalytische fase komt aan bod.

     


    STUDIEMATERIAAL
    • Cursus hematologie theorie en practicum (R.Flies en P.Winnen)
    • Referenties: diverse referenties in bibliotheek en op internet (voor een uitgebreide lijst verwijzen we naar het periodeboek van periode 3)

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm    
    hoor- en werkcolleges:

     1

    %
    practicum en oefeningen:

      0

    %

    vormen van groepsleren:

      49

    %
    Verdere toelichting:
    Groepswerk

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%


    We evalueren een project op twee niveaus.
    1)    GROEPSSCORE (punt op 20): beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de criteria die je terugvindt achter “de projectgroep” onder “specifieke doelstellingen” op deze ECTS–fiche.
    2)    INDIVIDUELE SCORE: Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken hiermee en over de criteria die daarin gebruikt worden krijg je tijdens de inleiding over competetiegericht onderwijs.
     
    De twee niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
    eindscore     =     groepsscore x individuele score.

     Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
    Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
     
    Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel. 
     
     
    .


    tijd voor examinering
    uren

     

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Integratief examen100%

    In geval van gewettigde afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .

     
    Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Project 2
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
    Code:4180100018
    Academiejaar:2011-2012
    Type:kern,
    Niveau:inleidend
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 2
    Contacturen:0
    Aantal studiepunten:3
    Totaal studietijd:78
    Examencontract:niet mogelijk
    Deliberatie:mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:Nederlands,
    Lector(en)Goele Caethoven

     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Project waarin de studenten een aantal theoretische en praktische opdrachten rond eiwitten/enzymen uitvoeren

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
    • BL236 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken
    • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
    • BL252 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

      ·         De student voert de experimenten ovalbuminebepaling / hydroxiprolinebepaling correct uit

      ·         De student kan het belang van elke stap en deze bepalingen toelichten 

      ·         Door gebruik te maken van enkele technieken (uitzouten, spectrometrie, zuurtegraad) past de student begrippen als extinctiecoëfficiënt, specifieke extinctie, molmassa en verdunningsfactoren) toe.

      ·         De student past de eerder opgedane kennis waaronder werken met verdunningsfactoren, opstellen van een ijklijn en lineaire regressie, toe.

      ·         De student interpreteert de resultaten van zijn experiment en verklaart hoe deze informatie geven over de structuur van het eiwit/de kwaliteit van vlees

      ·         De student ervaart via experimenten tal van structurele eigenschappen van eiwitten en kan deze benoemen. De eerste kennismaking moet vooral toegespitst zijn op de ruimtelijke opvouwing en de opbouw van deze biomoleculen.

      ·         De student kan via literatuurstudie en de reeds aangereikte leerstof enkele nieuwe diagnostische kits opzoeken waarin enzymen gebruikt worden

      ·         De student is in staat om de verzamelde informatie in heldere taal te verwoorden te rapporteren en te illustreren. 

       


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Bio-organische chemie, Professional skills en POP, ICT-vaardigheden, Eiwitten, Instrumentele analyse 1

      Andere begincompetenties

      LEERINHOUDEN
      • Praktijkgedeelte :  
        • Practicum 1: Isolatie van ovalbumine uit wit van een ei en bepaling hierin van de SH-groepen.
        • Practicum 2: Kwaliteitscontrole van gehakt via een kleurtechnische meting van het aminozuur hydroxyproline in collageen-eiwit.
      • Zoekopdracht ; de projectgroep zoekt enkele diagnostische kits op waarin enzymen bepaald worden en/of waarin enzymen gebruikt worden voor bepalingen EN gebaseerd zijn op technieken die aangeleerd zijn in periode 1 en periode 2. De projectgroep verzamelt de informatie en verwerkt deze toe een helder, wetenschappelijk verslag.
      • In een eerste fase zoekt de student in groep de belangrijkste elementen (aangegeven in dit zelfstudiepakket) op, verklaart hij alle onduidelijke begrippen.  Daarna voert hij het praktijkgedeelte en de zoekopdracht uit.

      STUDIEMATERIAAL
      • Projecthandleiding
      • e-campus voor presentaties 'projectvoorstelling',externe links, elektronische versie van de projecthandleiding,
      • e-campus voor praktische organisatie van labosessies en presentatie, uitwisseling van informatie waaronder verslagen van practica,vergaderingen en resultaten van de zoekopdrachten.
      • cursus: "Eiwitten, enzymen en hormonen"
      • Syllabus communicatieve vaardigheden 
      • Cursus 'noteren en verslaggeving'
      • Internetsearch en bib-bezoek

       


      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       1

      %
      practicum en oefeningen:

        25

      %

      vormen van groepsleren:

        37

      %
      Verdere toelichting:

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      Integratief examen100%


      We evalueren een project op drie niveaus.
       
      1) GROEPSSCORE (punt op 20)
       
      beoordeling van het eindproduct, de presentatie en het proces naar het eindresultaat op basis van de volgende criteria
       
      Eindproduct/map (40%)
       
      1.     de map bevat alle informatie
      2.     de resultaten worden correct verwerkt (berekeningen)
      3.     de gevonden informatie en documentatie wordt verwerkt ifv de opdracht
      4.     de groep haalt maximale diepgang uit de opdracht
       
      middelen
      - opvolging en beoordeling door VUP’s
       
       
      Presentatie (40%)
       
      1.     de projectgroep plaatst de conclusie in een breder kader
      2.     er is een duidelijke en verzorgde structuur (voorstelling, inleiding, midden en slot)
      3.     de taal is wetenschappelijk, verzorgd en correct
      4.     de werking van de diagnostische kit wordt in eigen woorden, correct samengevat en geïllustreerd
      5.     de projectgroep geeft een onderbouwd antwoord
       
      middelen
      -beoordeling door tutors en VUP’s
       
      Proces (20%)
      1.     alle leden hebben een inbreng in de groep
      2.     taken worden goed voorbereid (experimenten en zoekopdracht)
      3.     de groep stelt relevante vragen om tot een dieper inzicht te komen
      4.     de groep gebruikt informatiebronnen kritisch
       
      middelen
      - opvolging door VUP
       
      2)INDIVIDUELE SCORE (een factor)
      De werking van de student binnen de groep zal geëvalueerd worden via een peerassesment.
       
      middelen
      -peerassesment door de studenten van de projectgroep + tutor
       
      3) KENNIS (score op 20)
       
      Deze wordt getest via een projecttoets bij het einde van  het project.
      De projecttoets test de kennis verworven tijdens de projectweken.
       
      De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
      eindscore = groepsscore x  individuele score  x  w1+ kennisscore x  w2
      w1 = 75 %
      w2 = 25 %

      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      Integratief examen100%


       
      Tweede zittijd:
      ·         In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden.
       
      Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Chemie 1
        
      O.O. heeft componenten:Ja
      O.O. bestaat uit componenten:Basispakket chemie
      Bio-organische naamgeving
      Oplossingen maken
      Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
      Code:4180100030
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:inleidend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 1
      Contacturen:70
      Aantal studiepunten:5
      Totaal studietijd:130
      Examencontract:niet mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Kathy Reyniers
      Marjan Van Cleemput
      Martine Vanacker
      Inge Gutschoven
      Marjorie Theunen

       


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
      • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
      • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
        geen

        Andere begincompetenties

        zie afzonderlijke opleidingsonderdelen (deelfiches)


        WEGING

        ComponentenWeging
        Basispakket chemie40%
        Bio-organische naamgeving20%
        Oplossingen maken40%



         
        Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket chemie
          
        Component behoort tot: Chemie 1
        Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
        Code:4180100030
        Academiejaar:2011-2012
        Lector(en)Kathy Reyniers
        Marjan Van Cleemput
        Martine Vanacker
        Inge Gutschoven
        Marjorie Theunen

         

        KORTE OMSCHRIJVING
        In dit facet worden de absolute basisbegrippen uit de chemie aangeleerd. Nadruk ligt op het verhaal van atoom tot molecule.
        De student leert ook veilig te werken in een chemisch lab.

        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

          Algemene beroepsgerichte competenties
          • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
          Beroepsspecifieke competenties

            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

            De student:

            • Geeft een IUPAC (en triviale) benaming aan chemische verbindingen en leidt de chemische formule af uit de IUPAC (triviale) benaming.

            • :Klasseert anorganische en organische stoffen volgens hun verbindingsklasse.

            • Geeft de samenstelling van een atoom
              •   Kent de kwantumgetallen aan de electronen toe in een atoom
              • Beschrijft de electronenconfiguratie door het aufbau pricipe toe te passen
              • Maakt het onderscheid tussen atomen , ionen en isotopen
            • Geeft een aantal trends in karakteristieke eigenschappen van een atoom weer
              • Schat de relatieve grootte van de radius van een atoom of ion , de ionisatie-energie , de electronenaffiniteit , de electronegatieve waarde in
            • Linkt de eigenschappen van een element aan zijn plaats in het periodiek systeem.
            • Legt het verschil uit tussen een ionaire en covalente binding.
            • Stelt de Lewisstructuur op voor een molecule steunend op het streven naar octetstructuur.
            • Leidt de ruimtelijke structuur af gebaseerd op de VSEPR theorie .
            • Leidt de hybridisatietoestand , de bindingshoek, de bindingslengte en het dipoolmoment van de molecule af door gebruik te maken van de ruimtelijke structuur
            • Legt het verschil uit tussen intra- en intermoleculaire interacties
            • Beschrijft met welke risicofactoren je in een laboratorium rekening moet houden.

            • Legt uit welke beheersmaatregelen mogelijk zijn om je gezondheid te beschermen.

            • Geeft aan wat voor typen gevaarlijke stoffen bestaan en voorbeelden daarvan noemen.

            • Herkent en benoemt gevaarsymbolen.

            • Legt uit welke informatie MAC-waarden geven.

            • Geeft aan welke voorzorgsmaatregelen er genomen moeten worden bij transport en gebruik van verschillende typen gevaarlijke stoffen.

            • Legt uit welke informatie op het etiket van een gevaarlijke stof staat en hoe je aan een etiket kan zien welke gezondheidsrisico’s je loopt.

            • Geeft aan welke maatregelen er genomen moeten worden om brand en explosie in een lab te voorkomen.

            • Legt uit hoe verschillende soorten brand kunnen ontstaan en hoe deze moeten bestreden worden.

            • Informeert zich over de risico’s die zich bij een experiment kunnen voordoen.

            • Leest de relevante informatie af van een chemiekaart.

            • Geeft aan wanneer welke persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruikt worden.

            • Toont inzicht in de problematiek van gezondheid, veiligheid en milieu in de chemie.

            • Illustreert de risicobeoordeling volgens de methode van KINNEY met eenvoudige voorbeelden en past deze risico-analyse toe voor de labo’s.


            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
            geen

            Andere begincompetenties

            LEERINHOUDEN
            • Anorganische en organische stoffen klasseren volgens hun verbindingsklasse.
            • Een IUPAC (en triviale) benaming aan chemische verbindingen geven en de chemische formule afleiden uit de IUPAC (triviale) benaming .
            • De samenstelling van een atoom.
            • Eigenschappen van een element linken aan zijn plaats in het periodiek systeem.
            • Verschil  tussen intra- en intermoleculaire interacties.
            • de fysische eigenschappen (aggregatietoestand, dampspanning, kookpunt, smeltpunt, oplosbaarheid, viscositeit,….) van een stof theoretisch toelichten/verklaren.
            • De student kent zuren, basen, oxides en zouten en kent hun naamgeving.
            • Samenstelling van een atoom.
            • Kwantumgetallen van de electronen in een atoom.
            • electronenconfiguratie/aufbau pricipe
            • Het onderscheid tussen atomen , ionen en isotopen
            • Trends in karakteristieke eigenschappen van een atoom : relatieve grootte van de radius van een atoom of ion , de ionisatie-energie , de electronenaffiniteit , de electronegatieve waarde.
            • eigenschappen van een element gelinkt aan zijn plaats in het periodiek systeem.
            • chemische intramoleculaire bindingstypes.
            • chemische intermoleculaire interacties.
            • Het verschil tussen ionaire en covalente verbinding
            • De lewisstructuur  voor een molecule.
            • De ruimtelijke structuur van een molecule.
            • Gebruik makend van de ruimtelijke structuur; de hybridisatietoestand , de bindingshoek, de bindingslengte en het dipoolmoment van de molecule afleiden
            • De student ziet het verschil in tussen intra- en intermoleculaire interacties
            • Het laboratoriumreglement en de gedragregels die erbij horen
            • de belangrijkste veiligheidsvoorzieningen.
            • Hoe moet je een laboratoriumexperiment voorbereiden,
            • welke gegevens moet je opzoeken om geïnformeerd te zijn over de risico’s die zich bij het uitvoeren van een experiment kunnen voordoen,
            • welke preventieve maatregelen zijn nodig.
            • Hoe  voer je verantwoord laboratoriumafval af ?

            STUDIEMATERIAAL
            • cursus “chemische basisbegrippen” – Christel Pelgrim
            • cursus 'veiligheid in een chemielabo'- auteur : C. Pelgrims
            • Powerpointpresentaties (te vinden op e-campus
            • Slides behorende bij de theorielessen en externe links terug te vinden op e-campus
            • e-learning  departement LV- zelfstudieoefeningen 'basiskennis chemie' (e-campus)
            • Periodiek systeem der elementen
            • Boekje ‘veiligheid en kwaliteit’ - Plantijnhogeschool
            • Chemiekaarten en MSDS-fiches. Gegevens voor veilig werken met chemicaliën.
            • Boek : 'Arbeidsomstandigheden en veiligheid in het laboratorium', VAPRO  (schoolbibliotheek) met inzichts- en toepassingsvragen alsook casusvragen en de antwoorden.
            • VCA-cursus op intern netwerk van de school met  elektronische oefenpakket. 
            • Handleiding “Noteren en verslaggeving tijdens practica” – auteur: H. Nachtegaele – Plantijnhogeschool
            • Bezoek aan het veiligheidsinstituut.


            WERKVORMEN
            Soort werkvorm    
            hoor- en werkcolleges:

             50

            %
            practicum en oefeningen:

              

            %

            vormen van groepsleren:

              

            %
            Verdere toelichting:

            EVALUATIE

            Eerste examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%


            Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
             
            • Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten.
            • Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
              • niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
              • afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
              • niet uitvoeren van individuele taken 
              • niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties 
            permanent (formatief)

            Aanwezigheid bij bezoek aan het veiligheidsinstituut.

            Afwezigheden:

            • Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
            • Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
            POP; zo komen ondermeer de beantwoorde vragenlijst horend bij het bezoek aan het veiligheidsinstituut en de opvolging van het zelfstudiepakket  in het POP.

            Gedurende alle practica wordt in de gaten gehouden of de student zich aan de veiligheidsvoorschriften houdt.

            tijd voor examinering
            uren

            4 

            Tweede examenperiode
            CategorieWeging van categorieën
            Integratief examen100%

            INT 1-1 wordt hernomen, de punten van de permanente evaluatie worden overgedragen
             
            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Bio-organische naamgeving
              
            Component behoort tot: Chemie 1
            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
            Code:4180100030
            Academiejaar:2011-2012
            Lector(en)Kathy Reyniers
            Marjan Van Cleemput
            Martine Vanacker
            Inge Gutschoven
            Marjorie Theunen

             

            KORTE OMSCHRIJVING
            Bijna alle verbindingen die in biologische processen een rol spelen, zijn voor een aanzienlijk deel uit koolstof opgebouwd. Bio-organische chemie wil de brug slagen tussen organische chemie en biochemie. De veranderingen die koolstofverbindingen ondergaan in de levende cel zijn in wezen dezelfde als de reacties uitgevoerd in een laboratorium.  Biologische verbindingen zijn weliswaar groter en complexer van structuur dan de meeste organische verbindingen, maar het gedeelte dat tijdens een biologisch proces de werkelijk chemische veranderingen ondergaat is slechts beperkt en op zich niet ingewikkelder van structuur dan de meeste kleine organische moleculen. Deze lessenreeks handelt over belangrijke onderdelen van verschillende bio-organische moleculen evanals de IUPAc naamgeving via een zelfstudiepakket.

            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

            Algemene competenties

            • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
            • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
            Algemene beroepsgerichte competenties
            • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
            Beroepsspecifieke competenties

              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
              • De student onderscheidt de verschillende klassen van verbindingen.
              • De student interpreteert de verschillende voorstellingswijzen van een molecule.
              • De student geeft organische moleculen een naam en herkent de verschillende functionele groepen herkennen in de naamgeving.
              • De student herkent de belangrijkste biomoleculen.
              • De student heeft een uitgebreide kennis van aminozuren: hun structuur, de klassificatie en het zuurbasegedrag.
              • De student werkt door deelname aan het oplossen van klassikaal uitgedeelde opdrachten aan de ontwikkeling van volgende competenties:
                -           ontwikkeling van denk- en redeneervaardigheid
                -           beheer van leerproces: in staat zijn relevante (informatie)-bronnen te verzamelen en te verwerken, begrijpend lezen, kernzaken onderkennen en relevante conclusies trekken

              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
              Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
              geen

              Andere begincompetenties
              geen
              LEERINHOUDEN
               
              • De verschillende klassen van verbindigen:
                Alifatische moleculen
                Cyclische moleculen
                Heterocyclische moleculen
                Aromatische moleculen
                Congeneren
              • De verschillende manieren om een molecule voor te stellen:
                Fisherprojectie
                Wedge projectie
                Skeletstructuur
              • Basisbegrippen van de naamgeving van organische moleculen
              • De belangrijkste biomoleculen:
                Suikers
                Eiwitten
                Lipiden en lipoproteïne
                Nucleïnezuren
              • Aminozuren
                klassificatie van aminozuren
                structuur van de 20 belangrijkste aminozuren
                zuurbase gedrag van de aminozuren
                isoelektrisch punt
                zwitterion


              STUDIEMATERIAAL

              STUDIEMATERIAAL
              • Noordzakelijk studiemateriaal:
                cursus I.. Gutschoven ‘Inleiding in de bio-organische chemie’
                E-campus voor presentaties, extra oefeningen, externe links, mindmaps
                Aminozuren: http://www.biology.arizona.edu/biochemistry/problem_sets/aa/aa.html
              • Aanbevolen studiemateriaal:
                ‘Inleiding in de bio-organische chemie’, Engbersen, J.F.J, De Groot, AE., Wageningen pers, 1995, ISBN-10 90-74134-21-1
                'Organic Chemistry', Mc Murry, J., Brooks/Cole-Thomson Learning, 2004, ISBN 0-534-42005-2
                ‘Sesam Atlas van de biochemie’, Koolman, J., Röhm, K.-H., SESAM, 2004, ISBN 90-5574-443-3
                Materiaal aanwezig in de bibliotheek

              WERKVORMEN
              Soort werkvorm    
              hoor- en werkcolleges:

               36

              %
              practicum en oefeningen:

                5

              %

              vormen van groepsleren:

                

              %
              Verdere toelichting:

              EVALUATIE

              Eerste examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen100%

              Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel

              - Dit cijfer wordt in consensus  toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
              - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                 - niet uitvoeren van individuele taken   
                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties toetsing

              Schriftelijk examen gebeurt tijdens INT1-1 met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen . Multiple choice vragen worden gequoteerd met puntenaftrek


              tijd voor examinering
              uren

              4 

              Tweede examenperiode
              CategorieWeging van categorieën
              Integratief examen100%

              Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel

              - Dit cijfer wordt in consensus  toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
              - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                 - niet uitvoeren van individuele taken   
                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties toetsing

              Schriftelijk examen gebeurt tijdens INT1-1 met kennis- , inzicht- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen . Multiple choice vragen worden gequoteerd met puntenaftrek

               
              Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Oplossingen maken
                
              Component behoort tot: Chemie 1
              Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
              Code:4180100030
              Academiejaar:2011-2012
              Lector(en)Kathy Reyniers
              Marjan Van Cleemput
              Martine Vanacker
              Inge Gutschoven
              Marjorie Theunen

               

              KORTE OMSCHRIJVING

              In “Oplossingen maken” worden verdunningsvraagstukken aangewend om de studenten te laten oefenen op het correct gebruiken van en rekenen met eenheden en concentratie termen. Adhv enkele uitgewerkte voorbeelden maken de studenten kennis met eenvoudige stoëchiometrische berekeningen. Tijdens de praktijksessies leren de studenten zelf verdunningen te maken rekening houdend met de regels van het analytisch werken.  Alle handelingen worden correct genoteerd in een labschrift en verslagen geven de studenten de mogelijkheid om hun verworven labvaardigheden te verwoorden.

              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

              Algemene competenties

              • BL117 Toont respect voor materiaal en het gebruik ervan
              Algemene beroepsgerichte competenties
              • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
              • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
              • BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
              • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
              • BL247 Heeft aandacht voor orde en netheid
              Beroepsspecifieke competenties

                SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                 
                Gebruikt eenheden correct en rekent  met deze eenheden
                Voert concentratieberekeningen uit
                Voert eenvoudige stoechiometrische berekeningen uit
                Berekent en maakt oplossingen en verdunningen 
                Weet hoe hij een laboschrift moet bijhouden en hoe een verslag gemaakt moet worden.
                Na deze lessenreeks beheerst de student volgende laboratoriumtechnieken : 
                - het gebruik van balansen                                                                          
                - keuze en het hanteren van het gepaste volumetrisch glaswerk                
                - nauwkeurig afwegen                                                                                  
                - nauwkeurig een verdunningsreeks maken.

                VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                geen

                Andere begincompetenties
                Geen
                LEERINHOUDEN
                • Korte herhaling van de basisbegrippen :
                  -     Atoommassa
                  -     Molecuulmassa
                  -     Mol
                  -     Molaire massa
                  -     Concentratiebegrippen
                • Concentratierekenen
                • Verdunningsvraagstukken
                • Basisregels analytisch werken in een labo
                • Maken van oplossingen van verschillende concentraties

                STUDIEMATERIAAL
                • Experimentele vaardigheden deel 1 – Kathy Reyniers - ISBN 978 90 382 1611 9
                • E-campus: P:\Educatie\Lector aan Student\LV\opleiding_BL\1BL  WE -slides 
                • Elearning oefeningen
                • B b: opdrachten en testjes

                WERKVORMEN
                Soort werkvorm    
                hoor- en werkcolleges:

                 17

                %
                practicum en oefeningen:

                  43

                %

                vormen van groepsleren:

                  0

                %
                Verdere toelichting:
                • Werkcolleges  met oefeningen.
                • Lab: de studenten werken meestal per 2.
                  Voor zover nodig wordt tijd uitgetrokken voor het oplossen van vraagstukken, de bespreking van problemen of beperkte hoorcolleges.

                EVALUATIE

                Eerste examenperiode
                CategorieWeging van categorieën
                Integratief examen100%

                • a: INT1-1 schriftelijk examen met kennis-,inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen /20  
                • b: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk, inzicht, testjes ( /5) en  verslagen /(5)
                •  De punten verworven op de verschillende onderdelen (a en b) worden samengeteld en worden herleid naar 20 punten  
                • Afwezigheden praktijk

                Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief
                 
                Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.

                Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

                • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
                   
                  - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
                  - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                     - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                     - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                     - niet uitvoeren van individuele taken
                     - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
                       

                tijd voor examinering
                uren

                2 

                Tweede examenperiode
                CategorieWeging van categorieën
                Integratief examen100%

                • Enkel onderdeel a kan hernomen worden : INT1-1 schriftelijk examen /20
                • De verworven punten van onderdeel b (praktijk) 1° examenperiode blijven behouden /10
                • De punten verworven op de verschillende onderdelen worden samengeteld en herleid naar 20


                Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
                 
                - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.


                - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                   - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                   - niet uitvoeren van individuele taken
                   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
                     
                 
                Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Meten is weten
                  
                O.O. heeft componenten:Ja
                O.O. bestaat uit componenten:Basispakket wiskunde
                Basispakket fysica 1
                Meetvariatie
                Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                Code:4180100031
                Academiejaar:2011-2012
                Type:kern,
                Niveau:inleidend
                Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 1
                Contacturen:40
                Aantal studiepunten:3
                Totaal studietijd:78
                Examencontract:mogelijk
                Deliberatie:mogelijk
                Vrijstelling:mogelijk
                Onderwijstaal:Nederlands,
                Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                Veerle Van Vlaslaer

                 


                COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                Algemene competenties

                • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
                • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
                Algemene beroepsgerichte competenties
                • BL227 Benoemt de kern van het probleem
                • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
                • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
                • BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
                • BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
                • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
                Beroepsspecifieke competenties

                  SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                  zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)

                  VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                  Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                  geen

                  Andere begincompetenties
                  zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)

                  WEGING

                  ComponentenWeging
                  Basispakket wiskunde40%
                  Basispakket fysica 113%
                  Meetvariatie47%



                   
                  Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket wiskunde
                    
                  Component behoort tot: Meten is weten
                  Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                  Code:4180100031
                  Academiejaar:2011-2012
                  Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                  Veerle Van Vlaslaer

                   

                  KORTE OMSCHRIJVING

                  Een opfrissing van elementaire algebra die je doorheen de opleiding en in de latere praktijk zal nodig hebben.


                  COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                   Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                  Algemene competenties

                    Algemene beroepsgerichte competenties
                    • BL227 Benoemt de kern van het probleem
                    • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
                    Beroepsspecifieke competenties
                    • BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden

                    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                    • lost willekeurige vergelijkingen van de 1ste en 2de graad en (2×2)-stelsels en (3x3)-stelsels op
                    • zet uitdrukkingen om naar gelijkwaardige vormen
                    • rekent met exponenten en logaritmen
                    • werkt met lineaire, kwadratische, hyperbolische, exponentiële en logaritmische functies (voorschrift + grafiek)
                    • gebruikt een rekenmachine op correcte wijze

                    De nadruk ligt volledig op het juist toepassen van de wiskunde en niet op theoretische afleidingen.


                    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                    geen

                    Andere begincompetenties
                    leerstof wiskunde uit het secundair onderwijs (pakket min.3u wiskunde/week)
                    LEERINHOUDEN
                    • overzicht van de basisbewerkingen
                    • rekenregels (rekenen met machten, rekenen met breuken, rekenen met logaritmen, rekenen met breuken, evenredigheden en regel van drie)
                    • gelijkwaardige uitdrukkingen
                    • vergelijkingen van de 1ste graad
                    • vergelijkingen van de 2de graad
                    • vergelijkingen met rationale uitdrukkingen
                    • stelsels van vergelijkingen ( regel van Cramer, 2×2-stelsels, 3×3 stelsels )
                    • functies : grafische voorstelling, coördinaten, rechthoekige en willekeurige driehoek, functies van de eerste graad (rechte), functies van de tweede graad, hyperbolische functies (asymptoten), exponentiële en logaritmische functies
                    • lineariseren, logaritmische schaalverdeling

                    STUDIEMATERIAAL
                    • hoofdstukken 1 tem 6 van de cursus ‘wiskunde’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer , aangepast door Ingrid Van den Bossche - Plantijn Hogeschool
                    • een rekenmachine
                    • e-learning oefeningen op e-campus en verwijzingen naar extra oefeningen op internet zie edumap  

                    WERKVORMEN
                    Soort werkvorm    
                    hoor- en werkcolleges:

                     44

                    %
                    practicum en oefeningen:

                      0

                    %

                    vormen van groepsleren:

                      0

                    %
                    Verdere toelichting:
                    • Ieder hoofdstuk van de nota's bevat een heleboel oefeningen. Na ieder hoorcollege werkt de student de oefeningen van het behandelde onderwerp verder af. Eventuele vragen kunnen het volgende HO voorgelegd worden aan de lector.

                    EVALUATIE

                    Eerste examenperiode
                    CategorieWeging van categorieën
                    Integratief examen100%

                    • Integratieve toets INT1-2, waarbij de aangeleerde kennis getoetst wordt aan de hand van concrete oefeningen zoals deze in de cursus.
                    • Het cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                      Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                         - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                         - niet uitvoeren van individuele taken
                         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
                    • De competentie 'wiskundig redeneren' wordt bovendien integratief getoetst en beoordeeld doorheen de volledige opleiding : aandacht voor de wiskunde toegepast in alle vakdisciplines
                    • Gebruik van een rekentoestel is bij deze toets toegelaten

                    tijd voor examinering
                    uren

                    1.5 

                    Tweede examenperiode
                    CategorieWeging van categorieën
                    Integratief examen100%

                    Integratieve toets INT1-2.
                     
                    Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket fysica 1
                      
                    Component behoort tot: Meten is weten
                    Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                    Code:4180100031
                    Academiejaar:2011-2012
                    Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                    Veerle Van Vlaslaer

                     

                    KORTE OMSCHRIJVING
                    Het resultaat van berekeningen en metingen met een gepast aantal beduidende cijfers leren weergeven. Gebruik van tabellen en grafieken.

                    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                    Algemene competenties

                      Algemene beroepsgerichte competenties
                      • BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                      Beroepsspecifieke competenties

                        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                         
                        • bepaalt het aantal beduidende cijfers van een getal
                        • vermijd niet-beduidende nullen 
                        • geeft het resultaat van een berekening een gepast aantal beduidende cijfers, ook via benaderende regels
                        • bepaalt de fout op een getabelleerde grootheid
                        • maakt een tabel en een grafiek met meetpunten, trendlijn, foutenbalken, de juiste bijschriften en indeling van de assen

                        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                        geen

                        Andere begincompetenties

                        LEERINHOUDEN
                      • beperkingen bij het aflezen van een meetinstrument
                      • het aantal beduidende cijfers van een getal
                      • het vermijden van niet-beduidende nullen
                      • afronden van A.F. en meetresultaat
                      • rekenen met meetresultaten
                      • benaderende regels om een meetresultaat een gepast aantal beduidende cijfers te geven
                      • de fout bepalen op een getabelleerde grootheid,
                      • oefeningen op basisregels en afgeleide rekenregels
                      • een tabel en een grafiek maken met meetpunten, trendlijn, foutenbalken, de juiste bijschriften en indeling van de assen

                      • STUDIEMATERIAAL
                         
                        • nota's 'Fysica basispakket 1' 'Weergeven van meetresultaten' - Ingrid Van den Bossche - Plantijn Hogeschool
                        • e-learning oefeningen (via e-campus)


                        WERKVORMEN
                        Soort werkvorm    
                        hoor- en werkcolleges:

                         62

                        %
                        practicum en oefeningen:

                          

                        %

                        vormen van groepsleren:

                          

                        %
                        Verdere toelichting:
                        • tijdens de colleges wordt na het geven van de noodzakelijke theorie veel tijd gegeven om in te oefenen
                        • een deel van de oefeningen worden als opdracht meegegeven


                        EVALUATIE

                        Eerste examenperiode
                        CategorieWeging van categorieën
                        Integratief examen100%

                        Eerste examenperiode

                        INT 1-2 met oefeningen : zie nota's 'Weergeven van meetresultaten' - Ingrid Van den Bossche - Plantijn Hogeschool

                        Het cijfer voor het opleidingsonderdeel wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
                        Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                           - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                           - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties



                        tijd voor examinering
                        uren

                        0.5 

                        Tweede examenperiode
                        CategorieWeging van categorieën
                        Integratief examen100%

                        INT 1-2 met oefeningen : zie nota's 'Weergeven van meetresultaten' - Ingrid Van den Bossche - Plantijn Hogeschool
                         
                        Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Meetvariatie
                          
                        Component behoort tot: Meten is weten
                        Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                        Code:4180100031
                        Academiejaar:2011-2012
                        Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                        Veerle Van Vlaslaer

                         

                        KORTE OMSCHRIJVING
                        Als een experiment is uitgevoerd en je over een reeks meetresultaten beschikt dan is je werkt als biomedisch analist nog niet af: je moet deze resultaten kunnen beoordelen naar juistheid en precisie van de analysemethode toe. Statistiek helpt om meetresultaten te plaatsen tegenover meetfouten en zo interpretatiefouten te vermijden.
                        De nadruk ligt volledig op het praktijkgericht toepassen van de statistiek: alle voorbeelden, oefeningen komen uit het lab en we proberen zoveel mogelijk de computer voor de berekeningen in te schakelen.
                        In dit eerste blok statistiek van de opleiding komen de beschrijvende technieken en de statistiek van de ijklijn aan bod.

                        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                        Algemene competenties

                          Algemene beroepsgerichte competenties
                          • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
                          • BL232 Baseert zijn oordeel op de gegevens en feiten
                          • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
                          Beroepsspecifieke competenties

                            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                            • verzamelt gericht gegevens, doet de statistische gegevensverwerking, geeft een overzicht van de resultaten en interpreteert

                            • vat een steekproef of een reeks meetresultaten samen: frequentietabel, frequentieverdeling, boxplot, histogram

                            • berekent en interpreteert parametervrije kengetallen: Mediaan en percentielen

                            • berekent en interpreteert parametrische kengetallen: gemiddelde en standaardafwijking

                            • berekent en interpreteert kengetallen bij herhaalde (relatieve standaardafwijking) en gegroepeerde metingen (standaardafwijking between en within)

                            • berekent en interpreteert ‘biologische variatie’ (intra- en inter-individueel)

                            • werkt met normale verdeling en standaardnormale verdeling (z-en p-waarden)

                            • classificeert toevalsveranderlijken: begrijpt en berekent cutoof-waarden

                            • begrijpt en gebruikt de verdeling van een steekproefgemiddelde

                            • berekent een betrouwbaarheidsinterval voor een gemiddelde waarde opstellen en de statistische A.F. op een gemiddelde waarde

                            • vertaalt deze statistische begrippen naar de praktijk van het lab: juistheid en precisie

                            • voert een volledige enkelvoudige lineaire regressie analyse (kleinste kwadraten methode) uit, interpreteert de resultaten en doet een beoordeling van hun kwaliteit

                            • berekent de standaardfouten op voorspelde y-waarden en teruggerekende x-waarden

                            • voert methodevergelijkingen uit: regressieanalyse, biasplot en ratioplot, Bland-Altmanplot

                            • voert alle gegevensanalyses uit met Excel


                            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                            geen

                            Andere begincompetenties

                            LEERINHOUDEN
                            • Beschrijven van een reeks resultaten (steekproef) met frequentietabel en grafieken Parametervrije kengetallen (Me, kwartielen, percentielen, IQR, boxplot, outliers)
                            • Parametrische kengetallen (gemiddelde, SD en VC%); herhaalde metingen; gegroepeerde metingen (spreiding intra en inter); biologische variatie
                            • Normale verdeling: z-waarden en p-waarden; werken met cutoff; verdeling van een steekproefgemiddelde (SE); t-verdeling Student; betrouwbaarheidsinterval voor gemiddelde; A.F. op een gemiddelde
                            • Toepassing van statistiek in het lab: juistheid en precisie; gebruik controlestalen; detectielimiet; uitbijters
                            • Enkelvoudige lineaire regressie: correlatie, regressie, best passende rechte (kleinste kwadratenmethode), SE, invloed van SE op a en b (betrouwbaarheidsinterval), voorspellen en terugrekenen (betrouwbaarheidsinterval), regressie door de oorsprong, LIJNSCHATTING (Excel), spreidingsdiagram, residuele plot
                            • Methodevergelijking

                            STUDIEMATERIAAL
                             
                            • hoofdstukken 1 tem 6 van de cursus ‘statistiek’ – auteur: Veerle Van Vlaslaer - Plantijn Hogeschool
                            • formuleboekje ‘statistiek’ – auteur: Veerle Van vlaslaer - Plantijn Hogeschool
                            • rekenmachine
                            • wetenschappelijke artikels

                            aanvullend in de bib

                            • ‘understanding clinical papers’ Bowers-House-Owens (ISBN 047148976X)
                            • ‘Statistics and chemometrics’ Miller&Miller (ISBN 013028885)
                            • ‘Praktische statistiek voor het laboratorium’ Klaessens en Van Leeuwen (ISBN 9071694526)
                            • ‘Statistiek, validatie en meetonzekerheid voor het laboratorium’ Klaessens (ISBN 9789077423622)
                            • ‘fundamentals of biostatistics’-Rosner (ISBN 0534209408)

                            WERKVORMEN
                            Soort werkvorm    
                            hoor- en werkcolleges:

                             50

                            %
                            practicum en oefeningen:

                              

                            %

                            vormen van groepsleren:

                              

                            %
                            Verdere toelichting:
                            • hoorcolleges met oefeningen
                            • de oefeningen en toepassingen komen zo veel mogelijk uit de dagelijkse praktijk van het biomedisch lab
                            • zelfstandig werk: oplossen van de extra opgaven in de cursus, feedback van de lector tijdens de lessen
                            • de nadruk ligt volledig op het praktijkgericht toepassen van de statistiek: alle voorbeelden, oefeningen komen uit het lab en we proberen zoveel mogelijk de computer voor de berekeningen in te schakelen.
                            • andere begeleidingsmomenten: (individuele) vraagstelling en feedback door lector (e-mail)

                            EVALUATIE

                            Eerste examenperiode
                            CategorieWeging van categorieën
                            Integratief examen100%

                            Eerste examenperiode
                            • integratieve toets
                            • open-boek’ toetsing: het boek is het formuleboekje statistiek en bevat geen opgeloste oefeningen
                            • gebruik van een rekenmachine is toegelaten
                            • vragen met inbreng vanuit 'statistiek': hoogstens 50% van de vragen zijn louter kennisvragen (correct toepassen van de statistische technieken, correcte uitvoeren van berekeningen) en minstens 50% van de vragen zijn interpretatievragen (correct kiezen voor een bepaalde techniek, interpretatie van de resultaten, interpretatie van de onderzoeksresultaten van derden)
                            • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

                              - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten

                              - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria

                                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

                                 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten

                                 - niet uitvoeren van individuele taken

                                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


                            tijd voor examinering
                            uren

                            2 

                            Tweede examenperiode
                            CategorieWeging van categorieën
                            Integratief examen100%

                            idem
                             
                            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - De cel
                              
                            O.O. heeft componenten:Ja
                            O.O. bestaat uit componenten:De cel belicht
                            Basispakket fysica 2
                            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                            Code:4180100032
                            Academiejaar:2011-2012
                            Type:kern,
                            Niveau:inleidend
                            Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 1
                            Contacturen:38
                            Aantal studiepunten:3
                            Totaal studietijd:78
                            Examencontract:niet mogelijk
                            Deliberatie:mogelijk
                            Vrijstelling:mogelijk
                            Onderwijstaal:Nederlands,
                            Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                            Els Van Eyken

                             


                            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                            Algemene competenties

                              Algemene beroepsgerichte competenties
                                Beroepsspecifieke competenties

                                  SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                  zie afzonderlijke ECTS-deelfiches

                                  VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                  Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                  geen

                                  Andere begincompetenties

                                  zie afzonderlijke opleidingscomponenten (deelfiches)


                                  WEGING

                                  ComponentenWeging
                                  De cel belicht65%
                                  Basispakket fysica 235%

                                  Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel 

                                  Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                  - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                     - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                     - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                     - niet uitvoeren van individuele taken
                                     - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties



                                   
                                  Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - De cel belicht
                                    
                                  Component behoort tot: De cel
                                  Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                  Code:4180100032
                                  Academiejaar:2011-2012
                                  Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                                  Els Van Eyken

                                   

                                  KORTE OMSCHRIJVING
                                  De cursus beschrijft de cel als eenheid van het leven, waarbij naast de theorie, er met behulp van de microscoop de voornaamste gedifferentieerde cellen worden bekeken.

                                  COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                   Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                  Algemene competenties

                                  • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
                                  • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
                                  Algemene beroepsgerichte competenties
                                    Beroepsspecifieke competenties
                                    • BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
                                    • BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden

                                    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                    • een onderscheid malen tussen levend, dood en levenloos
                                    • het patroon begrijpen hoe wetenschappers de grote hoeveelheid aan organismen en processe, in de levende natuur bestuderen
                                    • de systematiek van het leven inzien
                                    • de wetenschappelijke namen van planten en dieren verstaan
                                    • een inzicht hebben in het onstaan van het leven
                                    • de bouw, de functie en samenhang van de eukaryote cellen toelichten
                                    • electronenmicroscopische foto's van eukaryote cellen herkennen en structuren benoemen
                                    • de verschillen zien tussen een palntencel en dierlijke cel
                                    • het mechanisme van mitose begrijpen
                                    • de hiërarchie van een organisme begrijpen
                                    • de primaire weefsels in het menselijke lichaam opsommen
                                    • de bouw, de functie en de plaats van elk weefsel in het menselijk lichaam kunnen toelichten
                                    • de opbouw van een orgaan uit verschillende weefsels begrijpen
                                    • de verschillende orgaanstelsels van het menselijk lichaam kunnen opsommen
                                    • de bouw en de werking van een microscoop toelichten
                                    • een microscoop kunnen hanteren
                                    • de verschillende technieken begrijpen om cellen en micro-organismen in een microscoop te bekijken
                                    • de juiste techniek toepassen om zelf een preparaat te maken

                                    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                    geen

                                    Andere begincompetenties

                                    LEERINHOUDEN
                                    • de wetenschappelijke namen van planten en dieren
                                    • biogenese
                                    • de cel als eenheid vannhet leven, structuur, opbouw, functie
                                    • algemene, submicroscopische morfologie van de cel
                                    • mitose
                                    • groei en differentiatie van cellen
                                    • bouw en werking van de microscoop
                                    • vergelijking van de lichtmicroscopische bouw van een plantencel en een dierlijke cel
                                    • studie van de verschillende soorten weefsels

                                    STUDIEMATERIAAL
                                    • cursus De cel belicht, deel 1 en deel 2- Rob Asselberg en Els Van Eyken
                                    • cursus De cel belicht praktijk- Rob Asselberg
                                    • microscoop
                                    • preparaten
                                    • levende planten om zelf preparaten te maken

                                    WERKVORMEN
                                    Soort werkvorm    
                                    hoor- en werkcolleges:

                                     30

                                    %
                                    practicum en oefeningen:

                                      25

                                    %

                                    vormen van groepsleren:

                                      0

                                    %
                                    Verdere toelichting:

                                    Praktijksessies verplicht
                                    Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                    Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                     
                                    Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

                                    EVALUATIE

                                    Eerste examenperiode
                                    CategorieWeging van categorieën
                                    Integratief examen100%

                                    • INT1-3
                                    • permanente evaluatie van de praktijksessies + kennisvragen (20% van het geheel)
                                    • Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                      - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                         - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                         - niet uitvoeren van individuele taken
                                         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

                                    • Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                      Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                       
                                      Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

                                    tijd voor examinering
                                    uren

                                    1 

                                    Tweede examenperiode
                                    • INT1-3
                                    • de punten van de praktijksessies blijven behouden

                                    - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
                                    - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                                       - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                       - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                                       - niet uitvoeren van individuele taken
                                       - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

                                    Afwezigheden:
                                    Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief
                                     
                                    Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.
                                    Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

                                     
                                    Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket fysica 2
                                      
                                    Component behoort tot: De cel
                                    Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                    Code:4180100032
                                    Academiejaar:2011-2012
                                    Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                                    Els Van Eyken

                                     

                                    KORTE OMSCHRIJVING

                                    Transport van voedingsstoffen en afvalstoffen in cellen gebeurt dankzij de fysische verschijnselen diffusie en osmose. In het HO bespreken we die verschijnselen en hun gevolgen, in het practicum bekijken we de gevolgen van deze verschijnselen in cellen onder de microscoop (plasmolyse, hemolyse, doornappelvorm) In de urine van patiënten met een blaasonsteking zitten o.a. witte bloedcellen, bacteriën, epitheelcellen,… Als men deze urine centrifugeert, dan worden de deeltjes met de grootste dichtheid het meeste naar buiten geslingerd. Om deeltjes met een verschillende dichtheid van elkaar te scheiden gebruikt men dus een centrifuge. Hoe werkt zo’n centrifuge? Waar moet men op letten? Wat zijn de veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van een centrifuge?


                                    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                    Algemene competenties

                                      Algemene beroepsgerichte competenties
                                        Beroepsspecifieke competenties
                                        • BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen

                                        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                        • past de fysische verschijnselen diffusie en osmose toe op de cel (zie biologie en anatomie)
                                        • voert eenvoudige osmose-experimenten van cellen uit en verklaart ze
                                        • weet wat er gebeurt met een bloedcel bij inspuiting van een iso-, hyper, en hypotonische oplossing
                                        • verstaat de werking van een centrifuge
                                        • plaatst op een juiste wijze stalen in een centrifuge
                                        • neemt de nodige voorzorgsmaatregelen bij het werken met een centrifuge

                                        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                        geen

                                        Andere begincompetenties
                                         
                                        LEERINHOUDEN

                                        ·         past de fysische verschijnselen diffusie en osmose toe op de cel (zie biologie en anatomie)

                                        ·         voert eenvoudige osmose-experimenten van cellen uit en verklaart ze

                                        ·         weet wat er gebeurt met een bloedcel bij inspuiting van een iso-, hyper, en hypotonische oplossing

                                        ·         verstaat de werking van een centrifuge

                                        ·         plaatst op een juiste wijze stalen in een centrifuge

                                        ·         neemt de nodige voorzorgsmaatregelen bij het werken met een centrifuge

                                         


                                        STUDIEMATERIAAL
                                      • nota's 'Fysica basispakket 2'-Ingrid Van den Bossche-Plantijn Hogeschool
                                      • lespresentatie, weblinks in de EDU-map op e-campus
                                      • handleiding praktijksessie

                                      • WERKVORMEN
                                        Soort werkvorm    
                                        hoor- en werkcolleges:

                                         30

                                        %
                                        practicum en oefeningen:

                                          15

                                        %

                                        vormen van groepsleren:

                                          

                                        %
                                        Verdere toelichting:
                                        6 uur hoorcollege met eenvoudige oefeningen
                                        2 u werkcollege waarbij een centrifuge bekeken wordt in een lab en sites individueel doorlopen worden i.v.m.veilig werken met een centrifuge in een lab
                                        4 u lab waarbij o.a een rode ui en bloedcellen zowel in iso-, hyper, en hypotonische milieu onder microscoop worden bekeken

                                        EVALUATIE

                                        Eerste examenperiode
                                        CategorieWeging van categorieën
                                        Integratief examen100%

                                      • verplichte aanwezigheid voor de praktijksessie
                                      • ongewettigde afwezigheid tijdens de praktijksesie kan leiden tot het niet behalen van de credit van dit opleidingsonderdeel  
                                      • INT1-3
                                        met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
                                        vragen over het praktische werk zitten geïntegreerd in de toets

                                        Het cijfer voor het opleidingsonderdeel wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
                                        Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                                           - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                           - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                                           - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


                                      • tijd voor examinering
                                        uren

                                        1 

                                        Tweede examenperiode
                                        CategorieWeging van categorieën
                                        Integratief examen100%

                                        INT1-3
                                        met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
                                        vragen over het praktische werk zitten geïntegreerd in de toets

                                         
                                        Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Microbiologie 1
                                          
                                        O.O. heeft componenten:Neen
                                        Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                        Code:4180100033
                                        Academiejaar:2011-2012
                                        Type:kern,
                                        Niveau:inleidend
                                        Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 1
                                        Contacturen:26
                                        Aantal studiepunten:3
                                        Totaal studietijd:78
                                        Examencontract:niet mogelijk
                                        Deliberatie:mogelijk
                                        Vrijstelling:mogelijk
                                        Onderwijstaal:Nederlands,
                                        Lector(en)Brigitte Van de Velde
                                        Roald Santens

                                         

                                        KORTE OMSCHRIJVING
                                        Micro-organismen zijn overal rondom ons.
                                        Je leert wat micro-organismen zijn en hoe ze zijn opgebouwd.
                                        Ze kunnen zowel nuttig als schadelijk voor ons zijn. Je leert hoe micro-organismen worden gekweekt en geïdentificeerd met behulp van o.a. Gram-kleuring.

                                        Hoe gedraag je je veilig in een microbiologisch labo ?
                                        Je leert welke gevaren er schuilen in het werken met micro-organismen en hoe ze op te vangen.
                                        Besmetting en contaminatie loeren altijd om de hoek.

                                        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                        Algemene competenties

                                        • BL113 Handelt volgens de geldende milieunormen
                                        • BL115 Verwittigt bij afwezigheden
                                        Algemene beroepsgerichte competenties
                                        • BL231 Schat de mogelijkheden en beperkingen van een werkmethode in
                                        • BL234 Evalueert resulaten kritisch
                                        • BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
                                        • BL255 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe
                                        Beroepsspecifieke competenties
                                        • BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen
                                        • BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen

                                        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                      • Gedraagt zich verantwoordelijk en veilig in een microbiologisch labo.
                                      • Weet dat er verschillende soorten micro-organismen bestaan met zowel positieve als negatieve aspecten
                                      • Kent de verschillende samenlevingsvormen tussen (micro-)organismen
                                      • Kent de verschillende overdrachtswijzen van micro-organismen
                                      • Kent verschillende sterilisatie - en desinfectie technieken en hun toepassingsgebieden
                                      • Past de principes van handhygiëne toe
                                      • Past de principes van afvalverwerking in het microbiologisch labo toe
                                      • Schat de gevaren correct in die bestaan bij het werken in een microbiologisch labo
                                      • Neemt voorzorgsmaatregelen om het risico op een besmetting en contaminatie te beperken
                                      • Onderscheidt micro-organismen op basis van hun algemene voorkomen, hun vermeerdering en hun samenlevingsvorm
                                      • Weet hoe micro-organismen worden gekweekt en welke voedingsstoffen zij nodig hebben
                                      • Kent het nut en de schadelijke invloed van micro-organismen
                                      • Ent voedingsbodems correct
                                      • Spoort micro-organismen op in de omgeving en de lichaamsflora
                                      • Onderscheidt bacteriën aan de hand van een Gramkleuring

                                      • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                        geen

                                        Andere begincompetenties

                                        LEERINHOUDEN
                                        Microbiologie is de wetenschap die micro-organismen bestudeert. Ze kunnen
                                        alleen bekeken worden met de microscoop en vormen een grote, diverse groep
                                        van organismen die bestaan als één enkele cel of als een groep van cellen. De
                                        bouw en vermeerdering van verschillende micro-organismen (bacteriën, protozoa,
                                        gisten, schimmels en virussen) komen aan bod evenals de factoren (temperatuur,
                                        pH, ontsmetting,…) die de groei beïnvloeden of afremmen. Micro-organismen
                                        spelen een belangrijke rol in het dagelijkse leven en hun invloed kan zowel negatief
                                        als positief zijn.
                                        In een microbiologisch laboratorium wordt gewerkt met levende micro-organismen
                                        wat potentiële gevaren met zich meebrengt. Welke gevaren bestaan er?
                                        Uiteraard kan men het risico op besmetting sterk beperken door het nemen van de
                                        gepaste voorzorgsmaatregelen. Welke voorzorgsmaatregelen kunnen genomen
                                        worden?

                                        STUDIEMATERIAAL
                                        • Cursustekst Microbiologie 1 (2011), Partoens, P., Winnen, P., Santens, R.
                                        • Brochure ‘Kwaliteit en Veiligheid’

                                        WERKVORMEN
                                        Soort werkvorm    
                                        hoor- en werkcolleges:

                                         28

                                        %
                                        practicum en oefeningen:

                                          24

                                        %

                                        vormen van groepsleren:

                                          0

                                        %
                                        Verdere toelichting:
                                      • 6 Hoorcolleges
                                      • 1 Werkcollege Microscopie
                                      • 3 Practica, werken met micro-organismen

                                      • EVALUATIE

                                        Eerste examenperiode
                                        CategorieWeging van categorieën
                                        Integratief examen100%

                                        • Bij gewettigde afwezigheid voor een praktijksessie haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij die niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                          Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                          Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit. Die kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.
                                        • Schriftelijk examen INT1-4 
                                        • Evaluatie van de praktijksessies zit vervat in INT1-4

                                        tijd voor examinering
                                        uren

                                        4 

                                        Tweede examenperiode
                                        CategorieWeging van categorieën
                                        Integratief examen100%

                                         
                                        Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Hematologie 1
                                          
                                        O.O. heeft componenten:Ja
                                        O.O. bestaat uit componenten:Anatomie en fysiologie 2
                                        Hematologie 1
                                        Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                        Code:4180100037
                                        Academiejaar:2011-2012
                                        Type:kern,
                                        Niveau:inleidend
                                        Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 3
                                        Contacturen:80
                                        Aantal studiepunten:8
                                        Totaal studietijd:208
                                        Examencontract:niet mogelijk
                                        Deliberatie:mogelijk
                                        Vrijstelling:mogelijk
                                        Onderwijstaal:Nederlands,
                                        Lector(en)Marina Crols
                                        Marjan Van Cleemput
                                        Brigitte Van de Velde

                                         


                                        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                        Algemene competenties

                                        • BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
                                        Algemene beroepsgerichte competenties
                                        • BL254 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en Veiligheid"
                                        Beroepsspecifieke competenties

                                          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                          Kent de basisbegrippen uit de hematologie zie deelfiche

                                          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                          Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Eiwitten

                                          Andere begincompetenties
                                          zie deelfiche

                                          WEGING

                                          ComponentenWeging
                                          Anatomie en fysiologie 225%
                                          Hematologie 175%

                                          zie deelfiche

                                           
                                          Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Anatomie en fysiologie 2
                                            
                                          Component behoort tot: Hematologie 1
                                          Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                          Code:4180100037
                                          Academiejaar:2011-2012
                                          Lector(en)Marina Crols
                                          Marjan Van Cleemput
                                          Brigitte Van de Velde

                                           

                                          KORTE OMSCHRIJVING

                                          De dubbele gesloten bloedsomloop van de mens vormt een stelsel dat enerzijds zorg draagt voor de circulatie van lichaamsvloeistoffen: bloed, lymfe en weefselvocht, en anderzijds instaat voor de vorming van urine. Deze circulatie zorgt voor een inwendig evenwicht in ons organisme. Het hart is de pomp en de bloedvaten de transportleidingen van het bloed. Het weefselvocht zorgt voor de uitwisseling van stoffen tussen bloedvaten en cellen. Het lymfevatenstelsel dat uit lymfevaten en lymfeorganen bestaat, zorgt voor afvoer van lymfe, bescherming tegen lichaamsvreemde stoffen en zowel voor de reserve als de afbraak van rode bloedcellen. De nieren tenslotte zuiveren het bloed van schadelijke stoffen en resorberen water, mineralen en nuttige stoffen. Het lumbaal vocht vormt een beschermende barrière en wordt gevormd vanuit het bloedvatenstelsel

                                          Elke cel moet over voldoende energie beschikken om vele functies te kunnen vervullen. Voor het vrijmaken van de energie moeten de cellen niet alleen over brandstof beschikken maar ook over zuurstof. De ademhalingsorganen halen de zuurstof uit de ingeademde lucht en vervoeren ze naar het bloed. Ademhaling is dus een proces van  opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide.


                                          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                          Algemene competenties

                                            Algemene beroepsgerichte competenties
                                              Beroepsspecifieke competenties
                                              • BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen

                                              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                              • Kent de ligging, bouw en functie van de bloedsomloop bij de mens
                                              • Kent de ligging, bouw en functie van het lymfevatenstelsel 
                                              • Kent de ligging, bouw en functie van het urinestelsel
                                              • Kent de bouw van het zenuwstelsel
                                              • Kent de aanmaak en de functie van lumbaal vocht
                                              • Beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw en functie van het ademhalingsstelsel bij de mens
                                              • Heeft inzicht in de gasuitwisseling en de regeling van de ademhaling
                                              • Heeft inzicht in de ademhalingsbewegingen
                                              • Heeft inzicht in het verband tussen het ademhalingsstelsel en de andere stelsels

                                               


                                              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                              Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                              Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Eiwitten

                                              Andere begincompetenties

                                              LEERINHOUDEN

                                               
                                              De opbouw van het hart, het bloedvatenstelsel,  het lymfevatenstelsel en het urinestelsel  evenals de aanmaak van de bloedcellen in het merg maken de circulatie van de verschillende lichaamsvloeistoffen duidelijk. De samenwerking van de verschillende stelsels zijn de basis van onze homeostase.
                                              De bouw en de functie van de ademhalingsorganen, de uitwisseling van gassen in de longen en ter hoogte van de organen wordt hier besproken, evenals hoe we ademen en hoe de ademhaling geregeld wordt. De samenhang met het bloedvatenstelsel komt eveneens aan bod.



                                              STUDIEMATERIAAL

                                               

                                              • Theoriecursus: Anatomie (Patricia Winnen)
                                              • anatomische modellen
                                              • CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
                                              • naslagwerk in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (meest recente editie)
                                              • Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)

                                               


                                               


                                              WERKVORMEN
                                              Soort werkvorm    
                                              hoor- en werkcolleges:

                                               33

                                              %
                                              practicum en oefeningen:

                                                0

                                              %

                                              vormen van groepsleren:

                                                0

                                              %
                                              Verdere toelichting:
                                              hoor- en werkcollege

                                              EVALUATIE

                                              Eerste examenperiode
                                              CategorieWeging van categorieën
                                              Integratief examen100%


                                              INT 3-2:
                                              Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen kunnen aan bod komen.

                                              Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel

                                              - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                              - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                                 - niet uitvoeren van individuele taken
                                                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
                                               


                                              tijd voor examinering
                                              uren

                                              1 

                                              Tweede examenperiode
                                              CategorieWeging van categorieën
                                              Integratief examen100%


                                              INT 3-2:
                                              Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen kunnen aan bod komen.

                                               Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel

                                              - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                              - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                                 - niet uitvoeren van individuele taken
                                                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
                                               

                                               
                                              Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Hematologie 1
                                                
                                              Component behoort tot: Hematologie 1
                                              Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                              Code:4180100037
                                              Academiejaar:2011-2012
                                              Lector(en)Marina Crols
                                              Marjan Van Cleemput
                                              Brigitte Van de Velde

                                               

                                              KORTE OMSCHRIJVING

                                              Hematologie is de leer van het bloed en bestaat uit cytologie of de leer van de cellen, immuunhematologie waar o.a. de bloedgroepbepalingen aan bod komen en hemostase waar de bloedplaatjes deel uitmaken van de primaire stolling.


                                              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                              Algemene competenties

                                              • BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
                                              Algemene beroepsgerichte competenties
                                              • BL254 Handelt spontaan volgens procedures beschreven in de brochure "Kwaliteit en Veiligheid"
                                              Beroepsspecifieke competenties

                                                SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                                Kent de basisbegrippen uit de hematologie

                                                VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Eiwitten

                                                Andere begincompetenties

                                                LEERINHOUDEN
                                                • De hematologie is de leer van het bloed, meer bepaald van de bloedcellen. We noemen dit deel van de hematologie de cytologie.
                                                • Daarnaast speelt bloed een belangrijke rol in de bloedstolling of hemostase. Bloedplaatjes en stollingseiwitten zijn hier essentiële componenten
                                                • De immuunhematologie is een derde belangrijk onderdeel van de hematologie: hier zijn de op de     bloedcellen aanwezige antigenen en hun respectievelijke antistoffen de belangrijkste spelers
                                                • In het cytologisch gedeelte wordt aandacht geschonken aan het ‘ontstaan’ van de bloedcellen uitgaande van de stamcel, ook wel de hematopoiese genaamd
                                                • Er wordt vervolgens dieper ingegaan op de rode bloedcel in de erytropoiese met o.a. rol van EPO, reticulocyten, enz….
                                                • Aanmaak en functie van hemoglobine wordt besproken
                                                • Ook enkele biochem. parameters, die een rol spelen in de erytropoiese, worden kort toegelicht
                                                • In de myelopoiese zullen hoofdzakelijk granulocyten besproken worden
                                                • In de immuunhematologie wordt het ABO- en Rhesussysteem besproken
                                                • In werkcolleges zal de aandacht gaan naar volgende punten:
                                                  - Bloedafname
                                                  - Bloedafnamebuisjes en de verschillende anticoagulantia die in de praktijk gebruikt worden in de bloedafnamebuisjes
                                                  - Referentiewaarden
                                                  - Verwerken van labo-aanvragen en pre-analytische fase-analytische fase met enkele ethische aspecten
                                                •  Rode bloedcelindexen – hematocriet – sedimentatie
                                                  - Eenvoudige berekeningen in de hematologie (bv. absolute tellingen…)
                                                  - Morfologie oefeningen op bloedgroepinterpretaties en bloedgroepencompatibiliteit
                                                • In practica worden de verschillende basishandelingen, de bepaling van de bloedgroepen en het herkennen van cellen in bloeduitstrijkjes aangeleerd     


                                                STUDIEMATERIAAL
                                                 
                                                • Cursus R.Flies en P.Winnen
                                                • Internet
                                                • CD-Rom
                                                • Atlas hematologie
                                                • Microscopen
                                                • Labnota's


                                                WERKVORMEN
                                                Soort werkvorm    
                                                hoor- en werkcolleges:

                                                 17

                                                %
                                                practicum en oefeningen:

                                                  21

                                                %

                                                vormen van groepsleren:

                                                  0

                                                %
                                                Verdere toelichting:

                                                Hoorcolleges, werkcolleges en praktijksessies

                                                Aaanwezigheid in de werkcolleges en de praktijksessies zijn vereist.



                                                EVALUATIE

                                                Eerste examenperiode
                                                CategorieWeging van categorieën
                                                Integratief examen100%

                                                Eerste examenperiode
                                                • INT 3-3
                                                • Schriftelijk examen met o.a. praktische vragen en berekeningen.
                                                • evaluatie van de praktijksessies:
                                                  • aanwezigheid
                                                  • houding en werk =5%
                                                  • verslagen  = 5%
                                                  • herhalingslabo 7 (praktische toets)  + verslag = 10%
                                                • Verdeling theorie/praktijk : 80%/20%



                                                Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel

                                                - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                                - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                                   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                   - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                                   - niet uitvoeren van individuele taken
                                                   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties Afwezigheden:

                                                Afwezigheden

                                                Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                                Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                                 
                                                Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel..



                                                tijd voor examinering
                                                uren

                                                2 

                                                Tweede examenperiode
                                                CategorieWeging van categorieën
                                                Integratief examen100%

                                                INT 3-3
                                                Schriftelijk examen met o.a. praktische vragen en berekeningen.

                                                Lab:
                                                Evaluatie van het labo wordt overgedragen.
                                                 
                                                Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Project 1
                                                  
                                                O.O. heeft componenten:Neen
                                                Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                Code:4180100038
                                                Academiejaar:2011-2012
                                                Type:kernondersteunend,
                                                Niveau:uitdiepend
                                                Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 1
                                                Contacturen:8
                                                Aantal studiepunten:3
                                                Totaal studietijd:78
                                                Examencontract:niet mogelijk
                                                Deliberatie:mogelijk
                                                Vrijstelling:mogelijk
                                                Onderwijstaal:Nederlands,
                                                Lector(en)Roald Santens

                                                 

                                                KORTE OMSCHRIJVING
                                                Na dit project ken je alle mogelijke contaminaties bij het uitvoeren van microbiologische experimenten. 
                                                Je schat de risico’s op contaminatie bij een handeling correct in. 
                                                Je kent de effectiviteit van verschillende steriele methodes.

                                                COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                Algemene competenties

                                                • BL109 Vindt een evenwicht tussen aandacht voor wensen van anderen en vasthoudendheid aan eigen ideeën
                                                • BL110 Staat open voor alternatieve methoden en werkwijzen
                                                • BL115 Verwittigt bij afwezigheden
                                                • BL116 Respecteert deadlines/afspraken
                                                • BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
                                                • BL119 Sluit compromissen om gemeenschappelijke belangen te realiseren
                                                • BL120 Houdt rekening met inbreng van collega's
                                                • BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
                                                • BL122 Communiceert beleefd en respectvol met collega's/begeleleiders/leidinggevenden
                                                • BL123 Respecteert de eigenheid van anderen
                                                • BL124 Zorgt voor een goede atmosfeer
                                                • BL125 Geeft een eigen mening zonder te kwetsen
                                                • BL126 Neemt duidelijke standpunten in ook al worden ze niet gedeeld door de groep
                                                Algemene beroepsgerichte competenties
                                                • BL227 Benoemt de kern van het probleem
                                                • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
                                                • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
                                                • BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
                                                • BL234 Evalueert resulaten kritisch
                                                • BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                • BL236 Splitst een grotere opdracht zelfstandig in stapsgewijze deeltaken
                                                • BL240 Houdt rekening met afgesproken tijdslimieten
                                                • BL241 Bereidt taken systematisch voor
                                                • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
                                                • BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
                                                • BL253 Maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
                                                • BL255 Schat veiligheidsrisico's correct in, zoekt de relevante info op en past deze zinvol toe
                                                Beroepsspecifieke competenties
                                                • BL361 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis omvattende de verschillende aspecten van de biomedische wetenschappen
                                                • BL362 Beschikt over goede algemene laboratorium- en technologische vaardigheden

                                                SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                                1. formuleert het doel van een experiment correct en bondig
                                                2. schrijft de werkwijze van een experiment gedetailleerd uit
                                                3. haalt maximale diepgang uit de opdracht
                                                4. verklaart wetenschappelijke terminologie correct
                                                5. schat het risico op contaminatie in
                                                6. levert een overzichtelijke projectmap af
                                                7. hangt de presentatie op aan de casus
                                                8. presenteert resultaten van het gedane werk
                                                9. past veiligheidsvoorschriften in het microbiologisch lab toe
                                                10. optimaliseert labtijd

                                                VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 1, Meten is weten, De cel, Microbiologie 1, Professional skills en POP, ICT-vaardigheden

                                                Andere begincompetenties

                                                LEERINHOUDEN
                                                Een laborant voert een microbiologisch experiment uit : hij vertrekt van een vloeibare mengcultuur en wil van twee species een reincultuur maken.  Zich bewust van alle mogelijke contaminaties voert hij het experiment zorgvuldig uit met betrekking tot aseptisch werken.
                                                Stel je in de plaats van de laborant en bepaal alle kritische stappen en handelingen in dit experiment met betrekking tot aseptisch werken.  Door opzoekwerk bepaal je het risico op contaminatie voor elke handeling.  Via experimenten ga je de effectiviteit van verschillende aseptische technieken na.  De resultaten van het project worden verwerkt tot een tekst en een presentatie die op het einde van het project wordt voorgesteld.

                                                STUDIEMATERIAAL
                                                Cursustekst Microbiologie 1 (2010), Partoens, P., Winnen, P., Santens, R.
                                                Zelfstudiecursus microbiologie
                                                http://dwp.fcroc.nl/microbiologie/
                                                http://w3.whosea.org/microbio/ch3f.htm
                                                Handleidingen van de fabrikant/leverancier

                                                WERKVORMEN
                                                Soort werkvorm    
                                                hoor- en werkcolleges:

                                                 1

                                                %
                                                practicum en oefeningen:

                                                  0

                                                %

                                                vormen van groepsleren:

                                                  48

                                                %
                                                Verdere toelichting:
                                                Zelfstandig werk in groepjes van ca. 8 studenten.

                                                EVALUATIE

                                                Eerste examenperiode
                                                CategorieWeging van categorieën
                                                Integratief examen100%

                                                We evalueren een project op drie niveaus.
                                                  1. groepsscore (punt op 20)
                                                    • dit cijfer wordt in consensus toegekend door de vups
                                                    • beoordeling van de projectmap (40%), de presentatie (20%) en het labwerk (40%) op basis van de volgende criteria. De projectgroep
                                                      • formuleert het doel van een experiment correct en bondig
                                                      • schrijft de werkwijze van een experiment gedetailleerd uit
                                                      • haalt maximale diepgang uit de opdracht
                                                      • verklaart wetenschappelijke terminologie correct
                                                      • schat het risico op contaminatie in
                                                      • levert een overzichtelijke projectmap af
                                                      • hangt de presentatie op aan de casus
                                                      • presenteert resultaten van het gedane werk
                                                      • past veiligheidsvoorschriften in het microbiologisch lab toe
                                                      • optimaliseert labtijd
                                                  2. individuele score (een factor)
                                                    Dit is een factor, die bepaald wordt met behulp van een peer–assessment (P.A.). Deze P.A. evalueert competenties die gericht zijn op projectmatig werken. Uitleg over het leren werken met de P.A. en over de criteria die daarin gebruikt worden wordt gegeven in de inleiding over competetiegericht onderwijs.
                                                  3. kennis (score op 20)
                                                    Deze kennis wordt getest via een projecttoets bij het einde van  het project.
                                                    De projecttoets test de kennis verworven tijdens de projectweken.
                                                  De drie niveaus worden verwerkt tot één score op 20 met volgende formule
                                                  eindscore = groepsscore * individuele score * w1+ kennisscore * w2
                                                  w1 = 75%
                                                  w2 = 25%
                                                  • In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd .


                                                      tijd voor examinering
                                                      uren

                                                      2 

                                                      Tweede examenperiode
                                                      CategorieWeging van categorieën
                                                      Integratief examen100%

                                                      In tweede zittijd wordt de projecttoets hernomen. De groepsscore en individuele score blijven behouden. De percentageverhouding is gelijk aan de eerste zittijd.
                                                      In geval van afwezigheid tijdens de projectweken contacteert de student de opleidingscoördinator en kan de stuurgroep beslissen tot het uitvoeren van een vervangopdracht in de 2de zittijd
                                                       
                                                      Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Chemie 2
                                                        
                                                      O.O. heeft componenten:Ja
                                                      O.O. bestaat uit componenten:Het chemisch evenwicht
                                                      Basispakket fysica 4
                                                      Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                      Code:4180100040
                                                      Academiejaar:2011-2012
                                                      Type:kern,
                                                      Niveau:inleidend
                                                      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 3
                                                      Contacturen:88
                                                      Aantal studiepunten:8
                                                      Totaal studietijd:208
                                                      Examencontract:niet mogelijk
                                                      Deliberatie:mogelijk
                                                      Vrijstelling:mogelijk
                                                      Onderwijstaal:Nederlands,
                                                      Lector(en)Kathy Reyniers
                                                      Roald Santens
                                                      Goele Caethoven
                                                      Ingrid Van den Bossche

                                                       


                                                      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                      Algemene competenties

                                                        Algemene beroepsgerichte competenties
                                                          Beroepsspecifieke competenties

                                                            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                                                            voor alle info betreffende de leerdoelen,doelstellingen, competenties en leerinhouden,.... : zie deelfiches

                                                             


                                                            VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                            Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 1

                                                            Andere begincompetenties

                                                            zie deelfiche


                                                            WEGING

                                                            ComponentenWeging
                                                            Het chemisch evenwicht85%
                                                            Basispakket fysica 415%



                                                             
                                                            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Het chemisch evenwicht
                                                              
                                                            Component behoort tot: Chemie 2
                                                            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                            Code:4180100040
                                                            Academiejaar:2011-2012
                                                            Lector(en)Kathy Reyniers
                                                            Roald Santens
                                                            Goele Caethoven
                                                            Ingrid Van den Bossche

                                                             

                                                            KORTE OMSCHRIJVING
                                                            Kennismaking met het chemisch evenwicht in al zijn facetten.

                                                            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                            Algemene competenties

                                                            • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
                                                            • BL116 Respecteert deadlines/afspraken
                                                            • BL118 Deelt spontaan informatie/gegevens met anderen
                                                            • BL121 Neemt taken op zich die heel de groep tot nut zijn
                                                            Algemene beroepsgerichte competenties
                                                            • BL230 Gaat stapsgewijs en systematisch te werk bij het anlyseren van een probleem
                                                            • BL234 Evalueert resulaten kritisch
                                                            • BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                            • BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
                                                            • BL242 Organiseert het werk in een efficiënte planning
                                                            • BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
                                                            • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
                                                            • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                            Beroepsspecifieke competenties

                                                              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                                                              Kent het begrip reactiesnelheid

                                                              Kent het begrip evenwichtsconstante van een evenwichtsreactie

                                                              Kent het principe van Le Châtelier

                                                              Kent de begrippen aciditeits-, basiciteits-, en ionisatieconstante

                                                              Kent het begrip pH

                                                              Kent het principe van een buffer

                                                              Kent de begrippen oxidatie, reductie en redoxpotentiaal

                                                              Kent de wet van Nernst

                                                              Kent het begrip oplosbaarheid 

                                                              Past het begrip "dynamisch chemisch evenwicht" toe

                                                              Bepaalt de evenwichtsconcentraties aan de hand van de evenwichtsconstante van een bepaalde evenwichtsreactie

                                                              Herkent  zuur/basereacties

                                                              Leidt ,gebruik makend van de aciditeitsconstante, basiciteitsconstante en de ionisatieconstante van water, de sterkte van de zuren en basen af

                                                              Berekent de pH van een oplossing

                                                              Maakt een bufferoplossing  

                                                              Schrijft redoxreacties met zijn deelreacties uit, gebruik makend van de begrippen : oxidatie, reductie, aantal uitgewisselde elektronen, atomenbalans, ladingbalans

                                                              Past de spanningsreeks toe

                                                              Berekent oplosbaarheid van een stof 

                                                              Voert manuele titraties uit 


                                                               

                                                               


                                                              VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                              Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                              Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 1

                                                              Andere begincompetenties
                                                              • Inzicht in chemische basisbegrippen uit periode 1 (OO1 van P1)
                                                              • Basisbewerkingen uit OO2 Meten is weten van P1

                                                              LEERINHOUDEN

                                                              In deze component komen de volgende topics aan bod

                                                              • Energetische aspecten van een chemische reactie
                                                              • Reactiesnelheid
                                                              • Chemisch evenwicht
                                                              • Zuur-base evenwichten
                                                              • pH-berekeningen
                                                              • Buffers
                                                              • Toepassingen zuur-base evenwichten (zuur-base titraties)
                                                              • Redoxevenwichten
                                                              • Toepassingen redoxevenwichten (redoxtitraties)
                                                              • Oplosbaarheid

                                                              STUDIEMATERIAAL
                                                              • Chemisch evenwicht T en P - Reyniers K.; Plantijnhogeschool
                                                              • Slides behorende bij de theorielessen terug te vinden op e-campus
                                                              • Elearning oefeningen
                                                              • B b: opdrachten en testen

                                                              WERKVORMEN
                                                              Soort werkvorm    
                                                              hoor- en werkcolleges:

                                                               22

                                                              %
                                                              practicum en oefeningen:

                                                                15

                                                              %

                                                              vormen van groepsleren:

                                                                0

                                                              %
                                                              Verdere toelichting:

                                                              EVALUATIE

                                                              Eerste examenperiode
                                                              CategorieWeging van categorieën
                                                              Integratief examen100%


                                                              • a: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van
                                                                houding , werk , inzicht en testjes (/ 10 ) en verslagen ( / 10 )
                                                              • b: INT3-1:  schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen ( / 40)
                                                              • De punten verworven op de verschillende onderdelen  worden  samengeteld  en worden herleid naar / 20
                                                              • Afwezigheden praktijk

                                                              Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief .
                                                               
                                                              Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.

                                                              Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

                                                              • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
                                                                 
                                                                - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
                                                                - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                                                                   - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                   - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                                                                   - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                   - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
                                                                     

                                                              tijd voor examinering
                                                              uren

                                                              2 

                                                              Tweede examenperiode
                                                              CategorieWeging van categorieën
                                                              Integratief examen100%

                                                              • Enkel b kan hernomen worden :  INT3-1 schriftelijk examen / 40
                                                              • De verworven punten van a   1° examenperiode blijven behouden (/20)
                                                              • De punten verworven op de verschillende onderdelen  worden  samengeteld  en herleid naar / 20
                                                              • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
                                                                 
                                                                - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
                                                              - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                                                                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                 - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                                                                 - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
                                                                   
                                                               
                                                              Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket fysica 4
                                                                
                                                              Component behoort tot: Chemie 2
                                                              Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                              Code:4180100040
                                                              Academiejaar:2011-2012
                                                              Lector(en)Kathy Reyniers
                                                              Roald Santens
                                                              Goele Caethoven
                                                              Ingrid Van den Bossche

                                                               

                                                              KORTE OMSCHRIJVING
                                                              Deze cursus behandelt de  verschillende aggregatietoestanden waarin een stof zich kan voordoen en hun overgangen. Als ook de specifieke eigenschappen van vloeistoffen en gassen en hun toepassingen.

                                                              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                              Algemene competenties

                                                                Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                  Beroepsspecifieke competenties
                                                                  • BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen

                                                                  SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                                                  • kan een toestandsdiagramma interpreteren
                                                                  • past de ideale gaswet toe
                                                                  • weet :
                                                                    hoe een koelkast werkt
                                                                    wat metastabiele toestanden zijn
                                                                    hoe deze te vermijden zijn
                                                                    hoe een gas zich gedraagt i.f.v. druk en temperatuur
                                                                    wanneer de ideale gaswet mag toegepast worden
                                                                    dat een oplossing een lagere dampspanning, een hoger kookpunt en een lager smeltpunt heeft dan de zuivere vloeistof
                                                                    waardoor de grootte van die veranderingen bepaald wordt
                                                                    wanneer een oplossing verzadigd is
                                                                    wat oppervlaktespanning is
                                                                    welke factoren de grootte van de kracht ten gevolge van oppervlaktespanning bepalen
                                                                  • kent :
                                                                    capillaire opstijging en neerdrukking
                                                                    de werking van detergenten
                                                                    de verschillende types vloeigedrag bij vloeistoffen
                                                                  • maakt vraagstukjes op capillaire werking
                                                                  • berekent de kracht t.g.v. oppervlaktespanning
                                                                  • bepaalt de krachten op een vallende bol (met wet van Stokes)
                                                                  • past de wet van behoud van massa bij stromende vloeistoffen toe
                                                                  • berekent de overgang van laminaire naar turbulente stroming
                                                                  • past de wet van Bermouilli toe

                                                                  VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                  Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                  Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 1

                                                                  Andere begincompetenties

                                                                  LEERINHOUDEN
                                                                • de verschillende aggregatietoestanden + overgangen, toestandsdiagram, metastabiele toestanden, latente warmte, werking van een koelkast
                                                                • isothermen van reële gassen, wanneer is een gas een ideaal gas, ideale gaswet
                                                                • dampspanningsverlaging boven een oplossing, kookpuntsverhoging en vriespuntsverlaging bij oplossingen
                                                                • oplosbaarheid van een vaste stof in een vloeistof, verzadigde en onverzadigde oplossingen, oplosbaarheid van een gas in een vloeistof
                                                                • oppervlaktespanning, contacthoek, capillariteit, capillaire druk, werking van detergenten
                                                                • wrijving in vloeistoffen, wrijving op een bol met de wet van Stokes, verschillende types vloeigedrag, wet behoud van massa bij stromende vloeistof, wet van Bermouilli, toepassingen

                                                                • STUDIEMATERIAAL
                                                                  • nota's ' Basispakket fysica 4' -Ingrid Van den Bossche-Plantijn Hogeschool
                                                                  • lespresentaties, extra oefeningen en interessante weblinks in EDU-map op e-campus

                                                                  WERKVORMEN
                                                                  Soort werkvorm    
                                                                  hoor- en werkcolleges:

                                                                   30

                                                                  %
                                                                  practicum en oefeningen:

                                                                    

                                                                  %

                                                                  vormen van groepsleren:

                                                                    

                                                                  %
                                                                  Verdere toelichting:
                                                                   10 uur hoorcollege met ruimte voor het maken van oefeningen

                                                                  EVALUATIE

                                                                  Eerste examenperiode
                                                                  CategorieWeging van categorieën
                                                                  Integratief examen100%

                                                                   

                                                                  INT3-1 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen

                                                                  - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten
                                                                  - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                                                                     - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                     - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                                                                     - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                     - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


                                                                  tijd voor examinering
                                                                  uren

                                                                  1 

                                                                  Tweede examenperiode
                                                                  CategorieWeging van categorieën
                                                                  Integratief examen100%

                                                                   

                                                                  INT3-1 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen

                                                                  Berekening van het ‘cijfer' voor het opleidingsonderdeel 'Chemisch evenwicht'

                                                                  - dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten

                                                                  - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:

                                                                     - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen

                                                                     - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen

                                                                     - niet uitvoeren van individuele taken

                                                                     - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

                                                                   
                                                                  Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Professional skills en POP
                                                                    
                                                                  O.O. heeft componenten:Neen
                                                                  Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                                  Code:4180100041
                                                                  Academiejaar:2011-2012
                                                                  Type:kernondersteunend,
                                                                  Niveau:inleidend
                                                                  Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Volledig academiejaar
                                                                  Contacturen:22
                                                                  Aantal studiepunten:3
                                                                  Totaal studietijd:78
                                                                  Examencontract:niet mogelijk
                                                                  Deliberatie:mogelijk
                                                                  Vrijstelling:mogelijk
                                                                  Onderwijstaal:Nederlands,
                                                                  Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                                                                  Heidi Gotink
                                                                  Myriam Verbeke

                                                                   

                                                                  KORTE OMSCHRIJVING
                                                                  Het opleidingsonderdeel "Communicatie en POP" bestaat uit :
                                                                  •  Communicatieve vaardigheden
                                                                  •  POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan)

                                                                  'Communicatieve vaardigheden' loopt in de lijn 'Vaardigheden' over periode 1, 2 en 3.


                                                                  COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                                   Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                                  Algemene competenties

                                                                  • BL104 Gaat constructief om met kritiek
                                                                  • BL105 Leert uit zijn fouten
                                                                  Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                  • BL234 Evalueert resulaten kritisch
                                                                  • BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                                  • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                                  • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
                                                                  • BL250 Schriftelijk: gebruikt korte zinnen en directe taal
                                                                  • BL251 Mondeling: drukt zich vlot en verstaanbaar uit
                                                                  • BL252 Mondeling: kan collega's correct en volledig op de hoogte brengen van de huidige stand van zaken
                                                                  • BL253 Maakt gebruik van ondersteunende audiovisuele middelen
                                                                  Beroepsspecifieke competenties

                                                                    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                                                                    De student
                                                                          1.        geeft aandacht aan non- verbaal gedrag bij hemzelf en bij anderen;
                                                                          2.        past een aantal communicatie- en gespreksstrategieën actief toe: 
                                                                                      - actief luisteren en vragen stellen; 
                                                                                      - erkenning- en informatietechniek; 
                                                                                      - een goede samenvatting geven van het verhaal van anderen (samenvatten en afronden); 
                                                                                      - argumentatie- en overtuigingsmiddelen; 
                                                                                      - assertieve vaardigheden;
                                                                          3.       woont een vergadering bij in de verschillende vergaderrollen;       
                                                                          4.       stelt een agenda voor een vergadering op en maakt een verslag; 
                                                                          5.       werkt in een projectgroep samen (teamplayer); 
                                                                          6.       geeft een mondelinge presentatie. 

                                                                    De student :
                                                                          1.   rapporteert in een behoorlijk Algemeen Nederlands  met aandacht voor schrijfvaardigheden
                                                                                op niveau van spelling, woord, zin en tekst. 
                                                                          2.   maakt een correcte en gestructureerde samenvatting  van een wetenschappelijke tekst. 
                                                                          3.  schrijft een duidelijk (en eenduidig), correct en goed beargumenteerd verslag/rapport
                                                                                met aandacht voor de wetenschappelijke taal, stijl en structuur.

                                                                    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                    geen

                                                                    Andere begincompetenties

                                                                    Communicatieve vaardigheden: Algemeen Nederlands + basiskennis van grammaticale terminologie


                                                                    LEERINHOUDEN
                                                                    Communicatieve vaardigheden:  
                                                                    De student oefent vaardigheden ivm verbale en non-verbale communicatie, gesprekstechnieken, vergaderen, presenteren en schrijven.

                                                                    Communicatie- en gesprekstechnieken :
                                                                    ·        Communicatiemodel:
                                                                    -         waarnemen en interpreteren,
                                                                    -         non-verbaal gedrag,
                                                                    -         soorten zakelijke communicatie.
                                                                    ·        Communicatie -en gespreksstrategieën:
                                                                    -         actief luisteren,
                                                                    -         vragen stellen ,
                                                                    -         erkenningtechniek,
                                                                    -         informatietechniek,
                                                                    -         samenvatten en afronden,
                                                                    -         argumenteren en overtuigen.
                                                                    Groepsdynamica (PR):
                                                                    ·        wat speelt in een groep,
                                                                    ·        de teamrollen van Belbin,
                                                                    ·        hoe ben ik een goede ‘teamplayer’.
                                                                    Vergadertechnieken:
                                                                    ·        sleutelmomenten voor, tijdens en na een vergadering,
                                                                    ·        vaardigheden inzake groepsdynamiek, interactie, rollen,
                                                                    ·        agenda, notulen en verslagen.
                                                                    Presentatietechnieken:
                                                                    ·        Hoe bereid ik een presentatie voor?
                                                                    ·        Hoe voer ik een presentatie uit?
                                                                    ·        Hoe behaal ik resultaat met mijn presentatie?
                                                                    Schrijfstrategieën:
                                                                    ·        Hoe schrijf ik correct op letterniveau (spelling)?
                                                                    ·        Hoe schrijf ik correct op woordniveau?
                                                                    ·        Hoe schrijf ik correct op tekstniveau?
                                                                    ·        Hoe schrijf ik een correcte samenvatting?
                                                                    ·        Hoe schrijf ik een correct verslag, rapport,...? 
                                                                     
                                                                    POP:    Het POP is een persoonlijk dossier waarmee de student zijn/haar studievoortgang aantoont. De student leert hiermee bovendien wat ‘zelfreflectie’ inhoudt en dit als voorbereiding op stage, eindwerk en latere werkveld.

                                                                    STUDIEMATERIAAL
                                                                    Communicatieve vaardigheden: cursus van de lector + eigen aanvullingen en notities + oefenmateriaal op e-campus/bib

                                                                    POP:
                                                                    1.  "Het algemene CGO-boek”
                                                                    2.  map met invulbladen

                                                                    WERKVORMEN
                                                                    Soort werkvorm    
                                                                    hoor- en werkcolleges:

                                                                     30

                                                                    %
                                                                    practicum en oefeningen:

                                                                      5

                                                                    %

                                                                    vormen van groepsleren:

                                                                      0

                                                                    %
                                                                    Verdere toelichting:

                                                                    Communicatieve vaardigheden:

                                                                    Werkcollege: er wordt meestal vertrokken van een theoretisch referentiekader, wat onmiddellijk in de praktijk wordt omgezet aan de hand van voorbeelden, oefeningen, simulaties, rollenspelen en zelfstandig werk. Uiteindelijk worden alle communicatieve vaardigheden uit de cursus toegepast in de projecten.

                                                                    1 practicum (kick-off) voor het voorbereiden van de projectweken: groepsdynamica.

                                                                    POP: het pop bijhouden is volledig de verantwoordelijkheid van de student



                                                                    EVALUATIE

                                                                    Eerste examenperiode
                                                                    CategorieWeging van categorieën
                                                                    Integratief examen100%

                                                                    Eerste examenperiode


                                                                    Communicatieve vaardigheden:
                                                                    Permanente evaluatie voor de werkcolleges en de kick-off: aanwezigheid is verplicht wegens de interactieve oefeningen.
                                                                    Afwezigheden
                                                                    Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                                                    Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                                                     
                                                                    Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

                                                                    Puntenverdeling
                                                                    • Periode 1 (30%): permanente evaluatie (werkcollege met oefeningen) en evaluatie tijdens de projectweken (mondelinge taalvaardigheid) ;
                                                                    • Periode 2 (40%): permanente evaluatie en schriftelijke taalvaardigheidstest (2u);
                                                                    • Periode 3 (30%): beoordeling van projectmap periode 2 .

                                                                    Evaluatie door tutor tijdens de projectweken van vergadertechnieken.
                                                                    Evaluatie van presentatietechnieken tijdens projectweken
                                                                    Evaluatie van schriftelijke vaardigheden tijdens taalvaardigheidstest 2de periode en de projectmap van periode2.
                                                                    - Een groot tekort op de taalvaardigheidstest resulteert in een tekort op het eindresultaat. 
                                                                    - Deze taalvaardigheidstest wordt niet afgelegd tijdens de examenperiode, maar tijdens de contacturen (permanente evaluatie).
                                                                    Opvolging: zie periodeboek 

                                                                    POP: POP wordt in het eerste jaar door de studieloopbaanbegeleider geëvalueerd op volledigheid. Indien het POP onvolledig is, leidt dit tot een negatieve evaluatie van het opleidingsonderdeel.

                                                                    tijd voor examinering
                                                                    uren

                                                                     

                                                                    Tweede examenperiode
                                                                    Communicatieve vaardigheden:
                                                                    • mondelinge taalvaardigheidstest (onderwerp te bespreken met lector);
                                                                    • schriftelijke taalvaardigheidstest;
                                                                    • individueel verslag/rapport (onderwerp te bespreken met lector).
                                                                    • Een groot tekort op de taalvaardigheidstest resulteert in een tekort op het eindresultaat.  
                                                                    • Opvolging: zie periodeboek 

                                                                      POP: POP wordt in het eerste jaar door de studieloopbaanbegeleider geëvalueerd op volledigheid, (Indien het POP onvolledig is kan dit leiden tot een negatieve evaluatie van het opleidingsonderdeel)de punten behaald tijdens het jaar blijven behouden
                                                                     
                                                                    Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - ICT-vaardigheden
                                                                      
                                                                    O.O. heeft componenten:Neen
                                                                    Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                                    Code:4180100042
                                                                    Academiejaar:2011-2012
                                                                    Type:kernondersteunend,
                                                                    Niveau:inleidend
                                                                    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Volledig academiejaar
                                                                    Contacturen:2
                                                                    Aantal studiepunten:4
                                                                    Totaal studietijd:104
                                                                    Examencontract:mogelijk
                                                                    Deliberatie:mogelijk
                                                                    Vrijstelling:mogelijk
                                                                    Onderwijstaal:Nederlands,
                                                                    Lector(en)Ingrid Van den Bossche

                                                                     

                                                                    KORTE OMSCHRIJVING
                                                                    Gezien de enorme verschillen in voorkennis van ICT-vaardigheden wordt er gewerkt met onder begeleiding gestuurde zelfstudie.  Je vindt in de EDU-mappen op e-campus oefeningen en een agenda (datum+ inhoud) van oefensessies. De oefeningen zorgen ervoor dat je systematisch je ICT-vaardigheden opbouwt. Indien je er niet in slaagt deze oefeningen te maken of indien je meer uitleg wenst over een item dat moet beheerst worden om de oefeningen te  kunnen maken kan je terecht in de op regelmatige basis georganiseerde oefensessies waarvan je de agenda dus op e-campus terugvindt. Aan het einde van periode 3 dien je de opgegeven ICT-vaardigheden te bezitten. Deze oefen je trouwens ook in bij andere opleidingsonderdelen waar ook computeropdrachten worden gegeven.Met een definitieve toets die je uiterlijke op het einde van de derde periode aflegt bewijs je dat je de opgegeven ICT-vaardigheden bezit. Het tijdstip van de toets wordt afgesproken in overleg met de lector.

                                                                    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                                     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                                    Algemene competenties

                                                                      Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                      • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
                                                                      • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                                      Beroepsspecifieke competenties

                                                                        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                                                        • werkt vlot in een Windowsomgeving
                                                                        • maakt gebruik van internet: e-mail, zoekmachines, e-campus
                                                                        • werkt vlot met een rekenblad (Excel 2007)
                                                                        • werkt vlot met een tekstverwerker (Word 2007)
                                                                        • werkt vlot met een presentatieprogramma (Powerpoint 2007)

                                                                        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                        geen

                                                                        Andere begincompetenties
                                                                        geen
                                                                        LEERINHOUDEN
                                                                        • werken in een Windowsomgeving:
                                                                          • computer starten en afsluiten
                                                                          • programma’s starten en afsluiten
                                                                          • bestanden openen en opslaan
                                                                          • gebruik knoppenbalken (iconen)
                                                                          • gebruik linker- en rechtermuis toets (snelmenu’s)
                                                                          • gebruik van ‘Help’ in alle programma’s
                                                                          • gegevens tussen verschillende programma’s uitwisselen
                                                                          • kopiëren of knippen & plakken)
                                                                          • bestanden beheren, structuur brengen op schijfruimte, verwijderen van  bestanden (verkenner)
                                                                        • gebruik maken van het int ernet:
                                                                          • gebruik van e-mail (o.a. bijlagen)
                                                                          • vlot gebruik maken van e-campus
                                                                          • gericht zoeken naar relevante informatie
                                                                          • gevonden informatie niet alleen afdrukken maar ook bvb. kopiëren van figuren uit webbrowser n aar een eigen bestand
                                                                        • werken met Excel 2007:
                                                                          • basishandelingen in een spreadsheet zoals intikken van gegevens (verschil getal – woord) in de werkbladcellen, intikken van formules, opmaak blad, celeigenschappen, kopiëren van formules (relatieve & absolute celadressen), een volledig rekenblad ontwerpen en opbouwen
                                                                          • werken met verschillende werkbladen binnen één bestand
                                                                          • overzicht van het menu en de knoppenbalk
                                                                          • bestanden opnenen en oplslaan
                                                                          • tabellen en grafieken afdrukken
                                                                          • functies: gebruik van eenvoudige wiskundige en statistische functies
                                                                          • grafieken: presentatiegrafieken (histogram en lijndiagram) en spreidingsdiagram (met trendlijn) + opmaak van deze grafieken (aanpassen schaalverdeling, logaritmische schaal, invoeren titels, aanpassen legende, opmaak trendlijn, grafiek in werkblad of als apart blad…)
                                                                          • gegevens sorteren (rangschikken)
                                                                        • werken met Word 2007:
                                                                          • basishandelingen in een tekstverwerker zoals intikken van een tekst, opmaak van een tekst (alinea’s, lettertype, uitlijnen tekst, randen en arcering, opsommingstekens, spellingscontrole)
                                                                          • pagina-instellingen zoals kop- en voetteksten, staand of liggend, inspringen alinea’s,…, a utomatische opmaak
                                                                          • kopiëren of knippen en plakken van stukken tekst
                                                                          • overzicht van het menu en de knoppenbalk
                                                                          • bestanden opslaan en openen
                                                                          • teksten afdrukken (o.a. afdrukvoorbeeld)
                                                                          • tabellen en grafieken invoegen of kopiëren uit Excel
                                                                          • Griekse letters en andere symbolen invoegen
                                                                          • tabellen in Word zelf maken
                                                                          • invoegen van formules (Microsoft vergelijking)
                                                                        • werken met PowerPoint 2007:
                                                                          • basishandelingen zoals indeling en opmaak dia, intikken gegevens (met invoegen symbolen en formules), invoegen tabellen – tekst – formules -  grafieken uit andere programma’s,…
                                                                          • dia instellingen zoals kop-en voetteksten, staand of liggend
                                                                          • opmaak dia naar projectie toe (keuze achtergrond, aangepaste animatie,…), gebruik van automatische opmaak
                                                                          • overzicht van het menu en de knoppenbalk
                                                                          • bestanden opslaan en openen
                                                                          • presentaties projecteren (gebruik projector)
                                                                          • presentaties afdrukken

                                                                        STUDIEMATERIAAL
                                                                        • agenda contactmomenten, lesmateriaal en oefeningen in EDU-map op e-campus
                                                                        • extra hulpmiddelen :
                                                                          • zelfstudiepakketten en links naar o.a. Microsoft Interactive Training, handleiding gebruik PowerPoint.
                                                                          • allerlei boeken uit bib of boekhandel over gebruik Windows, Word 2007, Excel 2007, PowerPoint 2007

                                                                        WERKVORMEN
                                                                        Soort werkvorm    
                                                                        hoor- en werkcolleges:

                                                                         0

                                                                        %
                                                                        practicum en oefeningen:

                                                                          20

                                                                        %

                                                                        vormen van groepsleren:

                                                                          0

                                                                        %
                                                                        Verdere toelichting:
                                                                        • Gezien de enorme verschillen in voorkennis van ICT-vaardigheden wordt er gewerkt met onder begeleiding gestuurde zelfstudie.
                                                                        • De student vindt op e-campus oefeningen en een agenda (datum+ inhoud) van oefensessies. De oefeningen zorgen ervoor dat je systematisch je ICT-vaardigheden opbouwt.
                                                                        • Indien je er niet in slaagt deze oefeningen te maken of indien je meer uitleg wenst over een item dat moet beheerst worden om de oefeningen te  kunnen maken kan je terecht in de op regelmatige basis georganiseerde oefensessies (agenda op e-campus).

                                                                         


                                                                        EVALUATIE

                                                                        Eerste examenperiode
                                                                        CategorieWeging van categorieën
                                                                        Integratief examen100%

                                                                        • Definitieve toets waarbij de student opdrachten moet uitvoeren in Word, Powerpoint en Excel gelijkaardig aan de opgegeven opdrachten tijdens het jaar. De student mag geen nota’s gebruiken maar wel de desbetreffende helpfuncties voorzien in de software. Deze toets moet uiterlijk op het einde van de derde periode afgelegd worden. Het tijdstip wordt bepaald in overleg met de lector.
                                                                        • Fouten tegen elementaire kennis kunnen zwaar doorwegen in de eindbeoordeling.
                                                                        • Tijdens andere onderwijsactiviteiten (praktijksessies, opdrachten, projecten…) zal het goed gebruik van ICT mee de evaluatie voor dat onderdeel bepalen.

                                                                        tijd voor examinering
                                                                        uren

                                                                        3 

                                                                        Tweede examenperiode
                                                                        CategorieWeging van categorieën
                                                                        Integratief examen100%

                                                                        • Definitieve toets waarbij de student opdrachten moet uitvoeren in Word, Powerpoint en Excel gelijkaardig aan de opgegeven opdrachten tijdens het jaar. De student mag geen nota’s gebruiken maar wel de desbetreffende helpfuncties voorzien in de software.
                                                                        • Fouten tegen elementaire kennis kunnen zwaar doorwegen in de eindbeoordeling.

                                                                         

                                                                         
                                                                        Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Eiwitten
                                                                          
                                                                        O.O. heeft componenten:Ja
                                                                        O.O. bestaat uit componenten:Anatomie en fysiologie 1
                                                                        Biochemie 1
                                                                        Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                                        Code:4180100048
                                                                        Academiejaar:2011-2012
                                                                        Type:kern,
                                                                        Niveau:inleidend
                                                                        Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 2
                                                                        Contacturen:54
                                                                        Aantal studiepunten:4
                                                                        Totaal studietijd:104
                                                                        Examencontract:niet mogelijk
                                                                        Deliberatie:mogelijk
                                                                        Vrijstelling:mogelijk
                                                                        Onderwijstaal:Nederlands,
                                                                        Lector(en)Goele Caethoven
                                                                        Roald Santens
                                                                        Els Van Eyken
                                                                        An Weuts
                                                                        Marjan Van Cleemput

                                                                         


                                                                        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                                         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                                        Algemene competenties

                                                                        • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
                                                                        • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
                                                                        Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                        • BL234 Evalueert resulaten kritisch
                                                                        • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
                                                                        • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                                        Beroepsspecifieke competenties

                                                                          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                                                                          zie deelfiches van de opleidingscomponenten

                                                                           


                                                                          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                          Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Bio-organische chemie

                                                                          Andere begincompetenties
                                                                          zie deelfiches van de facetten

                                                                          WEGING

                                                                          ComponentenWeging
                                                                          Anatomie en fysiologie 125%
                                                                          Biochemie 175%

                                                                          zie deelfiches van de facetten

                                                                           
                                                                          Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Anatomie en fysiologie 1
                                                                            
                                                                          Component behoort tot: Eiwitten
                                                                          Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                                          Code:4180100048
                                                                          Academiejaar:2011-2012
                                                                          Lector(en)Goele Caethoven
                                                                          Roald Santens
                                                                          Els Van Eyken
                                                                          An Weuts
                                                                          Marjan Van Cleemput

                                                                           

                                                                          KORTE OMSCHRIJVING


                                                                          Cellen specialiseren zich voor hun verschillende functies en een groep van cellen met een gelijke vorm en functie noemt men een weefsel. Deze weefsels komen niet als afzonderlijke eenheden voor, maar zijn in verschillende verhoudingen met elkaar vermengd tot grotere functionele eenheden, namelijk de organen, die op hun beurt onderdelen zijn van orgaanstelsels.  Het menselijk lichaam is een organisme dat bestaat uit samenwerkende orgaanstelsels. In dit anatomisch overzicht wordt de ligging van de verschillende organen belicht en de kenmerken en functie van de verschillende weefsels bekeken.
                                                                          Voedsel dient hoofdzakelijk als bouw- en brandstof en bestaat uit grote biomoleculen. De mechanische verkleining van het voedsel, door het te kauwen, is lang niet voldoende. De spijsverteringsorganen, die samen het  spijsverteringsstelsel vormen, bewerken het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. Alleen zo kunnen ze opgenomen worden in het lichaam. Deze biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die  op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd. Enzymen zijn eiwitten die reacties laten verlopen door verlaging van de activeringsenergie zonder daarbij zelf verbruikt te worden.
                                                                          Het endocrien stelsel is naast het zenuwstelsel het belangrijkste controlesysteem in het lichaam. Dit gebeurt via stoffen in het bloed: de hormonen. Deze worden in klieren met interne secretie geproduceerd. De endocriene klieren zijn zeer kleine orgaantjes die verspreid liggen in het lichaam. Behalve in klieren wordt een grote groep hormonen in bepaalde weefsels aangemaakt, de weefselhormonen. Hiernaast zijn er ook nog neurotransmitters.

                                                                          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                                           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                                          Algemene competenties

                                                                          • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
                                                                          • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
                                                                          Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                          • BL234 Evalueert resulaten kritisch
                                                                          • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
                                                                          • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                                          Beroepsspecifieke competenties

                                                                            SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                                                          • Heeft inzicht in de indeling van de verschillende weefsels en orgaanstelsels.
                                                                          • Beschikt over de vereiste kennis van de kenmerken van de verschillende stelsels.
                                                                          • Kent de ligging, bouw, functie en samenhang van de verschillende spijsverteringsorganen.
                                                                          • Heeft inzcht in de enzymwerking op de verschillende voedingscomponenten.
                                                                          • Beschikt over de vereiste kennis van de ligging, bouw, funcite en samenhang van de verschillende endocriene klieren.
                                                                          • Heeft inzicht in de werking van een hormoon.
                                                                          • Beschikt over de vereiste kennis om het verband te leggen tussen het endocrien stelsel en de andere stelsels.

                                                                          • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                            Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                            Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Bio-organische chemie

                                                                            Andere begincompetenties

                                                                            LEERINHOUDEN
                                                                          • Cellen specialiseren zich voor hun verschillende functies en een groep van cellen met een gelijke vorm en functie vormen een weefsel.
                                                                          • Deze weefsels komen niet als afzonderlijke eenheden voor, maar zijn in verschillende verhoudingen met elkaar vermengd tot grotere functionele eenheden, namelijk de organen.
                                                                          • Organen zijn op hun beurt onderdelen van orgaanstelsels.
                                                                          • Het menselijk lichaam is een organisme dat bestaat uit samenwerkende orgaanstelsels.
                                                                          • In dit anatomisch overzicht wordt de ligging van de verschillende organen belicht en de kenmerken en functie van de verschillende weefsels bekeken.
                                                                          • De verschillende spijsverteringorganen zorgen samen voor het bewerken van het voedsel zodanig dat de grote polymeren tot hun bouwstenen (monomeren) worden afgebroken. De verschillende organen worden anatomisch, morfologisch en fysiologisch besproken.  De biochemische vertering is mogelijk door de inwerking van enzymen die op verschillende plaatsen in ons spijsverteringskanaal worden geproduceerd.

                                                                          • Het endocrien stelsel bestaat uit een aantal endocriene organen die verspreid liggen in het lichaam. De verschillende endocriene klieren worden anatomisch, morfologisch en fysiologsch besproken. Afwijkingen aan de verschillende endocriene organen leiden tot pathologische processen.


                                                                          • STUDIEMATERIAAL
                                                                          • Theoriecursus: Anatomie en fysiologie 1
                                                                          • anatomische modellen
                                                                          • CD-rom interActive Physiology E. Marrieb bibliotheek 00001 890312
                                                                          • naslagwerken in de bibliotheek: Essentials of Human Anatomy - auteur: Eliane N.Marieb- ISBN 8053-4040-5 (6e editie)
                                                                          • Zakwoordenboek der geneeskunde - auteur: Coëlho - ISBN 90-6228-322-5 (meest recente editie)

                                                                          • WERKVORMEN
                                                                            Soort werkvorm    
                                                                            hoor- en werkcolleges:

                                                                             50

                                                                            %
                                                                            practicum en oefeningen:

                                                                              

                                                                            %

                                                                            vormen van groepsleren:

                                                                              

                                                                            %
                                                                            Verdere toelichting:

                                                                            EVALUATIE

                                                                            Eerste examenperiode
                                                                            CategorieWeging van categorieën
                                                                            Integratief examen100%

                                                                            Afwezigheden

                                                                            Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                                                            Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                                                             
                                                                            Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

                                                                            Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel 

                                                                            - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                                                            - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                                                               - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                               - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                                                               - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                               - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


                                                                            tijd voor examinering
                                                                            uren

                                                                            1 

                                                                            Tweede examenperiode
                                                                            CategorieWeging van categorieën
                                                                            Integratief examen100%

                                                                            Afwezigheden

                                                                            Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                                                            Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                                                             
                                                                            Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

                                                                            Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel

                                                                            - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                                                            - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                                                               - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                               - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                                                               - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                               - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

                                                                             
                                                                            Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Biochemie 1
                                                                              
                                                                            Component behoort tot: Eiwitten
                                                                            Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                                            Code:4180100048
                                                                            Academiejaar:2011-2012
                                                                            Lector(en)Goele Caethoven
                                                                            Roald Santens
                                                                            Els Van Eyken
                                                                            An Weuts
                                                                            Marjan Van Cleemput

                                                                             

                                                                            KORTE OMSCHRIJVING

                                                                            Eiwitten zijn belangrijke spelers in de dynamiek van de levende cel. Het bestuderen van hun bouwstenen, de opbouw en structuur van deze biopolymeren geeft inzicht in de vele mogelijkheden/functies die eiwitten kunnen bezitten. Zowel de ruimtelijke vorm als de chemische samenstelling van eiwitten komen in deze cursus aan bod. De verschillende niveau's in de structuur worden bekeken. Veel aandacht wordt besteed aan de structuur-functie relatie van eiwitten. Inzicht in hun 3 dimensionale karakter is essentiëel voor het begrijpen van de complexiteit van de levende cel en alle biologische processen.
                                                                            Ook leert de student de concentratie aan eiwitten te bepalen. Voorlopig blijft de dosering louter kleurtechnisch. De student leert via twee kleurmethoden het totaal eiwitgehalte in een onbekende oplossing runderserumalbumine te evalueren en via een vergelijk leert hij de gevoeligheid van beide bepalingswijzen in te schatten.
                                                                            Enzymen zijn eiwitten met katalytische functie. Dankzij enzymen verlopen fysiologische reacties bij lichaamstemperatuur, die anders in een kookkolf zouden dienen te worden afgewerkt. Deze biokatalytische structuren hebben substraatbindende domeinen, waar ze op elegante wijze een stof omzetten in een product. Dit is dan vaak op zijn beurt substraat voor een volgend enzym. Zo krijgt men enzymcascades en spijsverteringsprocessen. Er zijn tal van reacties, waarbij enzymen optreden en dit zorgt voor de klassificatie van enzymen in groepen. Naast de eiwitkern hebben enzymen nood aan hulpstoffen, zoals coënzymen. Vaak zijn dit vitamines. Zoals vele eiwitten zijn enzymen gevoelig voor verschillende beïnvloedende factoren. Deze worden optimaal bespeeld als men enzymwerking wenst te beïnvloeden.
                                                                            De mens is ingenieus opgebouwd. Ontstaan uit één bevruchte eicel ontwikkelen hieruit weefsels, organen en stelsels met uiteenlopende functies. Om georchestreerd te reageren dient  er een uitstekend communicatiesysteem te bestaan tussen de verschillende cellen, weefsels organen en stelsels. Het bestaande signalisatiestelsel is tweeledig:  fysisch en biochemisch. Het zenuwstelsel vormt een fysische bedrading, terwijl de hormonen fungeren als biochemische boodschappers. Deze stoffen (vaak eiwitten) worden geproduceerd in klieren en in de bloedbaan afgescheiden. Daar vinden ze hun endocriene weg naar de doelwitcellen, waarop ze binden. De doelcel geeft hierop dan het gewenste antwoord. Om oversignalisatie en -stimulatie te vermijden zijn er controlemechanismen ingebouwd. Eén hiervan is de antagonistische werking tussen twee boodschappereiwitten.  Als insuline de suikerconcentratie in het bloed tracht te verlagen, zal adrenaline deze pogen te verhogen. Het resultaat is een balans. Men spreekt over een homeostase. Dit evenwicht is niet alleen werkend bij de hormonen. Later zal men zien dat dit bij tal van andere fysiologische processen speelt, zoals bloedstolling en –lysis.

                                                                            COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                                             Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                                            Algemene competenties

                                                                            • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
                                                                            • BL102 Toont zich leergierig en bereid tot leren
                                                                            Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                            • BL234 Evalueert resulaten kritisch
                                                                            • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
                                                                            • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                                            Beroepsspecifieke competenties

                                                                              SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                                                            • herkent de bouwstenen waaruit eiwitten zijn opgebouwd
                                                                            • tekent de algemene structuur van een aminozuur correct
                                                                            • omschrijft de belangrijkste eigenschappen van deze bouwstenen
                                                                            • kent het verschil tussen ruimtelijke en chemische opbouw van eiwitten
                                                                            • begrijpt de verschillende niveau's in een eiwitstructuur en geeft de belangrijkste interacties/bindingen die bijdragen tot de opbouw dan een niveau
                                                                            • kent de hoofdeigenschappen van eiwitten
                                                                            • omschrijft het verband tussen structuur en functie van eiwitten
                                                                            • heeft inzicht in de geweldige variatie aan functies van eiwitten.
                                                                            • Beschrijft het principe van de beide kleurmethodes
                                                                            • verklaart extinctiecurve van de kleurmethodes en legt het belang uit van de golflengte waarbij men meet
                                                                            • voert  concentratieberekeningen correct uit                                                   
                                                                            • past de standaardijklijnmethode toe om concentraties te berekenen  
                                                                            • is in staat om via twee kleurmethoden, het totaal eiwitgehalte in een onbekende oplossing runderserumalbumine te berekenen.
                                                                            • kent het verschil tussen beide methoden naargelang gevoeligheid, specificiteit, mogelijkheid op fouten, werkwijze, enz.
                                                                            • benoemt de belangrijkste eigenschappen en karakteristieken van enzymen
                                                                            • weet waaruit enzymen opgebouwd zijn en legt dit uit
                                                                            • kent de functies, indeling, gelijkenis en verschillen van de verschillende cofactoren
                                                                            • licht de verschillende factoren die bijdragen tot de structuur en werking van een enzym toe en
                                                                            • weet en omschrijft hoe verschillende factoren de enzymwerking beïnvloeden
                                                                            • benoemt het voorkomen, de isolatie en de bewaring van enzymen
                                                                            • legt uit wat kwaliteit en activiteitsverlies is
                                                                            • kent het begrip iso-enzymen en kan het belang van deze enzymen in de diagnostiek toelichten
                                                                            • geeft de indeling van de enzymen
                                                                            • is op de hoogte van enkele toepassingen van enzymen
                                                                            • voert een enzymatische concentratiebepaling van voedingsstoffen correct uit
                                                                            • berekent adhv zijn resultaten de concentratie van enkele voedingsstoffen
                                                                            • controleert of zijn berekeningen correct zijn
                                                                            • verzamelt gegevens en informatie uit een bijsluiter van een enzymatische kit en kan deze correct interpreteren
                                                                            • licht de verschillende stappen in het pipetteerschema toe, met behulp van de enzymatische reacties gegeven in de bijsluiter
                                                                            • legt juiste verbanden tussen concentratiebepaling en de gegevens op het etiket van de voedingsstoffen
                                                                            • benoemt de eigenschappen, gelijkenissen en verschillen van de 3 grote communicatiesystemen in ons lichaam
                                                                            • omschrijft wat hormonen zijn
                                                                            • geeft de naam van de twee systemen die de aanmaak/synthese van hormonen controleren
                                                                            • deelt de hormonen in op basis van hun chemische structuur
                                                                            • geeft het werkingsmechanisme van hormonen die werkzaam zijn via een second messenger adhv het hormoon glucagon
                                                                            • omschrijft de belangrijkste eigenschappen, voor-en/of nadelen van de second messenger cAMP
                                                                            • kent nog enkele andere systemen die weken via een second messenger en benoemt deze
                                                                            • geeft het algemene schema van het werkingsmechanisme van hormonen die reageren met een cytosolische of nucleaire receptor
                                                                            • omschrijft van wat anabole steroïden zijn
                                                                            • is op de hoogte van enkele toepassingen en gevolgen van het gebruik van anabole steroïden
                                                                            • voert eenvoudige bepalingen uit met het oog op de diagnose en opvolging van Diabetes mellitus
                                                                            • omschrijft het principe van deze bepalingen en kent de diagnostische en praktische verschillen tussen de verschillende methoden
                                                                            • interpreteert de verschillende stappen in een bijsluiter correct en legt uit hoe deze kunnen bijdragen tot een juist/fout resultaat
                                                                            • maakt correcte berekeningen met zijn resultaten
                                                                            • beoordeelt zijn resultaten correct adhv de gegevens in de bijsluiter en stelt een diagnose


                                                                            • VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                              Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                              Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Bio-organische chemie

                                                                              Andere begincompetenties

                                                                              LEERINHOUDEN

                                                                              THEORIE

                                                                               

                                                                              Hoofdstuk 1: Eiwitten

                                                                               

                                                                                          1.1 Inleiding

                                                                                                      1.1.1 Functies

                                                                                                      1.1.2 Opbouw

                                                                                          1.2 Aminozuren

                                                                                                      1.2.1 Eigenschappen van de aminozuren

                                                                                                      1.2.2 Synthese van de aminozuren

                                                                                          1.3 Peptidebinding

                                                                                          1.4 Eiwitten

                                                                                                      1.4.1 Structuurniveau’s

                                                                                                                 1.4.1.1 Primaire structuur

                                                                                                                 1.4.1.2 Secundaire structuur

                                                                                                                 1.4.1.3 Tertiaire structuur

                                                                                                                 1.4.1.4 Quaternaire structuur

                                                                                                      1.4.2 Denaturatie

                                                                                          1.5 Voorbeelden

                                                                                                      1.5.1 Vezelproteïnen

                                                                                                      1.5.2 Globulaire proteïnen

                                                                                          1.6 Eigenschappen van de eiwitten

                                                                                                      1.6.1 Isoëlectrisch punt

                                                                                                      1.6.2 Bufferend vermogen

                                                                                                      1.6.3 Oplosbaarheid

                                                                                                      1.6.4 Schuimvorming

                                                                                          1.7 Indeling

                                                                                                      1.7.1 Chemische opbouw

                                                                                                                 1.7.1.1 Enkelvoudige proteïnen

                                                                                                                 1.7.1.2 Geconjugeerde proteïnene of proteïden

                                                                                                      1.7.2 Biologische functies

                                                                               

                                                                              Hoofdstuk 2: Eiwitdosering

                                                                               

                                                                                          2.1 Algemene methode voor kwantificatie

                                                                                          2.2 Kwalitatieve precipitatie op eiwitten

                                                                                          2.3 Chemische kenmerken van eiwitten

                                                                                          2.4 Fysische kenmerken van eiwitten

                                                                                          2.5 Methoden voor kwantitatieve bepaling          

                                                                               

                                                                              Hoofdstuk 3: Enzymen

                                                                               

                                                                                          3.1. Eigenschappen

                                                                                          3.2. Opbouw

                                                                                          3.3. Cofactoren

                                                                                                      3.3.1. Prostetische groep

                                                                                                      3.3.2. Coënzymen

                                                                                                      3.3.3. Metaalionen

                                                                                          3.4. Structuur en werking

                                                                                                      3.4.1. Katalytisch vermogen

                                                                                                      3.4.2. Het actief centrum

                                                                                                      3.4.3. Specificiteit

                                                                                                      3.4.4. Controlemechanismen

                                                                                                                 3.4.4.1. Controle op de synthese

                                                                                                                 3.4.4.2. Wijzigingen in de covalente structuur van het enzym

                                                                                                                 3.4.4.3. Allosterische controle

                                                                                          3.5. Factoren die enzymwerking beïnvloeden

                                                                                                      3.5.1. Invloed van de temperatuur

                                                                                                      3.5.2. Invloed van de pH

                                                                                                      3.5.3. Invloed van de enzymconcentratie

                                                                                                      3.5.4. Invloed van de substraatconcentratie

                                                                                                      3.5.5. Invloed van inhibitoren

                                                                                                                 3.5.5.1. Specifieke inhibitoren

                                                                                                                 3.5.5.2. Niet-specifieke of niet-competitieve inhibitoren

                                                                                          3.6. Voorkomen-isolatie

                                                                                                      3.6.1. Voorkomen

                                                                                                      3.6.2. Isolatie

                                                                                          3.7. Bewaring

                                                                                          3.8. Kwaliteit-Activiteitsverlies

                                                                                                      3.8.1. Kwaliteit

                                                                                                      3.8.2. Activiteitsverlies

                                                                                          3.9. Iso-enzymen

                                                                                          3.10. Indeling

                                                                                          3.11. Toepassingen

                                                                                                      3.11.1. Klinische diagnostiek

                                                                                                                  3.11.1.1. Aangeboren afwijkingen

                                                                                                                  3.11.1.2. Pathologie als gevolg van niet-genetische factoren

                                                                                                      3.11.2. Analytische toepassingen

                                                                                                                  3.11.2.1. Monstervoorbereiding

                                                                                                                  3.11.2.2. Principe van de meting

                                                                                                                 3.11.2.3. Voorzorgen bij werken met kits

                                                                                                      3.11.3. Industriële toepassingen

                                                                                                      3.11.4. Geïmmobiliseerde enzymen

                                                                                                                             3.11.4.1. Methoden

                                                                                                                             3.11.4.2. Voor- en nadelen

                                                                                                                             3.11.4.3. Voorbeelden

                                                                                                      3.11.5. Recombinant DNA-technologie

                                                                               

                                                                              Hoofdstuk 4:. Hormonen

                                                                               

                                                                                          4.1. Communicatiesystemen

                                                                                                      4.1.1. Endocriene systeem

                                                                                                      4.1.2. Paracriene systeem

                                                                                                      4.1.3. Autocriene systeem

                                                                                          4.2. Wat zijn hormonen

                                                                                          4.3. Controle synthese

                                                                                          4.4. Indeling op basis van de chemische structuur

                                                                                                      4.4.1. Derivaten van aminozuren

                                                                                                      4.4.2. Peptiden en proteïnen

                                                                                                      4.4.3. Steroïden

                                                                                                      4.4.4. Eicosanoïden

                                                                                          4.5. Werkingsmechanismen

                                                                                                      4.5.1. Hormonen werkzaam via een 'second messenger'

                                                                              4.5.1.1. Adenylaatcyclase cascade

                                                                              4.5.1.2. Fosfatydil-inositol cascade

                                                                              4.5.1.3 De second messenger cyclisch AMP = cAMP

                                                                              4.5.1.4 First messenger insuline en de tyrosine kinase cascade: synthese van glycogeen

                                                                              4.5.1.5 Diabetes mellitus

                                                                              4.5.2. Hormonen die reageren met een cytosolische of nucleaire receptor  

                                                                                          4.6. Anabole steroïden

                                                                                                      4.6.1. Wat zijn anabole steroïden?

                                                                                                      4.6.2. Vorming en werking van testosteron

                                                                                                      4.6.3. Toepassingen

                                                                                                                             4.6.3.1. In de medische sector

                                                                                                                             4.6.3.2. In de sportwereld en de veehouderij

                                                                                                      4.6.4. Gevolgen van langdurig gebruik

                                                                               

                                                                               

                                                                              PRAKTIJKNOTA’s

                                                                               

                                                                              1.            INLEIDING

                                                                              2.            VALIDATIE VAN TWEE COLORIMETRISCHE METHODEN VOOR DE BEPALING VAN HET TOTAAL EIWITGEHALTE

                                                                              3.            ENZYMATISCHE BEPALING VAN VITAMINE C IN FRUITSAP

                                                                              4.            ENZYMATISCHE BEPALING VAN GLUCOSE/FRUCTOSE IN FRUITSAP

                                                                              5.            BEPALING VAN SUCROSE/GLUCOSE IN MELKCHOCOLADE

                                                                              6.            MINIPROJECT: DIAGNOSE EN MONITORING VAN DIABETES MELLITUS

                                                                              6.1 Inleiding Diabetes Mellitus

                                                                              6.2 Diagnostiek

                                                                              6.2.1     Glucosurie (glucose in urine)

                                                                              6.2.2     Glucosebepaling in serum

                                                                              6.3            Labo-oefeningen

                                                                              6.3.1.   Dipstick in urine

                                                                              6.3.2.   Orale glucosetolerantietest

                                                                              6.3.3.   Bepaling van glucose in bloed      -           kleuring met O-toluïdine

                                                                              6.3.4.   Bepaling van glucose in bloed      -           enzymatisch GOD-POD

                                                                              6.3.5   Glucosebepaling in bloed  -           enzymatisch glucosedehydrogenase (UV-test)

                                                                              6.3.6     Bepaling van Hemoglobine A1c

                                                                              6.3.7     Bepaling van fructosamine met nitroblauw tetrazolium

                                                                               


                                                                              STUDIEMATERIAAL

                                                                              WERKVORMEN
                                                                              Soort werkvorm    
                                                                              hoor- en werkcolleges:

                                                                               20

                                                                              %
                                                                              practicum en oefeningen:

                                                                                20

                                                                              %

                                                                              vormen van groepsleren:

                                                                                

                                                                              %
                                                                              Verdere toelichting:

                                                                              EVALUATIE

                                                                              Eerste examenperiode
                                                                              CategorieWeging van categorieën
                                                                              Integratief examen100%

                                                                              • INT2-3 :
                                                                                Schriftelijk examen met kennis- , inzichts- en toepassingsvragen, zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als openvragen kunnen aan bod komen. 
                                                                              • De praktijk wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie, correcte voorbereiding, aanwezigheid, houding, praktsiche skills en verslag. Op de INT2-3 komen ook aspecten uit het practicum aan bod.

                                                                              Afwezigheden

                                                                              Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                                                              Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                                                               
                                                                              Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

                                                                              Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel

                                                                              - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                                                              - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                                                                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                                 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                                                                 - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


                                                                              tijd voor examinering
                                                                              uren

                                                                              3 

                                                                              Tweede examenperiode
                                                                              CategorieWeging van categorieën
                                                                              Integratief examen100%

                                                                              Enkel INT2-3 kan hernomen worden

                                                                              Afwezigheden

                                                                              Bij gewettigde afwezigheid voor  een praktijksessie  haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt. De student neemt voor het inhalen zelf het initiatief.
                                                                              Bij meerdere gewettigde afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling. Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.
                                                                               
                                                                              Bij een ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden. Bij meerdere ongewettigde afwezigheden haalt de studenten een A op dit opleidingsonderdeel.

                                                                              Berekening van de cijfers voor elk opleidingsonderdeel

                                                                              - Dit cijfer wordt in consensus toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende facetten verworven punten
                                                                              - Het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende facetten waarbij de uren sbu als wegingcoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria
                                                                                 - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                                 - afwezigheid tijdens de verplichte activiteiten
                                                                                 - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                                 - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties

                                                                               
                                                                              Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Instrumentele analyse 1
                                                                                
                                                                              O.O. heeft componenten:Ja
                                                                              O.O. bestaat uit componenten:Analysemethoden 1
                                                                              Basispakket fysica 3
                                                                              Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                                              Code:4180100047
                                                                              Academiejaar:2011-2012
                                                                              Type:kern,
                                                                              Niveau:inleidend
                                                                              Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Periode 2
                                                                              Contacturen:98
                                                                              Aantal studiepunten:7
                                                                              Totaal studietijd:182
                                                                              Examencontract:niet mogelijk
                                                                              Deliberatie:mogelijk
                                                                              Vrijstelling:mogelijk
                                                                              Onderwijstaal:Nederlands,
                                                                              Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                                                                              Goele Caethoven
                                                                              Kathy Reyniers
                                                                              Roald Santens

                                                                               


                                                                              COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                                               Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                                              Algemene competenties

                                                                                Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                                  Beroepsspecifieke competenties

                                                                                    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                                                                                    alle  info leerdoelen en doelstellingen  en competenties: 

                                                                                    zie deelfiches van de opleidingscomponenten


                                                                                    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                                    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                                    Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 1

                                                                                    Andere begincompetenties
                                                                                    zie deelfiches van de opleidingscomponenten

                                                                                    WEGING

                                                                                    ComponentenWeging
                                                                                    Analysemethoden 170%
                                                                                    Basispakket fysica 330%



                                                                                     
                                                                                    Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Analysemethoden 1
                                                                                      
                                                                                    Component behoort tot: Instrumentele analyse 1
                                                                                    Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                                                    Code:4180100047
                                                                                    Academiejaar:2011-2012
                                                                                    Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                                                                                    Goele Caethoven
                                                                                    Kathy Reyniers
                                                                                    Roald Santens

                                                                                     

                                                                                    KORTE OMSCHRIJVING

                                                                                    In dit facet komen volgende onderwerpen aan bod:

                                                                                    Deel 1: Absorptie van het licht: colorimetire, spectrofotometrie, turbidimetrie en AAS.

                                                                                    Deel 2: Chromatografische technieken (DLC en basis GC )

                                                                                    Deel 3: Elektroforese: basis scheidingstechniek (SPE en LDH) 

                                                                                    De basisprincipes van de technieken worden theoretisch besproken. De student leert de opstelling en de voornaamste eigenschappen en het interpreteren en het verwerken van de resultaten.

                                                                                    Hij  krijgt praktische ervaring in het lab via toepassingen van colorimetrie , SPE en  LDH elektroforese en DLC.


                                                                                    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                                                     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                                                    Algemene competenties

                                                                                    • BL101 Zoekt opheldering door het stellen van vragen
                                                                                    • BL103 Zoekt naar aanvullende en nieuwe informatie en ontwikkelingen
                                                                                    Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                                    • BL228 Onderscheidt hoofd- en bijzaken
                                                                                    • BL229 Structureert informatie op een overzichtelijke manier
                                                                                    • BL234 Evalueert resulaten kritisch
                                                                                    • BL235 Verzamelt gegevens en/of meetresulaten in tabelvorm volgens de richtlijnen beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                                                    • BL237 Werkt volgens voorgeschreven procedures/SOP's/werkinstructies
                                                                                    • BL245 Levert werk af volgens de gevraagde kwaliteit
                                                                                    • BL246 Controleert eigen werk op fouten en correctheid/volledigheid
                                                                                    • BL248 Maakt een schriftelijk wetenschappelijk, kernachtig en juist verslag volgens de regels beschreven in "Noteren en verslaggeving"
                                                                                    • BL249 Maakt gebruik van de juiste wetenschappelijke terminologie
                                                                                    Beroepsspecifieke competenties

                                                                                      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

                                                                                      Deel 1:

                                                                                      • bezit  basiskennis ivm de fysische eigenschappen van elektromagnetische straling 
                                                                                      • leest een blokschema van een spectrofotometer
                                                                                      • benoemt de verschillende onderdelen van een spectrofotometer en weet de voornaamste eigenschappen op te sommen   
                                                                                      • legt bij alle technieken  het verband tussen de gemeten parameter en het te onderzoeken staal zien
                                                                                      • benoemt de verschillen tussen de aangeboden technieken, qua opstelling en toepassingsgebied.
                                                                                      • leert de mogelijkheden en de beperkingen van elke techniek 
                                                                                      • gebruikt de kleurencirkel en een extinctiecurve, en haalt er de nodige info uit 
                                                                                      • maakt  een gewone verdunningsreeks
                                                                                      • past de ijklijnmethode toe en voert berekeningen uit mbv de wet van LB

                                                                                      Deel 2:

                                                                                      • beschrijft de principes en achtergronden van de chromatografie
                                                                                      • deelt de chromatografische methoden in volgens aard van de mobiele fase/aard van de interactie
                                                                                      • benoemt de eigenschappen en voordelen van een chromatografische scheiding
                                                                                      • beschrijft het principe van kolom vloeistofchromatografie en beschrijft de functie/het belang van de stationaire fase/de mobiele fase en de elutietechnieken
                                                                                      • kent het principe en de werkwijze van DLC en 2DLC en kan een éénvoudige scheiding uitvoeren
                                                                                      • weet wat de verschillende factoren zijn die bijdragen tot een goede scheiding/resolutie in DLC en 2DLC en licht deze toe.
                                                                                      • identificeert de eiwitten in een onbekend mengsel adhv het 2DLC patroon
                                                                                      • somt de toepassingen en voordelen op van DLC
                                                                                      • omschrijft het principe en het verloop van GC
                                                                                      • benoemt de onderdelen van de gaschromatograaf en omschrijft hun functie en bijdrage tot een goede scheiding/resolutie
                                                                                      • herkent de opstelling van een GC en HPLC toestel en kan de onderdelen benoemen
                                                                                      • omschrijft de gelijkenissen en verschillen van de GC en HPLC methode
                                                                                      • legt de karakteristieken van een chromatografische bepaling uit
                                                                                      • licht de Van Deemter vergelijking toe
                                                                                      • herkent een foutieve piekvorm of slechte resolutie in een chromatogram en kan hiervoor een mogelijke oorzaak geven.
                                                                                      • omschrijft de begrippen; resolutie, scheiding correct en weet welke factoren bijdragen tot een goede resolutie en goede scheiding
                                                                                      • legt de berekeningsmethoden: 100% methode en externe standaardmethode uit
                                                                                      • somt de voor en/of nadelen van beide methoden tov elkaar op
                                                                                      • interpreteert en verwerkt de resultaten van een gegeven gaschromatogram, dunne laag chromatogram en 2 dimensionale dunne laag chromatogram

                                                                                      Deel 3:

                                                                                      • benoemt de principes en achtergronden van de eiwitelektroforese
                                                                                      • geeft de basisonderdelen voor een elektroforeseopstelling  en licht ze toe
                                                                                      • kent de elektrische parameters die van kracht zijn bij elektroforese
                                                                                      • heeft inzicht op de invloed van de buffer, pH, temperatuur en de gekozen matrix op een eiwitelektroforesesysteem en kan deze omschrijven
                                                                                      • kent enkele kleuringstechnieken om het staal zichtbaar (en eventueel ook kwantifiëerbaar) te maken voor analyse, en omschrijft het principe van de techniek
                                                                                      • licht een elektroforesepatroon, zoals gezien in de praktijkoefeningen, toe
                                                                                      • kent de betekenis van eiwit elektroforese als scheidingsmethode voor de diagnostiek
                                                                                      • omschrijft de experimentele aspecten van verschillende elektroforesemethoden en de praktische uitvoering ervan op wetenschappelijke manier

                                                                                      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                                      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                                      Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 1

                                                                                      Andere begincompetenties

                                                                                       

                                                                                      chemie 1


                                                                                      LEERINHOUDEN
                                                                                    • Deel 1: De groep (spectro)fotometrische methoden kan men verdelen in twee groepen namelijk de absorptiespectrometrie, waarbij het licht door het monster geabsorbeerd wordt en de emissiespectrometrie, waarbij het monster zelf licht uitzendt.In deze opdracht wordt enkel de absorptie van licht bestudeerd. Bij colorimetrische analyses gaan we de kleur gebruiken om kwalitatieve en kwantitatieve informatie te bekomen: ijklijnmethode en routinemethode .  
                                                                                    •  
                                                                                    • In deel 2 maakt kennis met de scheidings-en analysetechniek; chromatografie.  Chromatografie is als scheidingsmethode belangrijk om allerlei storende stoffen te verwijderen en zo de kwaliteit van de analyse te verbeteren.  Deze techniek kan gebruikt worden voor de isolatie, identificatie en ook relatieve kwantificatie van eiwitten en andere biologische stoffen. Evenwel kan men voor een gelijktijdige bepaling van meer dan één stof in een complex mengsel terugvallen op de chromatografie.  Dit jaar wordt in theorie de basis en prinicipes van een goede chromatografische scheiding besproken.  Er wordt een duidelijke indeling in chromatografische methoden geschetst.  In het praktijk gedeelte wordt DLC en 2DLC uitgelegd, uitgevoerd en geïnterpreteerd.

                                                                                    • Deel 3 behandelt een techniek die heel specifiek met eiwitten te maken heeft: basiskennis van eiwitelektroforese. De student verwerft een inzicht in de principes en achtergronden van de eiwitelektroforese, de basisonderdelen voor een opstelling, de parameters (elektrisch, chemisch) en het elektroforesepatroon. Hij leert eveneens de betekenis van eiwitelektroforese als scheidingsmethode voor de diagnostiek en raakt vertrouwd met de experimentele aspecten van verschillende elektroforesemethoden en de praktische uitvoering ervan.    

                                                                                    • STUDIEMATERIAAL
                                                                                       
                                                                                      • cursus 'Analysemethoden' T en P van Reyniers Kathy 
                                                                                      • Experimentele vaardigheden I -Reyniers K. ; ISBN 978 90 382 1611 9
                                                                                      • ppt's op e-campus
                                                                                      • Bb platform 1BL voor opdrachten  
                                                                                      • zelfstudiepakket spectro op intranet
                                                                                      • (niet verplicht) Handboek: Klinisch-chemisch laboratorium onderzoek van Dr. H.J.H. Kreutzer
                                                                                      • bib: naslagwerken  ivm instrumentele chemie

                                                                                      WERKVORMEN
                                                                                      Soort werkvorm    
                                                                                      hoor- en werkcolleges:

                                                                                       27

                                                                                      %
                                                                                      practicum en oefeningen:

                                                                                        19

                                                                                      %

                                                                                      vormen van groepsleren:

                                                                                        

                                                                                      %
                                                                                      Verdere toelichting:

                                                                                      EVALUATIE

                                                                                      Eerste examenperiode
                                                                                      CategorieWeging van categorieën
                                                                                      Integratief examen100%

                                                                                       
                                                                                      • a: de prestaties geleverd tijdens de praktijkuren en dit op basis van houding , werk en inzicht (/ 10 ) en verslagen ( / 10)
                                                                                      • b:INT2-2:  schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen ( / 40 )
                                                                                      • De punten verworven op de verschillende onderdelen  worden  samengeteld  en worden herleid naar / 20
                                                                                      • Afwezigheden praktijk

                                                                                      Bij gewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit, als hij deze niet inhaalt.  De student neemt hiervoor zelf het initiatief
                                                                                       
                                                                                      Bij ongewettigde afwezigheid haalt de student 0 voor de verplichte activiteit.  Deze kan niet ingehaald worden.


                                                                                      Bij meerdere afwezigheden contacteert de student de opleidingscoördinator voor een individuele regeling.  Indien de student dit nalaat haalt de student een A op het opleidingsonderdeel.

                                                                                      • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
                                                                                         
                                                                                        - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
                                                                                        - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                                                                                           - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                                           - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                                                                                           - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                                           - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties


                                                                                      tijd voor examinering
                                                                                      uren

                                                                                      4 

                                                                                      Tweede examenperiode
                                                                                      CategorieWeging van categorieën
                                                                                      Integratief examen100%

                                                                                      INT2-2:  schriftelijk examen met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen; zowel stellingvragen, meerkeuzevragen als open vragen en casusvragen
                                                                                      • Enkel b kan hernomen worden :  INT2-2 schriftelijk examen  / 40
                                                                                      • De verworven punten van a   1° examenperiode blijven behouden (/20)
                                                                                      • De punten verworven op de verschillende onderdelen  worden  samengeteld  en herleid naar  / 20

                                                                                      • Berekening van de ‘cijfers’ voor elk opleidingsonderdeel
                                                                                         
                                                                                        - dit cijfer wordt ( in consensus ) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten.
                                                                                      - het aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria:
                                                                                         - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen
                                                                                         - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen
                                                                                         - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                                         - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties
                                                                                       
                                                                                      Biomedische laboratoriumtechnologie - Voltijds modelpakket 1 - Basispakket fysica 3
                                                                                        
                                                                                      Component behoort tot: Instrumentele analyse 1
                                                                                      Afstudeerrichting//Leertraject:Biomedische laboratoriumtechnologie
                                                                                      Code:4180100047
                                                                                      Academiejaar:2011-2012
                                                                                      Lector(en)Ingrid Van den Bossche
                                                                                      Goele Caethoven
                                                                                      Kathy Reyniers
                                                                                      Roald Santens

                                                                                       

                                                                                      KORTE OMSCHRIJVING
                                                                                      In het dagelijks leven is iedereen min of meer bekend met de gevaren bij het gebruik van elektrische stroom.  Ook in het laboratorium kunnen, bij onoordeelkundig gebruik van elektrische toestellen, ongelukken plaatsvinden. Welke voorzorgsmaatregelen zijn er nodig bij gebruik van elektrische apparatuur?
                                                                                      Daar toestellen voor bio-medische metingen o.a. gebruik maken van conductometrie, potentiometrie en amperometrie moet de student ook kennis hebben van deze schakelingen en bijgevolg van de voornaamste elektrische begrippen .

                                                                                      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
                                                                                       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

                                                                                      Algemene competenties

                                                                                        Algemene beroepsgerichte competenties
                                                                                          Beroepsspecifieke competenties
                                                                                          • BL360 Heeft een vakoverschrijdende en geïntegreerde kennis van de basiswetenschappen

                                                                                          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
                                                                                          • weet op welke wijze brand kan ontstaan in een elektrische installatie
                                                                                          • weet onder welke omstandigheden statische oplading optreedt, wat de gevolgen ervan kunnen zijn, en hoe deze eventueel te voorkomen zijn 
                                                                                          • kent het principe en de onderdelen van een eenvoudige opstelling van conductometrie en kan een meting uitvoeren 
                                                                                          • kent het principe en de onderdelen van een eenvoudige opstelling van potentiometie is en kan een meting uitvoeren
                                                                                          • kent het principe en de onderdelen van een eenvoudige opstelling van amperometrie en kan een meting uitvoeren
                                                                                          • weet wat de gevolgen op het menselijk lichaam kunnen zijn bij aanraking van een stroomdraad, van een toestel onder spanning…
                                                                                          • neemt de nodige voorzorgsmaatregelen bij gebruik van elektrische apparatuur
                                                                                          • kent de functie van een zekering
                                                                                          • kent de stroom- en spanningsverdeling bij serie- en parallelschakeling
                                                                                          • kent het basisprincipe van elektroforese
                                                                                          • gebruikt een multimeter correct (d.w.z. spanning en stroom meten)
                                                                                          • vervangt een zekering 
                                                                                          • repareert een stekker
                                                                                          • maakt eenvoudige vraagstukjes op de wet van ohm
                                                                                          • past de wet van Faraday toe
                                                                                          • leest een toestel af dat beschikt over een nonius
                                                                                          • doet metingen met een refractometer en een polarimeter

                                                                                          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
                                                                                          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
                                                                                          Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschrijven voor: Chemie 1

                                                                                          Andere begincompetenties

                                                                                          LEERINHOUDEN
                                                                                           
                                                                                          • elektrische krachtwerking, elektrische potentiaal, spanning, geleiders en isolatoren, stroomsterkte
                                                                                          • wet van Ohm, eenvoudige stroomkring, serie- en parallelschakeling,  spanningsbron, meten van spanning en stroom in een kring, inwendige weerstand van een spanningsbron, elektrisch vermogen, zekeringen, de gevolgen van elektrische spanningen op het menselijk lichaam
                                                                                          • elektrische dipool, materie in een elektrisch veld (geleider, isolator,soorten isolatoren), principe van elektroforese
                                                                                          • waaruit bestaat een eenvoudige stroomkring?
                                                                                            hoe wordt elektrische spanning gemeten?
                                                                                            hoe wordt elektrische stroom gemeten?
                                                                                            hoe kunnen we brand vermijden bij toestellen waarin een kortsluiting plaatsgrijpt? (functie van een zekering)
                                                                                          • geleidbaarheid van oplossingen, conductometrie, elektrolyse, wet van Faraday, amperometrie
                                                                                          • galvanisch element, potentiometrie
                                                                                          • meten van geleidbaarheid van NaCl- oplossingen met een verschillende concentratie
                                                                                          • meten van concentraties van suikeroplossingen met refractometer en polarimeter


                                                                                          STUDIEMATERIAAL
                                                                                           
                                                                                          • nota's Basispakket fysica 3 -Ingrid Van den Bossche-Plantijn Hogeschool
                                                                                          • lespresentatie, extra oefeningen en interessante weblinks in edumap op e-campus
                                                                                          • elektrticiteitset Phywe + handleiding labo-oefeningen


                                                                                          WERKVORMEN
                                                                                          Soort werkvorm    
                                                                                          hoor- en werkcolleges:

                                                                                           17

                                                                                          %
                                                                                          practicum en oefeningen:

                                                                                            41

                                                                                          %

                                                                                          vormen van groepsleren:

                                                                                            

                                                                                          %
                                                                                          Verdere toelichting:

                                                                                          6 uur hoorcollege met eenvoudige oefeningen en 16 uur lab.
                                                                                          De student bereidt de labsessies voor door de nodige documenten (EDU-map) op voorhand door te nemen.



                                                                                          EVALUATIE

                                                                                          Eerste examenperiode
                                                                                          CategorieWeging van categorieën
                                                                                          Integratief examen100%

                                                                                           
                                                                                          • INT 2-2 met kennis-, inzichts- en toepassingsvragen
                                                                                          • ongewettigde afwezigheid tijdens de labsessies kan leiden tot het niet behalen van de credit 


                                                                                            Berekening van het ‘cijfer' voor het opleidingsonderdeel Instrumentele analyse 1
                                                                                             
                                                                                            Dit cijfer wordt (in consensus) toegekend door de lectorengroep van het opleidingsonderdeel op basis van de op de verschillende componenten verworven punten 
                                                                                             H
                                                                                            et aantal punten is in principe het gewogen gemiddelde van de verschillende vakdisciplines waarbij de uren sbu als wegingscoëfficiënten gebruikt worden maar kan aangepast worden volgens volgende criteria: 
                                                                                               - niet voldoen aan de vooropgestelde leerdoelen 
                                                                                              
                                                                                            - afwezigheid tijdens de verplichte praktijksessies, werkcolleges en oefeningenlessen 
                                                                                               
                                                                                            - niet uitvoeren van individuele taken
                                                                                              
                                                                                            - niet voldoen aan vooropgestelde gedragsindicatoren van de beoordeelde kerncompetenties



                                                                                          tijd voor examinering
                                                                                          uren

                                                                                          1 

                                                                                          Tweede examenperiode
                                                                                          CategorieWeging van categorieën
                                                                                          Integratief examen100%

                                                                                        • INT2-2 met kennis-, inzichts-, en toepassingsvragen
                                                                                        •