|
|
|
|
Communicatie - Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 |
|
|
|
cataloognr | benaming | studiepunten |
2130100004 | Frans 2 | 5 |
2130100005 | Engels 2 | 5 |
2130100040 | Redactie 2: gedrukte media | 4 |
| |__ | Kranten | |
| |__ | Magazines | |
| |__ | Web (GM) | |
2130100041 | Redactie 2: audiovisuele media | 4 |
| |__ | Radio | |
| |__ | Televisie | |
| |__ | Web (AV) | |
2130100044 | Instellingen en weekoverzicht | 4 |
2130100045 | Actua: regionaal en nationaal | 3 |
2130100046 | Actua: internationale topics | 3 |
2130100047 | Actua: globalisering en ontwikkeling | 3 |
2130100048 | Themajournalistiek: sport | 3 |
2130100049 | Themajournalistiek: lifestyle en human interest | 3 |
2130100050 | Themajournalistiek: cultuur | 3 |
2130100051 | Mediacontext | 4 |
| |__ | Mediasociologie | |
| |__ | Wetgeving en deontologie | |
2130100052 | Internationaal medialandschap | 3 |
| |__ | Internat. medialandschap: gedrukte media | |
| |__ | Internat. medialandschap: AV | |
2130100053 | Research en CAR 2 | 3 |
2130100054 | Interviewen 2 | 3 |
2130100055 | ICT en onderzoek | 4 |
| |__ | ICT | |
| |__ | Journalistiek en onderzoek | |
2130100056 | Journalistieke praktijk 2: magazines | 6 |
2130100057 | Journalistieke praktijk 2: radio en tv | 6 |
2130100059 | Intensieve communicatie: intercultural communication | 3 |
2130100060 | Intensieve communicatie: Duits 1 | 3 |
2130100061 | Intensieve communicatie: Spaans 1 | 3 |
2130100062 | Intensieve communicatie: stemtraining | 3 |
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Frans 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100004 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Frans, | Lector(en) | Martine Sterk |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Het Frans geeft steeds meer van zijn geheimen prijs. Je kijkt naar tv, luistert naar de radio, leest Le Monde. En daar blijft het niet bij. Je wordt een begenadigd spreker. Je begrijpt perfect Franse berichten. En je kan Franse artikels vlot samenvatten. Zo kan je in alle beroepssituaties probleemloos communiceren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan anderstalige bronnen uit geschreven en gesproken pers begrijpen en analyseren en verwerken tot een Nederlandstalig artikel
- De student kan anderstalig bronnen uit geschreven en gesproken pers mondeling en schriftelijk samenvatten met de hulp van bindwoorden.
- De student kent vakgerichte woordenschat uit de teksten.
- De student kan een voorbereid interview afnemen van een Franstalige.
- Hij neemt deel aan een Franstalig gesprek en kan zijn mening formuleren.
- Hij kan een eenvoudige mail opstellen.
- Hij kan deelnemen aan een telefoongesprek.
- Hij kent de grammatica en de basiswoordenschat (voc.2000)
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Frans 1.
|
|
Andere begincompetenties
|
Bereidheid tot zelfstandige lectuur en tot het zelfstandig beluisteren en bekijken van reportages.
|
LEERINHOUDEN
|
- Grammaire 2000: leerstof 1e jaar + la phrase interrogative/la construction passive/ le pronom relatif/ le subjontif (uitbreiding)/ les mots de liaison
- Vocabulaire 2000: dossiers 1 - 36
- Inhoud en woordenschat van vakgerelateerde artikels en sites (Le Vif - L'Express, La Libre Belgique, Le Nouvel Observateur, Le Soir, ...). Fragmenten uit de audiovisuele pers (Envoyé spécial, Questions à la une, Sept jours sur la planète, RFI...)
- Het aanleggen van een dossier (persoonlijke research en voorbereiding conversatielesssen).
- Het schrijven van een eenvoudige brief of mail.
- Het telefoongesprek.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Syllabus:
- Handboeken: grammaire 2000, vocabulaire 2000, Erreurs courantes
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
26
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
26
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- Hoor- en werkcolleges
- Conversatie oefeningen
- Extra luisteroefeningen via o.a.website TV5 "Sept jours sur la planète" en RFI "Le fait du jour"
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 30% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 20% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 50% |
- Deelexamens : 4 punten:
- Mondelinge en schriftelijke oefeningen:
- Voor de permanente evaluatie is aanwezigheid tijdens de contacturen vereist. Er worden regelmatig praktische oefeningen (zowel mondelig als schriftelijk) tijdens de lessen georganiseerd die worden geëvalueerd. De documentatie ter voorbereiding van de mondelinge oefeningen worden bij het persoonlijke dossier gevoegd.
- Januari-examen: leerstof 1e semester: 4 punten
- Juni-examen:
- Schriftelijk: leerstof 1e en 2e semester: 6p
- Mondeling examen: 6 punten.
Als je afwezig bent op een deelexamen georganiseerd buiten de examenreeks, dan mag je dat deelexamen inhalen indien je afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medisch attest. Het originele attest bezorg je aan het studentensecretariaat, de kopie aan de betrokken lector, en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Je maakt zelf een afspraak met de lector omtrent de wijze en het tijdstip waarop je het deelexamen kan inhalen. Indien je binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt ben je ongewettigd afwezig en krijg je geen punten op dat deelexamen.
Een aantal zware fouten worden strenger verbeterd. Er worden 2 x zoveel punten afgetrokken voor onderstaande fouten:
- les conjugaisons des verbes réguliers
- les conjugaisons des verbes irréguliers "être", "avoir", "devoir", "pouvoir", "savoir", "faire", "aller", "dire"
- l'accord du participe passé (règles de base)
- l'accord entre le verbe et le sujet
- l'accord entre l'adjectif et le substantif.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 30% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 20% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 50% |
- 10 punten schriftelijk examen: leerstof 1e en 2e semester
- 6 punten mondeling examen : leerstof conversatielessen
- 4 punten permanente evaluatie blijven gelden voor de tweede zittijd
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Engels 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100005 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 5 | Totaal studietijd: | 130 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Engels, | Lector(en) | Erik Goossens |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je verdiept je in de Amerikaanse en Britse media en cultuur. Door gerichte opdrachten verwerf je almaar meer inzicht in de grammatica en beroepsspecifieke Engelse woordenschat. Je oefent uitgebreid je mondelinge taalbeheersing. En je leert je in elke communicatieve situatie met zin voor nuance uit te drukken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student Journalistiek moet vreemde talen verwerven om later anderstalige bronnen te kunnen begrijpen, analyseren en verwerken. Naast het ontwikkelen van een algemene basis wordt veel aandacht geschonken aan mondelinge taalbeheersing. Zo kan de student een eenvoudige gesprek voeren, een nieuwsuitzending of radioprogramma presenteren, (anderstalige) gesprekspartners interviewen. Uitspraak en zinsintonatie spelen hier ook een belangrijke rol.
- De student toont bereidheid tot communicatie en kan (eventuele) spreekangst doorbreken.
- De student beheerst de 4 vaardigheden als samenhangend geheel: luistervaardigheid, leesvaardigheid, spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid. De student kan een radio of TV-programma of een tekst/krantenartikel begrijpen, mondeling of schriftelijk samenvatten en becommentariëren.
- De student kan strategieën ontwikkelen om (eventueel) een onvolledige kennis van de taal te compenseren.
- De student kan nieuwe woordenschat assimileren en actief gebruiken in een nieuwe context.
- De student kan een aantal grammaticale items zelfstandig verwerken.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Engels 1.
|
|
Andere begincompetenties
|
Mondelinge taalvaardigheid: 'Intermediate' niveau: zich vrij vlot kunnen uitdrukken
|
LEERINHOUDEN
|
- Grip on Grammar + Practical English Usage: enkele grammaticale items die aan bod komen: modals - passive voice - causative 'have/get' - relatives - reported speech - gerund/infinitive - time clauses - + een aantal 'pitfalls' en 'collocations'
- Media and Communication: theoretische en praktische oefeningen i.v.m. de gedrukte en audiovisuele pers: lees- en luistervaardigheid
- American and British society in keywords: de student volgt een aantal sociaal - economische thema's in de Brits - Amerikaanse media en brengt hierover verslag uit. Enkele thema's die aan bod komen: Het politieke landschap - bevolking en geografisch aspect - onderwijs - godsdienst - media en entertainment.
- Today's Words in Context: basiswoordenschat van de bovengenoemde sociaal - economische thema's
- Mondelinge bespreking van teksten/programma's uit de gedrukte en audiovisuele pers.
- WebQuest: The Printed Press in Britain
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Syllabus
- Handboeken: Grip on Grammar - J. Dentant & G. Claeys - Wolters Plantyn
- Practical English Usage - Swan - Oxford
- Today's Words in Context - New Edition - IntertaaL
- DVD-/Videomateriaal en/of audiocassettes
- Lesmateriaal en oefeningen via internet
- WebQuest: The Printed Media
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
15
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
30
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
5
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 20% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 20% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 60% |
- 2 testen in de loop van het jaar: een gedetailleerde beschrijving van de leerstof per deelexamen staat in de syllabus.
- Test 1 : 25 % (januari)
- Test 2: 35 % (juni)
- Permanente evaluatie buiten de examenreeks en mondeling examen binnen de examenreeks (40%).
Aanwezigheid voor mondelinge oefeningen verplicht. Een ongewettigde afwezigheid resulteert in een cijfer '0' voor de oefening.
- Bij elk deelexamen wordt per zware fout een punt afgerokken van de score van het deelexamen. De scores van de deelexamens worden mathematisch opgeteld. Er bestaat een exhaustieve lijst van zware fouten.
- Zich houden aan deadlines is een vereiste.
Als je afwezig bent op een deelexamen georganiseerd buiten de examenreeks, mag je dat deelexamen inhalen indien je afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medisch attest. Het originele attest bezorg je aan het studentensecretariaat, de kopie ervan aan de betrokken lector en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Je maakt zelf een afspraak met de lector omtrent het tijdstip en de wijze waarop je het deelexamen kan inhalen. Indien je binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, ben je ongewettigd afwezig en krijg je geen punten op dat deelexamen.. Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in het OER.)
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 40% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 60% |
Leerstof van het hele jaar. Raadpleeg hiervoor het overzicht in de syllabus.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Redactie 2: gedrukte media |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Kranten Magazines Web (GM)
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100040 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Frederik Marain Leen Vervaeke Inge Van de Venne |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: gedrukte media; Nederlands: correct schrijven en spreken.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Kranten | 34% | Magazines | 33% | Web (GM) | 33% |
|
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Kranten |
|
|
|
Component behoort tot: | Redactie 2: gedrukte media | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100040 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Frederik Marain Leen Vervaeke Inge Van de Venne |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Duizenden mensen kijken elke ochtend halsreikend uit naar hun dagelijkse portie nieuws. De krant is immers nog steeds de papieren nieuwsdrager bij uitstek. Daarom moet je kort op de bal kunnen spelen: nieuws correct en glashelder bij de lezer brengen, interviews uitschrijven die de actualiteit duiden, een duidelijk en gefundeerd oordeel over een nieuw theaterstuk verwoorden,...
Bovendien moet je de lezer naar je krant lokken met aantrekkelijke koppen, pakkende intro's en verhelderende bijschriften. In Redactie Gedrukte media, kranten zit je het nieuws op de hielen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student beheerst de basisprincipes van redactionele organisatie en planning
- De student kan artikels schrijven in verschillende genres (recensie, interview, nieuwsbericht, nieuwsverslag) en voor verschillende doelgroepen.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: gedrukte media; Nederlands: correct schrijven en spreken.
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
Het interview
Het nieuwsbericht
|
STUDIEMATERIAAL
|
Teksten die de lector aanbrengt.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
9
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
19
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Geen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
100% van de punten staat op de opdrachten die de student in de loop van het semester uitvoert.
Alle schrijfopdrachten worden op basis van volgende criteria geëvalueerd: correct taalgebruik, aantrekkelijkheid op het vlak van inhoud en redactionele aanpak (koppen, intro's, streamers, bijschriften, kaderstukjes, ...), voldoen aan de eisen van het journalistieke genre (interview, nieuwsbericht, nieuwsverslag, recensie).
Voor een zware spelfout in een deelexamen verliest de student 3 van de 20 punten die hij op dat deelexamen kan behalen.
Wie uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aangeeft dat het om een citaat gaat, pleegt een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 t/m 87 van het OER.)
Kranten is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
De student krijgt op het examen-inzagemoment in overleg met de lector een aantal opdrachten.
Alle schrijfopdrachten worden op basis van volgende criteria geëvalueerd: correct taalgebruik, aantrekkelijkheid op het vlak van inhoud en redactionele aanpak (koppen, intro's, streamers, bijschriften, kaderstukjes, ...), voldoen aan de eisen van het journalistieke genre (interview, nieuwsbericht, nieuwsverslag, recensie).
Voor een zware spelfout in een deelexamen verliest de student 3 van de 20 punten die hij op dat deelexamen kan behalen.
Wie uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aangeeft dat het om een citaat gaat, pleegt een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 t/m 87 van het OER.)
Kranten is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Magazines |
|
|
|
Component behoort tot: | Redactie 2: gedrukte media | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100040 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Frederik Marain Leen Vervaeke Inge Van de Venne |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
De plof van de nieuwe Humo die op de deurmat valt, velen kijken er de hele week naar uit; de tientallen covers van magazines die in de kiosk naar de aandacht van de lezer hengelen, weinigen kunnen eraan weerstaan. In een magazine vindt de lezer immers inspiratie, ontspanning, informatie, enz.
Aan magazines wérken is dan weer een fascinerende uitdaging: je neemt wat afstand van de actualiteit, en dus moet je andere manieren vinden om de lezer te boeien. Je schrijft meeslepende reportages, in je interviews ga je op zoek naar fascinerende verhalen,... Tegelijkertijd ben je je bewust van de kracht van woorden: hoe neem je de lezer mee in je verhaal, hoe formuleer je koppen en tussenkoppen,...?
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student beheerst de basisprincipes van redactionele organisatie en planning
De student kan artikels schrijven in verschillende genres (recensie, interview) en voor verschillende doelgroepen.
De student kan koppen, intro's, leads en sluitstukken schrijven.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: gedrukte media; Nederlands: correct schrijven en spreken.
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
Doelgroep, ijkpersoon
Invalshoeken
Het interview, de reportage, ...
Koppen en intro's
De plank
De cover
|
STUDIEMATERIAAL
|
Teksten die de lector aanbrengt.
R. Van Vuuren.Het Lingeriedenken, Ambo, Amsterdam, 2010 L. Permentier. Stijlboek voor wie helder wil schrijven. Roularta Books, Roeselare, 2008. H.Donkers, S.Markhorst, M. Smits. Journalistiek schrijven voor het hoger onderwijs.Couthino, 2010 T. en M. Verleyen. Horen, zien en journalistiek schrijven. Wolters Plantyn, Mechelen, 2006 I. Cramer en M.Zwaan, Handboek Tijdschrift, Picture Publishers, 2011
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
30
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Binnen elke deeltaak worden 3 punten ( per 20 te behalen punten) afgetrokken per dt-fout.
Ook voor andere taal- en tikfouten en slordigheden kunnen tot 5 punten ( per 20 te behalen punten) worden afgetrokken.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
De student maakt verschillende opdrachten gedurende de eerste 6 weken van het semester. Er wordt GEEN examen georganiseerd in de examenreeks. De studenten krijgen wel een laatste schrijfopdracht in week 8, die wordt afgegeven op de eerste examendag.
Meer info over de verschillende opdrachten vind je op de p-schijf en kom je te weten via je aanwezigheid in de les.
Alle schrijfopdrachten worden op basis van volgende criteria geëvalueerd: correct taalgebruik, aantrekkelijkheid op het vlak van inhoud en redactionele aanpak (koppen, intro's, streamers, bijschriften, kaderstukjes, ...), voldoen aan de eisen van het journalistieke genre (interview, recensie).
Voor een zware spelfout in een deelexamen verliest de student 3 van de 20 punten die hij op dat deelexamen kan behalen.
Wie uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aangeeft dat het om een citaat gaat, pleegt een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 t/m 87 van het OER.)
Magazines is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
De student krijgt op het examen-inzagemoment in overleg met de lector een aantal opdrachten.
Alle schrijfopdrachten worden op basis van volgende criteria geëvalueerd: correct taalgebruik, aantrekkelijkheid op het vlak van inhoud en redactionele aanpak (koppen, intro's, streamers, bijschriften, kaderstukjes, ...), voldoen aan de eisen van het journalistieke genre (interview, recensie).
Voor een zware spelfout in een deelexamen verliest de student 3 van de 20 punten die hij op dat deelexamen kan behalen.
Wie uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aangeeft dat het om een citaat gaat, pleegt een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 t/m 87 van het OER.)
Magazines is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Web (GM) |
|
|
|
Component behoort tot: | Redactie 2: gedrukte media | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100040 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Frederik Marain Leen Vervaeke Inge Van de Venne |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Internet neemt voor veel mensen al een belangrijke plaats in in hun media- en nieuwsconsumptie. Toch is het nog een jong medium en dus nog in volle ontwikkeling. Internetnieuws komt niet alleen via online versies van bestaande publicaties, maar ook via blogs, twitter en andere social media. De aspirant-journalist wordt geconfronteerd met een wereld waarin niet alleen beroepsjournalisten nieuws maken, maar waarin hun voormalige publiek ook een bron van nieuws wordt. Een aantal van de vaardigheden die we aanleren in de "traditionele" journalistiek-vakken kunnen we toepassen in de webjournalistiek. Daarnaast gaan we op zoek naar specifieke Internet-vaardigheden en -formats. Daarnaast reflecteren we ook over de veranderingen in het medialandschap die het Internet teweegbrengt, over de veranderende rol van de journalist en over de wijzigingen in de verhouding tussen de journalist en zijn publiek.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kent de verschillende formats waarin Internet-nieuws kan geplaatst worden
- De student kan een journalistieke weblog aanmaken en onderhouden
- De student kan een algemeen concept voor een journalistieke website formuleren en helder presenteren
- De student kan de sitestructuur en wireframes van een nieuwssite maken
- De student kan het concept van een interactieve infografiek formuleren en presenteren
- De student heeft inzicht in de specifieke regels voor schrijven voor online
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: gedrukte media; Nederlands: correct schrijven en spreken.
|
|
Andere begincompetenties
|
Basis computer- en internetvaardigheden
|
LEERINHOUDEN
|
- Siteconcept voor journalistieke website
- Sitestructuur voor journalistieke website (met bijzondere aandacht voor "evolving story")
- Schrijven voor online
-
Weblog onderhouden
- Internet-formats
- Interactieve infografieken
- Wireframes
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Nota's tijdens de les
- Verwijzingen naar Internet-sites
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
38
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- Actieve aanwezigheid in de lessen
- Concept & sitestructuur journalistieke website
- Oefening "evolving story"
- Concept interactieve infografiek
- Wireframes journalistieke website
- Werkwoordfouten ("dt-fouten"): -1 punt op 20 per fout
Web (GM) is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Af te spreken met docent
Web (GM) is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Redactie 2: audiovisuele media |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Radio Televisie Web (AV)
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100041 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Jo Van Doninck Frederik Marain Wilfried Vanderhaeghen |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: audiovisuele media; Nederlands: correct schrijven en spreken.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Radio | 33% | Televisie | 34% | Web (AV) | 33% |
|
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Radio |
|
|
|
Component behoort tot: | Redactie 2: audiovisuele media | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100041 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Jo Van Doninck Frederik Marain Wilfried Vanderhaeghen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je leert teksten in spreektaal schrijven voor woorditems zoals presentatie, nieuws, agenda en een verslag. Je vlekkeloos Nederlands kan je daarna in de praktijk brengen tijdens een aantal radio-uitzendingen die je in kleine groepjes produceert op de campusradio. Tijdens de eerste contacturen worden voorbeelden besproken, later worden de gemaakte radio-uitzendingen per team geëvalueerd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan de juiste taal hanteren bij de aanmaak van nieuws, agenda, verslag en presentatie.
- De student kan informatie verzamelen, selecteren en bewerken voor de aanmaak van nieuws, agenda, verslag en presentatie.
- De student kan de hogervermelde items op de juiste manier inspreken tijdens een radio-uitzending.
- De student kan zelfstandig in de radiostudio werken.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: audiovisuele media; Nederlands: correct schrijven en spreken.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Opbouw van een nieuwsbericht, een agenda, een verslag, een voxpop en presentatie voor radio.
- Uitschrijven van een nieuwsbericht, een agenda, een verslag, een voxpop en presentatie voor radio.
- Inspreken van een nieuwsbericht, een agenda, een verslag, een voxpop en presentatie tijdens een radio-uitzending.
- Woordkeuze, zinsbouw, volgorde van informatie voor radio.
- Correct, vlot en natuurlijk spreken voor radio.
|
STUDIEMATERIAAL
|
P. Pelgrims. Journalistieke Radio- en TV-teksten schrijven. Uitgeverij Lannoo. Tielt, 2005
B. Timmermans. Klink klaar Uitspraak- en intonatiegids voor het Nederlands. Leuven, 2008
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
4
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
24
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
4
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- 100% individuele productevaluatie.
- Ten minste 5 producten uit minstens 4 radio-uitzendingen (presentatie, nieuws, agenda, verslag, voxpop).
- Evaluatie op gebied van schrijven en spreken.
- Afwezigheid bij evaluatie moet gewettigd zijn met een medisch attest: het origineel bezorgt de student aan het studentensecretariaat, een kopie aan de lector, en dat binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Dan kan de student een afspraak maken met de lector over het tijdstip en de wijze waarop hij de test kan inhalen. Indien de student binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, is hij ongewettigd afwezig en krijgt hij geen punten op dat deelexamen.
- Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft, volgens de procedure beschreven in de artikels 94 tot en met 97 van het OER.
Radio is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- Radio-uitzending van 20 minuten met volgende woordbijdragen: presentatie, nieuws, agenda, voxpop en verslag.
- 100% individuele productevaluatie.
- Evaluatie op gebied van schrijven en spreken.
- Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft, volgens de procedure beschreven in de artikels 94 tot en met 97 van het OER.
Radio is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Televisie |
|
|
|
Component behoort tot: | Redactie 2: audiovisuele media | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100041 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Jo Van Doninck Frederik Marain Wilfried Vanderhaeghen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je moet journalistieke verhalen kunnen schrijven voor televisie, in casu een eenvoudige journaalreportage met quotes, en met intro. Je moet je al meer dan elementair inzicht verwerven in de functie en de effecten van beelden in journalistieke verhalen, zeer vlot je moedertaal beheersen en je teksten perfect kunnen aanpassen aan het beeldmateriaal. Je moet de beelden zelf kunnen maken, met inzicht in de rol van onderwerp, beeldgrootte, kadrering, pan en tilt in functie van het verhaal
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- de student kan de juiste taal hanteren voor eenvoudige journaalreportages voor televisie
- de student kan reportages voorzien van een geslaagde intro
- de student kan uit interviews de juiste quotes kiezen voor zijn verhaal
- de student kan de quotes perfect inpassen in de structuur van zijn verhaal
- de student kan teksten hanteren die goed kunnen ingelezen worden
- de student kan de intro's al vrij vlot als desk-anker brengen
- de student kan zijn teksten in behoorlijke standaardtaal uitspreken
- de student kan zelf beelden maken, zo dat ze passen bij een journalistiek verhaal
- de student kan zelf een eenvoudige montage doen van de beelden
- de student kan al vrij vlot de relatie tekst-beeld hanteren
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: audiovisuele media; Nederlands: correct schrijven en spreken.
|
|
Andere begincompetenties
|
- de student is bereid vaak naar televisiejournaals te kijken van nationale en regionale zenders en aandacht te kweken voor stijl, taal, opbouw en beelden van reportages en hun eventuele intro's
|
LEERINHOUDEN
|
- begrijpelijkheid, leesbaarheid en toegankelijkheid van reporages voor televisie
- opbouw van journaalreportages voor televisie
- zinsbouw van journaalreportages voor televisie
- gebruik van juiste woordregisters voor reportages voor televisie
- schrijven van intro's voor reportages voor televisie
- inzicht in de functie en effect van beelden voor een journalistiek nieuwsverhaal (het getoonde, beeldgrootte, camerabewegingen: tilt en pan, camerahoek, ritme montage, achtergrond, geluid)
- juist gekozen én uitzendbare quotes produceren
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Verplichte lectuur: P. Pelgrims. Journalistieke Radio-en TV-teksten schrijven. Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2005
- digitale syllabus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
7
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
9
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
1
|
%
|
Verdere toelichting:
Geen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- geen schriftelijk of mondelinge examens, wel in principe een individueleopdracht: de groepsgrootte die voor de opdrachten is gepland, kan altijd wijzigen ten gevolge van onvoorziene logistieke problemen
- 1 gefilmde eenvoudige journaalreportages + intro + 2 quotes( 20p) én een volledige outprint van intro, bindteksten en quotes
- voor cijfertoekenning: zie blad met opdrachtomschrijving
- Bij elke opdracht wordt afgetekend voor ontvangst; afwezigheid bij testen moet gewettigd zijn met een medisch attest: het origineel bezorgt de student aan het studentensecretariaat, een kopie aan de lector, en dat binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Dan kan de student een afspraak maken met de lector over het tijdstip en de wijze waarop hij de test kan inhalen. Indien de student binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, is hij ongewettigd afwezig en krijgt hij geen punten op dat deelexamen.
- Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander, en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft, volgens de procedure beschreven in de artikels 94 tot en met 97 van het OER.
Televisie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
geen schriftelijk of mondelinge examen, wel een -in principe- individueleopdracht: de groepsgrootte die voor de opdrachten is gepland, kan altijd wijzigen ten gevolge van onvoorziene logistieke problemen
1 gefilmde, eenvoudige journaalreportage + intro + 2 quotes( 20p) én volledige outprint van intro, bindteksten en quotes
voor cijfertoekenning: zie blad met opdrachtomschrijving
Televisie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel: Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Web (AV) |
|
|
|
Component behoort tot: | Redactie 2: audiovisuele media | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100041 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Jo Van Doninck Frederik Marain Wilfried Vanderhaeghen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Internet neemt voor veel mensen al een belangrijke plaats in in hun media- en nieuwsconsumptie. Toch is het nog een jong medium en dus nog in volle ontwikkeling. Internetnieuws komt niet alleen via online versies van bestaande publicaties, maar ook via blogs, twitter en andere social media. De aspirant-journalist wordt geconfronteerd met een wereld waarin niet alleen beroepsjournalisten nieuws maken, maar waarin hun voormalige publiek ook een bron van nieuws wordt. Een aantal van de vaardigheden die we aanleren in de "traditionele" journalistiek-vakken kunnen we toepassen in de webjournalistiek. Daarnaast gaan we op zoek naar specifieke Internet-vaardigheden en -formats. Daarnaast reflecteren we ook over de veranderingen in het medialandschap die het Internet teweegbrengt, over de veranderende rol van de journalist en over de wijzigingen in de verhouding tussen de journalist en zijn publiek.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kent de verschillende formats waarin Internet-nieuws kan geplaatst worden
- De student kan een journalistieke weblog aanmaken en onderhouden en er audio-visueel materiaal op zetten
- De student kan een algemeen concept voor een journalistieke website formuleren en helder presenteren
-
De student kan de sitestructuur en wireframes van een nieuwssite maken
- De student kan het concept van een interactieve infografiek formuleren en presenteren
- De student heeft inzicht in de specifieke regels voor schrijven voor online
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: audiovisuele media; Nederlands: correct schrijven en spreken.
|
|
Andere begincompetenties
|
Basis computer- en Internetvaardigheden
|
LEERINHOUDEN
|
- Siteconcept voor journalistieke website
- Sitestructuur voor journalistieke website (met bijzondere aandacht voor "evolving story")
- Schrijven voor online
- Weblog onderhouden
- Internet-formats
- Interactieve infografiek
- Wireframes
|
STUDIEMATERIAAL
|
Nota's tijdens de les Verwijzingen naar Internet-sites
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
Actieve aanwezigheid in de lessen
Concept & sitestructuur journalistieke website
Oefening "evolving story"
Concept interactieve infografiek
Wireframes journalistieke website
Werkwoordfouten ("dt-fouten"): -1 punt op 20 per fout
Web (AV) is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
Af te spreken met docent.
Web (AV) is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Instellingen en weekoverzicht |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100044 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Veerle Rombouts Edgard Peeters |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Ons dagelijks bestaan wordt meer en meer bepaald door structuren en instellingen. In dit opleidingsonderdeel leer je dit ingewikkelde web te ontcijferen. Op het eind van het semester ben je in staat elk krantenartikel hierover te begrijpen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan het belang en de eigenheid van de behandelde instellingen en structuren weergeven, en er zich een gefundeerde mening over vormen.
-
De student volgt dagelijks het nieuws en beperkt zich daarbij niet tot één medium.
- De student kan maatschappelijke thema's vanuit verschillende invalshoeken ('neutraal') benaderen.
- De student kan zich een onderbouwde mening over bepaalde thema's vormen.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je minstens 20 stpnt verworven hebben.
|
|
Andere begincompetenties
|
Interesse in de actualiteit.
Interesse in het lezen van kranten.
|
LEERINHOUDEN
|
Overzicht van de belangrijkste Belgische, Europese en Wereldinstellingen op politiek, sociaal en economisch gebied.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Plantijn-syllabus
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
24
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 75% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 25% |
Puntenverdeling:
- Instellingen: 15/20
- Weekoverzicht: 5/20
Instellingen: mondeling examen (omvat vragen waarin zowel naar kennis als naar inzicht wordt gepeild).
Weekoverzicht: maandelijkse test: schriftelijk (persoon, instelling, begrip,... situeren) of mondeling (discussie). Wie driemaal afwezig is bij deze deelexamens, krijgt een 0 voor het onderdeel Weekoverzicht.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 75% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 25% |
Instellingen: mondeling examen (omvat vragen waarin zowel naar kennis als naar inzicht wordt gepeild). De leerstof die tijdens dit examen bevraagd wordt, is dezelfde als deze van de eerste examenperiode.
Weekoverzicht: schriftelijk examen (omvat 15 begrippen uit de actualiteit die gevolgd moet worden tijdens de maanden juli en augustus).
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Actua: regionaal en nationaal |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100045 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 of 3 - Semester 1 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Greet Elsen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je volgt de complexe Belgische (taal)politiek en kan de gebeurtenissen in hun context plaatsen
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je minstens 20 stpnt verworven hebben.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Vragen als: waarom hebben wij een taalgrens, welke invloed hebben de taalwetten op ons dagelijks leven, bestaat er zoiets als 'de' Vlaamse beweging en/of 'de' Waalse beweging, waarom is (was) B.H.V. zo'n belangrijk item, warom heeft Vlaanderen een ander economisch klimaat dan Wallonië, waarom liggen thema's uit WO II ( collaboratie versus verzet) nog steeds zeer gevoelig....worden in hoorcolleges toegelicht.
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
35
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 100% |
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 100% |
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Actua: internationale topics |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100046 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 of 3 - Semester 1 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Veerle Rombouts |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je volgt de nationale en internationale politieke actualiteit en kan gebeurtenissen in hun context plaatsen . Dit doe je door de colleges te volgen en relevante informatie in de binnen- en buitenlandse pers te zoeken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je minstens 20 stpnt verworven hebben.
|
|
Andere begincompetenties
|
Basiskennis van en interesse voor de internationale actualiteit.
|
LEERINHOUDEN
|
Hoorcolleges over internationale actuele conflicten. Volgen van de dagelijkse buitenlandse actualiteit.
|
STUDIEMATERIAAL
|
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
33
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
Schriftelijk examen op 20 punten
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
Schriftelijk examen op 20 punten.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Actua: globalisering en ontwikkeling |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100047 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 of 3 - Semester 1 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Greet Elsen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je volgt de nationale en internationale politiek en je kan de gebeurtenissen in hun "globale" context plaatsen. Je kan de toenemende globalisering van de politiek en vooral de economie ook plaatsen in hun historisch perspectief. Dit doe je door de colleges te volgen en ook zelf naar relevante informatie in de binnen- en buitenlandse pers te zoeken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je minstens 20 stpnt verworven hebben.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
Colleges over globalisering in historisch perspectief en de grootmachten van de 21ste eeuw in een multipolaire wereldorde.
Kritisch rapport van een actueel thema rond globalisering.
Gastcolleges
|
STUDIEMATERIAAL
|
Syllabus
Eigen rapport en rapporten van medestudenten
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
33
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
7
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 100% |
Mondeling examen over de leerstof, de gastcolleges en de rapporten.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 100% |
Mondeling examen over de leerstof, de gastcolleges en de rapporten.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Themajournalistiek: sport |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100048 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Veerle Van Assche Wilfried Vanderhaeghen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In dit opleidingsonderdeel krijg je een gevarieerde mix voorgeschoteld van achtergrond en analyse omtrent sportverslaggeving. Onder begeleiding werk je aan twee sportjounalistieke redactieopdrachten. Gastcolleges door ervaren sportjournalisten en door ‘sportexperten’ bieden je extra kansen om de kneepjes van het vak te leren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student is vertrouwd met de belangrijkste trends en issues in de sportverslaggeving
-
Hij kan een volwaardig sportjournalistiek stuk (radio, tv en/of print) maken.
-
De student kan de impact van marketing en economie op het sportgebeuren inschatten
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Economische inzichten.
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
In dit opleidingsonderdeel verdiepen studenten zich in de specifieke branche van de sportjournalistiek.
Colleges die maatschappelijke achtergrond bieden bij het sportgebeuren worden afgewisseld met praktijkcolleges.
In de praktijkcolleges kunnen studenten onder begeleiding de eigen sportjournalistieke vaardigheden bijschaven.
In de colleges die maatschappelijke duiding bieden, komen
ondermeer volgende topics aan bod:
-
De wisselwerking tussen sport en samenleving
-
De wisselwerking tussen sport, economie en marketing
-
Sport en overheidsoptreden (sportactiveringsbeleid, regulering van doping in de sport, ...)
-
Trends en issues in de sportverslaggeving
|
STUDIEMATERIAAL
|
Reader
Lesnota's
Video en/of audiofragmenten
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
26
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
10
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 45% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 55% |
De beoordeling gebeurt op basis van volgende elementen:
-
2 sportredactionele stukken
-
Groepspresentatie en groepspaper (bespreking van de Vlaamse sportverslaggeving - radio, tv, print of web)
-
Mondeling examen
50 % van de punten staat op de redactionele opdrachten.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 45% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 55% |
- Examen en individuele mediawatchopdracht (50 %)
- Redactionele opdracht (50 %)
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Themajournalistiek: lifestyle en human interest |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100049 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Willy Debandt Inge Van de Venne |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Wat is het belang van lifestyle en human interest in de internationale media? Welke media zijn er mee bezig en hoe pakken zij dit aan?
Waar halen lifestylejournalisten hun nieuws?
Hoe maak je een goed verhaal?
Wat is de economische inpakt van lifestyle? Heeft de crisis gevolgen voor de lifetsylesector binnen de media?
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-De student kent het werkveld van de lifestylejournalist.
- De student kent het belang van human interest.
- De student kent de belangrijkste media voor lifestyle en human interest.
- De student kent de nieuwsbronnen voor lifestyle en human interest.
- De student kan een volwaardig journalistiek product aanmaken vanuit het standpunt lifestyle en human interest.
- De student kent het economisch belang van lifestyle en human interest.
- De student kent de economische gevolgen van de crisis voor de sector van lifestylejournalistiek.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Economische inzichten.
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen.
|
LEERINHOUDEN
|
- Wie is de lifestylejournalist.
- Wat zijn de belangrijkste media die zich met lifestyle en human interest bezighouden?
- Hoe komt een lifestyle verhaal tot stand?
- Wat zij de gevolgen van de crisis op deze sector?
|
STUDIEMATERIAAL
|
“Big Short: de geheime winnaars van de kredietcrisis”
Van Lewis Michael
ISBN 9789461640147
Uitg. Van Gennep Amsterdam
gastelessen
powerpoint behorende bij de les
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
30
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
Gedurende 8 weken wordt de sociaal-maatschappelijke context van de lifestylesector besproken door de lector en enkele gastlectoren. Hieraan worden twee redactionele opdrachten gekoppeld + de verplichte lectuur.
Gedurende 4 weken wordt de economische context van lifestyle besproken. Hieraan wordt een opdracht gekoppeld op basis van verplichte lectuur.
Opdracht
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 60% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 40% |
- De studenten presenteren in groep de bevindingen van hun onderzoek (zowel voor gedeelte life/human interest als voor het gedeelte economie).
- De student legt een examen af over de gedoceerde inhoud, de inhoud van de gastcolleges en de gelezen boeken. Ebkel voor het luik economie!
- De student legt een portfolio aan met daarin de redactionele opdrachten en een individuele conclusie uit het onderzoek.
40% van de punten staat ophet gedeelte economie, 60% op het gedeelte 'Lifestyle en human interest maatschappelijk bekeken'.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | Media | 60% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 40% |
Redactionele opdracht (60%)
Opdracht luik economie ( 40%)
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Themajournalistiek: cultuur |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100050 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 2 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Jo Van Doninck Willy Debandt |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Als toekomstig journalist-redacteur kan je reportages, interviews en/of achtergrondanalyses maken voor radio of teevee ivm cultuur (podiumkunsten, beeldenden kunsten, muziek, literatuur, cultuurbeleid)
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan een journalistiek radio-of televisieproduct maken over cultuur
- De student kan de makers van cultuurproducten in een cultuurhistorisch perspectief plaatsen
- De student kan de cultuurproducten duiden als uitdrukkingen van een tijdsgeest
- De student kan de dagelijkse culturele actualiteit volgen zodat hij verbanden kan leggen tussen deze actualiteit en bredere tendenzen die ontstaan
- De student kan verhelderende en relevante interviews maken ivm cultuur
- De student heeft zicht op het economisch belang van cultuur
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Economische inzichten.
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
- Notities in de les
- analyse van journalistieke radio-en televiseproducten over cultuur
- maken van journalistieke radio-en televiseproducten over cultuur
- Gastcolleges (onder voorbehoud)
- Voor het economisch luik: het boek ‘Vrije val (Joseph Stiglitz) uitg. Unieboek/Spectrum isbn 978 90 491 0335 4
|
STUDIEMATERIAAL
|
- uitgezonden en/of getoonde journalistieke radio-en televisieproducten over cultuur
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
40
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
32
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
8
|
%
|
Verdere toelichting:
- Gedurende 8 weken worden dmv analyse jurnalistieke radio-en teeveeproducten over cultuur besproken en wordt uitgelegd hoe zo'n producten worden gemaakt
- de studenten leeren zelf een structuur&concept binnen over hoe ze zelf zo'n journalistiek product gaan maken
Gedurende 4 weken wordt de economische context van cultuur besproken. Hieraan wordt een opdracht gekoppeld op basis van verplichte lectuur. Je bestudeert in groepjes van maximum 5 personen een medium dat zich bezighoudt met cultuur.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- .een journalistiek radio-of teeveeproduct gemaakt in groep (collectief op 20p)
- Voor het economische luik: examen en paper met als vertrekbasis bovengenoemd boek
40% van de punten staat op het gedeelte economie, 60% op de rest
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- examen (40%) (voor het economische luik)
- een individuele journalistieke opdracht voor radio pf teevee (60%)
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Mediacontext |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Mediasociologie Wetgeving en deontologie
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100051 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Cornil Patrick Herroelen |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
raadpleeg de fiches van de componenten
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je minstens 20 stpnt verworven hebben.
|
|
Andere begincompetenties
|
raadpleeg de fiches van de componenten
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Mediasociologie | 50% | Wetgeving en deontologie | 50% |
raadpleeg de fiches van de componenten
|
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Mediasociologie |
|
|
|
Component behoort tot: | Mediacontext | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100051 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Koen Cornil Patrick Herroelen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Welke macht krijg je later als journalist? Zal jij altijd de ongenuanceerde waarheid schrijven? Waarom? Zal je de meest emotionele beelden brengen, of net niet? Mediasociologie bestudeert de rol van de massamedia in de samenleving. Ze staat stil bij de effecten die ze teweegbrengen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
-
De student bezit inzicht in en kennis over de werking van de massamedia en hun impact op mens en samenleving
-
De student kan patronen en mechanismen herkennen in het mediagebeuren.
-
De student weet de (relatieve) macht van massamedia in te schatten
-
De student is vertrouwd met de belangrijkste communicatiewetenschappelijke theorieën
-
De student is in staat zijn positie als journalist en de eigen mediaproducten in vraag te stellen
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je minstens 20 stpnt verworven hebben.
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
In het vak 'mediasociologie' zoeken we met behulp van sociologische denkkaders ondermeer een antwoord op volgende vragen:
-
Wat verklaart het succes van reality-tv programma’s en soaps? Wat is hun impact op de samenleving?
-
Welke rol speelt/ speelde de media in de Irakoorlog?
-
Wat is de invloed van de setting (mediaconcentratie en commerciële druk, politieke druk en impact en druk vanuit de eigen mediaorganisatie) waarbinnen de journalist opereert?
-
Wat is de impact van geweld op tv en in computergames op jeugd / kinderen?
-
Waarom tilden sommigen zo zwaar aan de nepuitzending over een onafhankelijk Vlaanderen op de RTBF?
-
Wat is de impact van de media op de politiek?
We vertrekken zoveel mogelijk vanuit concrete actuele cases. Nadien haken we daar theoretische denkkaders aan vast. Zo verwerven studenten een inzicht in wetenschappelijke theorieën die duiding bieden bij de productie, de consumptie en de werking van de massamedia. Volgende thema’s komen aan bod:
- Onderzoek met focus op de massacommunicator (gatekeepingstudies, het concept mediahype, de invloed van de maatschappelijke context op de massacommunicator, ....)
- Onderzoek met focus op massa-communicatieve boodschappen (de bestudering van mediagenres, inhoudsanalyse van mediaboodschappen, ....)
-
Onderzoek naar mediapublieken
-
Onderzoek naar media-effecten (de macht van de media, media en geweld, media en nieuwseffecten, ...)
-
Massamedia in het informatietijdperk
|
STUDIEMATERIAAL
|
Syllabus
Reader
Lesnota's
Tijdens de hoorcolleges worden extra documenten en teksten uitgedeeld
De hoorcolleges worden ondersteund met audio-visueel materiaal
Themales door gastspreker
Boek: Luyendijk, J. (2006). Het zijn net mensen. Amsterdam: Podium.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
2
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
Schriftelijke examen . Zowel kennis van als inzicht in de leerstof worden getoetst. De examenvragen kunnen komen uit de hoorcolleges, de syllabus, en uit het extra aangeleverd materiaal tijdens de hoorcolleges, alsook uit een lectuur- verwerkingsopdracht .(20 punten)
Mediasociologie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
Schriftelijk examen. De examenstof blijft dezelfde.
Mediasociologie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Wetgeving en deontologie |
|
|
|
Component behoort tot: | Mediacontext | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100051 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Koen Cornil Patrick Herroelen |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Persvrijheid zonder grenzen? Ook als journalist ben je gebonden aan allerlei wetten en morele regels. Je mag bijvoorbeeld niet zomaar in iemands privé-leven gaan snuffelen. Maar anderzijds word je wel wettelijk beschermd. In deze cursus onderzoek je de grenzen van wat juridisch en deontologisch kan en niet kan.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan correct journalistiek handelen binnen de grenzen van de geldende afspraken van formele en informele regels.
- De student kent de grondwettelijke vrijheden en de bij wet vastgelegde beperkingen en restricties. Hij weet waar de betrokken teksten kunnen worden geraadpleegd.
- De student kent de deontologische afspraken die journalisten zichzelf opleggen.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je minstens 20 stpnt verworven hebben.
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
- De grondwettelijke vrijheden van meningsuiting en van pers en het recht op informatie
- De bij wet vastgelegde beperkingen en restricties die het journalistieke handelen mee bepalen
- Deontologische codes
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursustekst
- Wetteksten (documentatie)
- Praktijkvoorbeelden: krantenknipsels (overhead), geluidsfragmenten (audio), beeldfragmenten (video, dvd)
- Presentaties en schema's (powerpoint)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
46
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
0
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Geen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
- Schriftelijke evaluatie
- Openboekexamen waarin een aantal concrete situaties ter beoordeling worden voorgelegd
OPGELET DIT IS GEEN MAKKELIJKE VORM VAN BEVRAGING!
- Fouten tegen werkwoordvormen worden gesanctioneerd (-0,5 punt) met een maximum van - 2 punten.
Wetgeving en deontologie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
- Schriftelijke evaluatie
- Openboekexamen waarin een aantal concrete situaties ter beoordeling worden voorgelegd.
- Fouten tegen werkwoordvormen worden gesanctioneerd (-0,5 punt) met een maximum van - 2 punten.
Wetgeving en deontologie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Internationaal medialandschap |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | Internat. medialandschap: GM Internat. medialandschap: gedrukte media Internat. medialandschap: AV
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100052 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Koen Cornil Hilde Leemans |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Journalistieke context.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | Internat. medialandschap: gedrukte media | 50% | Internat. medialandschap: AV | 50% |
|
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Internat. medialandschap: gedrukte media |
|
|
|
Component behoort tot: | Internationaal medialandschap | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100052 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Koen Cornil Hilde Leemans |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In dit vak richt je je aandacht op de printmedia in de brede zin van het woord .Je pluist uit welk bedrijf er schuilgaat achter kranten , weekbladen en magazines zowel in België als in het buitenland .Je analyseert de problemen , je bespreekt de nieuwe trends enz
De grote mediagroepen in Europa , de invloedrijkste publicaties worden onder de loep genomen . Verder praten we over de relatie traditionele media en digitale media en de visies van verschillende specialisten . Tenslotte wordt mediaconcentratie ( en enkele voorbeelden ) behandeld.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De student kan een overzicht geven van de huidige stand van zaken in de media.
De student kan de nieuwe evoluties kritisch beoordelen en kan ze in een algemene context plaatsen .
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Journalistieke context.
|
|
Andere begincompetenties
|
De student heeft met succes de cursus medialeer in het eerste jaar gevolgd.
|
LEERINHOUDEN
|
Bespreking van de belangrijkste spelers in de Belgische media en in het buitenland.
Problematiek van de mediaconcentratie wordt besproken .
Invloed van de PR en de reclame op de printmedia komt aan bod .
De rol van de overheid wordt ook bestudeerd.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Syllabus
powerpoint
teksten uit kranten en tijdschriften
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
34
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 10% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 90% |
Schriftelijk examen met nadruk op inzichtsvragen en minder op kennisvragen 18 p
Groepswerk 2 p
Dit groepswerk wordt georganiseerd in samenwerking met het vak Internationale media AV . De helft van de studenten presenteert het werk bij Print en de andere helft bij AV . De punten gelden voor beide vakken dwz 2 p voor IM print en 2 pvoor IM AV .
Als je afwezig bent op een deelexamen georganiseerd buiten de examenreeks , dan mag je dat deelexamen inhalen indien de afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medisch attest. Het originele attest bezorg je aan het studentensecretariaat , de kopie ervan aan de betrokken lector, en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Je maakt zelf een afspraak met de lector omtrent het tijdstip en de wijze waarop je het deelexamen kan inhalen.
Internationale media print is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel :
Elk component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten , gedeeld door het aantal componenten.
Indien, je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten , en niet gedelibereerd wordt , moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en ) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde , levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100%% |
Tweede examenperiode
Schriftelijk examen : 20 punten
Internationale media print is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel :
Elk component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten , gedeeld door het aantal componenten.
Indien, je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten , en niet gedelibereerd wordt , moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en ) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde , levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Internat. medialandschap: AV |
|
|
|
Component behoort tot: | Internationaal medialandschap | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100052 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Koen Cornil Hilde Leemans |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze component ga je de structuren achter radio en televisie ontdekken. Je bestudeert lokale en landelijke radio, regionale en landelijke televisie, digitale televisie, de openbare omroep. Gestart wordt er met de overheid, de actoren en het beleid en nadien worden alle spelers in het medialandschap besproken.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Kenismaking met de actoren in het Europese radio en televisielandschap
- De actoren in het Vlaamse radio en televisielandschap zijn gekend
- Radio en televisie als communicatiekanalen kunnen kaderen in het medialandschap in de ruime zin
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Journalistieke context.
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
- Organisatie, werking en beleid van radio en televisie in Vlaanderen (België) staan centraal.
- aandacht voor de rol, functie, werking en structuur van massamedia op Europees niveau.
- Een beperkte historische situering schetst de voornaamste evolutielijnen inzake radio en televisie.
- Het medialandschap wordt geschetst vanuit de variatie aan radio en televisie zoals die zich voor de studenten thans aandient. Volgende domeinen worden behandeld:
- de evolutie van productie naar distributie
- de bevoegdheid radio en televisie
- de overheid: ministers en bevoegdheden, advies en toezichtsorganen
- Een variatie aan radio en televisie
- landelijke radio en televisie
- regionale radio en televisie
- lokale radio
|
STUDIEMATERIAAL
|
Cursustekst Lesnota's Media-actualiteit
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
34
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
|
%
|
Verdere toelichting:
hoorcolleges zijn gericht op kennisoverdracht - interactiviteit wordt aangemoedigd
Het is de bedoeling dat je ook de media-actualiteit volgt. Je gaat gedurende een week zeer intensief de media-actualiteit volgen en je informeert hierover je medestudenten door middel van een presentatie.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 10% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 90% |
schriftelijk examen op 18 punten.
2 punten op presentatie media-actualiteit.
Omdat de media-actualiteit zich niet altijd laat opdelen wordt dit gedeelte georganiseerd samen met het facet “Internationaal Medialandschap - Gedrukte Media” Je presentatie staat op 2 punten. Maar deze twee punten worden hernomen voor het andere facet. Je punten gelden dus zowel voor het facet Audiovisuele media als voor het facet Gedrukte media.
AV media is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
schriftelijk examen op 20 punten.
AV media is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Research en CAR 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100053 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Greet Elsen Frederik Marain |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In dit vak leer je waar een journalist “de mosterd haalt”. We onderzoeken waar en hoe je informatie kan zoeken, wat je moet doen om niet te verdrinken in het overaanbod van informatie, welke verschillende soorten bronnen interessant zijn voor een journalist, hoe je het internet kan gebruiken bij je research. Al die aspecten worden voortdurend getraind in praktijkoefeningen.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
1. De student kan nieuws zien en vinden ( spontane research). 2. De student kan nieuws vinden voor een specifiek regionaal medium. 3. De student kan zoeken naar personen voor een interview. 4. De student kan relevante informatie vinden via de diverse informatiekanalen. 5. De student kan een interview grondig voorbereiden. 6. Digitale research: - het internet kritisch kunnen gebruiken voor het uitvoeren van informatieopdrachten - een praktisch bruikbaar researchdossier kunnen opstellen.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Journalistieke technieken
|
|
Andere begincompetenties
|
- Algemene kennis van het medialandschap.
- Basiskennis internet.
|
LEERINHOUDEN
|
- Het journalistiek proces.
- Nieuwsgaring.
- Soorten bronnen.
- Selecteren van informatie.
- Google:
- werking van search engines
- andere search engines dan Google
- geavanceerd zoeken
- Google News
- Google Desktop
- Google Map
- Persagentschappen:
- raadplegen van Belga en andere persagentschappen via internet
- Goede journalistieke research sites
|
STUDIEMATERIAAL
|
aangeleverde teksten
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
17
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
26
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
- Hoorcollege.
- Gastcollege.
- Practicum.
- Computerpracticum met instructie (digitale research).
- Concrete toepassingen van dit opleidingsonderdeel maken deel uit van de workshops Gedrukte Media en AV.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- Researchbundel opstellen: 10 punten.
- Digitale research: oefeningen en actieve participatie : 10 punten.
- Voor ieder deelexamen: min 1 punt proportioneel op 20 per werkwoordsfout
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- Researchbundel opstellen: 10 punten.
- Digitale research: researchdossier.: 10 punten.
- Voor ieder deelexamen: min 1 punt proportioneel op 20 per werkwoordsfout.
- Punten voor een deelexamen waarvoor je tijdens de eerste examenperiode een voldoende behaalde, worden overgedragen naar de tweede examenperiode.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Interviewen 2 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100054 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Nadia Vissers Jo Van Doninck |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Aan de hand van oefeningen en praktische toepassingen leer je de basistechnieken van het kritisch zakelijk interview en het persoonsgericht interview. Je traint het hele jaar door verschillende interviewvormen. Je mag daarvoor rekenen op intensieve, individuele begeleiding en feedback. Tijdens gastcolleges lichten vakspecialisten belangrijke aspecten van de journalistieke praktijk toe.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De studenten beheersen grondig de interviewtechnieken van het zakelijk-kritische interview (KRIZANT) en het persoonsgericht interview (PINT) (van voorbereiding tot eindproduct).
- De studenten kunnen informatie selecteren en verwerken vanuit een journalistieke functie.
- De studenten kunnen invalshoek en nieuwswaarde van een interview bepalen en realiseren.
- De studenten zijn in staat belangrijke journalistieke problemen en thema’s te duiden.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Journalistieke technieken
|
|
Andere begincompetenties
|
Openheid voor feedback en bereidheid tot bijsturing. Bereidheid om op radio en teevee interviewprogramma's te bekijken en te bestuderen
|
LEERINHOUDEN
|
De studenten leren de basistechnieken van de journalistiek aan de hand van oefeningen en praktische toepassingen:
- Interviewtechnieken.
- Selecteren: selectiemechanismen en -criteria.
- Journalistieke technieken en thema’s worden toegelicht vanuit de journalistieke praktijk tijdens de werk- en gastcolleges.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Notities: digitaal.
- Audiovisueel materieel, actuele dagbladen en publicaties, internet.
- Diverse interviewprogramma's op radio en TV (zelfstudie).
- Verplichte lectuur van "Het land is moe" van Tony Judt, als voorbereiding op een kritisch-zakelijk interview.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
16
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
20
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Geen.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- Productevaluatie: beoordeling drie interviews, waarvan twee kritisch-zakelijke interviews (krizant)en één persoonsericht (human interest) interview. Kritisch-zake interviews: 1) 20p 2) 50p. Human interest: 30p. Voor een taak die niet of te laat wordt afgegeven,krijgt de student een 0 op die taak, Bij ziekte stuur je de taak in de staat waarin ze zich bevindt, vóór de deadline naar de lector. Zodra je genezen bent, geef je de papieren versie af, vergezeld van een medisch attest Indien je binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, ben je ongewettigd afwezig en krijg je geen punten op die taak.
- Dt-fouten worden gesanctioneerd: per dt-fout wordt 1 punt op de totaalscore van de taak afgetrokken.
- As de uitspraak ondermaats is, kunnen tot 2 p./20 per opdracht worden afgetrokken.
- Als je uitspraken letterlijk overneemt van een ander en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleeg je een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in het OER.)
- Ongewettigde afwezigheid tijdens gastcolleges worden gesanctioneerd: -1 per afwezigheid op de totaalscore van het opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 100% |
- De student maakt alleen een nieuwe opdracht binnen het interviewgenre (kritisch-zakelijk / persoonsgericht) waarvoor hij niet geslaagd was. Het herexamen bestaat dan alleen en volledig uit dat interview dat moest herdaan worden, en wordt dus ook voor 100% op 20p. gequoteerd. Als beide genres moeten herdaan worden, is de verdeling op 20p: 14. voor kritisch-zakelijk en 6 p.voor persoonsgericht interview. Het interview moet op een informatiedrager staan én ook volledig uitgeprint zijn.
- Dt-fouten worden gesanctioneerd: per dt-fout wordt 1 punt op de totaalscore van de taak afgetrokken.
- Als de uitspraak ondermaats is, kunnen tot 2 p./20 per opdracht worden afgetrokken.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - ICT en onderzoek |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Ja | O.O. bestaat uit componenten: | ICT Journalistiek en onderzoek
| Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100055 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 4 | Totaal studietijd: | 104 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Philippe Mairiaux Koen Cornil |
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Journalistieke technieken
|
|
Andere begincompetenties
|
|
WEGING
|
|
Componenten | Weging | ICT | 50% | Journalistiek en onderzoek | 50% |
|
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - ICT |
|
|
|
Component behoort tot: | ICT en onderzoek | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100055 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Philippe Mairiaux Koen Cornil |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Steeds meer bedrijven verwachten van hun werknemers dat ze met de computer kunnen werken. Logisch dus dat je één van de meest universele besturingsprogramma's, Windows, kent als je broekzak. Excel zitten je in de vingers. Een presentatie geef je voortaan met PowerPoint.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
De studenten kunnen logische problemen uit de praktijk oplossen met excel. Ze kunnen de belangrijkste ingebouwde functies hanteren inclusief de matrixformules. Ze kunnen gegevensbanken en hun functies manipuleren in excel. Ze kunnen een mail-merge creëren met Word en Excel.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Journalistieke technieken
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen.
|
LEERINHOUDEN
|
|
STUDIEMATERIAAL
|
Eigen cursus.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
26
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
26
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Geen.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
Openboek examen op computer in de vorm van meerkeuzevragen. De student krijgt een zeker aantal meerkeuzevragen. Hij mag daarvoor zijn/haar boeken, cursussen en andere notities gebruiken en mag tijdens het examen Excel eveneens gebruiken. Duur: 50'.
ICT is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
Openboek examen op computer in de vorm van meerkeuzevragen. De student krijgt een zeker aantal meerkeuzevragen. Hij mag daarvoor zijn/haar boeken, cursussen en andere notities gebruiken en mag tijdens het examen Excel eveneens gebruiken. Duur: 50'.
ICT is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Journalistiek en onderzoek |
|
|
|
Component behoort tot: | ICT en onderzoek | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100055 | Academiejaar: | 2011-2012 | Lector(en) | Philippe Mairiaux Koen Cornil |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Welk beeld hebben de Vlaamse kranten van de jeugd? Verschilt de berichtgeving op de VRT van die op VTM? Deze en andere vragen zijn het uitgangspunt van communicatieonderzoek. Je leert kritisch omgaan met enquêteresultaten en onderzoeksmethodes. Je leert ze op hun waarde te beoordelen
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student is vertrouwd met de basisbegrippen van het wetenschappelijk onderzoek (populatie, steekproefkader, representativiteit, ..)
- De student is vertrouwd met de elementaire methoden en technieken van zowel kwantitatief en kwalitatief onderzoek
- De student kan de wetenschappelijke waarde van een onderzoek inschatten. Hij weet aan welke beoordelingscriteria de uitkomsten van een onderzoek moeten worden getoetst
- De student kan de resultaten van een onderzoek op een juiste manier interpreteren
- De student kan helder en exact rapporteren over een wetenschappelijk onderzoek
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Journalistieke technieken
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
Het vak ‘Onderzoek en journalistiek’ wil volgende drie zaken aanreiken
a) Een basiskennis wetenschappelijke onderzoekstechnieken
Rapporteren over onderzoek is tegenwoordig ‘part of the job’ van quasi elke journalist.
Dit rapporteren over onderzoek is echter niet evident. Ten eerste zijn er communicatiebarrières en spanningen tussen journalisten en deskundigen. Verder schieten journalisten vaak tekort als het aankomt op wetenschappelijke bagage om cijfers te interpreteren. Zo sluipen er fouten in de rapportering. In dit opleidingsonderdeel wordt een 'survival kit' aangeboden om als journalist de meest voorkomende fouten zo veel mogelijk te vermijden.
b) Een basiskennis ‘mediaonderzoek’
Wie werkt in de mediabranche moet op zijn minst op een goede manier cijfers en onderzoeken kunnen interpreteren die betrekking hebben op het mediagebeuren. In dit vak wordt daarom dieper ingegaan op de interpretatie van deze cijfers.
c) Een survival kit om een eigen kleinschalig kwantitatief onderzoek op te zetten
Studenten verwerven de vaardigheden
om een zeer eenvoudige enquête en/of poll te kunnen lanceren. Zij krijgen daarnaast vooral inzicht in de gevaren bij de interpretatie van niet representatieve enquêtes.
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Syllabus
- Handouts van powerpointpresentatie
- Bundel met krantenartikels
- Gastles rond kijk- en luistercijfers
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
29
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
15
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
De evaluatie gebeurt op basis van een schriftelijk examen ( 10 punten staan op theorie, 10 punten staan op oefeningen)
Journalistiek en onderzoek is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 100% |
Schriftelijk examen op 20 punten waarbij de helft van de punten staat op theorie, de andere helft op oefeningen)
'Journalistiek en onderzoek' is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:
Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport . Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten. Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Journalistieke praktijk 2: magazines |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100056 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Frederik Marain Leen Vervaeke Imelda Van Praet Patrick Herroelen Sandra Mermans Inge Van de Venne Olaf Spittaels |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Na introductiesessies van de verschillende workshopvakken (zoals fotografie, grafische technieken en groepsdynamica), werk je samen met je redactieteam aan een themamagazine dat aanslaat bij een vooropgesteld publiek, ook door zijn vormgeving. Jullie zijn in team verantwoordelijk voor research, journalistieke keuzes, tekstinhoud, foto’s en lay-out. Het eindproduct is het resultaat van de inbreng van heel wat vakken. Het kan alleen maar slagen mits intensieve samenwerking met je redactiegenoten. Ook die samenwerking wordt geëvalueerd.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
FOTOGRAFIE:
De student
- heeft kennis van vakterminologie en werkvormen.
- kan werken met een analoge en een digitale fotocamera.
- is in staat foto's te maken afgestemd op doel en doelgroep.
- heeft oog voor de esthetische en vormvereisten van het stilstaande beeld.
- heeft oog voor de journalistieke waarde van een foto.
- kan omgaan met het programma Photoshop (basiskennis).
- is vertrouwd met beeldtaal.
- kan omgaan met digitale beeldbewerking, zowel technisch als esthetisch.
REDACTIE 2:- De student kan gericht informatie rond het afgesproken thema zoeken.
- De student kan de informatie verwerken in artikels.
- De student kan informatie verwerken in verschillende journalistieke genres.
GRAFISCHE TECHNIEKEN- De student kan werken met het programma Adobe Illustrator (basiskennis).
- De student kan werken met het programma Adobe Indesign (basiskennis).
- De student kan een bestaande layout namaken in de vorm van een individuele brochure van 8 bladzijden (eigen cover, eigen teksten, eigen illustraties).
GROEPSDYNAMICA Specifieke doelstellingen
De student heeft inzicht in groepsprocessen en de onderlinge relaties tussen teamleden. De student kan succesfactoren voor geslaagde samenwerking herkennen en nastreven. De student kan doelgericht reflecteren over de groepswerking. De student kan het effect van de affectieve en cognitieve verwerking van (media)boodschappen inschatten.
INTERNATIONALE RESEARCH De student doet grondige research op internet De student kan, individueel en in groep, Delicious gebruiken om zijn research resultaten te bewaren en te ordenen
COLLECTIEF EINDPRODUCT
- De studenten kunnen in groep samenwerken.
- De studenten zijn in staat om teksten, illustraties en foto's en een layout te selecteren vanuit de doelstelling en de doelgroep die voorop wordt gesteld.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie1: gedruk. media; Ned: schrijven/spreken; Mediatechnieken en moet je je ook inschrijven voor: Research en car 2; Interviewen 2; Redactie 2: gedruk.media (in zelfde semester)
|
|
Andere begincompetenties
|
Belangstelling hebben voor actualiteit
|
LEERINHOUDEN
|
FOTOGRAFIE:
- Praktische toepassing van de opgesomde specifieke doelstellingen.
REDACTIE 2:
- Bepalen van bruikbare onderwerpen binnen het opgegeven thema, rekening houdend met visualisering en praktische haalbaarheid.
- Werkverdeling en werkplanning.
- Magazineplanning: rubrieken, genres, mix, pagina's, planningstabel.
ALLE FACETTEN Alle concrete opdrachten zijn opgenomen in een instructieboekje
|
STUDIEMATERIAAL
|
De studenten ontvangen een instructieboekje over de workshop met alle deelopdrachten en deadlines.
FOTOGRAFIE: verplichte lectuur:
- Multimedia, naslagwerk voor audiovisuele communicatie’, Walter Van den Branden, Publicom
- Presentatie mbt vakterminologie en -begrippen, Blackboard
- Cursus 'Digitale fotografie', Blackboard
- Oefenbundel Photoshop, Blackboard
aanbevolen literatuur:
- 'Digitale fotografie en Beeldbewerking’, Frans Barten, Focus Publishing
- 'The Photoshop CS Book' Scott Kelby, New Riders
REDACTIE 2: GRAFISCHE TECHNIEKEN: GROEPSDYNAMICA Cursus “Groepsdynamica” (Olaf Spittaels, 2009)
Het materiaal dat tijdens de lessen wordt aangereikt
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
33
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
33
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
33
|
%
|
Verdere toelichting:
Facetten van deze workshop zijn:
- Redactie 2
- Groepsdynamica
- Internationale research
- Fotografie
- Grafische Technieken
voor alle concrete afspraken verwijzen we naar de brochure JP2 Magazines, waarvan elke student één exemplaar ontvangt.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 40% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 60% |
Een gedetailleerde beschrijving is terug te vinden in het instructieboekje van de workshop. Voor alles wat niet duidelijk zou zijn, verwijzen we uitdrukkelijk naar de bepalingen opgenomen in het OER.
Aanwezigheid is verplicht. Wie driemaal afwezig is bij de procesbegeleiding van een bepaald facet krijgt een nul voor dat facet, en wordt uitgesloten voor de volledige workshop. Medische attesten gelden niet als verzachtende omstandigheid voor het nakomen van alle verplichtingen of deelopdrachten.
Voor een taak of werkstuk dat onvolledig, niet, of te laat wordt afgegeven, krijgt de student een nul. De scores van alle deeltaken worden mathematisch opgeteld.
Als men uitspraken, werkstukken, foto's ... letterlijk overneemt van een ander en niet aantoont dat het om een citaat gaat, of daarmee ingaat tegen de afspraak om exclusief eigen materiaal te gebruiken, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat gestraft, volgens de procedure beschreven in de artikels het OER
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit facetten. Elk facet levert één deelcijfer op. De workshop bestaat uit een aantal facetten die met een individueel cijfer worden beoordeeld en uit een facet met een collectieve beoordeling en dito cijfer. De individuele cijfers vormen samen een eerste deelcijfer, dat 60% omvat van de eindbeoordeling. De collectievebeoordeling leidt tot een tweede deelcijfer, dat staat voor 40% van het eindcijfer. Het totaalcijfer van dit opleidingsonderdeel is de som van beide deelcijfers, herleid naar 20. Indien je in de eerste examenperiode geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met facetten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen voor de facetten waarvoor je een tekort haalde. Het facet waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar de tweede examenperiode (maar niet naar het volgende academiejaar). Indien je in de tweede examenperiode geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met facetten, en niet gedelibereerd wordt, moet je het jaar overdoen voor alle facetten van het betrokken opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 40% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 60% |
We verwijzen naar de instructies zoals ze algemeen zijn verwoord in de brochure JP2 Magazines. Voor de tweede zitijd vermeldt de brochure het volgende
Tweede zit voor JP Redactie2:
je schrijft drie nieuwe artikels die in het concept van je magazine passen. Een van de drie artikels moet een interview zijn. Zorg voor een goede kop en intro en voor een of meer streamers.
Tweede zit voor JP2 Research: In afspraak met de lector doe je diepere (online) research naar een van de onderwerpen van een of twee van je artikels uit het magazine. Je maakt een researchdossier waarin je de gevonden bronnen beschrijft en de feiten, inzichten, weetjes, …. die je zou kunnen gebruiken in je artikel(s).
Tweede zit voor JP Foto
: In tweede zit maak je alle opdrachten van eerste zit. Je geeft ze af op de dag van het examen in passe-partout. Tegelijkertijd leg je een test Photoshop en een test over digitale fotografie af. Ben je eveneens niet geslaagd voor Grafische technieken en het vak Redactie dan maak je de foto’s voor de opdrachten 3 tem 5 ifv je artikel en plaats je ze in je lay-out. De foto’s die je in lay-out zet moet je niet apart afgeven.
Tweede zit voor GT
In tweede zit maak je vooraf een nieuw individueel magazine van 8 pagina’s.
Je hebt ook nog een examen met een test in Adobe Illustrator en Adobe Indesign.
Tweede zit voor Groepsdynamica
Een analyse maken van alle groepsdynamische processen en aspecten in een film
Tweede zit voor het collectieve magazine
De student maakt individueel een magazine volgens de instructies van de lector Redactie met als deadline de eerste dag van de tweede zittijd - 8u45. Op die dag worden zes exemplaren van het magazine afgegeven aan de balie van het EMI.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Journalistieke praktijk 2: radio en tv |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100057 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | kern, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 6 | Totaal studietijd: | 156 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Patrick Herroelen Olaf Spittaels Koen Vlecken Greet Elsen Wilfried Vanderhaeghen Sandra Mermans Jo Van Doninck |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
In deze workshop investeer je net zoals in de andere workshop bloed, zweet en tranen. Maar je bent o zo trots bij de geboorte van je eerste echte radioverhaal en televisiereportage. Je herhaalt of leert eerst heel wat praktische vaardigheden uit het vakkenpakket van het tweede jaar (o.a. video en radio) om ze samen met je redactieteam toe te passen in een sfeerreportage waarin je het geheim van een Antwerpse wijk met treffende (klank)beelden vertelt.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
VIDEO: De student
- kan vlot werken met een digitale videocamera.
- kan videobeelden bewerken met iMovie.
- heeft oog voor de esthetische en vormelijke vereisten van het bewegend beeld.
- heeft oog voor de journalistieke waarde van een beeld.
- is vertrouwd met beeldtaal.
- is in staat zijn beelden en montage af te stemmen op doel en doelpubliek.
RADIO:
RADIO:
De student kan actief meewerken aan een radioprogramma:
·
is vertrouwd met radiotaal.
-
is in staat een interview op te nemen dat aan de minimale technische voorwaarden voldoet om uitgezonden te kunnen worden.
-
kan audio-opnames uitzendklaar maken (normalizen, compressen, monteren, afmixen, downmixen, …), comprimeren en uploaden.
REDACTIE 2 televisie de student
- is in staat goed gedoseerde informatie functioneel te verbinden aan beelden.
- is in staat heldere, transparante en samenhangende inleesteksten te maken.
- is in staat zijn teksten te schrijven zonder fouten tegen spelling, geziene zinsconstructies en taal-en stijladviezen zoals geformuleerd in de cursus Redactionele Technieken en het Stijlboek.
- is in staat zijn inleesteksten in AN (dwz zonder systematische en herhaalde dialectklanken) , met correcte articulatie en tempo in te spreken.
- is in staat zacht-nieuwsteksten met de gepaste intonatie en sfeer over te brengen.
- is in staat de elementaire regels van de zinsklemtonen correct toe te passen.
RESEARCH: De student
- kan het internet gebruiken voor het uitvoeren van informatieopdrachten.
- kan alle meer traditionele mediadragers gebruiken als bronnen van informatie.
- kan een in de praktijk en aan het medium aangepast researchdossier samenstellen.
Groepsdynamica
Specifieke doelstellingen
-
De student kan verschillen in persoonlijkheid duiden.
-
De student kan gepast omgaan met meningsverschillen en controverse.
-
De student kan succesvol samenwerken in een kleine groep.
-
De student kan diverse vormen van sociale beïnvloeding onderscheiden.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Redactie 1: audiovis.media; Ned: schrijven/spreken; Mediatechnieken en moet je je ook inschrijven voor: Research en car 2; Interviewen 2; Redactie 2: audiovis. media (in zelfde semester)
|
|
Andere begincompetenties
|
Belangstelling hebben voor je omgeving.
|
LEERINHOUDEN
|
De student ontvangt een instructieboekje met alle deelopdrachten en deadlines.
VIDEO:
- algemene beeldoefeningen.
- gerichte oefeningen met het oog op het maken van een reportage over een wijk.
RADIO:
-
De workflow: van opname tot en met afgewerkt radioproduct.
-
Opnames met microfoon, hoofdtelefoon en solid state recorder.
-
Uitzendklaar maken (normalizen, compressen, monteren, afmixen, downmixen, …) in
Audacity.
-
Comprimeren in iTunes.
-
Bespreking van een vox pop.
-
Begeleiding van een toeristische sfeerreportage over een Antwerpse wijk.
REDACTIE 2 televisie
- inleestechnieken: AN, intonatie, articulatie, tempo, pauzes en klemtonen.
- observatie-oefeningen van reisreportages op video:verhaal in beeldtaal, relatie tekst en beeld.
- observatie-oefeningen van reisreportages in gedrukte media: opbouw verhaal, rol van zintuiglijke indrukken, dosering informatie.
- schrijfoefeningen in transparante inleesteksten: zinsstructuren, stijl en taalzorg: schrijven voor audio-visuele media.
RESEARCH: - Visuele kennismaking en verkenning van een wijk als onderzoeksvoorwerp.
- Opsporen en selecteren van "traditionele" informatiebronnen.
- Opsporen en selecteren van digitale informatiebronnen.
- Opbouw van een researchdossier.
|
STUDIEMATERIAAL
|
VIDEO:
RADIO:
-
Eigen notities
-
De help-functie van Audacity
-
Handleidingen op Huenga.com/radio.
|
REDACTIE 2:
- cursusbundel " Redactie 2"
- video's
RESEARCH: - Arjan Dasselaar, Handboek Internetresearch, Van Duuren Media, 2004.
Groepsdynamica Cursus “Groepsdynamica” (Olaf Spittaels, 2009)
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
33
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
33
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
33
|
%
|
Verdere toelichting:
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 50% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 50% |
Een gedetailleerde beschrijving is terug te vinden in het instructieboekje van de workshop. Voor alles wat niet duidelijk zou zijn, verwijzen we uitdrukkelijk naar de bepalingen opgenomen in het OER.
Aanwezigheid is verplicht. Wie driemaal afwezig is bij de procesbegeleiding van een bepaald facet krijgt een nul voor dat facet, en wordt uitgesloten voor de volledige workshop. Medische attesten gelden niet als verzachtende omstandigheid voor het nakomen van alle verplichtingen of deelopdrachten.
Voor een taak of werkstuk dat onvolledig, niet, of te laat wordt afgegeven, krijgt de student een nul. De scores van alle deeltaken worden mathematisch opgeteld.
Als men uitspraken, werkstukken, foto's ... letterlijk overneemt van een ander en niet aantoont dat het om een citaat gaat, of daarmee ingaat tegen de afspraak om exclusief eigen materiaal te gebruiken, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet. Bij elke vaststelling wordt plagiaat gestraft, volgens de procedure beschreven in de artikels het OER
Dit opleidingsonderdeel bestaat uit facetten. Elk facet levert één deelcijfer op. De workshop bestaat uit een aantal facetten die met een individueel cijfer worden beoordeeld en uit een facet met een collectieve beoordeling en dito cijfer. De individuele cijfers vormen samen een eerste deelcijfer, dat 50% omvat van de eindbeoordeling. De collectievebeoordeling leidt tot een tweede deelcijfer, dat staat voor 50% van het eindcijfer. Het totaalcijfer van dit opleidingsonderdeel is de som van beide deelcijfers, herleid naar 20. Indien je in de eerste examenperiode geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met facetten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen voor de facetten waarvoor je een tekort haalde. Het facet waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op naar de tweede examenperiode (maar niet naar het volgende academiejaar). Indien je in de tweede examenperiode geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met facetten, en niet gedelibereerd wordt, moet je het jaar overdoen voor alle facetten van het betrokken opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 50% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 50% |
Het facet waarvoor de onvoldoende werd behaald, wordt in tweede examenperiode opnieuw afgelegd. Het instructieboekje vermeldt de opdrachten die uitgevoerd moeten worden tijdens de tweede examenperiode. Voor de algemene afspraken verwijzen we eveneens naar de brochure JP2 RTV. Groepswerk is tijdens de vakantie onmogelijk; daarom zal het voor de tweede examenperiode vervangen worden door een individuele opdracht.
Redactie TV Tweede zit:
Als het hele groepje collectief een onvoldoende haalt, moet elke student voor teevee in de plaats van het collectief product eenzelfde individuele opdracht maken. De wijk wordt toegewezen. Ook voor tweede zit gelden alle afspraken uit het afsprakenboekje. Die individueel aangemaakte producten worden voorgelegd aan de jury.
Als een student een onvoldoende heeft voor het facet redactie binnen joupra 2, maakt hij eenzelfde , individuele reportage over een sociaal en/of cultureel item dat verbonden is aan een bepaalde Antwerpse wijk, die wordt toegewezen. Hij print ook weer de volledige tekst (intro, bindtekst, quotes) uit. Die opdracht wordt alleen verbeterd door de lector teevee.
Redactie Radio TWEEDE ZIT:
Wie voor de eindopdracht faalt, maakt een nieuw radio-item, dit keer individueel, over een gebeurtenis in een wijk die jou wordt opgelegd. Die eindopdracht wordt beoordeeld door een jury.
Audio - TWEEDE ZIT:
Wie niet slaagt maakt een nieuwe actuareportage – dit keer individueel – over een jou opgelegde wijk. Dat radio-item wordt beoordeeld door een jury.
Video - tweede zit - neem contact op met de lector
Research: neem contact op met de lector
Groepsdynamica: Tweede zit: Een analyse maken van alle groepsdynamische processen en aspecten in een film
algemeen
Studenten die niet slagen voor de workshop krijgen de gelegenheid om individueel een tweede zit af te leggen. Zij maken dan voor alle facetten waarvoor ze een tekort hebben gehaald een nieuwe opdracht zoals die door de betrokken lector is opgelegd.
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Intensieve communicatie: intercultural communication |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100059 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | gespecialiseerd | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Semester 1 | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Engels, | Lector(en) | Helga Van den Bulck |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
The main focus of this course is the importance of intercultural communication in different settings. Starting with insights on culture and communication the following subjects will be covered: demographic and cultural issues, narrative approach, communication models and patterns, dimensions of culture, cultural adaptations perspectives, culture shock and intercultural competence.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO101 De student kan strategisch redeneren.
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
- JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
- JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
- JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
- JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
- JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
- JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
- JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- Learning how to communicate in international settings with people from different cultures.
- Learning to recognize the contributions to knowledge and civilization that have been made by members of various cultural groups.
- Learning to appreciate and understand the multicultural richness of our society, the dynamics of the interaction between such diverse cultural groups, the international dimensions of this phenomenon, and the evolving roles of men and women within that complex socio-economic and cultural situation.
- Learning to share and accept the perceptions and experiences of people of different cultures, even though they may differ greatly from one's own.
- Enhancing career prospects for working effectively in international companies or organisations in Belgium and abroad by training on intercultural skills.
|
|
MEERWAARDE ONDERWIJSTAAL
Meerwaarde voor de studenten.
Engels geeft een meerwaarde omdat communicatie in het hedendaagse ondernemerslandschap zich vooral focust op Europees en internationaal niveau. Culturele verschillen zijn regelmatig een heet hangijzer bij interregionale tot internationale campagnes en contacten. Ook bronnenmateriaal is vaak enkel in een andere taal beschikbaar. Kennis van vakjargon in het Engels vergemakkelijkt contacten binnen o.a. Europese multinationals.
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je minstens 20 stpnt verworven hebben.
|
|
Andere begincompetenties
|
Thorough knowledge of the basic communication theory.
|
LEERINHOUDEN
|
- Importance of intercultural communication: demographic and cultural issues.
- communication models
- dimensions of culture
- communication and culture
- intercultural competence
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Power Point
-
Recommended reading: Cooper-Calloway-Thomas and Simonds (2007), A text with readings, 339p. Pearson and Oetzel (2009), Intercultural communication, A layered approach, 400p. Chaney, Martin (2007), Intercultural business communication, 306p. Harvey, Allard (2005), Understanding and managing diversity. 324p.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
24
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
22
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
6
|
%
|
Verdere toelichting:
Lectures and seminars
Discussion groups
Guest colleges
Workshops
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 50% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 50% |
- written examination: 50%
- paper: 50%
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 50% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 50% |
- written examination: 50%
- paper: 50%
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Intensieve communicatie: Duits 1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100060 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Duits, | Lector(en) | Vera Mols |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je oefent de basisgrammatica en -woordenschat stapsgewijs in. Als voorkennis ken je de basisregels van zinsontleding in het Nederlands (onderwerp, lijdend en meewerkend voorwerp,...) Je bent contact,- spreek,- een luisterbereid.Op het einde van Niveau Duits 1 kan je een eenvoudig dagdagelijks en zakelijk gesprek voeren in het Duits. Je kan een eenvoudig telefoongesprek voeren en een e-mail schrijven. Je kan met behulp van woordenboek en grammaticawijzer schriftelijk een eenvoudige steloefening maken en kort je mening formuleren over een thema. Je kan dagdagelijkse en zakelijke conversaties en teksten door 'native speakers' begrijpen, kort mondeling samenvatten en je mening verwoorden.
Je behaalt voor spreken en schrijven het eindniveau A2 van het Europees Referentiekader voor Talen. Voor lezen en luisteren bereik je het eindniveau B1.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
- JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO206 De student kan teamgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
- JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan in eenvoudige taal mondeling communiceren in het Duits
- De student beheerst de algemene basiswoordenschat en de basiswoordenschat specifiek voor de communicatiesector.
- De student kan de basisregels van grammatica omzetten in actief taalgebruik.
- De student kan een telefoongesprek voeren in het Duits.
- De student kan een eenvoudige e-mail schrijven.
- De student kan zelfstandig een eenvoudige tekst in het Duits schrijven.
- De student kan doelgericht relevante informatie in het Duits verzamelen, kritisch beoordelen en verwerken
- De student kan Duits internetsites vinden en interpreteren.
- De student kan zelfstandig en teamgericht werken.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
|
LEERINHOUDEN
|
De cursus Duits 1 bestaat uit de volgende hoofdstukken:
- richtlijnen en evaluatie
- woordenschatlijst
- grammatica en oefeningen
- spreekoefeningen en teksten
- telefoneren
- voorbeelden examen
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Cursus Duits 1
- Online materiaal
- Duitstalige media
- Woordenboek Nederlands-Duits en Duits-Nederlands
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
5
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
8
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Geen
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 30% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 25% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 45% |
- 25% jaarwerk + test
- 15% schriftelijk januari-examen
- 30% mondeling juni-examen
- 30% schriftelijk juni-examen
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 40% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 60% |
- 40% mondeling examen
- 60% schriftelijk examen
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Intensieve communicatie: Spaans 1 |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100061 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | inleidend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Spaans, | Lector(en) | Yannick Van Gool Els Vanhout |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Je oefent de basisgrammatica en -woordenschat stapsgewijs in. Je bereikt reeds een bevredigend niveau in het begrijpen en opstellen van eenvoudige teksten. Op het einde van het eerste jaar zal je reeds een Spaans gesprekje kunnen voeren.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO103 De student kan meertalig communiceren.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
- JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student bereikt niveau A1 van het Europees Referentiekader (lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid ).
- De student beheerst de basigrammatica en de basiswoordenschat (schriftelijk en mondeling).
- De student begrijpt korte teksten en audiofragmenten.
- De student kan een eenvoudig gesprek voeren in het Spaans.
- De student is in staat te reageren in de meest courante en praktische situaties.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
geen
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen
|
LEERINHOUDEN
|
- Basisgrammatica en basiswoordenschat.
- De student leert communiceren in bepaalde situaties (o.a.zichzelf of iemand voorstellen / iemand beschrijven / informatie vragen en/of geven / plaatsen, landen situeren, ... )
|
STUDIEMATERIAAL
|
- Handboek: Español en Marcha A1 + A2
- Cuadernos de gramática española A1
- Cd-rom: idem
- Woordenboek
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
25
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
25
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
Consolidatieoefeningen op de nieuw geleerde grammatica worden telkens thuis gemaakt .
Alleen de oefeningen uit Español en Marcha worden verbeterd in de klas vermits het boek Cuadernos de gramática española de oplossingen aanbiedt.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 20% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 10% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 70% |
Januari-examen (schriftelijk): 6/20.
Examen juni schriftelijk :8/20 (multiple choice + vertaling + invuloefening + uitleg over grammaticale, semantische of culturele onderwerpen)
Examen juni mondeling : 4/20 (= dialoog per 2 of gesprek over een thema uit de 10 hoofdstukken of een optiegericht artikel voorbrengen)
Tests in het jaar : 2/20
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 30% | schriftelijk examen binnen de examenreeks | 70% |
Examen schriftelijk: 14/20 + examen mondeling: 6/20 (idem inhoud supra).
|
|
|
| |
Journalistiek - Voltijds modelpakket 2 - Intensieve communicatie: stemtraining |
|
|
|
O.O. heeft componenten: | Neen | Afstudeerrichting//Leertraject: | Journalistiek | Code: | 2130100062 | Academiejaar: | 2011-2012 | Type: | keuze, | Niveau: | uitdiepend | Periode binnen het modeltraject: | Modelpakket 2 - Volledig academiejaar | Contacturen: | 0 | Aantal studiepunten: | 3 | Totaal studietijd: | 78 | Examencontract: | niet mogelijk | Deliberatie: | mogelijk | Vrijstelling: | mogelijk | Onderwijstaal: | Nederlands, | Lector(en) | Kristel Laheye |
|
KORTE OMSCHRIJVING
|
Hoe moet je je stem, een uiterst belangrijk instrument voor een journalist, mooi en juist gebruiken? Je leert heel wat technieken voor een correcte ademhaling, stemplaatsing, articulatie en intonatie. De intense oefeningen gebeuren in kleine groepjes.
|
COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren
van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)
|
Algemene competenties
|
- JO102 De student kan creatief denken.
|
Algemene beroepsgerichte competenties
|
- JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
|
Beroepsspecifieke competenties
|
- JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
- JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
|
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
|
- De student kan elementaire uitspraakproblemen herkennen en vermijden.
- De student werkt aan de verbetering van zijn/haar articulatie, intonatie en zinsaccent.
- De student kent de basisprincipes van een correct adem- en stemgebruik.
|
|
|
VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
|
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
|
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor: Ned.: corr. schrijven/spreken
|
|
Andere begincompetenties
|
Geen.
|
LEERINHOUDEN
|
Begeleide oefeningen in stemtraining: articulatie, intonatie e.a.
|
STUDIEMATERIAAL
|
Klink klaar 2 : B Timmermans
Extra oefenmateriaal in de vorm van kopies.
|
WERKVORMEN
|
Soort werkvorm
|
|
|
hoor- en werkcolleges:
|
0
|
%
|
practicum en oefeningen:
|
34
|
%
|
vormen van groepsleren:
|
0
|
%
|
Verdere toelichting:
De studenten worden volgens hun uitspraakproblemen verdeeld in kleine groepjes. De studenten werken thuis individueel verder aan opgelegde uitspraak-, stem- en intonatieoefeningen. De studenten krijgen telkens feedback op oefeningen in de les en op hun thuiswerk.
|
EVALUATIE
|
|
Eerste examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 75% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 25% |
Permanente evaluatie van spreekoefeningen tijdens de les: 25 %.
- Tijdens januari-examens:
- test met voorbereide leestekst: 25%
- Tijdens juni-examens:
- test met voorbereide leestekst: 25%
- test met onvoorbereide spreekoefening: 25%
|
|
|
Wie driemaal afwezig is tijdens de lessen, krijgt een 0 voor dit opleidingsonderdeel.
|
tijd voor examinering
|
|
Tweede examenperiode
|
Categorie | Weging van categorieën | mondeling examen binnen de examenreeks | 75% | permanente evaluatie buiten de examenreeks | 25% |
Individuele opdracht in samenspraak met de betrokken lector.
|
|
|
| |
|
|
|
|