Je maakt op actieve manier kennis met de 2 basisfuncties van de krant : informeren en duiden.

Een nieuwsbericht is het basisgenre van de journalistiek (informeren). Je bestudeert de opbouw van nieuwsberichten en op basis van persberichten ga je zelf aan de slag. Intussen wordt je spelling en formuleervaardigheid steeds nauwkeuriger. Maar ook opiniestukken en hoofdartikels (duiden) schrikken je niet af : je leert de redeneerlijn ervan herkennen en beknopt en exact in eigen woorden weergeven (synthesetechniek).

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  
• JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
  

• De student is in staat stijlkenmerken in journalistieke teksten waar te nemen en te beschrijven
• De student is in staat eenvoudige teksten te schrijven in een vlotte heldere taal
• De student ontwikkelt het vermogen de eigen tekst kritisch te herwerken en de stijl ervan soepel te variëren
• De student is vertrouwd met de belangrijkste Vlaamse dag- en weekbladen en heeft oog voor hun stijlverschillen
• De student is in staat moeilijkere inhouden schriftelijk weer te geven in een vlot en helder Nederlands
• De student heeft inzicht in de opbouw van een tekst: alinea's, alineaverbanden en veel voorkomende tekstpatronen, en hij kan ook eigen teksten goed structureren
• De student is in staat krantenartikels vlug en efficiënt samen te vatten
• De student kan taalhandelingen in een tekst herkennen en benoemen. Hij is op die manier in staat een krantenartikel in de vorm van een commentaar samen te vatten
• De student is in staat bij een vrij strakke deadline een goed gestructureerd nieuwsbericht samen te stellen op basis van een persbericht
• De student kent en herkent de journalistieke genres
• De student beschikt over een basiswoordenschat die hem in staat stelt de actualiteit rond algemeenmaatschappelijke thema's zonder veel moeilijkheden te volgen

• Basiskennis van spelling en schriftelijk taalgebruik op niveau secundair onderwijs.
• Bereidheid tot aandacht en zorg voor schriftelijk taalgebruik en spellingsnorm.
• Bereidheid tot remediëren van taalgebruik en zinsbouw.
• Vaardigheid in schrijven en samenvatten van eenvoudige zakelijke teksten op niveau secundair onderwijs.
• Openheid en leergierigheid voor stijlvariaties.
• Interesse in het lezen van eenvoudige artikels in kranten en bladen
• Bereidheid tot zelfstandige lectuur en tot het uitbreiden van woordenschatkennis (zie opleidingsonderdeel Nederlands).
• Interesse in het volgen van de Vlaamse gedrukte pers.
• Interesse in de verschillen tuusen journalistieke producten voor uiteenlopende printmedia en doelgroepen.
  

• Dit opleidingsonderdeel hoort bij het studiedomein ' Redactie 1'
• Facet 'Synthesetechniek' : korte indicatieve samenvatting (KIS) van hoofdartikels en krantencommentaren.
• Facet 'Het nieuwsbericht' (NB) : nieuwsberichten schrijven op basis van een persartikel
• Facet ' Vlaamse gedrukte pers' (VGP) : onderzoeken van de Vlaamse kanten en bladen (observeren) in combinatie met eenvoudige schrijf- en stijloefeningen (produceren) in functie van deze bladen en hun doelgroep

• Cursusonderdelen : 'Synthesetechniek', 'Nieuwsbericht', 'Journalistieke genres' : deels in cursusbundel, deels op instructiebladen en lesmateriaal die wekelijks gepubliceerd worden op e-campus.
• L. Permentier: 'Stijlboek De Standaard' (Roularta 2008).

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

• Januari-examen : Synthesetechniek (20p) (2x50min) (tussenrapport op 20p)
• Juni-examen : Vlaamse gedrukte pers  : observeren (20p) + produceren (20p) (2x50min) als toepassing van de journalistieke genres en van het doelgroep- en mediagericht schrijven en van de vaardigheden verworven in het facet 'nieuwsberichten schrjven'.

De quotering gebeurt volgens volgende criteria (die ook vermeld staan op de instructiebladen van het opleidingsonderdeel. op e-campus) : 

Totaal eerste examenperiode : 60p omgerekend naar 20p.    

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Septemberexamen (2x50min)

• Synthesetechniek (20p) :
• Vlaamse gedrukte pers : observeren  +  produceren (20p)

Quotering gebeurt volgens dezelfde criteria zoals vermeld bij de eerste examenperiode..

Totaal tweede examenperiode : 40p omgerekend naar 20p.

De student diept de taalbeheersings-en spellingkennis van zijn moedertaal verder uit, gefocust op de zakelijke hebeersing van de taal, in functie van wat taalkundig nodig is om succesvol journalistieke teksten te kunnen schrijven. Daarnaast wordt de woordenschat van de student uitgebreid met een brede kijk op het journalistieke vak en op de actualiteit. De student leert ook in correcte stijl e-mails schrijven en is behendig in functioneel, vlot en zakelijk telefoonverkeer.

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  

• De student is schriftelijk in staat moeilijke inhouden in een vlot en helder Nederlands te formuleren
• De student beheerst de spellingsregels en is in staat bij twijfel de juiste bronnen te raadplegen
• De student heeft inzicht in de Nederlandse zinsstructuren en kan veel voorkomende constructiefouten herkennen en voorkomen.
• De student is in staat fouten tegen taalgebruik, zinsstructuur en stijl in de eigen teksten te herkennen en te verbeteren
• De student is in staat een goed gestructureerde e-mail te schrijven in de gepaste zakelijke stijl en correct Nederlands
• De student is in staat beleefde,eenvoudige, zakelijke telefoongesprekken te voeren die hem bij de juiste persoon brengen voor de informatie die hij nodig heeft, tegen een vrij strakke deadline en zonder storende angsten
• De student beschikt over een basiswoordenschat die hem in staat stelt de actualiteit rond algemeenmaatschappelijke thema's zonder veel moeilijkheden te volgen en heeft de attitude en leergrierigheid die ook verder uit te breiden.

• Kennis van spellingsregels en regels schriftelijk taalgebruik op niveau secundair onderwijs.
• Bereidheid tot aandacht en zorg voor schriftelijk taalgebruik en spellingsnorm.
• Vaardigheid in lezen en samenvatten van eenvoudige zakelijke teksten op niveau secundair onderwijs.
• Vaardigheid in schrijven van eenvoudige zakelijke teksten op niveau secundair onderwijs.
• Attitudes : 
  • bereidheid tot het remediëren van taalgebruik en zinsbouw 
  • leergierigheid om zelfstandig te lezen en woordenschat uit te breiden
• Openstaan voor de vereisten van het AN.

Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het studiedomein Redactie 1

• Facet 'Correct schrijven' : Spelling 2005 en werkwoordsvormen
• Facet 'Correct formuleren': consolideren van formuleervaardigheid, remediëren en voorkomen van enkele type-constructiefouten
• Facet 'Woordenschat': woordenschatverrijking als autonome studie door verplichte lectuur in functie van het studiedomein.
• facet "Telefoneren"
• facet "E-mail'

Correct schrijven : 

Cursushoofdstukken : 'Spelling 2005' en 'Werkwoordsvormen'

J. De Schryver, A. Neyt: Handboek Spelling + Oefenboek 2005. Wolters Plantyn 2005.

Correct formuleren :

Cursushoofdstuk 'Correct formuleren' en 'Stijladviezen'

L. Permentier: Stijlboek De Standaard. Onmisbaar voor wie helder wil schrijven. - Roularta 2008

Woordenschat :

'Stijlboek De Standaard'

Bundel 'Journalistieke genres' (cursus Plantijn)

Instructie- en bronteksten van de lessen 'Gedrukte media'

E-mail : zie cursushoofdstuk

Telefoneren : zie cursushoofdstuk

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

• Januari-examen (2 x 50 min) : Correct schrijven : 20p/ Woordenschat 1 : 10p  (rapport tussentotaal op 30p omgerekend naar 20p)
• Juni-examen:(2 x 50min) : Correct formuleren : 20p / Woordenschat 2 :10p.  (rapport eindtotaal op 60p omgerekend naar 20p)

Quotering gebeurt volgens volgende criteria die ook vermeld staan in de cursus en op de instructiebladen van het opleidingsonderdeel :

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

• September-examen (2 x 50min) : Correct schrijven : 20p / Correct formuleren : 20p /  Woordenschat 1+2 : 20p. (rapport eindtotaal 60p omgerekend naar 20p).

De quoteringscriteria zijn vastgelegd in de cursus en op de instructiebladen van het opleidingsonderdeel en zijn dezelfde als bij de eerste examenperiode. Zij  worden voor de 2de examenperiode proportioneel gehanteerd in verhouding tot de beschikbare examentijd en tot de weging van het specifieke examenonderdeel tegenover dat van de eerste examenperiode.

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  

Componenten	Weging
Inleiding tot het beroep	33%
Journalist in interactie	33%
Medialandschap	34%

In de algemene inleiding tot Journalistiek krijg je een eerste kennismaking met de concrete praktijk en het toekomstige beroep. Je ontdekt de wereld waarin de journalist zich beweegt.

• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  

• Wie is de journalist in Vlaanderen?
• Wat moet je weten als je als journalist aan de slag gaat?
• Wie is wie in de journalistiek? Het journalistieke personeel.
• Wat zijn de verschillende journalistieke domeinen?
• Wat zijn de werkzaamheden van de journalist?
• Nieuwsgaring (persberichten, persconferenties,persagentschappen,informanten,...)
• Nieuwsselectie
• Wat kan en wat kan niet in de journalistiek? (inleidend op wetgeving en deontologie)
• Welke zijn de verschillende beroepsverenigingen en offciële organisaties?
• Woordenboekje over de pers
• Journalistieke bronnen

• Actuele teksten
• Video
• Internet
• Powerpoint

• De lector zal duidelijk aangeven, welke info uit welk boek, moet gekend zijn.
• Deze informatie zal worden aangevuld met bijkomende teksten e.a. die tijdens de lessen zullen worden uitgedeeld.
• Aanwezigheid is dan ook heel belangrijk.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

schriftelijk examen op 20 in januari (manier van examineren wordt tijdens de lessen besproken)

Inleiding tot het beroep is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

schriftelijk examen op 20 in augustus/september (manier van examineren wordt tijdens de lessen besproken)

Inleiding tot het beroep is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

De journalist van vandaag werkt niet op een eiland. Hij is afhankelijk van heel wat factoren in zijn omgeving. Hij werkt voor een commercieel bedrijf, hij wordt benaderd door bedrijfsleiders, politici, woordvoerders,... . Door allerlei nieuwe technologieën is het  nieuwsaanbod groter dan ooit.

Hoe ga je hier als journalist op een correcte manier mee om?

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  

- De journalistiek binnen een commerciële omgeving.

- De journalist en PR ( woordvoerders, crisiscommunicatie,...)

- De journalist en reclame.

- De journalist in omgang met specifieke doelgroepen ( minderjarigen, allochtonen, vluchtelingen,...)

- teksten

- gastlessen

- Powerpoint

- Media in beweging, Iris Musschoot, Bart Lombaerts

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Examen op 20

Journalist in interactie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Examen op 20

Journalist in interactie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  

• De studenten verwerven een inzicht in de Vlaamse media en mediagroepen.
• De studenten kennen de Vlaamse kranten, radio- en televisiezenders en hun doelgroepen en doelstellingen.
• De studenten kennen de historiek en het belang van de verschillende media.

• Welke zijn de grote mediagroepen in Vlaanderen?
• Welke zijn de belangrijkste media in België?
• Wat zijn de specifieke kenmerken van een aantal Vlaamse kranten en tijdschriften? Wat zijn de kenmerken van het Belgische radio- en televisielandschap?

• kranten en tijdschriften
• internet
• Powerpoint
• Media in beweging, Iris Muschoot, Bart Lombaerts

• Tijdens de lessen worden kranten en tijdschriften in detail bestudeerd. Aanwezigheid is dan ook een belangrijk

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Schriftelijk examen in januari  op  20 ( manier waarop geëxamineerd wordt zal in de les worden besproken)

Medialandschap is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Evaluatie in augustus/september op 20 punten.

Schriftelijk examen in januari  op  20 ( manier waarop geëxamineerd wordt zal in de les worden besproken)

Medialandschap is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  
• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  

Componenten	Weging
Filosofie	50%
Recht	50%

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  
• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  

• De student kan het ontstaan van de Westerste rationaliteit uitleggen.
• De student kan schetsen hoe in de diverse historische periodes werd gezocht naar de "absolute waarheid". Hij kan deze zoektocht plaatsen tegenover het eigentijds denken.
• De student kan de relatie leggen tussen de Europese zoektocht naar de waarheid en de zoektocht naar het geluk.
• De student kan zich kritisch opstellen tegenover het hedendaags "common sense" denken.
• De student kan eigen mens - en wereldbeeld kritisch plaatsen.
• De student beschikt over een verfijnd arsenaal om zingevingsvragen evenwichtig te verwoorden.
• De student kan vanuit de analyse van de eigen traditie, problemen rond de confrontatie met niet- Europese mens- en wereldbeelden duiden.
• De student kan met de aangereikte filosofische denkkaders de actualiteit benaderen.

• De cursus geeft een overzicht van de belangrijkste filosofische problemen, de voorgestelde oplossingen, en de samenhang ervan met de ontwikkeling van de Westerse cultuur.
• Algemeen menselijke vragen, zoals ze geformuleerd werden gedurende 2500 jaar komen ter sprake: het zoeken en twijfelen rond de oorsprong van mens en wereld, rond het onderscheid tussen goed en kwaad, rond de zin van het bestaan.
• Het klassiek filosofisch gedachtengoed wordt geconfronteerd met hedendaagse stellingnames en met actuele vraagstukken.
• Speciale aandacht gaat uit naar het kentheoretisch probleem.
• Tijdens de les wordt de geziene leerstof toegepast op actuele problemen, en worden examenvragen ingeoefend.
• De basis voor de vervangende taak is de lectuur van Alain De Botton, De troost van de filosofie. De preciese opdracht wordt toegelicht tijdens de les, en staat uitgelegd in de map Filosofie op de P-schijf.

• Kristin Meerts, Filosofie, cursus.
• A. De Botton, De troost van de filosofie, 2009.
• L. Abicht, Filosofie is voor iedereen. Inleiding op 2500 jaar denken, Leuven, 1992.
• D. Palmer, Filosofie voor beginners. Het ondraaglijk gewicht van de filosofie lichter gemaakt, Utrecht, 1999 (niet verplicht).

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Schriftelijk examen: kennisvraag wordt gekoppeld aan inzicht aan de hand van een actualiteitsprobleem.

De studenten kunnen, indien zij dat wensen een vervangende deeltaak maken. Zij kunnen op die manier de helft van het examen vervangen. (10 van de 20 punten). In dat geval valt het eerste deel van de cursus weg, nl tot en met de 16de eeuw. De cursus moet wel gekend zijn vanaf Descartes tot het einde.Over dit gedeelte moet ook examen worden gedaan (ook 10 van de 20 punten). De deadlines om in te schrijven en om af te geven staan op de e-campus.

Filosofie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Schriftelijk examen: kennisvraag wordt gekoppeld aan inzicht aan de hand van een actualiteitsprobleem.

De studenten kunnen, indien zij dat wensen een vervangende deeltaak maken. Zij kunnen op die manier de helft van het examen vervangen (10 van de 20 punten). In dat geval valt het eerste deel van de cursus weg, nl tot en met de 16 de eeuw. De cursus moet wel gekend zijn vanaf Descartes tot het einde. Over dit gedeelte moet ook examen worden gedaan (ook 10 van de 20 punten). De deadline om de taak af te geven is de eerste examendag van de 2e zittijd.

Filosofie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  

• De student kan zich oriënteren in de werking en de organisatie van het gerecht, en kan zich over deze werking en organisatie een eigen mening vormen.
• De student kan de belangrijkste regels en principes van het personen-, verbintenissen- en  contractenrecht formuleren en toepassen.

Geen.

• Deel 1 - Algemene inleiding
• Deel 2 - Werking van het gerecht
• Deel 3 - De persoon
• Deel 4 - Subjectieve rechten
• Deel 5 - Verbintenissenrecht
• Deel 6 - Contractenrecht
• Deel 7 - Koop
• Deel 8 - Onrechtmatige daad
• Deel 9 - Zakenrecht 

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Schriftelijk examen, waarin zowel naar kennis als naar inzicht wordt gepeild.

Recht is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Schriftelijk examen, waarin zowel naar kennis als naar inzicht wordt gepeild.

De leerstof die in dit examen bevraagd wordt, is dezelfde als deze van de eerste examenperiode.

Recht is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO206 De student kan teamgericht werken.
  
• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  
• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  

Componenten	Weging
Psychologie	50%
Sociologie	50%

In deze cursus zullen we stil staan bij de vraag wat de psychologie bestudeert. We bekijken het verschil tussen psychologie als wetenschap en de intuïtieve psychologie. We bekijken enkele deeldomeinen binnen de psychologie en staan stil bij het systeemdenken. Vandaaruit komen we bij de communicatieaxioma's van Watzlawick. De psycholgie kent verschillende grote scholen die elk hun eigen kijk hebben op hun studieobject. We bestuderen enkele grote scholen. In een laatste hoofdstuk leren we iets over groepsdynamica. Hoe functioneren individuen in een groep? We zien de beginselen van het oplossingsgericht denken om problemen te benaderen. Doorheen de lessen staan we regelmatig stil bij de huidige tendensen in de maatschappij. Zo merken we dat gedrag vaak vanuit een pathologie wordt benaderd met de medicalisering tot gevolg. We proberen hier een pleidooi voor nuacering te houden.

• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO206 De student kan teamgericht werken.
  
• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  
• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  

• De student kan psychologische begrippen omschrijven.
• De student kan oplossingsgericht naar een probleem kijken. 
• De student kan verbanden leggen tussen de psychologische theorie en de dagelijkse werkelijkheid.

Inleiding, verschil tussen wetenschap en intuïtie, systeemdenken, communicatieaxioma's van Watzlawick, non-verbale communicatie, groepsdynamica, scholen binnen de psychologie namelijk: het behaviorisme, de psychoanalyse, cognitieve psychologie, humanistische psychologie en tenslotte Gestaltpsychologie. Inleiding in het oplossingsgericht denken.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  

• De student begrijpt dat het handelen van mensen sterk sociaal bepaald is. 
• De student  kent de invloed van structurende factoren zoals gender, klasse, en etniciteit op het menselijk handelen
• De student kan nieuwsberichten sociologisch duiden. Hij/zij ziet in  dat de sociale werkelijkheid zoals ze naar voor komt in de pers daarom niet overeenkomt met de sociologische realiteit.
• De student is vertrouwd met de basisconcepten uit de sociologie (waarden, normen, attitudes, socialisatie, sociale controle, positie, rol status, stratificatie, deviantie, institutionalisering, etnocentrisme, …). Hij begrijpt ze en kan ze zelf ook actief gebruiken.

Geen

• Een afbakening van het onderzoeksterrein van de sociologie
• Een bespreking van de methoden van de sociologie
• Wat zijn waarden, normen en attitudes ? 
• De bestudering van het Europees Waardenonderzoek 
• Wat is deviant gedrag ? Sociologische verklaringen voor deviant gedrag 
• Socialisatie en sociale controle 
• Culturele verscheidenheid (jeugdsubculturen, etnische subculturen, hogere versus lagere klasse cultuur) 
• Rol, positie, status, rolattributen, statussymbolen en stereotypen  
• Sociale ongelijkheid, sociale stratificatie  en sociale mobiliteit

Syllabus

Eigen nota's naar aanleiding van Maatschappelijke topics (voor zover behandeld in de les Sociologie)

Powerpointpresentatie

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Schriftelijk examen met een combinatie van kennis- en inzichtsvragen 

Sociologie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Schriftelijk examen met een combinatie van kennis en inzichtsvragen.

Sociologie is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• JO103 De student kan meertalig communiceren.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
  

• Een student kan teksten uit de Franstalige pers begrijpen en analyseren.
• Een student kan Franstalige radio en tv- uitzendingen begrijpen wanneer er op een normaal tempo en duidelijk gesproken wordt.
• De student beheerst de basisgrammatica en basiswoordenschat (voc.2000) en kan die zowel mondeling als schriftelijk correct gebruiken.
• De student kan een mening zowel mondeling als schriftelijk geven.
• De student kan deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die behandeld werden in de les. Hij beheerst het vakjargon uit de beroepsgerichte teksten.

.

Eindtermen Secundair Onderwijs.

Bereidheid tot zelfstandige lectuur en het uitbreiden van woordenschatkennis.

• Grammaire 2000: les conjugaisons - l'emploi des modes et des temps - l'empoi des pronoms personnels COD, COI - les accords (sujes-verbe, adjectif-substantif, le participe passé) - l'emploi de l'adjectif et de l'adverbe - les numéraux - la negation
• Vocabulaire 2000: dossiers, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13,  20, 24, 25, 26, 28, 33, 36
• Inhoud en woordenschat van artikels en luisteroefeningen uit de cursus "Cours de conversation"  

• Syllabus.
• Handboeken: Grammaire 2000 (12de uitgave met cd-rom), Vocabulaire 2000
• Online oefenpakket talen Explio.
• Websites RFI, RTL info

• Conversatielessen in halve groepen op afgesproken data.
• Remediëringsoefeningen grammatica.
• Remediëring via Explio.
• Luistervaardigheidsoefeningen

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	40%
schriftelijk examen binnen de examenreeks	60%

• 4 punten: januari- examen
• 8 punten examen juni
• 8 punten deelexamens voor de totaliteit van de mondelinge en schriftelijke oefeningen. De opgegeven oefeningen van Explio zijn verplicht. Je wordt permanent geëvalueerd tijdens de conversatielessen.
• Als je afwezig bent op een deelexamen georganiseerd buiten de examenreeks, dan mag je dat deelexamen inhalen indien je afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medish attest. Het originele attest bezorg je aan het studentensecretariaat, de kopie ervan aan de betrokken lector, en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Je maakt zelf een afspraak met de lector omtrent het tijdstip en de wijze waarop je het deelexamen kan inhalen. Indien je binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt ben je ongewettigd afwezig en krijg je geen punten op dat deelexamen.
• Voor zware fouten worden dubbel zoveel punten afgetrokken, met name fouten tegen
  • les conjugaisons des verbes réguliers
  • les conjugaisons des verbes irréguliers "être, avoir, devoir, pouvoir, savoir, faire, aller, dire"
  • l'accord du participe passé (règles de base)
  • l'accord entre le verbe et le sujet
  • l'accord entre l'adjectif et le substantif

Categorie	Weging van categorieën
mondeling examen binnen de examenreeks	40%
schriftelijk examen binnen de examenreeks	60%

60% van de punten (12 punten) op het schriftelijk examen.

40% van de punten (8 punten)voor het mondeling examen.

• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO103 De student kan meertalig communiceren.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO206 De student kan teamgericht werken.
  
• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
  

• De student kan artikels uit de courante Britse en Amerikaanse kranten en tijdschriften lezen, zich uitdrukken in eenvoudige situaties, gesproken Engels begrijpen en eenvoudige teksten schrijven.
• De student kan persoonlijk werken en rekening houden met deadlines en afspraken.
• De student kan met behulp van het internet  artikels vergaren over actuele onderwerpen en een eigen  kijk op de inhoud verwoorden in vlot Engels, zowel schriftelijk als mondeling

• Grammatica op elementary en intermediate level. De studenten krijgen een gedetailleerd overzicht van de lexicologische en grammaticale opdrachten met aanduiding van de verschillende deadlines.
• Herhaling en uitbreiding van de huiswoordenschat.
• Uitspraakoefeningen.
• De vier vaardigheden: lezen, schrijven, luisteren en spreken komen tijdens de les voortdurend aan bod.

• "Today's Words in Context" - Revised edition - intertaal
• "Grip on Grammar" (theorie en oefenboek) - Dentant, Claeys - Wolters.
• Actuele teksten uit de Angelsaksische pers mbt het vakgebied.
• videomateriaal en audiomateriaal.
• online-oefeningen (Explio-softwareprogramma)
  

Per week 1 lesuur  waarin de struikelblokken van de grammatica worden behandeld èn de nodige vakwoordenschat wordt aangereikt

Om de twee weken neemt elke student deel aan de conversatie-uren. Hierbij wordt aan de spreekvaardigheid gewerkt.

Eveneens in het kader van de conversatie wordt de luistervaardigheid getest. (1x/jaar)

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	50%
schriftelijk examen binnen de examenreeks	50%

• Januari-examen: (grammatica en woordenschat) op 20% van de punten. Meerkeuzevragen, invuloefeningen, leesvaardigheid, vertalingen en verklaring van grammaticale oefeningen.
• Schriftelijk eindexamen: vertaaloefeningen, woordenschatoefeningen en grammaticale oefeningen afhankelijk van de geziene teksten. Eveneens  inhoudsvragen over de teksten. Dit alles op 30 % van de punten.
• Permanente mondelinge evaluatie afhankelijk van de gekozen teksten op 40% van de punten. De student neemt verplicht deel aan het januari-examen en de mondelinge oefeningen die in de loop van het jaar gepland worden.
• Luistervaardigheid: 10%
• Als de student  afwezig is op een deelexamen georganiseerd buiten de examenreeks, mag hij dat deelexamen inhalen indien zijn afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medisch attest. Het originele attest bezorgt hij aan het studentensecretariaat, de kopie ervan aan de betrokken lector en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. Hij maakt zelf een afspraak met de lector omtrent het tijdstip en de wijze waarop  het deelexamen kan ingehaald worden. Indien hij binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, is hij/zij ongewettigd afwezig en krijgt hij geen punten op dat deelexamen.
  
• Bij elk deelexamen wordt per zware fout een punt extra afgetrokken van de score van het deelexamen. De scores van de deelexamens worden mathematisch opgeteld. Er bestaat een exhaustieve lijst van zware fouten ('Mistakes never to be made')  
  
• Als men uitspraken letterlijk overneemt van een ander en daarbij niet aantoont dat het om een citaat gaat, pleegt men een vorm van intellectuele diefstal die plagiaat heet.  Bij elke vaststelling wordt plagiaat bestraft. (We volgen daarbij een procedure die beschreven staat in artikels 94 tot en met 97 van het OER.)

Categorie	Weging van categorieën
mondeling examen binnen de examenreeks	40%
schriftelijk examen binnen de examenreeks	60%

Schriftelijk examen: leerstof (grammatica, woordenschat)  van heel het jaar  (60%)

Mondeling examen (40%)

 Dit examen staat op 20 punten. Resultaten behaald op deelexamens en mondelinge oefeningen tellen niet meer mee.

• JO102 De student kan creatief denken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  
• JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
  

Componenten	Weging
AV technieken en crossmedia	50%
Beeldtaal	50%

• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  
• JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
  

• De student heeft een gedegen basiskennis van audiovisuele productie en web-toepassingen.
• De student kan de begrippen in verband met audio, video, foto en web correct gebruiken.

• AV-productie

• Fotografie en video (theorie en praktijk)

• bits & Bytes

• Digitale audio

• Compressie

• Internet

• WorldWideWeb

• Persoonlijke blog

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

1. een grondige kennis heeft van web-toepassingen waar journalisten mee te maken krijgen, alsook audiovisuele productie, en een blog kan maken en onderhouden.
2. de begrippen in verband met digitale toepassingen (o.a. foto, video, audio en web) correct kan verklaren.

Audiovisuele technieken en crossmedia is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

• JO102 De student kan creatief denken.
  

• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  

• De student begrijpt het vocabularium van de beeldtaal en de grafische technieken.
• De student past de basisterminologie van de beeldtaal en van de grafische techieken correct en in de juiste context toe.
• De student analyseert het beeldmateriaal m.b.t. compostie, ritme, contrasten, symboliek, verhoudingen.
• De student herkent verbanden tussen verschillende beelddisciplines
• De student ontdekt de rijke voorraad aan grafische, typografische, fotografische en artististieke voorbeelden.

Beeld en Gestalt
Semiotiek
Retorica
Compositie
Typografie
Perspectief
Kleur
Tijdschriften
Webpagina’s
Drukken

• syllabus

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Beeldtaal is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Beeldtaal is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  
• JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  
• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  
• JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
  
• JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
  

Componenten	Weging
Cijfers en ICT	34%
Interviewen 1	33%
Research en CAR 1	33%

CIJFERS

Hoe omgaan met cijfermateriaal? Tabellen, grafieken, percentages enz. kunnen begrijpen en interpreteren is een onmisbare vaardigheid voor de moderne  journalist. Je leert hier je alertheid en waakzaamheid toespitsen op deze soort informatie want met cijfers kan je ongeveer alles bewijzen. De basisbegrippen van de beschrijvende statistiek komen ook aan bod.

ICT

Steeds meer bedrijven verwachten van hun werknemers dat ze met de computer kunnen werken. Logisch dus dat je de basis van de MS Word, Excel en PowerPoint onder de knie hebt.

• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  

CIJFERS

• De student kan de basisbegrippen van de beschrijvende statistiek gebruiken en interpreteren.
• De student kan de relevante communicatieve kenmerken van tabellen en grafieken herkennen en gebruiken.
• De student kan kritisch omgaan met het aangeboden cijfermateriaal

ICT

• De studenten kunnen teksten opmaken, tabellen en kolommen met Word 2007 opstellen. 
• Ze kunnen logische problemen uit de praktijk oplossen met Excel 2007. Ze kunnen het werkblad opmaken en uiteindelijk kunnen ze grafieken aanmaken. 
• Met PowerPoint 2007 kunnen ze een diavoorstelling opstellen.

Eindtermen secundair onderwijs op gebied van rekenkunde

Nieuwsgierigheid en leergierigheid

CIJFERS

• Algemeen statistische principes
• Kritische analyse van artikels met cijfermateriaal 
• Tabellen opstellen, lezen en kritisch interpreteren
• Grafieken lezen en kritisch interpreteren
• Statistische verwerking van gegevens (gebruik en berekening van percentages; berekening, gebruik  en interpretatie van mediaan en gemiddelde; berekening  en analyse van de aanverwante spreidingsmaten )
• Interpretatie van correlatiecoëffiënt
• Indexen aanmaken en gebruiken
• Inleiding tot CAR: gebruik van de statistische operatoren van Excel

ICT

• Basis Word:
  • document creëren, bewaren, ophalen, wijzigen, afdrukken;
    marges instellen, tekst uitlijnen, tekst opmaken;
  • tekst selecteren, kopiëren, verplaatsen, tekst zoeken en vervangen;
  • alineaopmaak, tabulaties, paginaopmaak;
  • secties, kolommen, tabellen, multimedia
     
• Basis Excel:
  • gegevens invoeren, wijzigen, afdrukken;
  • map bewaren, ophalen, wijzigen;
  • met formules/functies werken, wiskundige en logische operatoren;
  • relatieve, gemengde en absolute celadressen;
  • formules kopiëren;
  • selectie maken, kolommen /rijen verbergen, toevoegen, verwijderen, blokkeren;
  • cellen wissen, verwijderen, toevoegen;
  • cellen opmaken, voorwaardelijke opmaak, pagina-instelling;
  • cellen kopiëren, verplaatsen, intelligent kopiëren;
  • grafieken aanmaken, wijzigen
     
• Basis Powerpoint:
  • nieuwe dia maken, inlassen, verwijderen, verbergen, volgorde wijzigen, presentatie bewaren, ophalen, wijzigen, afdrukken;
  • achtergrondkleur, indeling, tabel, voettekst;
  • presentatie uitvoeren, onderbreken, doorlopend maken, aanwijzer, aantekeningen
    animaties, overgang tussen de dia’s, dia's verbergen, tijdsduur;
  • media objecten invoeren, grafische vormen, grafieken;
  • actieknoppen

CIJFERS

• Geschreven cursus
• Eigen notities
• Oefeningen op Blackboard
• Grafieken
• Computerpresentaties

ICT

• Word (facultatief): MSWord 2007 (Uitgeverij De Boeck) + oefeningen
• PowerPoint (facultatief): PowerPoint 2007 (Uitgeverij De Boeck) + oefeningen
• Excel: eigen cursus + eigen oefeningen
• Voor Word, PowerPoint en Excel: http://www.gratiscursus.be

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

CIJFERS

• Indivuele porfolio met persartikelen (20% van de punten, waarvan 15% inhoud, 5% presentatie)
• Schriftelijk examen (80% van de punten) met volgende evaluatiecriteria: de student moet aantonen dat hij de voorgelegde statistische problemen en begrippen kan
  • identificeren
  • begrijpen
  • oplossen
  • kritisch analyseren

Evaluatiecriteria portfolio (20% punten van 1ste examenperiode):

1) Validiteit: tien persartikelen met een verifieerbare bron en publicatiedatum die binnen de grenzen van de opgelegde periode vallen
2) Presentatie: verzorgd, zonder taalfouten
3) Variatie: minstens vier verschillende bronnen, verschillende onderwerpen
4) Relevantie: de kritiek van de student moet terecht zijn
5) Inhoud: verzameling van tien verschillende artikelen uit de geschreven pers met statistisch materiaal dat een duidelijke fout bevat.
6) Vorm: elk artikel is op een A4-blad bevestigd (al dan niet elektronisch) met een korte commentaar  waarin de opgespoorde fout gehekeld wordt.

7) Deadline: de portfolio wordt aan de lector overhandigd tijdens de laatste lesdag van de reeks lessen, conform de lessenplanning. Indien je afwezig bent die dag mag je toch je portfolio indienen als je afwezigheid tijdig gewettigd wordt door een medisch attest. Het originele attest bezorg je aan het studentensecretariaat, de kopie ervan aan de lector, en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziekdag. De portfolio moet dan op het departementale secretariaat ingediend worden, op de eerste dag volgend de ziekteperiode gedekt door het attest.

Voor een portfolio dat niet of te laat wordt afgegeven, krijgt de student een 0.

De portfolio wordt zelf, eigenhandig en individueel gemaakt. Elke vaststelling van plagiaat wordt bestraft ( we volgen daarbij een procedure die beschreven staat in de artikels 94 tem 97 van het OER)

ICT:

Openboek examen op computer in de vorm van meerkeuzevragen. De student krijgt een zeker aantal meerkeuzevragen. Hij/zij mag daarvoor zijn/haar boeken, cursussen en andere notities gebruiken en mag tijdens het examen Word, PowerPoint en Excel eveneens gebruiken.
Duur: 50'.

Cijfers en ICT is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

CIJFERS

• Schriftelijk examen (100% van de punten)
• Evaluatiecriteria: idem 1ste zittijd + voorgelegde journalistieke informatie kritisch kunnen benaderen.

ICT 

Openboek examen op computer in de vorm van meerkeuzevragen. De student krijgt een zeker aantal meerkeuzevragen. Hij/zij mag daarvoor zijn/haar boeken, cursussen en andere notities gebruiken en mag tijdens het examen Word, PowerPoint en Excel eveneens gebruiken.
Duur: 50'.

Cijfers en ICT is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Interviewen leer je enkel door het te doen. Vandaar een korte sessie met voorbeelden en tips en daarna moet je aan de slag. Je neemt meerdere interviews af, ook een telefonisch, van mensen die terzake deskundig zijn en echt iets te vertellen hebben. In kleinere groepen beluisteren en evalueren we samen je interview, dat je schriftelijk en mondeling inleidt (en eventueel uitleidt).

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  
• JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  
• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  
• JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
  
• JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
  

• De student is in staat zich in spreek-  en leessituaties uit te drukken in een klankzuiver AN
• De student is in staat in een beperkt tijdsbestek over actuele onderwerpen relevante informatie te verkrijgen van een respondent
• De student is in staat in een kort informatief interview de nieuwswaarde, invalshoek en afbakening van het thema te bepalen en te realiseren
• De student beheerst de elementaire interviewtechnieken en kan eigen interviewproducten of die van anderen kritisch beoordelen

• 'Kort (kritisch) informatief interview' (KINT) : inleiding op kort informatief interview + oefeningen + minstens 2 taken met feedback.

• 'Klink klaar Uitspraak- en intonatiegids voor het Nederlands' van Bernadette Timmermans
• hand-out van de lector

• 'Kort informatief interview' : werkcollege + practicum

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	100%

• Interviewen 1 is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

  Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
  Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
   
  Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• KINT: 1ste evaluatie 20% / examentaak: 80% waarvan 60% op interviewtechnieken, 10% op inlezen van de intro (+ eventueel outro) en op uitspraak tijdens het interview en 10% op research.
• Het eindcijfer wordt omgerekend naar 20.
• Voor een interview dat niet of te laat wordt afgegeven, krijgt de student een "0/20" op dat interview.
• Een student die afwezig is op het feedbackmoment van een interview, moet dat wettigen met een medisch attest. Het originele attest bezorgt hij aan het studentensecretariaat, de kopie ervan aan de betrokken lector, en dit binnen de vijf werkdagen vanaf de eerste ziektedag. De student maakt zelf een afspraak met de lector over de wijze en het tijdstip waarop hij het interview (en het feedbackmoment) kan inhalen. Indien de student binnen de gestelde termijn geen medisch attest voorlegt, is hij ongewettigd afwezig en krijgt hij geen punten op dat deelexamen.
• Voor elk interview geldt min 1 punt proportioneel op 20 punten per werkwoordsfout.

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	100%

Je leert je weg te vinden binnen het enorm grote aanbod aan informatie: waar zoek je wat, en hoe leer je deze bronnen kritisch hanteren?

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  

• De student kan geschreven , niet-geschreven en digitale bronnen zoeken, vinden en selecteren.
• De student kan aan  de hand van de methodologische regels ( APA -referentiestijl)  een bibliografie opstellen, een probleemstelling formuleren en deze uitwerken tot een korte paper
• De student kan  vlug  verschillende invalshoeken formuleren ( mind map).
• de student kan een interview voorbereiden
• De student kan  digitale informatie digitaal verzamelen,verwerken, presenteren en verspreiden.

• Bronnen ( soorten,opzoeken,selecteren)
• Regels van bronvermelding =APA-referentiestijl
• Mind map
• Zoekmachines
• Netwerk-aspecten
• Criteria, tips & tricks om de waarde van informatie op internet te evalueren. 

• Cavia ( = zelfinstructiepakket)
• Syllabus
• Notities hoorcollege
  

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	100%

•  Opstellen van een literatuurlijst over het  door de student gekozen thema: 5 punten ( zie syllabus).
• Korte paper: 4  punten
• Mindmap en voorbereiding interview: 4 punten.
• Oefening CAR:  7 punten
• Voor ieder deelexamen (taak): min 1 punt proportioneel op 20 per werkwoordsfout
• Reserach en CAR is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

  Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
  Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
   
  Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

  Indien niet alle taken worden afgegeven, krijgt de student een "afwezigheid"
• Elke vaststelling van plagiaat wordt bestraft. (We volgen daarbij de procedure die beschreven staat in de artikels 94 tot en met 97 van het OER)

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	100%

De student maakt een paper over een actueel thema (wordt samen met de lector bepaald op de inzagedag).

Oefening CAR

voor ieder deelexamen: min 1 punt proportioneel op 20 per werkwoordsfout

Research en CAR is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  
• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  
• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  
• JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
  

• Begrippen en wetten van de micro- en macro-economie hanteren  met telkens de link met de actualiteit. 
• Inzicht verwerven in bedrijfseconomische problemen en vraagstukken.
• De student vertrouwd maken met economische redeneringen
• De student begrijpt het belang van een aantal economisch-maatschappelijke verschijnselen, ontwikkelingen en vraagstukken en kan deze analyseren en kritisch benaderen.
• De student kan de economische gevolgen inschatten van actuele gebeurtenissen.
• Relevante economische cijfergegevens kunnen verzamelen en interpreteren.

• Consumentengedrag. :  invloed van prijs- en loonontwikkeling, spaargedrag, consumptieprijsindex.
• Producentengedrag: de kosten- en opbrengstenstructuur van een bedrijf.
• De prijsvorming : wet van vraag en anbod, marktvormen. 
• Evolutie van de Belgische economie en het nationaal inkomen
• De werkgelegenheid : de arbeidsmarkt, loononderhandelingen. 
• Geld, monetair beleid en inflatie.
• Het internationale betalingsverkeer : wisselmarkt, wisselkoersen.
• Conjunctuur,  economische groei en milieu.

-Handboek : Economie vandaag 2011; De Cnuydt & De Velder ; Academia Press,   Gent.

-Ondersteunende website met zelftoetsen.

-Overhead of Power Point slides

-Economische artikels uit kranten en tijdschriften.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

• Schriftelijk examen:
  • januari-examen : 8 punten
    
  • Juni-examen: 12 punten

Inzichtsvragen, kennisvragen en toepassingen

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Schriftelijk examen over de hele leerstof: 20 punten

Inzichtsvragen, kennisvragen en toepassingen

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  

• De student kan de ingewikkelde en bewogen actuele problematiek vanuit historisch inzicht begrijpen en verklaren.
• De student kan de maatschappelijke ontwikkelingen in een vlotte en begrijpelijke tekst verwoorden.

Interesse voor de actualiteit en de maatschappelijke tendensen.

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

Categorie	Weging van categorieën
schriftelijk examen binnen de examenreeks	100%

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  
• JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
  

• JO206 De student kan teamgericht werken.
  
• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  
• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  
• JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  
• JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  
• JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
  
• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  
• JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
  
• JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
  

Componenten	Weging
Maatschappelijke thema's	50%
Weekoverzicht	50%

Twee weken per semester wordt er vanuit de vakken van het maatschappelijk referentiekader samengewerkt rond éénzelfde thema. Dit thema sluit aan bij één van de journalistieke domeinen die in nieuwsdragers aan bod komen (binnenland, cultuur, sport, buitenlandse politiek, economie, ....) en is sterk gericht op de actualiteit. Theoretische lessen worden aangevuld met een praktijkopdracht.

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  
• JO105 De student is in staat enige vorm van leiding te geven.
  

• JO206 De student kan teamgericht werken.
  
• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  
• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  
• JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  
• JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  
• JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.
  
• JO318 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor productie en productie-assistentie betekent dit: het kennen van de productie van gedrukte media, van televisie- en radioprogramma's en van on-line media en er actief aan meewerken.
  
• JO319 De student kan volwaardige journalistieke producten maken volgens de inhoudelijke, redactionele en vormelijke eisen van het medium. Voor presentatie betekent dit: vertrouwd zijn met beeldtaal door inzicht in beeldcultuur, vlot communiceren voor micro en camera en vertrouwd zijn met radiotaal.
  
• JO320 De student kan zelfstandig aan een journalistiek eindproduct werken.
  

• De student betrekt de actualiteit op zijn leerstof, en andersom.
• De student betrekt theorie en praktijk op elkaar.
• De student kan een transfer maken tussen de vakinhouden van verschillende opleidingsonderdelen / componenten.
• De student kan de beroepsspecifieke relevantie van de leerstof aantonen.

cfr. de opleidingsonderdelen / componenten Actuele Geschiedenis, Economische inzichten 1, Psychologie, Sociologie, Filosofie en Recht.

Het benodigde studiemateriaal wordt verstrekt bij de aanvang van de themaweken.

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	100%

Maatschappelijke topics: praktijk is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Het theoretische deel valt volledig binnen de opleidingsonderdelen/componenten Actuele Geschiedenis, Economische inzichten 1, Psychologie, Sociologie, Filosofie en Recht.

Het praktijkgedeelte wordt geëvalueerd aan de hand van een persoonlijk werkstuk.

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	100%

Maatschappelijke topics: praktijk is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Het theoretische deel valt volledig binnen de opleidingsonderdelen/componenten Actuele Geschiedenis, Economische inzichten 1, Psychologie, Sociologie, Filosofie en Recht.

Het praktijkgedeelte wordt geëvalueerd aan de hand van een persoonlijk werkstuk. Hiervoor zal in juni een aparte praktijkopdracht opgegeven worden.

• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO208 In samenhang met de beroepspraktijk kan de student maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen.
  

• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  

De student volgt dagelijks het nieuws en beperkt zich daarbij niet tot één medium.

De student kan maatschappelijke thema's vanuit verschillende invalshoeken ('neutraal') benaderen.

De student kan zich een onderbouwde mening over bepaalde thema's vormen.

Het nieuws in alle mogelijke media:

Kranten en tijdschriften. Aanbevolen: De Morgen of De Standaard, Knack.

Radio. Aanbevolen: Radio 1.

TV. Aanbevolen: nieuwsuitzendingen en achtergronds- en duidingsprogramma's.

Internet. Aanbevolen: nieuwssites van de traditionele media.

Een (goedkoop) studentenabonnement op een kwaliteitskrant is aanbevolen.

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	100%

Tweewekelijkse test: schriftelijk (persoon, instelling, begrip,... situeren) of mondeling (discussie).

Wie driemaal afwezig is bij de deelexamens, krijgt een 0 voor het totaal van dat semester waarbinnen die afwezigheden vielen.

Weekoverzicht is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

Categorie	Weging van categorieën
permanente evaluatie buiten de examenreeks	100%

Een schriftelijk examen (2 uur) waar de student 20 namen, organisaties, begrippen,... uit de actualiteit van het academiejaar 2011-2012 moet situeren. .

Weekoverzicht is één van de samenstellende componenten van een omvangrijk opleidingsonderdeel. Voor dergelijke opleidingsonderdelen geldt volgende regel:

Elke component levert één deelcijfer op dat verschijnt op het rapport .
Het totaalcijfer van een opleidingsonderdeel dat bestaat uit verschillende componenten is de som van de deelcijfers van de componenten, gedeeld door het aantal componenten.
 
Indien je geen voldoende haalt voor een opleidingsonderdeel met componenten, en niet gedelibereerd wordt, moet je herkansen of het jaar overdoen voor de component(en) waarvoor je een tekort haalde. De component waarvoor je een voldoende haalde, levert automatisch een overdracht op die maximaal 1 jaar blijft gelden.

• JO101 De student kan strategisch redeneren.
  
• JO102 De student kan creatief denken.
  
• JO103 De student kan meertalig communiceren.
  
• JO104 De student kan informatie kritisch verwerven en verwerken.
  

• JO206 De student kan teamgericht werken.
  
• JO207 De student kan oplossingsgericht werken.
  

• JO309 De student is taalvaardig op zowel mondeling als schriftelijk niveau.
  
• JO310 De student is geïnteresseerd in nieuws en volgt en kent de actualiteit en recente ontwikkelingen aan de hand van de belangrijkste nieuwskanalen.
  
• JO311 De student heeft een ruime kijk op de wereld en kent de maatschappelijke ontwikkelingen.
  
• JO312 De student kan de journalistieke producten kaderen in het medialandschap in de ruime zin.
  
• JO313 De student kan kritisch nadenken over eigen en andere journalistieke producten en staat open voor voortdurende bijsturing.
  
• JO314 De student kan samenwerken met anderen en toont voldoende verantwoordelijkheidszin en collegialiteit om een groepsproduct tot een goed einde te brengen.
  
• JO315 Research en informatieverzameling: zoeken, vinden en selecteren van relevante, geschreven en digitale bronnen en van relevante informanten. De student doet dat i.f.v. het journalistieke product en het medium, en desnoods onder tijdsdruk. Hiervoor beheerst hij o.m. interviewtechnieken.
  
• JO316 Reproductieve informatieverwerking en -verstrekking: registreren, selecteren, analyseren en synthetiseren van de voor zijn doelgroep relevante informatie. De student kan registreren met inzicht in informatie- en databestanden van voor de redactie relevante informatie, en vulgariserend met tekst- en beeldmateriaal omgaan.
  
• JO317 De student kan anderstalige bronnen zoeken, raadplegen, analyseren en bewerken voor journalistieke doeleinden.