ECTS-database Plantijn Hogeschool
Sociaal-agogisch werk - Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 2
  
cataloognrbenamingstudiepunten
5100100064Project/11 & 1212
5100100065Maatsch. & metho. vraagstukken /114
5100300013Paper/63
5100300016Praktijk (d2)8
5100300017Begeleid. in socio-culturele context/53
Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 2 - Project/11 & 12
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
Code:5100100064
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:uitdiepend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 of 3 - Module 3-4
Contacturen:42
Aantal studiepunten:12
Totaal studietijd:312
Examencontract:niet mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Nederlands,
Lector(en)David De Roey
Mieke Verbeek
Anki Van Heden
Kristel Eraets
Greet Demesmaeker
Myriam Vanschel
Tom Vandersteene
Karen Desloovere
Gwen Van Dingenen
Joël Verjans
Lieve Walravens
Gwendy Moentjens
Ann Gios
Bart Hofman

 

KORTE OMSCHRIJVING

In het opleidingsonderdeel 'Project' willen we op een ervaringsgerichte wijze een opleidings- en werkrelevant thema uitwerken.
Hierin verdiepen we thematisch, van probleemstelling tot oplossing, van theorie naar praktijk. Tegelijk verbreden we: integratief, opleidingsonderdelen overschrijdend.
Binnen het project werken een groep studenten gedurende een langere periode, in samenspraak met de begeleiding aan een opdracht. Op deze wijze verwerven ze kennis, vaardigheden en attitudes. In de projectgroep werken ze een oplossing uit voor het gestelde probleem/opdracht gebruikmakend van theoretische en praktische kennis, lerend aan, van en met elkaar.
Binnen het opleidingsonderdeel 'Project' heeft een integratie van competenties plaats. Project draagt in de feiten bij tot de ontwikkeling van alle competenties. Naar beoordeling toe kiezen we ervoor om een beperkt aantal competenties te meten. In de rubriek assessment zullen we dit verder concretiseren. We clusteren de competenties onder 'competentiegerichte leerdoelen' tot beoordeelbare/meetbare gehelen.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
  • OM503 Geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie. Reflecteert over maatschappij en ethiek. Stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback.
  • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
  • OM505 Stelt een werkplanning op. Leidt een vergadering. Stimuleert het doelgericht werken bij anderen. Begeleidt een team, rekening houdend met de context van een organisatie. Voert beheerstaken uit op financieel en administratief vlak. Levert een bijdrage aan de uitvoering van kwaliteitszorg binnen een organisatie.
  • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
  • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM509 Werkt op een constructieve manier samen vanuit groepsdynamische en communicatieve kaders. Profileert zich constructief binnen een team. Neemt verantwoordelijkheid op in het team. Vertegenwoordigt de eigen organisatie in diverse contexten.
  • OM510 Verwoordt de effecten van eigen referentiekader. Erkent referentiekader van anderen. Gaat op professionele wijze om met diversiteit. Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem. Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem. Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning.
  • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM513 Analyseert de hulpvraag van de cliënt/het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handleingsplan of begeleidingsplan op. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobeserveerde evoluties.
  • OM514 Organiseert wonen, leren, werken en vrije tijd op methodische, planmatige, creatieve en duurzame wijze. Begeleidt wonen, werken, leren en vrije tijd op een methodische, planmatige, creatieve en duurzame wijze.
  • OM516 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt/het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en technieken. Beëindigt een hulpverleningsrelatie, indien nodig of verwijst door.
  • OM518 Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening (microniveau). Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 2. Studenten vn het verk prg moeten geslaagd zijn vr het deeltijds modelp 1 & zich inschrijven vr alle andere o.o. van het deeltijds modelp 2.

Andere begincompetenties

LEERINHOUDEN
De leerinhouden zijn project-specifiek en die zin afhankelijk van de projectkeuze van de student.
STUDIEMATERIAAL
  • Teksten, literatuur in functie van het uit te werken project
  • projectleidraad

WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 0

%
practicum en oefeningen:

  36

%

vormen van groepsleren:

  0

%
Verdere toelichting:
  • Projectvergaderingen
  • Werkvergaderingen
  • Intervisie 
  • Internationale studiereis

EVALUATIE

Eerste examenperiode
CategorieWeging van categorieën
project100%

Assessment:

 

Het assessment bestaat uit een gewogen cijfer gebaseerd op een beoordeling van verschillende aspecten door verschillende beoordelaars. De precieze berekening wordt verduidelijkt in de projectleidraad.

Een student kan pas slagen nadat hij/zij aan alle onderwijsactiviteiten (o.a. internationale studiereis) heeft deelgenomen.

Wat het project betreft moeten de afwezigheden verantwoord worden. Na twee ongewettigde afwezigheden is slagen voor dit opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode niet meer mogelijk en wordt de student naar de tweede examenperiode  verwezen.

 

Studenten die

o         hun deelname aan een project/projectgroep stop zetten of

o         waar in de feiten door onvoldoende aanwezigheid deze betekenis zal aan gegeven worden (fragmentarische aanwezigheid waardoor er niet de vereiste voldoende brede basis aanwezig is om te kunnen beoordelen) en/of

o         die om deze redenen zich niet met de projectgroep waarin ze waren toegewezen voor assessment aanbieden

worden uitgesloten voor een tweede examenperiode.


tijd voor examinering
uren

3 

Tweede examenperiode
CategorieWeging van categorieën
project100%

Tweede examenperiode:

1.      Wanneer een individuele student van de projectgroep niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard en omvang van de individuele vervangende opdracht.

2.      Wanneer een projectgroep/team in zijn totaliteit of een deel van een projectgroep/team  niet slaagt in de éérste examenperiode bepaalt de project-beoordelingscommissie de aard, omvang en  wijze waarop het project/projectonderdeel moet bijgestuurd worden.   

Het is de verantwoordelijkheid van de student, om de opdrachten voor de tweede examenperiode van Blackboard te halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de juiste opdrachten, volledig en tijdig aan de betrokken lectoren te overhandigen.    

 
Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 2 - Maatsch. & metho. vraagstukken /11
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
Code:5100100065
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:inleidend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 of 3 - Module 3
Contacturen:28
Aantal studiepunten:4
Totaal studietijd:104
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Nederlands,
Lector(en)Gwendy Moentjens
Wim Van Tongel
Mieke Verbeek
Mieke Loots
Lieve Walravens
Ingrid De Jonghe
Anki Van Heden
Bart Hofman
Carl Adams
Joke Adriaensens
Kristel Eraets

 

KORTE OMSCHRIJVING

In dit opleidingsonderdeel worden de basisconcepten van onderzoeksmethdologie aangereikt. Met de verworven inzichten in een onderzoekscyclus en veelgebruikte methoden en technieken in het praktijkgericht onderzoek, heb je voldoende bagage om in de eigen orthopedagogische realiteit als begeleider systematisch onderzoekend aan de slag te gaan, vanuit zelf ervaren vragen of door cliënten of medewerkers aangereikte problemen.

Deze verkenning van de wereld van het (praktijk)wetenschappelijk onderzoek geeft je de inzichten en vaardigheden om wetenschappelijk onderzoek, waarmee je kennismaakt via publicaties, studiedagen of workshops te kunnen verwerken. 

Naast een theoretische verkenning  in de hoorcolleges, ga je aan de slag  met een aantal wetenschappelijke publicaties in de werkcolleges. Daarnaast stap je mee in het "levenslang leren" door een actieve deelname  aan workshops, waarin theorie en praktijk verweven worden.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
  • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
  • OM503 Geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie. Reflecteert over maatschappij en ethiek. Stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback.
  • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
  • OM505 Stelt een werkplanning op. Leidt een vergadering. Stimuleert het doelgericht werken bij anderen. Begeleidt een team, rekening houdend met de context van een organisatie. Voert beheerstaken uit op financieel en administratief vlak. Levert een bijdrage aan de uitvoering van kwaliteitszorg binnen een organisatie.
  • OM506 Rapporteert schriftelijk in begrijpelijke en correcte taal. Presenteert mondeling op heldere wijze. Gebruikt gepaste communicatiemiddelen/modellen.
  • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
  • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM509 Werkt op een constructieve manier samen vanuit groepsdynamische en communicatieve kaders. Profileert zich constructief binnen een team. Neemt verantwoordelijkheid op in het team. Vertegenwoordigt de eigen organisatie in diverse contexten.
  • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
Beroepsspecifieke competenties
  • OM516 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt/het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en technieken. Beëindigt een hulpverleningsrelatie, indien nodig of verwijst door.
  • OM517 Brengt het netwerk in kaart. Brengt verbinding tot stand tussen de verschillende contexten waarin de cliënt/het sliëntsysteem leeft en werkt. Bewaakt samen met de cliënt de kwaliteit en duurzaamheid van de netwerken.
  • OM518 Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening (microniveau). Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

Doelstellingen vooropgesteld in hoor- en werkcolleges:

  • De student kan zelf op zoek gaan naar relevante theoretische kaders, door het inventariseren en selecteren van wetenschappelijke publicaties in het algemeen en wetenschappelijk onderzoek  meer specifiek  in functie van een bepaalde probleemstelling op micro- of mesoniveau.
  • De student kan deze wetenschappelijke literatuur zelfstandig analyseren en verwerken , de wetenschappelijke onderbouw hiervan kritisch bevragen, en op een gefundeerde manier vertalen naar de orthopedagogisch realiteit. 
  • Bij het verwerken van deze publicaties  heeft de student inzicht in de realiteit vanwaaruit het onderzoek werd opgestart, de probleem-en situatieanalyse, de operationalisering van een onderzoeksontwerp, de wijze van inventarisatie, verwerking en analyse van data, de interpretatie van onderzoeksgegevens. Op basis van deze verwerking is hij in staat de relevantie van de nieuwe inzichten af te wegen binnen de eigen orthopedagogische realiteit.
  • De student kan kritisch kijken naar het eigen onderzoeksmatig handelen en kan praktijkgericht onderzoek kritisch benaderen.
  • De student kan inzichten uit wetenschappelijk onderzoek, verbonden met een probleemstelling binnen het werkveld, toegankelijk maken voor derden (cliënten, collega's)
  • De student kan zelfstandig een aanzet geven tot het ontwerpen en uitvoeren van een eenvoudig onderzoek, vertrekkend van een probleemstelling in het werkveld. Op basis van dit onderzoek kan hij genuanceerde conclusies trekken en vertalen naar de praktijk.
  • De student kan op een professionele manier meewerken aan een praktijkonderzoek binnen het orthopedagogische werkveld, heeft inzicht in de ethische en organisatorische consequenties van zo'n onderzoek en kan adviezen formuleren mbt de uitvoering van het onderzoek, rekening houdend met cliënt en organisatie. 
     

Doelstellingen, vooropgesteld in de workshops:

  • De student kan zich verdiepen, zowel individueel als in groep in een nieuw aangereikt thema.
  • De student staat open voor het oefenen van vaardigheden  en het vaardig worden ten aanzien van specifieke competenties die  bruikbaar zijn binnen de aanpak of begeleiding, zoals aan bod komt binnen die specifieke themata.
  • De student kan vanuit denkkaders en reële situaties van cliënten komen tot het formuleren van aangrijpingspunten in begeleiding en behandeling  alsook het formuleren van aandachtspunten voor de gespecialiseerde opvoeder- begeleider

VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
geen

Andere begincompetenties
Zie opleidingsonderdelen: Specifieke opvoeden en Begeleiden deel 1 en 2, Inspirerende Denkkaders, Orthopedagogisch handelen, Orthopedagogisch handelen en Teamwerk,  De mens in zijn omgeving, Begeleiden in een socio-culturele context.

LEERINHOUDEN

ALGEMENE LEERINHOUD VAN HOOR- EN WERKCOLLEGE:
Aan de hand van verschillende actuele onderzoeksrapporten wordt  in dit opleidingsonderdeel  maatschappelijke en methodologische kaders verkend vanuit hun wetenschappelijkheid en vertaald naar de praktijk van de GOB.

In de HOORCOLLEGES  wordt aan de hand van een aantal onderzoeksrapporten en wetenschappelijke publicaties het onderzoeksproces van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek  uiteengezet met aandacht voor veelgebruikte begrippen. De verschillende onderzoeksfasen worden achtereenvolgens verkend:

  • voorafgaand: wetenschapstheoretische inzichten
  • aanleiding van een onderzoek,
  • een kritische probleem- en situatieanalyse ,
  •  van probleemforumering tot concpetueel model
  • operationalisering van een onderzoek
  • dataverzameling en -verwerking
  • interpretatie van onderzoeksresultaten en vertalen van conclusies naar de pedagogische realiteit
  • kritische beoordeling van de methodologie van een onderzoek aan de hand van kwaliteitscriteria 

Op deze manier worden de nodige inzichten verworven om wetenschappelijke publicaties kritisch te hanteren in de eigen professionele werkomgeving. Het doorlopen van het traject biedt ook een basis om zelf mee te werken aan praktijkgericht onderzoek. Bij de bespreking van dit wetenschappelijk onderzoekskader wordt stilgestaan bij de mogelijkheden om met dit kader zelf eenvoudig onderzoek te ontwerpen en uit te voeren, vanuit een eigen probleemstelling. 

Deze theoretische kennis wordt aantrekkelijk geïllustreerd aan de hand van een gastcollege, waarbij een onderzoeker praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek komt toelichten, rondom een actueel thema binnen het orthopedagogische domein.  

De WERKCOLLEGES  bieden een verdieping aan de hoorcolleges en bespreken  wetenschappelijke artikels waarin de  concepten en begrippen vanuit de hoorcolleges worden vertaald. Bij de bespreking  wordt vervolgens rekening gehouden met de discussie over de relevantie en toepasbaarheid van  onderzoekgegevens in de dagelijkse praktijk enerzijds en het rapporteren over wetenschappelijk onderzoek anderzijds.
De wetenschappelijke artikels betreffen actueel wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in vaktijdschriften binnen het orthopedagogisch kennisdomein en toepasbaar op het orthopedagogisch werkveld. 
 

 Tenslotte bieden we nog WORKSHOPS aan.  De student schrijft zich in voor twee thema's. De aangeboden themata betreffen steeds actuele onderwerpen, waarrond er een maatschappelijke discussie bestaat. In deze workshops wordt op een interactieve manier gewerkt rond de mogelijke aanpak binnen een orthopedagogische setting, vertaald in methodieken, gebruik van specifiek materiaal, handvaten in relatieopbouw, werkprocessen. Er wordt veel aandacht gegeven aan de concrete vertaling naar de praktijk door het werken met casussen, getuigenissen, rollenspelen, ... voor studenten die zich verder willen verdiepen in dit thema wordt literatuur, en andere leerwegen aangeboden (via bb).

Elk thema wordt aangeboden gedurende 6 lesuren  gespreid over 2  lesweken. Regelmatige en actieve deelname  aan de workshops is verplicht.

 


STUDIEMATERIAAL
  • Syllabus ' maatschappelijke en methodologische vraagstukken'. Teksten voor de werkcolleges zitten hier als bijlage bij.
  • Achtergrondinformatie op blackboard
  • Voor de workshops wordt materiaal aangereikt tijdens deze sessies en/of ter beschikking gesteld via de blackboardcursus.

 


WERKVORMEN
Soort werkvorm    
hoor- en werkcolleges:

 14

%
practicum en oefeningen:

  14

%

vormen van groepsleren:

  0

%
Verdere toelichting:
    • Hoorcollege  1 u / week.
    • Werkcollege 1 u/week
    • Leesopdrachten ter voorbereiding van  de werkcolleges.
    • Opdracht (zie evaluatie) aan de hand waarvan alle concepten kritisch verwerkt kunnen worden. 
    • Tijdens de workshops: casusgericht werken, oefeningen, bespreken van gevalsstudies, film- en video-opnamen, groepsgesprekken en discussies, bepsreken van stage-ervaringen, zelfstudie (werkvorm, afhankelijk van het behandelde thema).


EVALUATIE

Eerste examenperiode
CategorieWeging van categorieën
Schriftelijke evaluatie70%
taak30%

  • Schriftelijke evaluatie is een schriftelijk examen ( 70 % ) over de leerinhouden van de hoorcolleges, die ook toegelicht  zijn in de werkcolleges.

 
  • Taak: dit betekent een individuele opdracht bij de werkcolleges (30 %), meer bepaald het uitwerken van een onderzoeksfiche : "Wetenschappelijke onderzoekspublicaties kritisch lezen, interpreteren en rapporteren met de invloed op het professioneel handelen van een gespecialiseerd opvoeder-begeleider". Dit is een kritische zelfstudie van een wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd door een wetenschappelijk tijdschrift. Het bestudeerd onderzoek sluit inhoudelijk aan bij het thema van de projectgroep (zie opleidingsonderdeel 'Project') of sluit aan bij een eigen belangstellingsthema (zie studenten met een individueel traject). De volledig uitgewerkte fiche kan gewogen worden op grond van de uitwisseling tijdens een werkcollege en op grond van mondeling en schriftelijk taalgebruik .

  • Workshops: verplichte aanwezigheid en actieve deelname

tijd voor examinering
uren

2 

Tweede examenperiode
CategorieWeging van categorieën
Schriftelijke evaluatie70%
taak30%

  • Schriftelijk evaluatie is een schriftelijk examen (70%) over de leerstof van de hoorcolleges (ook toegelicht in de werkcolleges)
  • Taak (30 %)  is een opdracht bij de werkcolleges :
    • Elke student maak een nieuwe onderzoeksfiche: dit is een kritische zelfstudie van een wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in een nieuw te zoeken tijdschriftartikel. Het bestudeerd onderzoek sluit inhoudelijk aan bij een eigen beslangstellingsthema.
    • De fiche kan gewogen worden  op grond van schriftelijk taalgebruik.
    • Het is de verantwoordelijkheid van de student, om de opdrachtformulering voor de taak voor de tweede examenperiode van Blackboard te halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de taak volledig en tijdig aan de betrokken lector te overhandigen.

 
Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 2 - Paper/6
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
Code:5100300013
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:uitdiepend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Module 2
Contacturen:0
Aantal studiepunten:3
Totaal studietijd:78
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Nederlands,
Lector(en)Greet Hellenbosch

 

KORTE OMSCHRIJVING

 

De paper is een werkstuk waarin een (ortho)(ped)agogische thema wordt uitgediept en waarin de eigen visie zichtbaar wordt gemaakt.
Het gaat om een beschouwende, goed afgebakende en systematisch opgebouwde tekst waarin de onderliggende redenering duidelijk werd gemaakt. De stelling moet op een (ortho)(ped)agogische wijze benaderd worden. Dit betekent dat de student(e) de motivatie en de argumenten vanuit een (ortho)(ped)agogisch perspectief formuleert. Met ‘eigen visie’ willen we bedoelen dat de tekst geschreven werd vanuit een persoonlijke invalshoek. De tekst is gekleurd door het eigen referentiekader. We verwachten dus veel meer dan een persoonlijke reflectie op de opgegeven stelling.


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
  • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
  • OM503 Geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie. Reflecteert over maatschappij en ethiek. Stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback.
  • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
  • OM506 Rapporteert schriftelijk in begrijpelijke en correcte taal. Presenteert mondeling op heldere wijze. Gebruikt gepaste communicatiemiddelen/modellen.
  • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM510 Verwoordt de effecten van eigen referentiekader. Erkent referentiekader van anderen. Gaat op professionele wijze om met diversiteit. Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem. Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem. Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
    'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn vr het dlts modelpakket 1 - verkort prg.
    Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschr vr alle andere vakken uit het dlts modelpakket 2 - verkort prg.'
    'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn vr het dlts modelpakket 1 - verkort prg.Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je je ook inschr vr alle andere vakken uit het dlts modelpakket 2 - verkort prg.'


    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN
    De leerinhouden zijn  paper-specifiek en die zin afhankelijk van de keuze van de student.
    STUDIEMATERIAAL
  • teksten, literatuur in functie van de uit te werken  paper 
  • teksten rond refereren 
  • richtlijnen doelstellingen en werkwijze paper

  • WERKVORMEN
    Soort werkvorm    
    hoor- en werkcolleges:

     0

    %
    practicum en oefeningen:

      4

    %

    vormen van groepsleren:

      0

    %
    Verdere toelichting:

    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    taak100%


     

    De paper zal beoordeeld worden door de paper-begeleider.
    Zij zal de beoogde competenties beoordelen in het individuele werkstuk

     


    tijd voor examinering
    uren

     

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    taak100%

    • Paper herwerken op basis van feedback.
     
    Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 2 - Praktijk (d2)
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
    Code:5100300016
    Academiejaar:2011-2012
    Type:kern,
    Niveau:gespecialiseerd
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Volledig academiejaar
    Contacturen:0
    Aantal studiepunten:8
    Totaal studietijd:208
    Examencontract:niet mogelijk
    Deliberatie:niet mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:Nederlands,
    Lector(en)Wim Stinkens

     

    KORTE OMSCHRIJVING

    Een bachelor in de orthopedagogie moet over het vermogen beschikken om expliciet terug te blikken op, en na te denken over, het eigen handelen als professional. Deze lerende houding kan leiden tot een verbetering van de eigen werkpraktijk. Hierbij gaat de student systematisch gegevens verzamelen enerzijds over de eigen situatie en anderzijds relevante informatie uit de wetenschappelijke en vakliteratuur.


    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
    • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
    • OM503 Geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie. Reflecteert over maatschappij en ethiek. Stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback.
    • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
    • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
    • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • OM510 Verwoordt de effecten van eigen referentiekader. Erkent referentiekader van anderen. Gaat op professionele wijze om met diversiteit. Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem. Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem. Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning.
    • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
    • OM512 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep. Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
       

      Beroepsspecifiek redeneren

      • maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders
      • integreert gedetailleerde theoretische kennis in de eigen praktijk
      • bouwt een geldige en onderbouwde  argumentatie op

      Kritisch reflecteren

      • geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen in functie van zijn beroepsfunctioneren aan
      • reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie
      • reflecteert over maatschappij en ethiek
      • stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback

      Projectmatig en methodisch handelen

      • analyseert een nieuw, complexvraagstuk aan de hand van theoretische kaders
      • verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek
      • werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit
      • implementeert de gekozen oplossing
      • evalueert de oplossing

      Levenslang leren

      • Brengt eigen talenten en competenties in kaart
      • Stuurt eigen leertraject
      • houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel
      • breidt eigen, professionele kennis en expertise uit

      Internationale gerichtheid tonen

      • volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op
      • raadpleegt actuele, internationale bronnen

      Value based werken

      • verwoordt de effecten van eigen referentiekader
      • Erkent referentiekader van anderen
      • Gaat op professionele wijze om met diversiteit
      • Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem
      • Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem
      • Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning

      Toegepast wetenschappelijk onderzoek 

      • Beoordeelt de kwaliteit van informatie in termen van betrouwbaarheid, validiteit en generaliseerbaarheid
      • Zoekt wetenschappelijke informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk
      • Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk

      Maatschappelijke verantwoordelijkheid ontwikkelen

      • Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep
      • Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken

       


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: Praktijk (d1)

      Andere begincompetenties
      Geslaagd voor het eerste modelpakket
      LEERINHOUDEN
      • Vertrekkend vanuit de praktijksituaties komen volgende thema's aan bod:
        • werken met de doelgroep.
        • werken in teamverband.
        • werken binnen een organisatie.
        • werken rond zichzelf als gespecialiseerd opvoeder-begeleider.
      • We benaderen deze thema's vanuit integratie, reflectie en evaluatie.

      STUDIEMATERIAAL

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       

      %
      practicum en oefeningen:

        6

      %

      vormen van groepsleren:

        

      %
      Verdere toelichting:

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      permanente evaluatie100%


      tijd voor examinering
      uren

       

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      taak100%

       
      Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 2 - Begeleid. in socio-culturele context/5
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
      Code:5100300017
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kernondersteunend,
      Niveau:inleidend
      Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 2 - Module 1
      Contacturen:14
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Gwendy Moentjens

       

      KORTE OMSCHRIJVING

      In dit opleidingsonderdeel ligt de focus op de socio-culturele context van mensen (cliënten én begeleiders/hulpverleners): Welke sociaal-maatschappelijke en culturele factoren zijn van invloed op cliënten en hulpverleners? Hoe kunnen we de eigen socio-culturele context verkennen en ermee omgaan in hulpverlening en begeleiding?   Hoe kunnen we bij begeleiding en hulpverlening rekening houden met de socio-culturele context van cliënten en met de wijze waarop die context in hen leeft?

      Dit perspectief is van belang als we contextgericht willen begeleiden en hulp verlenen.

      In dit opleidingsonderdeel bieden we een begrippenkader aan, bespreken we bepaalde mechanismen en formuleren we aandachtspunten i.v.m. (het verkennen van en het werken met) de socio-culturele context van mensen.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
      • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
      • OM503 Geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie. Reflecteert over maatschappij en ethiek. Stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback.
      • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
      • OM505 Stelt een werkplanning op. Leidt een vergadering. Stimuleert het doelgericht werken bij anderen. Begeleidt een team, rekening houdend met de context van een organisatie. Voert beheerstaken uit op financieel en administratief vlak. Levert een bijdrage aan de uitvoering van kwaliteitszorg binnen een organisatie.
      • OM506 Rapporteert schriftelijk in begrijpelijke en correcte taal. Presenteert mondeling op heldere wijze. Gebruikt gepaste communicatiemiddelen/modellen.
      • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
      • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • OM509 Werkt op een constructieve manier samen vanuit groepsdynamische en communicatieve kaders. Profileert zich constructief binnen een team. Neemt verantwoordelijkheid op in het team. Vertegenwoordigt de eigen organisatie in diverse contexten.
      • OM510 Verwoordt de effecten van eigen referentiekader. Erkent referentiekader van anderen. Gaat op professionele wijze om met diversiteit. Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem. Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem. Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning.
      • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
      • OM512 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep. Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
      Beroepsspecifieke competenties
      • OM513 Analyseert de hulpvraag van de cliënt/het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handleingsplan of begeleidingsplan op. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobeserveerde evoluties.
      • OM515 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten optimale ontwikkelings- en vormingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, eomtionele, sociale en motorische ontwikkeling.
      • OM516 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt/het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en technieken. Beëindigt een hulpverleningsrelatie, indien nodig of verwijst door.
      • OM518 Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening (microniveau). Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN

       

       

      ·         Begrippenkader en mechanismen i.v.m. (het verkennen van en het werken met) de socio-culturele context van mensen kennen en kunnen gebruiken.

      ·         Organisaties kennen en kunnen opzoeken die i n ons land belangrijke informatie bijhouden, systematiseren en actualiseren over bepaalde sociale groepen en/of begeleiding van/hulpverlening aan mensen uit die groepen.

      ·         Kennis  i.v.m. het verkennen van de socio-culturele context en van de sociale identiteiten van mensen kunnen opzoeken, situeren en verwerken.

      ·         De maatschappelijke inbedding en de eigenheid van de bestudeerde sociale groepen kunnen beschrijven.

      ·         Hypothesen kunnen formuleren i.v.m. de impact van contextelementen en/of sociale identiteiten op begeleiding van en hulpverlening aan cliënten en op het werken als hulpverlener.

      ·         Kritisch kunnen reflecteren op het eigen referentiekader.

      ·         Zich kunnen inleven in het referentiekader van iemand anders.

      ·         Kunnen openstaan voor en kritische vragen kunnen formuleren bij verschillende (mens-, maatschappij-, en levens)visies en (cultureel bepaalde) waarden en normen. 

       


      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      geen

      Andere begincompetenties
      geen
      LEERINHOUDEN
      •   De socio-culturele context van mensen: Begripsomschrijving en motivering van de betekenis ervan voor begeleiding en hulpverlening
      • Het belang van sociale klasse en gezins - en samenlevingsvormen voor begeleiding (Humaan Sociaal Cultureel Kapitaal) 
      • Sociale groepen en sociale (deel)identiteiten (gender, seksuele voorkeur, lichamelijke validiteit, leeftijd, klasse, opleiding, functie, etniciteit, zingeving en religie): maatschappelijke inbedding en eigenheid, organisaties die actief zijn i.v.m. bepaalde sociale groepen
      • Maatschappelijke in- en uitsluitingsmechanismen en implicaties voor begeleiding.
      • Diversiteit structureel aanpakken. Een diversiteitsbeleid voeren en begeleiden/hulpverlenen en samenwerken rekening houdend met diversiteit.
      • Mens- en wereldbeelden: impact op leefdomeinen, op de samenleving en op probleembenadering.


      STUDIEMATERIAAL
        • tekstenbundel Blackboard (map 'verplichte literatuur')
        • Loeffen, T. & Tigchelaar, H. (2009). Retourtje inzicht. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
        • PowerPoint Presentaties bij de hoorcolleges en werkcolleges (op Blackboard)
        • Gastcollege door Edwin Hoffman (georganiseerd in lesweek 7 buiten het lessenrooster)
        • Reportages uit de TV één-reeks ‘0032 ‘
        • Inhoud van de individuele studieopdracht over brochures die uitgegeven werden door organisaties die belangrijke informatie bijhouden, systematiseren en actualiseren over bepaalde sociale groepen  

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       14

      %
      practicum en oefeningen:

        0

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:
        1. In de hoorcolleges worden een aantal concepten en mechanismen die spelen in de socio-culturele context van mensen uitgelegd en geïllustreerd aan de hand van voorbeelden.
        2. In de werkcolleges wordt geoefend in het toepassen van deze concepten en mechanismen en maken we ons een manier eigen om te spreken over de (invloed van de) socio-culturele context van mensen.
        3. In de filmopdracht wordt vanuit een aantal geselecteerde reportages uit de TV reeks ‘0032’ actief gewerkt om de socio-culturele context van iemand te analyseren en zich zo de vereiste competenties eigen te maken. De studenten brengen hun antwoorden op de filmopdracht mee naar het werkcollege (zie planning). Deze opdracht wordt bevraagd op het schriftelijk examen.
        4. Er is ook een individuele studieopdracht i.v.m. brochures die uitgegeven werden door organisaties in ons land die belangrijke informatie bijhouden, systematiseren en actualiseren over bepaalde sociale groepen en/of begeleiding van/hulpverlening aan mensen uit die groepen ( zie document op Blackboard). Deze opdracht wordt bevraagd op het schriftelijk examen.
        5. Er is een gastcollege door E.Hoffman over ‘interculturele communicatie’ (zie planning op Blackboard). De inhoud van dit college maakt integraal deel uit van de leerstof.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      Schriftelijke evaluatie100%

        Schriftelijk examen: 100%  


      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      Schriftelijke evaluatie100%

      Schriftelijk examen: 100%