ECTS-database Plantijn Hogeschool
Sociaal-agogisch werk - Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1
  
cataloognrbenamingstudiepunten
5100100006Specifiek opvoeden & begeleiden (d1)/23
5100100007Specifiek opvoeden & begeleiden (d2)/33
5100100014Ethiek en samenleving (d1)/113
5100100015Organisatie en management/114
5100100018Ethiek en samenleving (d2)/123
5100100028Person. met een psychiatr. stoornis/44
5100100030Psychiatrische stoornissen/53
5100300012Praktijk (d1)7
Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1 - Specifiek opvoeden & begeleiden (d1)/2
  
O.O. heeft componenten:Neen
Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
Code:5100100006
Academiejaar:2011-2012
Type:kern,
Niveau:inleidend
Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Module 2
Contacturen:14
Aantal studiepunten:3
Totaal studietijd:78
Examencontract:mogelijk
Deliberatie:mogelijk
Vrijstelling:mogelijk
Onderwijstaal:Nederlands,
Lector(en)Carl Adams
Beno Schraepen
Gwen Van Dingenen
Sarah Verreyken

 

KORTE OMSCHRIJVING

Hoe komt het dat personen met beperkingen nog steeds niet op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven? Dat velen onder hen nog een geïsoleerd leven leiden? Binnen dit opleidingsonderdeel gaan we op zoek naar welke visies onze beeldvorming en dus ook de hulpverlening domineren. Hoe zijn die visies ontstaan en waar vinden we ze terug in het dagelijkse leven? Welke aspecten uit die diverse visies zijn waardevol en welke visie is momenteel actueel en zal in de toekomst mee de organisatie van de hulpverlening en de beeldvorming van de hulpverlener beïnvloeden?


COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
 Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

Algemene competenties

  • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
  • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
Algemene beroepsgerichte competenties
  • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
  • OM512 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep. Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
Beroepsspecifieke competenties

    SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
    • Inzien dat je visie op mensen en zorg bepaald wordt door maatschappelijke en culturele evoluties
    • De historische en culturele evolutie kunnen kunnen weergeven van de zorg voor personen met een beperking, armen, jongeren en delinquenten.
    • Dit kunnen uitleggen en aantonen met voorbeelden uit de orthopedagogische zorg vandaag.
    • Verschillende begrippen, personen en thema's binnen deze historische en culturele evolutie kunnen situeren en verklaren.
    • De impact hiervan kunnen aantonen op de orthopedagogische zorg vandaag.
    • De verschillende mensvisies of basishoudingen i.v.m. personen met een beperking kunnen geven, uitleggen en illustreren met eigen voorbeelden.
    • Het verband tussen deze mensvisies en hun historische en culturele bepaaldheid kunnen aantonen.
    • Kunnen omschrijven, inzien en illustreren welke mensvisies jezelf als opvoeder/begeleider dient na te streven en dit kunnen vertalen naar eigen handelen.
    • Dit alles kunnen linken aan de verschillende doelgroepen binnen de zorg.
    • De weg van segregatie naar inclusie kunnen uitleggen en illustreren.
    • Inclusie kunnen bekijken vanuit verschillende levensdomeinen: maatschappelijk, onderwijs, tewerkstelling, vrijetijdsbesteding en woonomgeving, met aandacht voor de verschillende niveaus (beleid, organisatie, samenleving )
    • Hier voorbeelden van kunnen geven.  

    VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
    Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
    geen

    Andere begincompetenties

    LEERINHOUDEN
    • Hoorcolleges: beeldvorming t.a.v. iedereen die wordt uitgesloten is het uitgangspunt:
      • Welke beeldvorming vinden we terug in onze maatschappij, bij onzelf? Hoe komt dat?
      • Vanuit welke beeldvorming vertrekt een gespecialiseerd opvoeder-begeleider?
    • Volgende onderwerpen en thema's komen aan bod:
      • Zorg en beeldvorming van de prehistorie, over de oudheid en de middeleeuwen tot nieuwe en nieuwste tijd en het eugenitisch alarm tot heden.
      • Welke maatschappelijke factoren spelen een rol in welke periode en bepalen zo de beeldvorming en dus ook de zorg voor armen en bedelaars, delinquenten, personen met een diverse handicaps?
      • Wat is de invloed van economie, cultuur, religie en wetenschap op de beeldvorming en hoe evolueert dit? 
      • Wat zijn cruciale momenten en wie zijn de baanbrekers in de ontwikkeling van de zorg en wat is hun bijdrage?
    • Werkcolleges: inclusie als visie, sociale uitsluiting, inclusief onderwijs, inclusieve tewerkstelling, inclusieve woonomgeving  en inclusieve vrije tijd.

    STUDIEMATERIAAL
    • 'Over narren, kreupelen, doven en blinden', Ben Wuyts, 2008, Davidsfonds Leuven (copie van boek)
    • aangevuld met een syllabus samengesteld uit artikels en slides,
    • Studietips, richt- en toetsvragen, een discussieforum en aanvullende informatie zijn te vinden op Blackboard
    • voorbereidende opdracht wordt besproken in de werkcolleges: info linken aan leerinhouden, taak wordt uitgevoerd in groep of individueel, dient als voorbereiding op het examen

    WERKVORMEN
    Soort werkvorm    
    hoor- en werkcolleges:

     14

    %
    practicum en oefeningen:

      0

    %

    vormen van groepsleren:

      0

    %
    Verdere toelichting:
    • 1 hoorcollege per week
    • 1 werkcollege per week
    • voor beide :
      • ondersteuning van studenten via blackboard platform: online discussieforum, toetsvragen  en studietips
      • aanmoedigen van coöperatief leren door te werken met toetsvragen en begeleide zelfstudie 

     


    EVALUATIE

    Eerste examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Schriftelijke evaluatie100%

    Schriftelijk examen obv open vragen of een essay:

    • of er is een toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen en de evaluatie van de opdracht gebeurt via deze examenvragen
    • of er wordt een inzichtelijke tekst gevraagd rond een thema of stelling, deze wordt dan verder uitgewerkt door diverse inzichten met elkaar te verbinden
    • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd of toegelicht

    tijd voor examinering
    uren

    2 

    Tweede examenperiode
    CategorieWeging van categorieën
    Schriftelijke evaluatie100%

    Schriftelijk examen obv open vragen of een essay:

    • of er is een toetsing via kennis en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen en de evaluatie van de opdracht gebeurt via deze examenvragen
    • of er wordt een inzichtelijke tekst gevraagd rond een thema of stelling, deze wordt dan verder uitgewerkt door diverse inzichten met elkaar te verbinden
    • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd of toegelicht
     
    Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1 - Specifiek opvoeden & begeleiden (d2)/3
      
    O.O. heeft componenten:Neen
    Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
    Code:5100100007
    Academiejaar:2011-2012
    Type:kern,
    Niveau:inleidend
    Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Module 3
    Contacturen:14
    Aantal studiepunten:3
    Totaal studietijd:78
    Examencontract:mogelijk
    Deliberatie:mogelijk
    Vrijstelling:mogelijk
    Onderwijstaal:Nederlands,
    Lector(en)Carl Adams
    Sarah Verreyken
    Gwen Van Dingenen

     

    KORTE OMSCHRIJVING
    Wat is het belang van de orthopedagogische wetenschap voor de praktijk? Verschillende theoretische orthopedagogische concepten worden toegelicht, verkend binnen hun wetenschappelijk kader en getoetst op hun waarde voor de praktijk. Het nieuwe burgerschapsparadigma wordt van nabij bekeken en uitgewerkt, begrippen als Quality of life en Empowerment worden theoretisch verkend en vertaald naar het praktisch handelen.

    COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
     Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

    Algemene competenties

    • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
    • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
    Algemene beroepsgerichte competenties
    • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
    Beroepsspecifieke competenties

      SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
      • Het verschil tussen wetenschappelijke en praktische kennis kunnen geven, inzien en hanteren
      • Verschillende stromingen, begrippen, concepten en thema's binnen het wetenschappelijke denken kunnen situeren en verklaren.
      • De impact hiervan kunnen aantonen op de orthopedagogische zorg.
      • De wetenschappelijke modellen die vandaag de zorg mee bepalen kunnen omschrijven
      • De verschillende paradigma's kort kunnen uitleggen zo ook hun impact op de organisatie van de zorg, mens en maatschappijbeeld.
      • Het ontstaan van en de overgang tussen de verschillende paradigma's kunnen schetsen en toepassen.
      • QOL, Empowerment, Burgerschap als richtinggevende concepten voor begeleiding en ondersteuning kunnen uitleggen en begrijpen.
      • Deze concepten in al hun facetten kunnen bespreken: terminologie, betekenis, ethische dilemma's, evolutie.
      • informatie uit verschillende bronnen kunnen opzoeken, verwerken en weergeven
      • aanscherpen van studievaardigheden en groepsleren

      VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
      Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
      Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor Specifiek opvoeden & begeleiden (d1)/2.

      Andere begincompetenties

      LEERINHOUDEN

      Centraal staat de schets rond speficiek opvoeden vanuit een wetenschappelijk denken en geplaatst binnen een internationale context en ethische dimensies.

      • 3 niveau's van theorievorming binnen de orthopedagogiek
      • Plaats en onderwerp van de orthopedagogiek
      • Auteurs en stromingen binnen het orthopedagogisch denken
        • Dialogische grondvormen en POS
        • Orthopedagogische vraagstelling en handelingsplanning
        • Remedial teaching en leerstoornissen
        • Kwaliteit van bestaan
        • Ondersteuning
        • Encounter
      • Paradigma's binnen de orthopedagogiek: defectparadigma, ontwikkelingsparadigma, burgerschapsparadigma.
      • Empowerment wordt ondersteboven en binnenstebuiten gekeerd via werkcolleges en taak

      STUDIEMATERIAAL
      • een syllabus samengesteld uit artikels en teksten
      • Taak: op zoek naar Empowerment gelinkt aan verschillende doelgroepen
        • taak wordt voorgesteld tijdens de les
        • informatie koppelen aan leerinhouden
        • feedback op de taak gebeurt tijdens de les
        • dient als voorbereiding op het examen
        • assesment taak gebeurt tijdens examen

      WERKVORMEN
      Soort werkvorm    
      hoor- en werkcolleges:

       14

      %
      practicum en oefeningen:

        0

      %

      vormen van groepsleren:

        0

      %
      Verdere toelichting:
      • 1 hoorcollege per week
      • 1 werkcollege per week
      • 1 zoekopdracht (zie informatie Blackboard)
      • ondersteuning van studenten via Blackboard: het discussieforum en toetsvragen
      • coöperatief leren wordt aangemoedigd door organisatie en begeleiden van studiegroepjes en zelfstudie.

      EVALUATIE

      Eerste examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      Schriftelijke evaluatie100%

      Schriftelijk examen met open vragen of een essay:

      • of er is een toetsing via kennis- en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen en integratie
      • of er wordt een inzichtelijke tekst gevraagd rond een thema of stelling, deze wordt dan uitgewerkt door diverse inzichten met elkaar te verbinden.
      • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd

      tijd voor examinering
      uren

      2 

      Tweede examenperiode
      CategorieWeging van categorieën
      Schriftelijke evaluatie100%

      Schriftelijk examen met open vragen:

      • of er is een toetsing via kennis- en inzichtsvragen opgesteld volgens het principe kennis, inzicht, toepassen en integratie
      • of er wordt een inzichtelijke tekst gevraagd rond een thema of stelling, deze wordt dan uitgewerkt door diverse inzichten met elkaar te verbinden.
      • puntenindeling wordt vooraf vastgelegd
       
      Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1 - Ethiek en samenleving (d1)/11
        
      O.O. heeft componenten:Neen
      Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
      Code:5100100014
      Academiejaar:2011-2012
      Type:kern,
      Niveau:uitdiepend
      Periode binnen het modeltraject:DEEL13M3
      Contacturen:21
      Aantal studiepunten:3
      Totaal studietijd:78
      Examencontract:mogelijk
      Deliberatie:mogelijk
      Vrijstelling:mogelijk
      Onderwijstaal:Nederlands,
      Lector(en)Jo Franck

       

      KORTE OMSCHRIJVING

      In dit opleidingsonderdeel wordt het eigen denken, handelen en zijn als ‘individu’ of ‘subject’  en dat van een ‘team’ en een ‘organisatie’ geplaatst in een ruimere context.  Dit met oog voor wat kan en de wijze waarop het kan, en voor wat niet kan en wat niet op die wijze kan. In de antwoorden op concrete hulpvragen gaan vaak opvattingen schuil over verantwoordelijkheid, menswaardigheid, macht, vrijheid en rechtvaardigheid. Over deze opvattingen willen we hier van gedachten wisselen. Door ons te verhouden tot de (filosofische, ethische en maatschappelijke) traditie en tot de toekomst slaan we aan het denken. Een denken dat begrenzend, maar ook bevrijdend kan werken. Denken dat ook een ‘oefening’ kan zijn, niet altijd om onmiddellijk beter te handelen … misschien zelfs niet om ‘beter’ te denken.


      COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
       Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

      Algemene competenties

      • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
      • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
      • OM503 Geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie. Reflecteert over maatschappij en ethiek. Stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback.
      • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
      • OM505 Stelt een werkplanning op. Leidt een vergadering. Stimuleert het doelgericht werken bij anderen. Begeleidt een team, rekening houdend met de context van een organisatie. Voert beheerstaken uit op financieel en administratief vlak. Levert een bijdrage aan de uitvoering van kwaliteitszorg binnen een organisatie.
      • OM506 Rapporteert schriftelijk in begrijpelijke en correcte taal. Presenteert mondeling op heldere wijze. Gebruikt gepaste communicatiemiddelen/modellen.
      • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
      • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
      Algemene beroepsgerichte competenties
      • OM509 Werkt op een constructieve manier samen vanuit groepsdynamische en communicatieve kaders. Profileert zich constructief binnen een team. Neemt verantwoordelijkheid op in het team. Vertegenwoordigt de eigen organisatie in diverse contexten.
      • OM510 Verwoordt de effecten van eigen referentiekader. Erkent referentiekader van anderen. Gaat op professionele wijze om met diversiteit. Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem. Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem. Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning.
      • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
      • OM512 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep. Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
      Beroepsspecifieke competenties

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • De student kan vanuit maatschappelijke, filosofische en ethische denkkaders een kritische houding aannemen ten aanzien van theoretische kaders en wetenschappelijke kennis die in begeleiding/hulpverlening gehanteerd worden.
          • De student kan het effect van culturele, maatschappelijke, Europese en wereldwijde stromen en tendensen weergeven op het eigen denken en handelen.
          • De student kan vanuit (beroeps)ethische denkkaders praktijksituaties analyseren, situeren en er een kritische houding tegenover kunnen aannemen.
          • De student kan vanuit filosofische en ethische denkkaders een kritische houding aannemen ten aanzien van methoden en technieken die in de concrete begeleiding/hulpverlening van een cliënt en zijn systeem/context gehanteerd worden.
          • De student kan het concretiseren en vertalen van ethisch-conatieve dimensies in verbinding met de andere dimensies van de mens in zijn ontwikkeling, naar de cliënt en zijn systeem/context.
          • De student kan verwoorden hoe men samen met de cliënt(en)/het cliëntsysteem zijn/haar/hun belangen op een ethisch verantwoorde manier naar derden toe kan behartigen en in staat zijn hiertoe beschikbare middelen op te zoeken en te hanteren.
          • De student kan vanuit praktijksituaties de deontologische implicaties verwoorden m.b.t. communicatieve informatieverwerking, met oog voor de juridische context.
          • De student kan vanuit praktijksituaties de deontologische implicaties kan verwoorden m.b.t. informatiehantering binnen het team en naar derden.
          • De student kan informatieve gegevens verwoorden op een respectvolle manier, rekening houdend met alle partijen.
          • De student kan maatschappelijke en wetenschappelijke vernieuwende inzichten en tendensen herkennen en deze kritisch en ethisch benaderen.
          • De student kan een bijdrage formuleren in het bewaken van ethische aspecten i.v.m. evoluties binnen het team en de organisatie.
          • De student kan gebruik maken van ethische denkkaders bij het analyseren en uitstippelen van het beleid in een organisatie.
          • De student kan in beroepsethische en filosofische kaders aspecten ontdekken die een steun zijn in het zoekproces en ontwikkelingsproces van zichzelf en zichzelf als gespecialiseerd opvoeder-begeleider. 

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
        geen

        Andere begincompetenties

        LEERINHOUDEN

        1.      Wat is denken?

        2.      Wat is filosofisch, maatschappelijk en deontologisch denken?

        3.      Hoe denken over verantwoordelijkheid als opvoeder begeleider?

        4.      Hoe denken over menswaardigheid?

        5.      Hoe denken over rechtvaardigheid?

        6.      Hoe denken over macht?

        7.      Hoe denken over vrijheid?


        STUDIEMATERIAAL
          • Cursusmateriaal
          • Blackboard teleleerplatform Ethiek en samenleving (deel 1).
          • Digitale informatiebronnen.

         


        WERKVORMEN
        Soort werkvorm    
        hoor- en werkcolleges:

         21

        %
        practicum en oefeningen:

          0

        %

        vormen van groepsleren:

          0

        %
        Verdere toelichting:
        geen

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        Schriftelijke evaluatie100%

        • Schriftelijk assessment

         


        tijd voor examinering
        uren

        2 

        Tweede examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        Schriftelijke evaluatie100%

        • Schriftelijk assessment

         

         
        Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1 - Organisatie en management/11
          
        O.O. heeft componenten:Neen
        Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
        Code:5100100015
        Academiejaar:2011-2012
        Type:kern,
        Niveau:inleidend
        Periode binnen het modeltraject:DEEL13M3
        Contacturen:21
        Aantal studiepunten:4
        Totaal studietijd:104
        Examencontract:mogelijk
        Deliberatie:mogelijk
        Vrijstelling:mogelijk
        Onderwijstaal:Nederlands,
        Lector(en)Veerle Portael
        Lieve Walravens

         

        KORTE OMSCHRIJVING

        Als Bachelor in de Orthopedagogie is het belangrijk om zicht te krijgen op de ruimere context waarin je werkt.  Daarom reiken we je enkele handvatten om naar het functioneren van organisaties te kijken.  Hierbij komen eerder technische aspecten aan bod, zoals de organisatiestructuur, de financiën en de juridische vorm van de organisatie, maar ook de “zachtere” kant, zoals de organisatiecultuur, kwaliteitszorg en VTO-beleid, missie en strategie. Je krijgt oog voor de onderlinge samenhang van al deze facetten en je leert de betekenis van deze aspecten kennen voor jezelf en je cliënten.  Op die manier kan je op een constructief-kritische manier kijken naar en inspraak hebben in het beleid van de organisatie waar je werkt.


        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
        • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
        • OM503 Geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie. Reflecteert over maatschappij en ethiek. Stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback.
        • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
        • OM505 Stelt een werkplanning op. Leidt een vergadering. Stimuleert het doelgericht werken bij anderen. Begeleidt een team, rekening houdend met de context van een organisatie. Voert beheerstaken uit op financieel en administratief vlak. Levert een bijdrage aan de uitvoering van kwaliteitszorg binnen een organisatie.
        • OM506 Rapporteert schriftelijk in begrijpelijke en correcte taal. Presenteert mondeling op heldere wijze. Gebruikt gepaste communicatiemiddelen/modellen.
        • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • OM509 Werkt op een constructieve manier samen vanuit groepsdynamische en communicatieve kaders. Profileert zich constructief binnen een team. Neemt verantwoordelijkheid op in het team. Vertegenwoordigt de eigen organisatie in diverse contexten.
        • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
        Beroepsspecifieke competenties
        • OM514 Organiseert wonen, leren, werken en vrije tijd op methodische, planmatige, creatieve en duurzame wijze. Begeleidt wonen, werken, leren en vrije tijd op een methodische, planmatige, creatieve en duurzame wijze.
        • OM515 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten optimale ontwikkelings- en vormingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, eomtionele, sociale en motorische ontwikkeling.
        • OM518 Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening (microniveau). Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

        SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
        • Studenten kunnen organisaties in de non-profit sector analyseren naar hun juridische aard, organisatiestructuur, organisatiecultuur en financiële situatie en hebben inzicht in de implicaties hiervan voor de Bachelor in de Orthopedagogie en cliënten.
        • Studenten zijn in staat een projectbegroting op te maken en hierin op een adequate manier gebruik te maken van fundraising.
        • Studenten hebben inzicht in de organisatie van kwaliteitszorg binnen een organisatie en het aandeel van de Bachelor in de Orthopedagogie en cliënten hierin.
        • Studenten hebben zicht op veranderprocessen en de mogelijke drempels hierin en zijn in staat om veranderprocessen binnen een organisatie te optimaliseren.
        • Studenten zien de noodzaak in van levenslang leren en kunnen op zoek gaan naar de geëigende middelen en wegen om VTO-doelstellingen te bereiken.
        • Studenten kennen de belangrijkste aspecten van de rechtspositie van de werknemer in de zorgsector (met de klemtoon op organisaties uit het PC 319) en kunnen gerichte vragen stellen via de daartoe geëigende kanalen om zich verder te informeren rond de concrete invulling hiervan.

        VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
        Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
        'Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 1.'
        'Om in te kunnen schrijven voor dit o.o. moet je geslaagd zijn voor het voltijds modelpakket 1.'


        Andere begincompetenties
        • Studenten hebben inzicht in groepsprocessen en teamwerk
        • Studenten hebben een basiskennis van de organisatie van de welzijnssector

        LEERINHOUDEN
        • Inleidende begrippen
        • Organisatiestructuren en juridische vormen 
        • Organisatiecultuur
        • Financies in de nonprofit sector
        • Kwaliteitsmanagement en VTO-beleid
        • Verandermanagement
        • Tewerkstelling in de zorgsector

        STUDIEMATERIAAL
        • Debandt, W, Portael, V, & Walravens, L. (2011-2012).  Organisatie en management.  Onuitgegeven syllabus Plantijn Hogeschool. 
        • Ondersteunende documenten op blackboard.

         


        WERKVORMEN
        Soort werkvorm    
        hoor- en werkcolleges:

         21

        %
        practicum en oefeningen:

          0

        %

        vormen van groepsleren:

          0

        %
        Verdere toelichting:
        • Hoor- en werkcolleges met onderwijsleergesprek en oefeningen in groep
        • Individuele verwerkingsopdrachten en verwerkingsopdrachten in groep

        EVALUATIE

        Eerste examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        mondelinge evaluatie50%
        taak50%

        • Groepsopdracht: 50%. Dit levert voor alle groepsleden dezelfde groepscore op. Deze groepscore wordt individueel aangepast op basis van het peer assessment (max. +/- 20ù van het groepspunt.; geen totaalscore hoger dan 50%). Afspraken m.b.t. het indienen van het groepswerk worden meegedeeld tijdens de hoor- en werkcolleges en via blackboard. Niet tijdig indienen van de groepsopdracht leidt tot verlies van punten.

         

        • Mondeling examen op 50%:

              • Het examen kan volgende typen van vragen omvatten:
                • Vragen naar een toelichting van een aspect van het groepswerk a.h.v. de theorie uit de cursus. Het is noodzakelijk dat je de theorie uit de cursus beheerst teneinde met gesloten boek je antwoord te kunnen motiveren, elementen te kunnen situeren in een groter geheel etc. Het groepswerk zelf wordt door de lector op het examen ter beschikking gesteld.
                • Een zuivere kennisvraag
                • Een toepassingsvraag. Voor dit onderdeel breng je je organogram en missie mee (zie opdracht i.f.v. stageplaats).

        tijd voor examinering
        uren

        1 

        Tweede examenperiode
        CategorieWeging van categorieën
        mondelinge evaluatie65%
        taak35%

          • Het totaal van de punten op de groepsopdracht + peer assessment uit eerste examenperiode wordt van 50 % naar 35% herleid.

          • Mondeling examen 65%:

                • Het examen kan volgende typen van vragen omvatten:
                  • Vragen naar een toelichting van een aspect van het groepswerk a.h.v. de theorie uit de cursus. Het is noodzakelijk dat je de theorie uit de cursus beheerst teneinde met gesloten boek je antwoord te kunnen motiveren, elementen te kunnen situeren in een groter geheel etc. Het groepswerk zelf wordt door de lector op het examen ter beschikking gesteld.
                  • Een zuivere kennisvraag
                  • Een toepassingsvraag. Voor dit onderdeel breng je je organogram en missie mee (zie opdracht i.f.v. stageplaats).

         

         
        Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1 - Ethiek en samenleving (d2)/12
          
        O.O. heeft componenten:Neen
        Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
        Code:5100100018
        Academiejaar:2011-2012
        Type:kern,
        Niveau:uitdiepend
        Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 of 3 - Module 4
        Contacturen:21
        Aantal studiepunten:3
        Totaal studietijd:78
        Examencontract:mogelijk
        Deliberatie:mogelijk
        Vrijstelling:mogelijk
        Onderwijstaal:Nederlands,
        Lector(en)Ingrid De Jonghe
        Bert De Meulder

         

        KORTE OMSCHRIJVING

        De werkcolleges worden georganiseerd in de vorm van paneldiscussies of  beter nog, panel-gedachtewisselingen over een selectie teksten. We schrijven gedachtewisselingen, omdat onder discussiëren veelal een strijd van meningen, of een strijd om het eigen gelijk verstaan wordt. Als we van gedachten wisselen is het er meer om te doen samen al denkend iets te onderzoeken.  De werkvorm met een panel tracht toe te laten in een grotere groep van gedachten te wisselen. Heel de groep bereidt de tekst voor die ter tafel ligt maar de panelleden hebben de verantwoordelijkheid de gedachtewisseling op gang te trekken. Studenten zetelen om beurten in het panel. De panelleden brengen een presentatie van krachtlijnen uit de tekst. Op basis daarvan brengen ze verdiepende vragen of discussiepunten naar voor. Dan nodigen ze het plenum uit tot deelname. De lector is moderator van het geheel.

        De gesprekken gaan over ethisch maatschappelijke thema’s verbonden met de (werk)wereld.


        COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
         Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

        Algemene competenties

        • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
        • OM502 Verzamelt, selecteert en structureert relevante informatie. Verwerkt informatie kritisch. Hanteert functioneel ICT mogelijkheden. Refereert met behulp van een wetenschappelijke referentiestijl.
        • OM503 Geeft zijn eigen mogelijkheden, grenzen en beperkingen aan. Reflecteert constructief over het functioneren van anderen/de organisatie. Reflecteert over maatschappij en ethiek. Stuurt eigen handelen bij op basis van reflectie en feedback.
        • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
        • OM505 Stelt een werkplanning op. Leidt een vergadering. Stimuleert het doelgericht werken bij anderen. Begeleidt een team, rekening houdend met de context van een organisatie. Voert beheerstaken uit op financieel en administratief vlak. Levert een bijdrage aan de uitvoering van kwaliteitszorg binnen een organisatie.
        • OM506 Rapporteert schriftelijk in begrijpelijke en correcte taal. Presenteert mondeling op heldere wijze. Gebruikt gepaste communicatiemiddelen/modellen.
        • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
        • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
        Algemene beroepsgerichte competenties
        • OM509 Werkt op een constructieve manier samen vanuit groepsdynamische en communicatieve kaders. Profileert zich constructief binnen een team. Neemt verantwoordelijkheid op in het team. Vertegenwoordigt de eigen organisatie in diverse contexten.
        • OM510 Verwoordt de effecten van eigen referentiekader. Erkent referentiekader van anderen. Gaat op professionele wijze om met diversiteit. Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem. Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem. Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning.
        • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
        • OM512 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep. Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
        Beroepsspecifieke competenties

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • De student kan ethische en filosofische denkkaders betrekken in de analyse van de problemen van cliënten en de opvolging ervan.
          • De student kan vanuit filosofische en ethische denkkaders een kritische houding aannemen ten aanzien van  theoretische kaders en wetenschappelijke kennis die in begeleiding/hulpverlening gehanteerd worden.
          • De student kan het effect van culturele, maatschappelijke, Europese en wereldwijde stromen en tendensen weergeven op het eigen denken en handelen.
          • De student kan vanuit ethische denkkaders praktijksituaties analyseren, situeren en er een kritische houding tegenover aannemen
          • De student kan vanuit filosofische en ethische denkkaders een kritische houding aannemen ten aanzien van methoden en technieken die in de concrete begeleiding/hulpverlening van een cliënt en zijn systeem/context gehanteerd worden.
          • De student kan informatieve gegevens verwoorden op een respectvolle manier, rekening houdend met alle partijen.
          • De student kan maatschappelijke en wetenschappelijke inzichten en tendensen herkennen en deze kritisch en ethisch benaderen.
          • De student kan een bijdrage formuleren in het bewaken van ethische aspecten i.v.m. evoluties binnen het team en de organisatie.
          • De student kan gebruik maken van ethische denkkaders bij het analyseren en uitstippelen van het beleid in een organisatie.
          • De student kan in beroepsethische en filosofische kaders aspecten ontdekken die een steun kunnen zijn in het zoekproces en ontwikkelingsproces van zichzelf en zichzelf als gespecialiseerd opvoeder-begeleider.

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
          'Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor: Ethiek en samenleving (d1)/11.'
          'Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je je ook inschrijven voor: Ethiek en samenleving (d1)/11 OF 1.2 FIL.'


          Andere begincompetenties
          geen
          LEERINHOUDEN

          Het materiaal bestaat uit artikels of essays  uit (ortho)pedagogische, ethisch- maatschappelijke en filosofische velden. Deze teksten hebben betrekking op de brede context van de werkvelden van bachelors orthopedagogie en laten de student toe zichzelf in mens- en wereldbeelden te vormen.

          STUDIEMATERIAAL
          • Cursusmateriaal (syllabus).
          • Blackboard teleleerplatform Ethiek en samenleving (deel 1).
          • Digitale informatiebronnen.

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm    
          hoor- en werkcolleges:

           26

          %
          practicum en oefeningen:

            0

          %

          vormen van groepsleren:

            0

          %
          Verdere toelichting:

          geen


          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          permanente evaluatie60%
          presentatie40%

          In de permanente evaluatie licht de focus op de betrokkenheid op de thema's en de teksten. Studenten worden beoordeeld op het vermogen zich te verplaatsen in verschillende denkrichtingen en inhoudelijke argumenten. Het terdege onderbouwen van een eigen standpunt kan belangrijk zijn, maar is niet alleen zaligmakend. Zich kunnen verplaatsen in een verscheidenheid aan standpunten - en aldus een pluraliteit belichamen- , wordt belangrijker geacht.

          Inzicht en inzet, zich verplaatsen, zich verliezen in wat de auteurs te zeggen hebben staat dus hoger aangeschreven dan het blijven hangen in een 'eigen mening'.

          Als discussieleid(st)er of panellid wordt de presentatie op basis van de voorbereiding beoordeeld, en ook leidinggevende attitudes en vaardigheden: de student is enthousiast, biedt overzicht, heeft inzicht, vat goed samen, is ondersteunend, is uitnodigend.

           

           


          tijd voor examinering
          uren

          0 

          Tweede examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          taak100%

          De tweede zit bestaat uit een paper / schrijfopdracht in overleg met de betrokken lector.

           
          Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1 - Person. met een psychiatr. stoornis/4
            
          O.O. heeft componenten:Neen
          Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
          Code:5100100028
          Academiejaar:2011-2012
          Type:kern,
          Niveau:inleidend
          Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Module 4
          Contacturen:35
          Aantal studiepunten:4
          Totaal studietijd:104
          Examencontract:mogelijk
          Deliberatie:mogelijk
          Vrijstelling:mogelijk
          Onderwijstaal:Nederlands,
          Lector(en)Veerle Portael
          Lieve Walravens
          Ine Janssens
          Maite Mallentjer
          Gwendy Moentjens

           

          KORTE OMSCHRIJVING
          In welke sector je ook werkt, overal zal je ooit wel eens in contact komen met cliënten met een psychiatrische stoornis. In dit opleidingsonderdeel staan we stil bij visies op een aantal psychiatrische stoornissen (zie leerinhouden) vanuit de maatschappij en vanuit een wetenschappelijk kader. Je leert over mogelijke oorzaken van psychiatrische stoornissen, de verschijningsvormen ervan, de prognose en aandachtspunten voor de behandeling en de begeleiding van deze cliënten. Aan de hand van beeldmateriaal, gevalsbeschrijvingen en oefeningen kan je je een concreter beeld vormen van deze aspecten.

          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
          • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
          • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
          • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • OM510 Verwoordt de effecten van eigen referentiekader. Erkent referentiekader van anderen. Gaat op professionele wijze om met diversiteit. Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem. Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem. Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning.
          • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
          • OM512 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep. Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
          Beroepsspecifieke competenties
          • OM513 Analyseert de hulpvraag van de cliënt/het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handleingsplan of begeleidingsplan op. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobeserveerde evoluties.
          • OM515 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten optimale ontwikkelings- en vormingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, eomtionele, sociale en motorische ontwikkeling.
          • OM516 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt/het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en technieken. Beëindigt een hulpverleningsrelatie, indien nodig of verwijst door.
          • OM518 Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening (microniveau). Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • De student kent het begrippenkader ivm de aangeboden theoretische en methodische kaders en wetenschappelijke kennis.
          • De student kan de voornaamste vormen van psychiatrische stoornissen herkennen en van elkaar onderscheiden.
          • De student heeft inzicht in de theorieën en modellen ten grondslag liggend aan de behandeling van psychische, psychosociale en psychosomatische problemen.
          • De student analyseert vanuit zijn kennis van psychiatrische stoornissen (probleem)situaties met cliënten behorend tot verschillende doelgroepen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze.
          • De student kan de verkregen inzichten integreren in de begeleiding van en de hulpverlening aan verschillende doelgroepen.
          • De student kan op een adequate, zelfstandige en kritische wijze verschillende geschreven bronnen raadplegen.  
          • De student kan de ingewonnen informatie uit toegepaste wetenschappelijke literatuur begrijpen en interpreteren. . 
          • De student kan een aantal belangrijke begrippen benoemen en deze hanteren ten behoeve van de samenwerking met andere disciplines die betrokken zijn bij de behandeling van psychiatrische patiënten. 
          • De student bejegent mensen (cliënten, leerlingen of ouders) met een psychiatrische stoornis op een professionele en respectvolle manier.
          • De student kan m.b.t. de beeldvorming rond en bejegening van personen met een psychiatrische stoornis sensibiliserend optreden t.a.v. derden 

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
          geen

          Andere begincompetenties
          Eindtermen hoger secundair onderwijs.
          LEERINHOUDEN
          • Inleiding: historiek, hedendaagse ontwikkelingen en plaats van de hulpverlening bij psychiatrische problemen in onze huidige maatschappij, het diagnostisch proces, begrippen en visie
          • Autismespectrumstoornissen
          • Delirium, dementie en andere amnestische stoornissen
          • Angststoornissen
          • Leer-en taalstoornissen
          • Aan middelen gebonden stoornissen
          • Aandachtstekortstoornissen
          • Gedragsstoornissen
          • Stoornissen in de impulsbeheersing
          • Ticstoornissen
          • Slaapstoornissen
          • Voedings-en eetstoornissen
          • Stoornissen in de zindelijkheid
          • Voor de behandelde stoornissen komen volgende aspecten aan bod: etiologie, behandeling, verloop, preventie, specifieke aspecten i.v.m. begeleiding en het omgaan met personen met een psychiatrische stoornis

           


          STUDIEMATERIAAL
          • Syllabus 'Personen met een psychiatrische stoornis'.
          • Rigter, J., (2002) Ontwikkelingspsychopathologie, Coutinho, Bussum.
          • PowerPoint Presentaties bij de hoorcolleges en werkcolleges (op Blackboard).
          •   Nota's die je maakt tijdens de lessen.

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm    
          hoor- en werkcolleges:

           35

          %
          practicum en oefeningen:

            0

          %

          vormen van groepsleren:

            0

          %
          Verdere toelichting:
          • Hoorcollege 3u/week.
          • Werkcollege 2u/week.
          • Zelfstudie van een aantal teksten.
          • Leesopdrachten ter voorbereiding van hoor- en werkcolleges.

          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Schriftelijke evaluatie100%


          tijd voor examinering
          uren

          2 

          Tweede examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Schriftelijke evaluatie100%

           
          Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1 - Psychiatrische stoornissen/5
            
          O.O. heeft componenten:Neen
          Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
          Code:5100100030
          Academiejaar:2011-2012
          Type:kern,
          Niveau:inleidend
          Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 of 2 - Module 1
          Contacturen:21
          Aantal studiepunten:3
          Totaal studietijd:78
          Examencontract:mogelijk
          Deliberatie:mogelijk
          Vrijstelling:mogelijk
          Onderwijstaal:Nederlands,
          Lector(en)Veerle Portael
          Lieve Walravens

           

          KORTE OMSCHRIJVING
          In welke sector je ook werkt, overal zal je ooit wel eens in contact komen met cliënten met een psychiatrische stoornis. In dit opleidingsonderdeel staan we stil bij visies op een aantal psychiatrische stoornissen ( zie leerinhouden) vanuit de maatschappij en vanuit een wetenschappelijk kader. Je leert over mogelijke oorzaken van psychiatrische stoornissen, de verschijningsvormen ervan, de prognose en aandachtspunten voor de behandeling en de begeleiding van deze cliënten. Aan de hand van beeldmateriaal, gevalsbeschrijvingen en oefeningen kan je je een concreter beeld vormen van deze aspecten.

          COMPETENTIEGERICHTE LEERDOELEN
           Dit opleidingsonderdeel draagt in het bijzonder bij tot het realiseren van volgende opleidingsdoelen (eindtermen)

          Algemene competenties

          • OM501 Maakt correct en adequaat gebruik van begrippenkaders. Integreert gedetailleerde theoretische kennis. Bouwt een geldige en onderbouwde argumentatie op.
          • OM504 Analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders. Verdiept zich in het vraagstuk door verder onderzoek. Werkt planmatig een realistische en creatieve oplossing uit. Implementeert de gekozen oplossing. Evalueert de oplossing.
          • OM507 Brengt eigen talenten en competenties in kaart. Stuurt eigen leertraject. Houdt zijn eigen, professionele kennis en expertise actueel. Breidt eigen, professionele kennis en expertise uit.
          • OM508 Volgt beroepsspecifieke, internationale ontwikkelingen op. Raadpleegt actuele, internationale bronnen.
          Algemene beroepsgerichte competenties
          • OM510 Verwoordt de effecten van eigen referentiekader. Erkent referentiekader van anderen. Gaat op professionele wijze om met diversiteit. Behartigt de belangen en rechten van de cliënt/het cliëntsysteem. Stimuleert de eigen krachten en eigen autonomie van de cliënt/het cliëntsysteem. Motiveert gemaakte keuzes in ondersteuning.
          • OM511 Onderscheidt wet. informatie binnen het geheel van de informatiestroom en beoordeelt de kwaliteit in termen van betrouwbaarheid, validiteit. Zoekt wet. informatie op ifv een vraagstuk uit de praktijk. Brengt informatie uit verschillende bronnen samen in een literatuurstudie. Hanteert relevante dataverzamelings- én verwerkingsmethoden. Implementeert onderzoeksresultaten in de beroepspraktijk.
          • OM512 Werkt mee aan het sensibiliseren van de publieke opinie m.b.t. een respectvolle houding ten aanzien van elke hulpvrager. Neemt een standpunt in inzake profilering en legitimering van het beroep. Neemt een standpunt in inzake maatschappelijke discussies rond hulpverleningsvraagstukken.
          Beroepsspecifieke competenties
          • OM513 Analyseert de hulpvraag van de cliënt/het cliëntsysteem in zijn context. Stelt een handleingsplan of begeleidingsplan op. Optimaliseert doelen en middelen op basis van geobeserveerde evoluties.
          • OM515 Brengt een klimaat tot stand waarin cliënten optimale ontwikkelings- en vormingskansen krijgen. Bevordert en onderhoudt de cognitieve, eomtionele, sociale en motorische ontwikkeling.
          • OM516 Bouwt op een professionele manier een begeleidingsrelatie uit in samenspraak met de cliënt/het cliëntsysteem en alle betrokkenen. Maakt in de hulp- en dienstverlening keuzes van in te zetten methoden en technieken. Beëindigt een hulpverleningsrelatie, indien nodig of verwijst door.
          • OM518 Handelt preventief binnen de context van de individuele hulp- en dienstverlening (microniveau). Participeert pro-actief aan preventie op organisatie- en/of beleidsniveau.

          SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
          • De student kent het begrippenkader ivm de aangeboden theoretische en methodische kaders en wetenschappelijke kennis.
          • De student kan de voornaamste vormen van psychiatrische stoornissen herkennen en van elkaar onderscheiden.
          • De student heeft inzicht in de theorieën en modellen ten grondslag liggend aan de behandeling van psychische, psychosociale en psychosomatische problemen.
          • De student analyseert vanuit zijn kennis van psychiatrische stoornissen (probleem)situaties met cliënten behorend tot verschillende doelgroepen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze.
          • De student kan de verkregen inzichten integreren in de begeleiding van en de hulpverlening aan verschillende doelgroepen.
          • De student kan op een adequate, zelfstandige en kritische wijze verschillende geschreven bronnen raadplegen. 
          • De student kan de ingewonnen informatie uit toegepaste wetenschappelijke literatuur begrijpen en interpreteren.  
          • De student kan een aantal belangrijke begrippen benoemen en deze hanteren ten behoeve van de samenwerking met andere disciplines die betrokken zijn bij de behandeling van psychiatrische patiënten.
          • De student bejegent mensen (cliënten, leerlingen of ouders) met een psychiatrische stoornis op een professionele en respectvolle manier.
          • De student kan m.b.t. de beeldvorming rond en bejegening van personen met een psychiatrische stoornis sensibiliserend optreden t.a.v. derden.

          VEREISTE BEGINCOMPETENTIES
          Volgtijdelijkheid (inschrijvingsvereisten)
          Om in te kunnen schrijven voor dit opleidingsonderdeel moet je geslaagd zijn voor: PPS.

          Andere begincompetenties
          Eindtermen hoger secundair onderwijs
          LEERINHOUDEN
          •   Inleiding: historiek, hedendaagse ontwikkelingen en plaats van de  hulpverlening bij psychiatrische problemen in onze huidige maatschappij, het diagnostisch proces, begrippen en visie (zelfstudie)
          • Reactieve hechtingsstoornissen
          • Psychotische stoornissen
          • Stemmingsstoornissen
          • Somatoforme stoornissen
          • Dissociatieve stoornissen
          • Persoonlijkheidsstoornissen
          • Seksuele en geslachtsidentiteitsstoornissen
          • Enkele aandachtspunten bij de behandeling van mensen met psychiatrische stoornissen:
            •  KOPP-kinderen  (zelfstudie)
            • Psychofarmacologie
          • Voor de behandelde stoornissen komen volgende aspecten aan bod: etiologie, behandeling, verloop, preventie, specifieke aspecten i.v.m. begeleiding en het omgaan met personen met een psychiatrische stoornis

          STUDIEMATERIAAL
          • Syllabus 'Psychiatrische stoornissen'
          • PowerPoint Presentaties bij de hoorcolleges en werkcolleges (op Blackboard)
          • Nota's die je maakt tijdens de lessen
          • Achtergrond: Rigter, J.(2002). Ontwikkelingspsychopathologie. Bussum:Coutinho .

          WERKVORMEN
          Soort werkvorm    
          hoor- en werkcolleges:

           21

          %
          practicum en oefeningen:

            0

          %

          vormen van groepsleren:

            0

          %
          Verdere toelichting:
          • hoorcolege 2u/week
          • werkcollege 1u/week 
          • zelfstudie van een aantal teksten
          • lees- en verwerkingsopdrachten ter voorbereiding van hoor- en werkcolleges

           


          EVALUATIE

          Eerste examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Schriftelijke evaluatie100%


          tijd voor examinering
          uren

          2 

          Tweede examenperiode
          CategorieWeging van categorieën
          Schriftelijke evaluatie100%

           
          Orthopedagogie verkort programma - Verkort programma modelpakket 1 - Praktijk (d1)
            
          O.O. heeft componenten:Neen
          Afstudeerrichting//Leertraject:Orthopedagogie verkort programma
          Code:5100300012
          Academiejaar:2011-2012
          Type:kern,
          Niveau:gespecialiseerd
          Periode binnen het modeltraject:Modelpakket 1 - Volledig academiejaar
          Contacturen:0
          Aantal studiepunten:7
          Totaal studietijd:182
          Examencontract:niet mogelijk
          Deliberatie:niet mogelijk
          Vrijstelling:mogelijk
          Onderwijstaal:Nederlands,
          Lector(en)


          beschrijving nog niet beschikbaar